Beleidsregels toetsen melding uitweg gemeente Roosendaal

Geldend van 20-12-2021 t/m 02-04-2023

Intitulé

Beleidsregels toetsen melding uitweg gemeente Roosendaal

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

Overwegende dat:

  • -

    in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) in artikel 2:12 is bepaald dat voorafgaande aan het maken of veranderen van een uitweg, een melding moet worden gedaan bij het college;

  • -

    de uitweg kan worden aangelegd als het college niet binnen vier weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste uitleg wordt verboden;

  • -

    voor de uitvoering van de aanleg of de verandering zijn kosten verschuldigd;

  • -

    het gewenst is de thans geldende spelregels voor het toetsen van deze meldingen aan te passen.

BESLUITEN:

Vast te stellen de Beleidsregels toetsen melding uitweg gemeente Roosendaal

Artikel1: De melding

Bij de melding moet kenbaar gemaakt worden:

  • 1.

    naam, adres en woonplaats van de melder en eigenaar van het perceel

  • 2.

    adres van de uitweg

  • 3.

    situatieschets op schaal met een Noordpijl (maximaal 1:200) van de aan te leggen uitweg en de omliggende wegen en de reeds aanwezige uitweg

  • 4.

    foto(‘s) van de bestaande situatie

  • 5.

    indien de melder geen eigenaar is van de grond het schriftelijk akkoord van de eigenaar dat hij akkoord is met de melding

  • 6.

    of er een uitweg aanwezig is op het perceel

Is de melding niet compleet is dan wordt deze buiten behandeling gelaten.

Als de melding voldoet aan de in dit artikel gestelde eisen krijgt melder binnen vier weken te horen of het hem al dan niet wordt verboden de uitweg aan te leggen of te veranderen.

Artikel 2: Aanleg uitweg door de gemeente en kosten voor melder.

Kan de uitweg in principe worden aangelegd of veranderd, dan legt de gemeente deze aan.

Alle kosten voortvloeiende uit de realisatie van de uitweg komen ten laste van de melder.. Hieronder vallen ook de kosten voor eventuele verplaatsing van lichtmasten, verkeersborden, straatmeubilair, beplanting, kabels en leidingen.

Voor een melding van een burger voor een uitweg ten behoeve van een woning gelden vaste tarieven. Deze tarieven worden kenbaar gemaakt op de website van de gemeente.

De kosten voor overige meldingen worden bekendgemaakt aan de hand van een offerte nadat de melding is goedgekeurd. Hierover kan niet worden onderhandeld.

De kosten worden voordat de uitweg wordt aangelegd in rekening gebracht.

TOETSINGSCRITERIA:

Artikel 3: Breedte en herkenbaarheid van de uitrit.

De uitrit in woonwijken heeft een breedte van maximaal vier meter.

De uitrit op bedrijventerreinen heeft een breedte van maximaal vijftien meter.

Alleen in zeer bijzondere situaties kan van deze maatvoering worden afgeweken.

In uitzonderlijke situaties, buiten de bebouwde kom waarbij de rijbaan niet breed genoeg is, kan tegenover de uitweg de berm plaatselijk worden verhard op kosten van de aanvrager.

De uitweg moet voldoende herkenbaar zijn als eigen niet openbare oprit. In situaties waarbij het niet duidelijk is hoe de voorrang is geregeld, kan aanvullende bebording en markering in de openbare ruimte worden geëist op kosten van de aanvrager.

Artikel 4: Gevaar voor het verkeer

In de situatie dat door de realisatie van de uitweg het verkeer in gevaar wordt gebracht kan gedacht aan locaties op of naast een kruispunt of een t-splitsing of als het zicht op het verkeer onvoldoende is. Dit zal per situatie beoordeeld worden.

Met het oog op de verkeersveiligheid kan de uitweg als regel niet kunnen worden gerealiseerd:

  • -

    op kruisingen of splitsingen van wegen

  • -

    binnen 10 meter afstand van het snijpunt van rijbaankanten ter hoogte en over de lengte van op de rijbaan aangebrachte opstelstroken c.q. voorsorteervakken

  • -

    binnen een afstand van 50 meter van verkeerslichten;

  • -

    in een onoverzichtelijke bocht

  • -

    kort bij een weghelling;bij onvoldoende uitzicht.

Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van gevaar voor het verkeer zijn verder de situatietekeningen zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregels richtinggevend

De uitweg wordt ook verboden op een plaats waar de ruimte voor het plaatsen van een personenauto op het eigen erf minder is dan 2,50 meter breed en 6 meter lang. Door de te krappe ruimte kunnen gevaarlijke situaties ontstaan op de weg op de eventueel voorliggende stoep of op het eigen erf.

