Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en invordering van leges gemeente IJsselstein 2022

Geldend van 23-12-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges gemeente IJsselstein 2022

De raad van de gemeente IJsselstein;

Gelezen het voorstel van het college van 2 november 2021, zaaknummer 1058656;

Gelet op artikel 156 tweede lid, aanhef en sub a, artikel 219, tweede lid, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en invordering van leges gemeente IJsselstein 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    'maand': het tijdvak dat loopt van een ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van februari is;

  • d.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie; en

  • 2.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen; en

  • 3.

    het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 1.20.2, 1.20.5, 1.20.8, 3.1.1, 3.2.1, 3.2.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning of ontheffing betreft voor een non-profit instelling die zich blijkens haar statuten activiteiten van ideële aard ten doel stelt of indien deze aanvraag een vergunning of ontheffing betreft voor een aanvrager die een activiteit organiseert zonder winstoogmerk.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

    • b.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • c.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • d.

      hoofdstuk 4 (papieren verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

    • e.

      onderdeel 1.9.1.1.(verklaring omtrent het gedrag);

    • f.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Legesverordening gemeente IJsselstein 2021-1 wordt introkken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening gemeente IJsselstein 2022.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op 16 december 2021.

de griffier,

A.J.O. van Kooij

de voorzitter,

mr. P.J.M. van Domburg

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening IJsselstein 2022

Titel 1 Algemene dienstverlening

2022

 
 
 
 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

1.1.1

Het tarief bedraagt terzake van de voltrekking van een huwelijk of terzake van de registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

 

1.1.1.1

Op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 377,25

1.1.1.2

Op enig ander moment dan genoemd in 1.1.1.1

€ 466,25

1.1.1.3

met dien verstande dat geen leges worden geheven indien de voltrekking van het huwelijk of de registratie van een partnerschap plaats heeft op maandag om 9.00 uur of om 9.30 uur in het stadhuis en één van de partners ingezetene is van de gemeente, en indien de omzetting van een partnerschap in een huwelijk zonder enig ceremonieel plaats vindt op het stadhuis.

 

1.1.2

het tarief, als bedoeld onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2 wordt bij de voltrekking van het huwelijk, het partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk in het voormalig stadhuis aan de Utrechtsestraat 79 vermeerderd met:

€ 110,05

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een parterschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ -

1.1.3.1

Op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur

€ 377,25

1.1.3.2

Op enig ander moment dan genoemd in 1.1.3.1

€ 431,65

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.4.1

een trouwboekje of partnerschap boekje in een normale uitvoering

€ 19,30

1.1.4.2

een trouwboekje of partnerschap boekje in een luxe uitvoering

€ 33,60

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 23,90

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het afgeven van verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag dat gelijk is aan het maximum bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het besluit paspoortgelden, zoals dit laatselijk is vervangen of gewijzigd

 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs, is gelijk aan het maximum bedrag zoals dat laatstelijk is vastgesteld door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:

 

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met het genoemde bedrag in de geldende “Regeling afdracht vergoeding afgifte rijbewijzen”, welke laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.3.2.2

vervallen

 

1.3.3

Voor het afgeven van een gezondheidsverklaring ten behoeve van het Centraal Bureau Rijbewijzen, het door het CBR vastgestelde tarief.

 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.2.2 en 1.4.2.3, 1.4.2.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 11,20

1.4.2.2

voor het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen (BRP), voor ieder daaraan besteedt kwartier:

€ 23,90

1.4.2.3

voor het op verzoek verstrekken van een persoonslijst

€ 11,20

1.4.2.4

voor het verstrekken van informatie op basis van selecties uit het BRP-bestand, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 23,90

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het kiezersregister (vervallen)

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens (vervallen)

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

€ 54,55

1.7.1.2

een afschrift van een gemeentelijk jaarverslag

€ 54,55

1.7.1.3

een exemplaar van een verordening van de gemeente, de toelichting daaronder begrepen,

