Beleidsregels Terrassen 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Terrassen 2022

De burgemeester van de gemeente Nijmegen,

Gelet op artikelen 2.3.1.5. en 1.15 van de Algemene Plaatselijke Verordening

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels Terrassen 2022

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Eilandterras: een terras dat, in de directe nabijheid van het pand, niet direct aan de gevel van het pand is gesitueerd én is gelegen op een plein. Het terras is gescheiden van de gevel van het pand door bijvoorbeeld een fietspad, een rijbaan of looppad.

Gevelterras: een terras dat niet op een plein gelegen is en dat direct (direct gevelterras), dan wel slechts gescheiden door een loopgedeelte (indirect gevelterras), voor de gevel van het bijbehorende (horeca)bedrijf gesitueerd is.

Plein: onbebouwde openbare ruimte veelal omgeven door meerdere gebouwen en omringd door verkeersroutes. Het gaat in ieder geval om de volgende pleinen; Koningsstraat, Grote markt, Mariënburg (het hoger en lager gelegen gedeelte), Joris Ivensplein, Ganzenheuvel, Waalkade en Plein 1944.

Terrasmeubilair: zitgelegenheid, zij/(sta-)tafels en parasols dan wel objecten genoemd in artikel 6 lid 2 van deze beleidsregels.

Vierdaagsefeesten: jaarlijkse feesten die georganiseerd worden door de Stichting Vierdaagsefeesten en die starten op de zaterdag voorafgaande aan de derde week van juli en eindigen in de nacht van vrijdag/zaterdag in de derde week van juli.

APV: de geldende Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Nijmegen

Vlekkenplan; Het gebied dat de Stichting Vierdaagsefeesten mag gebruiken tijdens de Vierdaagsefeesten zoals gevisualiseerd op bijlage 1.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze beleidsregels zijn niet (onverkort) van toepassing op terrasvergunningen gelegen binnen het vlekkenplan die aangevraagd worden ten behoeve van de Vierdaagsefeesten en in het kader van een evenement.

Artikel 3 Weigerings- en toetsingsgronden terras

  • 1. Een vergunning kan geweigerd worden ter bescherming van de belangen als bedoeld in artikel 2.3.1.5. lid 6 onder a en b APV. Het bepaalde onder a t/m e geeft hier invulling aan maar is niet uitputtend;

  • a. Er dient voldoende ruimte voor het (voetgangers) verkeer en hulpdiensten aanwezig te zijn. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten;

    • Er dient voor voetgangers in beginsel een minimale doorgang van 1,8 meter breed aanwezig te zijn;

    • Deze breedte van 1.8 meter kan teruggebracht worden tot 1,5 meter indien de beschikbare ruimte niet voldoende is om een doorgang van 1,8 meter te realiseren. In dat geval rust er een extra zorgplicht op de ondernemer om de doorgang vrij te houden van belemmeringen;

    • Het terras mag de loopruimte van mensen met een fysieke beperking niet doorkruisen;

    • Voor hulpdiensten dient een doorrijroute van minimaal 4,5 meter breed aanwezig te zijn;

    • In drukke winkelstraten kunnen bredere doorgangen vereist zijn;

    • Voetgangersoversteekplaatsen en kruisingen moet voldoende vrij, benaderbaar en zichtbaar zijn.

  • b. Een terras mag geen onevenredig groot beslag leggen op de openbare ruimte gelet op andere functies.

  • c. Er dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van obstakels of gebruik van andere functies, zoals bijvoorbeeld fietsklemmen, brandkranen, nutsvoorzieningen, straatmeubilair, afvalcontainers, kunstwerken, toegangen, nooduitgangen etc..

  • d. Een terras dient een minimale diepte van 1,2 meter te hebben.