Artikel 5: voldoende openbare parkeerplaatsen

Per situatie zal worden bekeken of de realisatie of wijziging in de uitweg zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats. Bij de beoordeling hiervan zijn de situatietekeningen zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregels richtinggevende

Artikel 6: voldoende openbaar groen

Per situatie zal worden bekeken of de realisatie of wijziging in de uitweg het openbaar groen op onaanvaardbare wijze aantast.

Richtinggevend toetsingskader is hierbij het in de zomer van 2021 in het kader van de klimaatverandering vastgestelde beleidskader Roosendaal Natuurstad.

Het openbaar groen wordt in ieder geval op onaanvaardbare wijze aangetast:

  • 1.

    Als de afstand vanaf de kant van de uitweg tot de boom minder dan 2,00 meter is en de boom staat in het openbaar groen;

  • 2.

    Als de afstand vanaf de kant van de uitweg tot de boom minder dan 1,00 meter is en de boom staat in verharding.

  • 3.

    Als een groenstrook breder dan 3,00 meter wordt doorsneden.

Bij de beoordeling of er voldoende openbaar groen aanwezig blijft na realisatie van de uitrit zijn de situatietekeningen zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregels richtinggevend.

In bepaalde gevallen bestaat de mogelijkheid om bomen te verplaatsten of te kappen. Het beleid omtrent bomen van de gemeente Roosendaal geeft hier meer duidelijkheid over.

Artikel 7 Toegankelijkheid openbare buitenruimte

Per situatie zal worden bekeken of de realisatie of wijziging in de uitweg de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte onnodig aantast. Onder toegankelijkheid van de openbare buitenruimte wordt bijvoorbeeld verstaan de mogelijkheid om bomen te herplanten, de mogelijkheid om lichtmasten her te verdelen.

De openbare buitenruimte wordt in ieder geval onnodig aangetast als de afstand vanaf de kant van de uitweg tot de lichtmast minder dan 1,00 meter bedraagt.

Toetsingskader hierbij is het in de zomer van 2021 in het kader van de klimaatverandering vastgestelde beleidskader Roosendaal Natuurstad.

Artikel 8 Ontsluiting perceel

Het uitgangspunt is dat ieder perceel ontsloten wordt op de openbare weg. Per perceel kan één uitweg worden aangelegd.

Een tweede uitweg is mogelijk als de zijde van het perceel groter is dan 30 meter gemeten langs de openbare weg.

Als de nieuwe uitweg wordt aangelegd ter vervanging van een oude uitweg (maar op een andere plaats) dient de oude uitweg vóóraf te worden verwijderd, waarna de weg ter plaatse van de opgeheven uitweg in de oorspronkelijke staat wordt hersteld.

Artikel 9 Uitvoeringseisen

De vormgeving van de uitweg geschiedt op basis van de Standaarddetails en ontwerpeisen Roosendaal, die gelden op het moment van de datum van de melding.

De civieltechnische werkzaamheden van de uitweg op gemeentegrond worden uitgevoerd door de gemeente Roosendaal of een aannemer die door de gemeente Roosendaal is aangesteld voor het uitvoeren van deze taak.

Het houden van toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden geschiedt door de gemeente Roosendaal.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op dezelfde dag dat de wijzigingsverordening van de APV 2021 in werking treedt.

Artikel 11: intrekking “spelregels voor het verlenen van een uitwegvergunning”

Deze beleidsregels vervangen de “spelregels voor het verlenen van een uitwegvergunning”” zoals vastgesteld op 5 januari 2016.

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: “Beleidsregels toetsen melding uitweg gemeente Roosendaal”.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 9 november 2021,

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage Spelregels voor het verlenen van uitwegvergunningen

Voorbeeld 1, 2 en 3

Toelichting

In situaties, waarin het gaat om hoek- of eindwoningen, is het verlenen van een uitwegvergunning mogelijk, indien het perceel grenst aan een trottoir of aan een groenstrook, die niet breder mag zijn dan 3 meter. Is de groenstrook breder, dan is er sprake van structureel groen en is een aantasting hiervan niet wenselijk. Daarnaast moet de situatie zodanig zijn, dat geen waardevolle bomen behoeven te worden opgeofferd. De uitweg zal worden geweigerd als de afstand vanaf de kant van de uitweg tot de boom minder dan 2,00 meter is en de boom staat in het openbaar groen;

Als de afstand vanaf de kant van de uitweg tot de boom minder dan 1,00 meter is en de boom staat in verharding.

