Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022

De raad van de gemeente Rozendaal, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2021

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    ‘gebruikmaken’ in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruikmaken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • 2.

    Grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

  • 3.

    Restafvalcontainers: groene en grijze afvalcontainers.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16 onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan bij diezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar horen;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien in de loop van het belastingjaar het aantal in gebruik zijnde restafvalcontainers afneemt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de wijziging van het aantal restafvalcontainers, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Indien in de loop van het belastingjaar het aantal in gebruik zijnde restafvalcontainers toeneemt, dan is de hogere belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na de toename van het aantal containers, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 6.

    Het tweede tot en met vijfde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt, waarbij geen wijziging optreedt in het aantal van de in gebruik zijnde restafvalcontainer(s).

  • 7.

    Als het bedrag van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel beneden € 10,– blijft, wordt geen belasting geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aan belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 8.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening..

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet een aanslagen in één keer worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Ook kan worden gekozen voor betaling per incasso. Hierbij wordt de aanslag gemeentelijke belastingen ik 8 gelijke termijnen betaald.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Overgangsrecht

De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2020, vastgesteld d.d. 10 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingstreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als; Verordening afvalstoffenheffing gemeente Rozendaal 2022.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de gemeenteraad van Rozendaal d.d. 14 december 2021,

de griffier

K.M. Schaap

de voorzitter,

drs. E.Weststeijn

Bijlage 1: Tarieventabel 2022

behorende bij de

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar indien het

perceel wordt bewoond door :

1.1

één of twee personen

€ 251,00

1.2

drie of meer personen

€ 283,00

1.3.1

De belasting wordt verhoogd met

€ 50,00

voor iedere extra ter beschikking gestelde groene container

1.3.2

De belasting wordt verhoogd met

€ 150,00

voor iedere extra ter beschikking gestelde grijze container

Hoofdstuk 2

2.

De belasting bedraagt:

2.1

Het beschikbaar stellen van een extra of vervangende container (grijs of groen))

€ 65,00

Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2021

De griffier van Rozendaal,

K.M. Schaap