  • e. Een gevelterras wordt hetzij direct tegen de gevel geplaatst hetzij indirect tegen de gevel geplaatst waarbij het terras eerst gescheiden wordt door een doorgang. Het terras mag dan na die doorgang geplaatst worden. Een nieuw terras sluit in beginsel aan bij de situering van de naastgelegen terrassen. Doorgangen sluiten zo zoveel mogelijk op elkaar aan. Bij herinrichting van de openbare ruimte kan de burgemeester de plaats van de doorgangen bepalen. Doorgangen dienen te voldoen aan hetgeen in deze beleidsregels is bepaald.

  • f. Bij kruispunten of kruisingen van wegen dient het gevelterras in het belang van de verkeersveiligheid direct tegen de gevel te worden geplaatst. Een indirect gevelterras is hier niet toegestaan.

  • 2. Een terrasvergunning kan geweigerd worden ter bescherming van het woon-en leefklimaat als bedoeld in artikel 2.3.1.5. lid 6 onder c APV. Het onderstaande geeft hier invulling aan maar is niet uitputtend;

  • Het gevelterras is niet breder dan de voor- en/ of zijgevel van het pand. Hierbij wordt haaks gemeten op de gevel.

Artikel 4 Terrassen op parkeerplaatsen

In de Hertogstraat, Van Broeckhuysenstraat, Van Welderenstraat en In de Betouwstraat bestaat de mogelijkheid om een terras te plaatsen op een parkeerplaats mits voldaan wordt aan het bepaalde in de APV en deze beleidsregels.

Artikel 5 Opstellen van een terras

  • 1. Een terras mag gedurende het hele jaar worden opgesteld in overeenstemming met de voorschriften van de verleende terrasvergunning.

  • 2. Gelet op het uitzonderlijke karakter van de jaarlijkse Vierdaagsefeesten en de jaarlijkse kermissen geldt de terrasvergunning niet tijdens deze evenementen op dan wel vlakbij locaties waar de Vierdaagsefeesten en de Kermis worden georganiseerd.

  • 3. De burgemeester kan voor andere evenementen dan genoemd in het tweede lid, bepalen dat de terrasvergunning niet geldt.

  • 4. Het terras wordt niet geëxploiteerd als het horecabedrijf, kiosk of maatschappelijke en recreatieve instelling ten behoeve waarvan de terrasvergunning is verleend, is gesloten. Het terras mag niet geëxploiteerd te worden door een andere ondernemer, ongeacht waar deze andere ondernemer zijn inrichting exploiteert.

Artikel 6 Terrasinrichting

  • 1. Het terrasmeubilair maakt onderdeel uit van de terrasvergunning mits voldaan wordt aan de onderstaande criteria;

  • a.

    Het terrasmeubilair dient eenvoudig te verwijderen en verplaatsbaar te zijn en niet aard en nagelvast te zijn;

  • b.

    Het terrasmeubilair mag buiten de sluitingstijden van het terras sluitingstijd niet meer gebruikt worden;

  • c.

    Het terrasmeubilair mag geen gevaar veroorzaken, op zichzelf dan wel door ondeugdelijk materiaal, of loshangende of loszittende elementen.

  • 2. De volgende objecten vallen binnen het begrip “terrasmeubilair” mits voldaan wordt aan lid 1 en de hierna genoemde voorwaarden;

  • a.

    Plantenbakken en groen mits deze niet hoger zijn dan 1.80 meter;

  • b.

    Een uitgiftepunt van waaruit het terras voorzien kan worden van bestek, glazen en borden;

  • c.

    Terrasschermen die niet bedoeld zijn om terrassen van elkaar te scheiden. De maximaal toegestane hoogte van een terrasscherm is 1.80 meter. Het gedeelte boven de hoogte van 0.90 meter van het terrasscherm dient doorzichtig te zijn. Terrasschermen mogen niet in de trottoirband geplaatst worden;

  • d.

    Terrasverwarming mits die voldoet aan de landelijke wet- en regelgeving en geen brandgevaar oplevert.

  • 3. Het plaatsen van een terrasscherm is verplicht indien het terras direct grenst aan een weg waar gemotoriseerd verkeer is toegestaan.