€ 27,25

1.7.1.3.1

vermeerderd met per geheel of gedeeltelijk bedrukte bladzijde

€ 0,50

1.7.1.4

een afschrift van een mandaatbesluit

€ 27,25

1.7.1.5

een afschrift van een delegatiebesluit

€ 27,25

1.7.1.6

elk hier niet genoemd document per geheel of gedeeltelijk bedrukte bladzijde

€ 0,50

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie (vervallen)

 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

 
 

het bedrag dat is vastgesteld op grond van de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden of de regeling die deze regeling vervangt.

 

1.9.1.2

Tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 11,20

1.9.1.3

Tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 11,20

1.9.1.4

Tot het legaliseren van een handtekening

€ 11,20

 
 
 
 
 
 
 

hoofdstuk 10 Gemeentearchief (vervallen)

 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

 

1.11

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag bedraagt:

 

1.11.1

voor het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 45,45

1.11.1.1

voor een verklaring omtrent de zuiverheid van gebouwen, woning en huisraad bedraagt

€ 45,45

1.11.1.2

voor het in behandeling nemen van een aanvraag inzake het verkrijgen van een medische urgentie verbonden aan de toewijzing van een woning op grond van de Huisvestingsverordening, bedraagt het tarief,

 
 

het bedrag van de hieraan verbonden medische keuring door de gemeentelijke medische adviseur

 

1.11.1.3

voor het verrichten van een medisch onderzoek in het kader van het verkrijgen een aanvullend advies omtrent het zoekprofiel, voor een woning als bedoeld in de Huisvestingsverordening bedraagt:

€ 180,85

1.11.2

Indien een aanvraag voor een medische urgentie wordt ingetrokken op het moment dat het verzoek om advies al door de medische adviseur in behandeling is genomen zal, in afwijking van het tarief genoemd bij 1.11.1.2 en 1.11.1.3, hiervoor het bedrag worden berekend dat daarvoor door de medische adviseur bij de gemeente in rekening wordt gebracht.

 

1.11.3

Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op een splitsing, samenvoeging of onttrekking in het kader van de Huisvestingswet, bedraagt het tarief

€ 123,20

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 

1.12

Handelingen in het kader van de Leegstandwet

 

1.12.1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 123,20

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie (vervallen)

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 14 Warenmarkt

 

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.14.1

voor het innemen van een vaste standplaats op de warenmarkt

€ 123,20

1.14.2

voor het innemen van een dagstandplaats of standwerkersplaats op de warenmarkt

€ 89,15

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet

€ 89,15

1.15.2

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

€ 89,15

1.15.3

Tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 89,15

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

1.16

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen

 

1.16.1

het maximale bedrag dat bepaald is in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit, zoals dat laatselijk is vervangen of gewijzigd

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 28,05

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

 

1.17

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:

 

1.17.1

een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, 1e lid van de Telecommunicatiewet:

€ 97,00

1.17.2

Het bedrag genoemd in artikel 1.17.1 wordt, bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 25 meter of meer, voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht met een toeslag over de bemeten sleuflengte per strekkende meter sleuf verhoogd met:

€ 1,25

1.17.3

Het bedrag genoemd in artikel 1.17.1 wordt, indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met :

€ 70,75

 

per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager wordt meegedeeld.

 

1.17.4

Indien met betrekking tot een melding als genoemd in 1.17.1 onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het bedrag als genoemd in 1.17.1 verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.17.5

Indien een begroting als bedoeld in artikel 1.17.4 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

1.17.6

In afwijking van het genoemde in artikel 1.17.1 kan het college voor grote projecten een vast bedrag in rekening brengen.

