Regeling vervallen per 01-01-2023

Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Oldebroek

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Oldebroek

Kenmerk: 1070638

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2021;

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Oldebroek

Artikel 1 Reikwijdte regeling

Bij de invordering kan slechts kwijtschelding worden verleend van gemeentelijke heffingen, als dit

op basis van de betreffende belastingverordening is toegestaan.

Artikel 2 Kosten van bestaan

1. Bij de kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 16, eerste en tweede lid, van de

Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van

bestaan gesteld op 100 percent.

2. In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere

regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde

personen gesteld op 100 percent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde, netto

AOW-bedragen.

Artikel 3 Netto kosten kinderopvang

Artikel 28 lid 3 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 is van toepassing. Bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen wordt voor het bepalen van het netto-besteedbare inkomen rekening gehouden met de netto kosten van kinderopvang.

Artikel 4 Kwijtschelding ondernemers

Het is gewenst kwijtschelding te kunnen verlenen voor privébelastingschulden van ondernemers die op bijstandsniveau leven. Gelet op artikel 28, eerste lid, onder b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, wordt een verzoek van ondernemers om kwijtschelding van lokale belastingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, de afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 5 Verruiming vermogensnorm

In afwijking van het bepaalde in artikel 12, lid 2, onderdeel d van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt overeenkomstig het bepaalde in het besluit Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen voor AOW-gerechtigden en volledig arbeidsongeschikten de vermogensnorm voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen met € 2.000,00 opgehoogd.

Artikel 6 Overgangsrecht en inwerkingtreding

1. De beleidsregels met betrekking tot kwijtschelding van gemeentelijke belastingen met nummer 963946/120, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 1996, met nummer 93090, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 maart 2012 en met kenmerk 116427 / 116452, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 maart 2013, worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de verzoeken om kwijtschelding die zijn ingediend vóór 1 januari 2022.

2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

3. In afwijking in zoverre van het eerste lid is de datum van inwerkingtreding van:

artikel 5, de dag dat het besluit Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen zodanig is gewijzigd, dat voor gemeenten de mogelijkheid is gecreërd voor AOW-gerechtigden en volledig arbeidsongeschikten de vermogensnorm voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen met € 2.000,00 op te hogen.

4. Deze regeling is van toepassing vanaf 1 januari 2022.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Oldebroek’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Oldebroek

op 16 december 2021.

, voorzitter T.H. Haseloop-Amsing

, griffier J. Tabak.