Artikel 7 Termijn niet gebruikte vergunning

  • 1. De termijn als bedoeld in artikel 1.11 lid 1 onder d APV, wordt in de vergunning bepaald op 1 jaar.

  • 2. Deze beleidsregels zien niet op de overige intrekkings- en wijzigingsgronden in de APV.

Artikel 8 Hardheidsclausule

De Burgemeester kan in een unieke situatie en voor unieke locaties afwijken van deze beleidsregels.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1. Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen die na de inwerkingtreding van deze beleidsregels zijn ontvangen alsmede op aanvragen waarop ten tijde van de inwerkintreding nog niet was beslist.

  • 2. Deze beleidsregels zijn eveneens van toepassing in de volgende situaties;

  • a.

    wijzigingen in bestaande vergunningen,

  • b.

    knelpunten in de openbare ruimte,

  • c.

    herinrichting van de openbare ruimte.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Terrassen 2022.

De “Beleidsregels Parkeerplaatsen en Terrassen Ringstraten 2014” en “Beleidsregel: Horeca terrassen Bloemerstraat” worden ingetrokken.

Toelichting

Algemeen

In deze beleidsregels wordt beschreven op welke wijze de burgemeester van Nijmegen uitvoering geeft aan het bepaalde in artikel 2.3.1.5 en de algemene bepalingen in hoofdstuk 1 van de APV.

Nijmegen is rijk aan terrassen. Een goed terrassenaanbod is in het belang van zowel de ondernemer als de bezoekers maar ook voor omwonenden. Voor ondernemers verruimt een terras de exploitatiemogelijkheden van zijn onderneming en is het een belangrijke inkomstenbron. Een terras neemt een deel van de weg in beslag dat ook veel andere gebruikers kent. Daarnaast wordt een terras veelal omgeven door andere panden, waaronder horecapanden, winkels maar ook woonhuizen. Met al deze verschillende belangen moet rekening worden gehouden bij gebruikmaking van de bevoegdheid om te besluiten op aanvragen voor terrasvergunningen.

Toetsingsgronden

In de artikelen 2.3.1.5 en 1.15 van de APV is opgenomen welke weigeringsgronden van toepassing zijn.

Artikel 2.3.1.5. Terrasvergunningen

Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een terras te hebben, voor zover deze zich op de weg bevindt.

In afwijking van artikel 2.1.5.1. beslist de burgemeester op een vergunningaanvraag voor een terras.

In afwijking van het bepaalde in artikel 1.10, is een vergunning zoals genoemd in het eerste lid gebonden aan het pand waarin een horecabedrijf, kiosk of maatschappelijke en recreatieve instelling wordt uitgeoefend

Indien deze vergunning geen voorschriften omtrent de sluitingstijden bevat, is het verboden het terras te hebben tussen 01.00 en 09.00 uur.

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.15 weigert de burgemeester de vergunning;

Indien de vergunningaanvraag geen betrekking heeft op een terras, te gebruiken door een horecabedrijf, kiosk of maatschappelijke of recreatieve instelling;

indien de weg, waarop de aanvraag ziet, niet in de directe nabijheid van het pand is gelegen;

indien een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang. Het college kan hiervoor nadere regels vaststellen waarbij het college mag afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 1.

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.15 kan de burgemeester de vergunning zoals bedoeld in het eerste lid weigeren:

indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg dan wel gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

indien dat gebruik een belemmering kan worden voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de nabije omgeving van het terras;

Op de aanvraag om een vergunning, bedoeld in het eerste lid, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 1.15 bevat de algemene weigeringsgronden. De aanvraag kan door de burgemeester geweigerd worden in het belang van;

de openbare orde;

de openbare veiligheid;

de volksgezondheid;

de bescherming van het milieu.

Beleidsregels en nadere regels

Artikel 2.3.1.5. lid 5 onder a en b kent absolute weigeringsgronden. Als een aanvraag niet voldoet aan deze criteria dan wordt een aanvraag geweigerd. Deze weigeringsgronden lenen zich dan ook niet voor invulling in beleidsregels. De weigeringsgrond in artikel 2.3.1.5 lid 5 onder c. vormt de grondslag voor het vaststellen van de procedure omtrent vergunningen waarvoor een kwantitatieve of territoriale beperkingen geldt. Hierover kan het college nadere regels stellen.