 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 18 Verkeer & Vervoer

 

1.18.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 42,80

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 42,80

1.18.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart (1e aanvraag inclusief keuring) als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 182,65

1.18.4

tot het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, indien geen geneeskundig onderzoek is vereist

€ 70,85

1.18.5

Indien voor het verlengen van een gehandicaptenkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) een medische keuring, herkeuring of anderszins een keuring vereist is, wordt het tarief onder 1.18.4 verhoogd met:

€ 87,15

1.18.6

Indien de vergunning als bedoeld in 1.18.3 niet wordt verleend, dan bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt

€ 27,25

1.18.7

Indien de medische keuring of herkeuring uitsluitend heeft bestaan uit dossieronderzoek en de keuringsinstantie dit verklaart, bedraagt het tarief:

€ 61,00

1.18.8

Indien er door de keuringsarts van de keuringsinstantie een huisbezoek moet worden afgelegd bedraagt het tarief

€ 193,20

1.18.9

Het tarief bedraagt te zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

€ -

1.18.9.1

tot het verkrijgen van een eenmalige ontheffing, als bedoeld in

€ 171,60

artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

1.18.9.2

tot het verkrijgen van een ontheffing voor de duur van een jaar,

€ 256,15

als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

1.18.9.3

tot het verlengen van een ontheffing voor de duur van een jaar,

€ 128,65

als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

1.18.9.4

tot het verkrijgen van een bijzondere toestemming laden en

€ 84,60

lossen, als bedoeld in bijlage 1 van het ADR-verdrag

1.18.10

Het tarief bedraagt te zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.10.1

tot het verkrijgen van een verkeersbesluit op kenteken conform artikel 26 sub c van het RVV, inhoudende het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats

€ 172,60

1.18.10.2

het overeenkomstig artikel 1.18.10.1 geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien de parkeerplaats wordt aangelegd op een bestaande parkeerplaats

€ 241,50

1.18.10.3

het overeenkomstig artikel 1.18.10.1 geheven bedrag wordt verhoogd met de kosten van het realiseren van de gehandicaptenparkeerplaats, indien er sprake is van een nieuw aan te leggen parkeerplaats

€ 1.151,20

1.18.10.4

het bedrag genoemd in 1.18.10.3 wordt verhoogd met 50% van het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde meerkosten, blijkend uit een begroting die terzake door of van­wege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

€ -

1.18.10.5

tot het verplaatsen van een gehandicaptenparkeerplaats als gevolg van een binnengemeentelijke verhuizing van begunstigde

€ 172,60

1.18.11

Het tarief bedraagt te zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.11.1

tot het verkrijgen van een ontheffing blauwe zone

€ 115,10

1.18.11.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een tweede aanvraag op het zelfde adres, dan bedraagt het tarief

€ 172,60

1.18.11.3

tot het verkrijgen van een ontheffing blauwe zone Lage Biezen (huis nrs 7,9,11,13,15,17,19 en 21)

€ 42,80

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 19 Diversen

 

1.19.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.19.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,75

1.19.2.

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.19.2.1

per pagina op papier van A4-formaat, zwart-wit

€ 0,50

1.19.2.2

per pagina op papier van A3-formaat, zwart-wit

€ 0,70

1.19.2.3

per pagina op papier van A4-formaat, kleur

€ 1,55

1.19.2.4

per pagina op papier van A3-formaat, kleur

€ 2,45

1.19.2.5

Op A2-formaat

€ 19,20

1.19.2.6

Op A1-formaat

€ 20,30

1.19.2.7

Op A0-formaat

€ 21,50

1.19.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 45,10

1.19.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,75

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 20 Algemene Plaatselijke verordening (APV)

 

1.20

Het tarief voor het in behandeling nemen:

 

1.20.1

van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de APV, voor zover daarvoor niet in deze tabel onder de titels 1, 2 of 3 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, bedraagt

€ 54,65

1.20.2

van een aanvraag voor een standplaatsvergunning zoals bedoeld in artikel 5:18 van de APV, bedraagt