Indien de hoek- of eindwoning grenst aan een parkeerplaats, is het verlenen van een uitwegvergunnig mogelijk op voorwaarde dat voldoende parkeerplaatsen voor handen blijven danwel elders binnen redelijke loopafstand kunnen worden bijgemaakt. Bij een combinatie van bovenbedoelde mogelijkheden (dus zowel een doorsnijding van groenvoorzieningen als opofferen van parkeerplaatsen) zal dit een te grote ingreep betekenen in de structuur van de wijk: het verlenen van een uitwegvergunning is derhalve dan niet mogelijk.

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 4 en 5

Toelichting

In situaties waarin de achterzijde van de woningen aan de openbare weg is gesitueerd is het verlenen van een uitwegvergunning mogelijk, wanneer een groenstrook wordt doorsneden met een breedte minder dan 3 meter. Ook hier geldt dat geen bomenrij mag worden aangetast. De uitweg zal worden geweigerd als de afstand vanaf de kant van de uitweg tot de boom minder dan 2,00 meter is en de boom staat in het openbaar groen;

Als de afstand vanaf de kant van de uitweg tot de boom minder dan 1,00 meter is en de boom staat in verharding.

Voor het overige kan niet zozeer worden gesproken van een structureel groen als wel van "aankledingsgroen": een gedeeltelijke aantasing van dergelijke stroken is acceptabel.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 6

Toelichting

In situaties waarin de ruimte tussen woningen zodanig groot is, dat er een uitwegvergunning verleend kan worden is dit op die plaatsen aanvaardbaar -bijvoorbeeld in woonerfsituaties - waar groenvoorzieningen en de verdere inrichting van de straat niet worden verstoord of versnipperd.

Dit betekent dus ook dat geen parkeerplaatsen mogen worden opgeofferd. De inrichting van deze ruimte -woonerf- is namelijk belangrijk voor de belevingswaarde van het gehele gebied: het aanbrangen van veranderingen hierin kan alleen middels een totale herinrichting en niet via incidentele wijzigingen.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 7

Toelichting

In situaties waar woningen met de achterzijde zijn gesitueerd aan een "achter-ontsluiting" is het verlenen van een uitwegvergunning niet mogelijk indien hierdoor belemmeringen zouden ontstaan voor bestaande garages. Voor het overige is het verlenen van een uitwegvergunning zonder meer mogelijk: alsdan is namelijk sprake van een optimaal benutten van de ruimte.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 8

Toelichting

Deze situatie heeft betrekking op de ruimte tussen een woningenblok waar op een bepaalde plaats een onderbreking is gemaakt ten behoeve van een achterontsluiting of waar parkeerplaatsen zijn gesitueerd. Het verlenen van een uitwegvergunning is hier mogelijk indien het gaat om een groenvoorziening die kleiner is dat 40 m2 en waarbij in totaal niet meer dat 20 m2 groen mag verdwijnen en bovendien geen parkeerplaatsen behoeven te worden opgeofferd. Ten aanzien van parkeerplaatsen geldt verder hetzelfde als is gesteld met betrekking tot de voorbeelden 1, 2 en 3.

Is er sprake van een combinatie van bovenbedoelde elementen (zowel een doorsnijding van groenvoorzieningen als parkeerplaatsen) dan betekent dit een te grote inbreuk op de structuur van de wijk en moet een uitwegvergunning worden geweigerd. Dit geldt eveneens voor situaties waarin bijvoorbeeld een speelgelegenheid in het geding is.

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 9 en 10

Toelichting

In deze situatie grenzen woningen aan een achterterrein of binnengebied. Het verlenen van een uitwegvergunning is hier niet mogelijk, indien daardoor functioneel groen verdwijnt, parkeerplaatsen moeten worden opgeofferd of op een andere wijze de structuur wordt aangetast, zoals bijvoorbeeld het verdwijnen van het onderscheid tussen een verkeersluw en een verkeersintensief gebied.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Voorbeeld 11

Toelichting

In situaties waarin aan de zijkant van een woning een garage kan worden gebouwd is het verlenen van een uitwegvergunning mogelijk indien de ruimte voor de garage op eigen terrein meer dan 5 meter bedraagt. Minder dat 5 meter is uit verkeerstechnische overwegingen niet aanvaardbaar.

afbeelding binnen de regeling