Artikel 2.3.1.5 lid 6 onder a, b en c bevat gronden waarop een aanvraag kán worden geweigerd. Hier is beoordelingsruimte aanwezig voor afweging van betrokken belangen. Voor lid 6 onder a en b is aangegeven hoe de daarin genoemde belangen zijn ingevuld. Lid 6 onder c gaat over de bescherming van het woon-en leefklimaat. Omdat de afweging van deze belangen sterk afhankelijk is van de omgeving waarin het terras is gesitueerd, is deze toetsingsgrond slechts beperkt uitgewerkt.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Bij de Vierdaagsefeesten kan van deze beleidsregels worden afgeweken gelet op de omvang van dit evenement en in het belang van dit evenement.

Artikel 3 Weigering- en toetsingsgronden terras

Dit artikel vult de weigeringsgronden in artikel 2.3.1.5 lid 6 APV in. De openbare ruimte kent veel gebruikers en functies die allemaal gebruik maken van de openbare ruimte. Denk daarbij aan voetgangers, verkeer, parkeerplaatsen, recreatie, evenementen maar ook groen en ontspanning. De gemeente bepaalt hoe deze verdeling plaatsvindt. Dit betekent voor terrassen dat deze geen onevenredig groot beslag mogen leggen op de openbare ruimte, gelet op al deze andere functies. In artikel 3 lid 1 wordt aangegeven welke ruimte er minimaal beschikbaar moet zijn voor hulpdiensten en voetgangers. Dit betekent dus niet per definitie dat de ruimte die dan overblijft volledig ingezet kan worden voor plaatsing van terrassen.

In artikel 3 lid 1 onder c staat dat een terras een minimale diepte van 1,2 meter moet hebben. Het plaatsen van meubilair en het gebruik daarvan door bezoekers vraagt een bepaalde ruimte. Als deze ruimte te smal is dan zullen bezoekers de ruimte buiten het terras in gebruik nemen, zoals bijvoorbeeld een voetpad. Dit is onwenselijk, vandaar dat deze minimale diepte van 1,2 meter is opgenomen.

In artikel 3 lid 2 wordt geregeld dat een gevelterras of in het geheel tegen de gevel of in het geheel van de gevel af wordt geplaatst (gescheiden door een doorgang). Hiermee wordt voorkomen dat de doorgang zich tussen twee delen van het terras bevindt (indien een deel zich tegen de gevel bevindt en een deel gescheiden door een doorgang aan de bijv de stoeprand/straatzijde). De ervaring in de praktijk is in zo’n situatie (dat de bezoekers van) deze twee terrasdelen zich naar elkaar “toe bewegen” waardoor er onvoldoende doorgang overblijft. Een nieuw te plaatsen terras sluit in beginsel aan bij de situatie van de naastgelegen panden. Indien deze bijvoorbeeld het terras tegen de gevel hebben geplaatst dan geldt dit ook voor het nieuwe terras. Hiermee wordt bijvoorbeeld voorkomen dat een looppad steeds verspringt en een voetganger tussen de terrassen door moet laveren.

Bij terrassen bij kruispunten of kruisingen van wegen (in artikel 3 lid 3 ) mag het terras alleen tegen de gevel geplaatst worden. Een terras gelegen aan de rand van een kruising heeft een negatieve invloed op de verkeersveiligheid door o.a. minder zicht op dat kruispunt.

Een pand waarin een horecabedrijf, kiosk of maatschappelijke en recreatieve instelling is gevestigd en die niet gelegen is aan een plein mag alleen een gevelterras hebben. Een gevelterras mag niet breder zijn dan de voor- en/of zijgevel van het pand. Hiermee wordt de overlast voor het woon-en leefklimaat beperkt. Deze laatste weigeringsgrond uit de APV wordt niet verder ingevuld in deze beleidsregels. Het woon-en leefklimaat in de omgeving van een terras is per terras wisselend en dient dan ook per individueel geval te worden beoordeeld.