€ 77,95

1.20.3

Het overeenkomstig 1.20.2 geheven bedrag wordt vermeerderd met per dag, berekend naar het aantal dagen waarvoor de in 1.20.2 bedoelde vergunning wordt verleend:

€ 0,40

1.20.4

Voor het waarmerken van een door de handelaar verplicht bij te houden register op grond van artikel 2:67 van de APV wordt geheven

€ 19,40

1.20.5

van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen (collecte) zoals bedoeld in artikel 5:13 APV, bedraagt

€ 97,05

1.20.6

van een verzoek tot het doen van een aanwijzing zoals bedoeld in artikel 2 van de Afvalstoffenverordening bedraagt

€ 97,05

1.20.7

van een vergunningaanvraag voor het plaatsen van sandwichborden overeenkomstig het gestelde in artikel 2:10A van de APV, bedraagt

€ 97,05

1.20.8

van een aanvraag voor een vergunning voor het in gebruik nemen van gemeenteterrein op grond van artikel 2:10A APV, bedraagt

€ 97,05

1.20.9

Wanneer sprake is van het plaatsen van meer dan één object, wordt voor het tweede en elke volgend object het tarief van 1.20.8 verhoogd met

€ 7,05

1.20.10

Indien de vergunning voor langer dan één week wordt verleend, wordt het tarief van 1.20.8 per 2 maanden verhoogd met

€ 14,10

1.20.11

van een aanvraag voor een vergunning inzake ontheffing van het verbod op grond van artikel 5:34 van de APV (verbod stoken van vuur), bedraagt

€ 159,85

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 21 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

1.21

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

1.21.1

tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 123,20

 
 
 
 
 
 
 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

 
 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, exclusief omzetbelasting. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

2.1.1.2

bouwkosten:

 
 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

 
 

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting inbegrepen. Deze prijs wordt getoetst aan de Referentielijst bouwkosten 2022.

 

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

2.1.4

in behandeling nemen: het verrichten van werkzaamheden na ontvangst van de aanvraag

 

2.1.5

Vooroverleg: Verzoeken waarbij het gaat om de vraag of een bouwplan planologisch passend is, met eventueel de toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1 (binnenplanse afwijking) of sub 2 (buitenplanse afwijking op basis Bor) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) mogelijk is, en naar een onderzoek of het college van B&W aan het plan wil meewerken. Onder vooroverleg wordt mede verstaan een schetsplan en een conceptaanvraag;

 

2.1.6

Principeverzoek: Beoordeling van een verzoek om medewerking voor een bepaalde activiteit, bouwplan of anderszins, dat niet passend is binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan c.q. beheersverordening en waaraan niet met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 1 of 2º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) medewerking kan worden verleend (waaronder verzoeken om bestemmingsplanherziening, wijzigingsplan, uitwerkingsplan, omgevingsvergunning artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 
 

Vooroverleg

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1.1

tot het houden van vooroverleg of principe-verzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, bestaande uit minimaal twee bouwstenen / toetsingscomponenten voor een project

€ 772,15

2.2.1.2

Indien de aanvrager één van onderstaande extra bouwstenen toevoegt aan het vooroverleg of principeverzoek, bedraagt het tarief per extra bouwsteen:

€ 386,10

 

o Ruimtelijke Ordening (toets bestemmingsplan en ruimtelijk beleid)

 
 

o Stedenbouw (ruimtelijke inpassing)

 
 

o bodem

 
 

o Volkshuisvesting

 
 

o Verkeer en parkeren

 
 

o Economische Zaken

 
 

o Welstand/monumentencommissie

 
 

o Cultuurhistorie (o.a. archeologie, bouwhistorie, cultuurlandschap)

 
 

o Milieu (o.a. bedrijven en milieuzonering, luchtkwaliteit)

 
 

o Recreatie en toerisme

 
 

o Duurzaamheid

 
 

o Landschap en water (o.a. flora en fauna, stikstofdepositie)

 
 

o Grondzaken

 
 

o Inrichting en beheer openbare ruimte

 
 

o Sport, welzijn, zorg, onderwijs

 
 

o Omgevingszaken (welke procedure)

 
 

o overige niet benoemde onderdelen

 

2.2.1.3

Als naar aanleiding van de toetsing van het vooroverleg of principeverzoek een aangepast plan voor vooroverleg of principeverzoek ter beoordeling wordt ingediend, bedraagt het tarief naast genoemd percentage van de eerder in rekening gebrachte leges van de betreffende bouwstenen / toetsingscomponenten, mits er geen sprake is van een wezenlijk ander plan.

50%

2.2.2

tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

50%

 

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, naast genoemd percentage van de bouwkosten:

2,97%

 

met een minimum van

€ 127,00

2.3.1.2

Welstandstoets

 

2.3.1.2.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd en toetsing aan welstandscriteria van de welstandsnota moet plaatsvinden wordt:

 

2.3.1.2.1.1

Indien voor bouwplannen met bouwkosten tot € 225.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

(((bouwkosten/1.000)*1,92) + € 68,60)

2.3.1.2.1.2

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 225.001 tot € 450.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

(((bouwkosten - 225.000)/1.000) * 1,5) + 507,50)

2.3.1.2.1.3

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 450.001 tot € 2.250.000 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

((((bouwkosten - 450.000)/1.000) * 0,44) + 850,40)

2.3.1.2.1.4

Indien voor bouwplannen met bouwkosten hoger € 2.500.001 het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

((((bouwkosten - 2.250.000)/1.000) * 0,11) + 1.655,05)

 

met een minimumbedrag van:

€ 114,30

2.3.1.2.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek of handhavingsadvies, per beoordeling

€ 114,30

2.3.1.2.3

Extra welstandstoets

 
 

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

€ 114,30

2.3.1.3

Verplicht advies agrarische beoordelingscommissie

 

2.3.1.3.1

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Stichting Agrarische Commissie nodig is en wordt beoordeeld:

 

2.3.1.3.2

indien het een bestaand bedrijf betreft

€ 850,80

2.3.1.3.3

indien het een startend bedrijf betreft

€ 1.010,60

2.3.1.3.4

wanneer de agrarische beoordelingscommissie wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en/of rechterlijke uitspraken te betrekken

€ 1.067,35

2.3.1.3.5

nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen

€ 510,45

2.3.1.3.5.1

Indien blijkt dat de advies aanvraag dermate complex is kan elk van de bovenstaande tarieven als genoemd in 2.3.1.3.1 t/m 2.3.1.3.4 verhoogd worden met een bedrag per uur van

€ 82,50

 

De agrarische beoordelingscommissie geeft na ontvangst van de adviesaanvraag z.s.m. aan de gemeente door het aantal uren dat zij naar verwachting extra nodig zal hebben voor het geven van een advies.

 

2.3.1.3.6

Indien het advies nieuwe vestigingen of bedrijfsverplaatsingen betreft, wordt het bedrag bij subonderdeel 2.3.1.3.2 verhoogd met:

€ 144,30

2.3.1.3.7

Indien het een second opinion betreft

€ 1.291,40

 

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Stichting Agrarische Commissie nodig is en wordt beoordeeld:

 

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.4.1

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges

125%

2.3.1.5

Procedure hogere waarden Wet geluidhinder

 

2.3.1.5.1

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag hogere waarden Wet geluidhinder ingevolge artikel 83 Wet geluidhinder, bedraagt

€ 1.447,80

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2,97%

 

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 289,55

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast, (binnenplanse afwijking):

€ 482,60

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 603,25

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse afwijking):

 

2.3.3.3.1

In de vorm van een omgevingsvergunning,

€ 9.499,60

2.3.3.3.2

In de vorm van een bestemmingsplanherziening

€ 11.582,40

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 2.895,60

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

1,50%

 

van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

 