Artikel 4 Terrassen op parkeerplaatsen

Een terras op een parkeerplaats is niet toegestaan omdat de weg al is ingevuld voor de parkeerfunctie ter plaatse. Een uitzondering hierop vormen de genoemde straten in artikel 4 bestaat waarbij wel de mogelijkheid bestaat om een terras op een parkeerplaats te plaatsen.

Artikel 5 Opstellen van een terras

Een ondernemer mag bijna het gehele jaar een terras plaatsen, conform de voorschriften in zijn terrasvergunning. Er zijn echter momenten waarbij de terrasvergunning niet geldt. Tijdens de Vierdaagseweek, de kermissen en bepaalde evenementen is er namelijk sprake van een specifieke situatie. Een terras mag dan geen ruimtelijk obstakel vormen voor activiteiten tijdens deze evenementen. Bovendien geldt voor de binnenstad dat terrasvergunningen tijdens de vierdaagseweek niet geldig zijn maar apart aangevraagd dienen te worden bij de Stichting Vierdaagsefeesten die deze aanvragen voordraagt aan de gemeente. Het bovenstaande zal als voorwaarde worden opgenomen in de vergunning.

Er worden echter ook andere evenementen georganiseerd in de stad. Het is voor organisatoren van evenementen van belang dat zij de openbare ruimte zo efficiënt mogelijk inrichten om het evenement veilig en ordentelijk te laten verlopen. Dit kan betekenen dat er sprake kan zijn van gedeeld gebruik van de openbare ruimte. De ruimte die een organisator van een evenement nodig heeft, beslaat namelijk soms ook de openbare ruimte waar ook terrassen vergund zijn. De pleinen waar terrassen staan opgesteld (Ganzenheuvel, Grote Markt, Joris Ivensplein, Kelfkensbos, Klein Mariënburg, Koningsstraat, Mariënburg (het hoger en lager gelegen gedeelte), Plein 1944 en Waalkade) zijn tevens vastgestelde evenementenlocaties. Terrassen kunnen hierbij ook profiteren van de aanloop van het publiek dat dankzij evenementen wordt gegenereerd. De praktijk wijst uit dat de organisator van het evenement op deze locaties met regelmaat een plaatselijke horeca ondernemer is die zelf ook houder van de terrasvergunning is op diezelfde locatie.

Als de organisator van het evenement niet de houder van de terrasvergunning is, wordt onderstaande werkwijze gehanteerd:

  • Voorafgaand aan de aanvraag van de evenementenvergunning kiest de organisator zelf een passende evenementenlocatie uit en is de organisator zich bij deze keuze ervan bewust dat hij gebruik wil maken van een plein waar terrasvergunningen verleend zijn.

  • Hij of zij streeft er hierbij naar om de evenementenlocatie dusdanig in te richten waarbij rekening gehouden wordt met de al aanwezige terrassen / terrassenareaal.

  • De organisator van het evenement stuurt bij zijn vergunningaanvraag een plattegrond van het evenemententerrein mee waarop de inrichting van de locatie op schaal is ingetekend.

  • In het daaropvolgende besluitvormingsproces geeft de afdeling Stadsbeheer advies op de vergunningaanvraag voor het evenement met betrekking tot de inrichting van de evenementenlocatie in de openbare ruimte. Dit advies kan in voorkomend geval met zich meebrengen dat de inrichting van de evenementenlocatie dient te worden veranderd.

  • Indien het terras (gedeeltelijk) dient te worden verwijderd ten behoeve van een evenement, wordt de horeca ondernemer in kwestie voorafgaand aan het evenement tijdig per brief geïnformeerd.

Artikel 6 Terrasinrichting

Een terras bestaat in principe voornamelijk uit (zit)meubilair. De ondernemer dient ervoor te zorgen dat meubilair na sluitingstijd niet meer gebruikt wordt, bijvoorbeeld door het vastbinden van het meubilair met een kabel.