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

1,50%

 

van het op grond van subonderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag

 

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 627,65

2.3.3.8

indien de aanvraag een project van nationaal belang (of provinciaal belang betreft, nut zie nr 2.3.3.5 en 2.3.3.6), de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Offerte basis

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast, (binnenplanse afwijking):

€ 530,85

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast, (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 627,40

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

 

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

 

2.3.4.3.1

In de vorm van een omgevingsvergunning:

€ 9.499,60

2.3.4.3.2

in de vorm van een bestemmingsplanherziening

€ 11.582,40

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast

€ 578,60

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

€ 2.895,60

2.3.4.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 627,40

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Offerte basis

2.3.4.8

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Offerte basis

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, wordt het hiernaast genoemde bedrag vermeerderd met een bedrag voor een inrichting met een vloeroppervlak binnen de constructie van de gebouwfunctie van

 

2.3.5.1.1

0 tot en met 100 m2

€ 393,60

2.3.5.1.2

101 tot en met 250 m2

€ 589,80

2.3.5.1.3

251 tot en met 750 m2

€ 786,95

2.3.5.1.4

751 tot en met 1.500 m2

€ 1.180,50

2.3.5.1.5

1.501 tot en met 2.500 m2

€ 1.770,00

2.3.5.1.6

2.501 tot en met 5.000 m2

€ 2.557,75

2.3.5.1.7

5.001 tot en met 10.000 m2

€ 3.540,30

2.3.5.1.8

10.001 m2 en meer

€ 4.722,15

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen monument een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemd bedrag

€ 96,50

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening wordt het bedrag uit 2.3.6.1 verhoogd met het hierna genoemde bedrag:

 

2.3.6.1.1.1

Indien voor bouwplannen met bouwkosten tot € 225.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

(((bouwkosten/1.000)*1,92) + € 68,60)

2.3.6.1.1.2

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 225.001 tot € 450.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

(((bouwkosten - 225.000)/1.000) * 1,5) + 507,50)

2.3.6.1.1.3

Indien voor bouwplannen met bouwkosten van € 450.001 tot € 2.250.000 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

((((bouwkosten - 450.000)/1.000) * 0,44) + 850,40)

2.3.6.1.1.4

Indien voor bouwplannen met bouwkosten hoger € 2.500.001 het advies van de Monumentencommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met de uitkomst van de naast genoemde berekening

((((bouwkosten - 2.250.000)/1.000) * 0,11) + 1.655,05)

 

met een minimumbedrag van:

€ 114,30

2.3.6.1.2

Archeologievergunning

 
 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een archeologievergunning in het kader van de Gemeentelijke monumentenvergunning bedraagt

€ 289,55

2.3.7

Natura 2000-activiteiten

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag

€ 482,60

2.3.8

Flora- en faunawet activteiten (bescherming van soorten)

 

2.3.8.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 482,60

2.3.9

Andere activiteiten

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.9.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 193,05

2.3.9.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 193,05

2.3.9.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 193,05

2.3.9.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Offerte basis

2.3.10

Omgevingsvergunning in twee fasen

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.10.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.10.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.10.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde omgevingsvergunning eerste fase:

€ 193,05

2.3.11

Milieu-planologische Rapportages

 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een rapport wordt beoordeeld, per beoordeling:

 

2.3.11.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 482,60

2.3.11.2

voor de beoordeling van een archeologisch rapport:

 

2.3.11.2.1

voor de beoordeling van het onderdeel archeologie bij een aanvraag omgevingsvergunning zonder bodemrapport

 

2.3.11.2.2

Voor de beoordeling van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek (Erfgoedwet art. 9.1.1a; ex Monumentenwet art. 39 tweede lid, art. 40 eerste lid en art. 41).

€ 193,05

2.3.11.2.3

Voor de beoordeling van een plan van aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek volgens de protocollen van de meeste actuele Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

€ 482,60

2.3.11.2.4

Voor de beoordeling van een Programma van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek volgens de protocollen van de meeste actuele Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie

€ 482,60

2.3.11.3

voor de beoordeling van een akoestisch rapport

€ 482,60

 
 

€ -

2.3.11.4

voor de beoordeling van een flora- en faunaonderzoek

€ 482,60

2.3.11.5

voor de beoordeling van een luchtkwaliteit onderzoek

€ 482,60

2.3.11.6

voor de beoordeling van een geurhinder en veehouderij onderzoek

€ 482,60

2.3.11.7

voor de beoordeling van een explosievenonderzoek

€ 482,60

2.3.11.8

voor de beoordeling van een aangeleverd programma van eisen inzake (voor)onderzoek naar conventionele explosieven

€ 482,60

2.3.11.9

voor de beoordeling van een aangeleverd plan van aanpak inzake (voor)onderzoek naar conventionele explosieven

€ 482,60

2.3.11.10

voor het beoordelen of opstellen van een landschapsadvies

€ 482,60

2.3.11.11

Voor het opstellen van ruimtelijke en/of stedenbouwkundige randvoorwaarden

€ 482,60

1.3.11.12

voor de beoordeling van een extern veiligheidsonderzoek

€ 482,60

2.3.11.13

voor de beoordeling van een ander rapport of onderzoek niet met name genoemd maar wel noodzakelijk voor de beoordeling van de aanvraag

€ 482,60

2.3.12.

Advies

 

2.3.12.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Offerte basis

2.3.12.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.12.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.13

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.13.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.13.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

 

2.3.13.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Offerte basis

2.3.13.2

Indien een begroting als bedoeld in subsubonderdeel 2.3.13.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.14

Aanleggen of veranderen weg

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 289,55

2.3.15

Uitweg/inrit

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening <of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 289,55

2.3.16

Kappen

 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 289,55

 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning binnen één jaar is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, wordt naast genoemd percentage

70%

 

van de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 

2.4.2

Korting bij integrale indiening

 

2.4.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan één activiteit, worden leges met naast genoemd percentage verminderd. Dit met uitzondering van het legesdeel voor de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10.2.en 2.3.12.

25%

 
 
 
 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 
 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twee jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt het naast genoemde percentage

25%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.4

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 3 of een verzoek tot beoordeling van een conceptaanvraag zoals bedoeld in hoofdstuk 2 buiten behandeling wordt gelaten in verband met niet-voldoen aan de indieningvereisten zoals vermeld in het Besluit omgevingsrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van naast genoemd percentage van de geheven leges.

50%

2.5.5

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.11 of 2.3.12 wordt geen teruggaaf verleend.

 

2.5.6

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 

Een bedrag minder dan € 40,00 wordt niet teruggegeven.

 

2.5.7.

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 
 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.13 wordt geen teruggaaf verleend.

 

2.5.8.

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.14, 2.3.15 en 2.3.16 wordt geen teruggaaf verleend.

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 125,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

2.7.1

Ingeval en voor zover geen sprake is van bouwen:

5%

 

van de oorspronkelijk geheven leges met een minimum van € 47,50 en een maximum van € 4.927,00.

 

2.7.2

Ingeval en voor zover sprake is van bouwen en het gewijzigd plan niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten van het oorspronkelijke plan:

5%

 

van de oorspronkelijk geheven leges (berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1 bepaald) met een minimum van € 47,50 en een maximum van € 4.927,00;

 

2.7.3

indien de aanvraag voor het bouwen in afwijking van een eerder ingediend plan als hiervoor bedoeld wel leidt tot een verhoging van de bouwkosten, dan wordt het normale tarief, berekend op de wijze als in onderdeel 2.1.1 bepaald, toegepast over die meerkosten, zulks echter met inachtneming van het minimum en maximum zoals hiervoor onder 2.7.1.1 is bepaald;

 

2.7.4

Indien de vergunning eerder is geweigerd en deze aanvraag niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten:

55%

 

van de leges berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.1.1.2 bepaald.