Naast zitmeubilair is het plaatsen van losse objecten, zoals plantenbakken en parasols, toegestaan mits ze passen bij de terrasfunctie en afgestemd zijn op de grootte van het terras. Het open karakter van een terras staat voorop. Het geplaatste terrasmeubilair mag geen permanent obstakel zijn en dient eenvoudig te verplaatsen en te verwijderen zijn. Er mag dus geen aard en nagelvaste verbinding zijn met de grond.

Een uitgiftepunt is toegestaan maar is nadrukkelijk niet bedoeld als tappunt. Het plaatsen van een permanente buitentap is niet toegestaan. Voor het incidenteel plaatsen van buitentap bijvoorbeeld tijdens een evenement is een aparte vergunning noodzakelijk.

Gelet op de (verkeers)veiligheid is het verplicht om een terrasscherm te plaatsen op plekken waar een terras direct grenst aan een weg waar gemotoriseerd verkeer is toegestaan. Voor het overige zijn terrasschermen toegestaan als ze maximaal 1.80 hoog zijn en boven de 0.90 meter doorzichtig zijn. Hiermee blijft het gesloten gedeelte beneden ooghoogte wat een rustiger straatbeeld geeft. Het is niet toegestaan om terrasschermen te plaatsen om terrassen van elkaar te scheiden.

Daarnaast is het niet toegestaan om wand- en waterdichte terrasschotten met dak- en wandconstructies te plaatsen. Hiermee wordt de inrichting vergroot hetgeen in strijd is met landelijke regelgeving zoals de Wabo (in de toekomst zal dit de Omgevingswet zijn).

Op basis van andere regelgeving en beleid kan het toegestaan zijn om ook andere objecten bij of op een terras te plaatsen. Denk daarbij aan uitstallingen zoals genoemd in artikel 2.1.5.1. APV, reclame of barbecues. De plaatsing van deze objecten wordt getoetst aan de daarvoor geldende regelgeving en beleidskaders en vallen om die reden buiten deze beleidsregels voor terrassen.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Nijmegen kent in het stadscentrum, aan de randen van het stadscentrum en ook buiten het stadscentrum panden en/of locaties die door unieke kwaliteiten uitermate geschikt zijn om horeca in te vestigen.

In het stadscentrum kan het gaan om panden en/ of locaties buiten de horeca-accentgebieden. Toch wil het College de mogelijkheid hebben om op deze bijzondere locaties nieuwe horeca  toe te staan. Bij dergelijke panden op zo’n bijzondere locatie is vaak sprake van een unieke situatie. Voor deze locaties is het vaak niet mogelijk om op voorhand algemene regels te stellen, bijvoorbeeld dat het terras niet breder mag zijn dan de gevel. Het is dan mogelijk om gemotiveerd van de beleidsregels af te wijken.

Artikel 9 Overgangsrecht

Deze beleidsregels gelden voor aanvragen die zijn ingediend na de inwerkingtreding van deze beleidsregels dan wel waarop nog niet is beslist. Besluiten die nog niet onherroepelijk zijn en waarop in bezwaar nog niet is beslist worden getoetst aan het nieuwe beleid. Datzelfde geldt als een aanvraag opnieuw getoetst moet worden als gevolg van een rechterlijke uitspraak.

Daarnaast worden deze beleidsregels toegepast als er wijzigingen worden aangevraagd op een bestaande vergunning. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een wijziging in de grootte of de situering van het terras. Indien in een straat of gebied een herinrichting van de openbare ruimte plaats vindt, wordt voor de gewijzigde situering van terrassen ook getoetst aan deze beleidsregels. Tot slot zijn er soms bestaande knelpunten in de openbare ruimte. Indien een wijziging van het terras een oplossing biedt wordt er getoetst aan deze beleidsregels.

Bijlage 1

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 9 december 2021

de burgemeester

drs. H.M.F. Bruls