 

2.7.5

Het vorenstaande als verwoord in 2.7.1, 2.7.2, 2.7.3 en 2.7.4 vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw plan sprake is.

 

2.7.6

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning bedraagt

€ 72,40

 
 
 
 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 11.582,40

2.8.1.1

Het overeenkomstig 2.8.1 berekende bedrag wordt verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 

2.8.2

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan:

 

2.8.2.1

artikel 3.5 lid 3 van de Wabo wordt toegepast, verhoogd met

€ 434,35

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 9.652,00

2.8.3.1

Het overeenkomstig 2.8.2 berekende bedrag wordt verhoogd met het met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld; indien een begroting als hiervoor genoemd is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken; indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 386,10

2.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, slopen of aanleggen

€ 72,40

 
 
 
 
 
 
 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

 
 
 
 
 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 617,35

3.1.2

een aanvraag tot een wijziging van een reeds ingevolge artikel 30, van de Alcoholwet verleende vergunning is

€ 344,10

3.1.3.

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 60,00

3.1.4.

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in [artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening]

€ 195,90

3.1.5

Het tarief genoemd in artikel 3.1.4 wordt, indien de exploitatievergunning ook geldt voor een bij het horecabedrijf behorend terras, verhoogd met

€ 158,25

3.1.6

een aanvraag voor het verkrijgen van een wijziging van de exploitatievergunning in verband met de exploitatie van een niet eerder in de exploitatievergunning opgenomen terras, is

€ 158,25

3.1.7

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing sluitingstijd zoals bedoeld in artikel 2:29 APV, derde lid, is

€ 97,75

3.1.8

Het aanpassen van een ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet verkregen vergunning met betrekking tot een melding van een bijschrijving of doorhaling van een leidinggevende, ingevolge artikel 30 van de drank en horecawet, per leidinggevende:

€ 59,50

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

3.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.2.1

voor de verkrijging van een evenementenvergunning op grond van artikel 2:25 APV is, indien het gaat om:

 

3.2.1.1

een straatfeest, straat barbecue, buurtfeest, buur barbecue danwel feest

€ 54,60

3.2.1.2

een kleinschalig evenement

€ 77,95

3.2.1.3.

een grootschalig ééndaags evenement

€ 514,45

3.2.1.4

een grootschalig meerdaags evenement

€ 649,60

3.2.2

Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van artikel 4:6 van de APV (overige geluidshinder), is

€ 77,95

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

3.3.

Het tarief

 

3.3.1

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen en of wijzigen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:4 van de APV, is

€ 890,00

3.3.2

bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestaande vergunning

€ 149,00

 

3.3.3

Indien een bestaande vergunning dermate wordt gewijzigd dat er naar de omstandigheden beoordeeld sprake is van een nieuwe vergunning, dan is het in 3.3.1 genoemde bedrag van toepassing; zulks doet zich in ieder geval voor als de vergunning op meer dan twee punten wordt gewijzigd.

 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening(vervallen)

 
 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 5 Kinderopvang

 

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

3.5.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum (dagopvang, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal) of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid van de Wet kinderopvang.

€ 1.678,05

3.5.2

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid van de Wet kinderopvang.

€ 471,95

 
 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

 

3.6.1

tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 123,20

3.6.2

Indien de tijdsbesteding meer bedraagt dan 30 minuten, wordt het overeenkomstig 3.6.1 berekende bedrag verhoogd met € 20,00 per ieder daaraan besteed kwartier boven de 30 minuten met een maximum van

€ 295,50

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente IJsselstein d.d. 16 december 2021

De griffier van de gemeente IJsselstein,

A.J.O. van Kooij