Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders en andere werkzaamheden van de gemeente Zwartewaterland

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders en andere werkzaamheden van de gemeente Zwartewaterland

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland;

Gelet op artikel 52 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen het volgende ‘Reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders en andere werkzaamheden’.

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

  • 1.

    Het college regelt de verdeling van zijn werkzaamheden, waaronder in ieder geval wordt begrepen welke zaken het lid als portefeuillehouder in het bijzonder ter voorbereiding en uitvoering zullen worden toevertrouwd.

  • 2.

    Het college regelt de onderlinge vervanging in geval van verhindering of ontstentenis van één van de wethouders.

  • 3.

    Het college regelt de vervanging van de burgemeester in geval van diens verhindering of ontstentenis.

  • 4.

    Een lid van het college dat verhinderd is zijn activiteiten uit te oefenen, geeft daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de secretaris.

Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders vergadert in de regel eenmaal per week op een in onderling overleg vast te stellen dag en tijdstip en voorts zo dikwijls de voorzitter of een wethouder dit nodig acht.

  • 2.

    Indien een wethouder een extra vergadering nodig acht, verzoekt hij onder opgave van redenen aan de voorzitter deze bijeen te roepen. De secretaris zorgt na overleg met de voorzitter voor een oproep voor deze vergadering – onder vermelding van de te bespreken onderwerpen – die zo mogelijk uiterlijk 24 uur van tevoren op een in de gemeente gebruikelijke wijze aan de leden van het college wordt toegezonden.

  • 3.

    De vergaderingen worden in de regel gehouden in het gemeentehuis gehouden.

Artikel 3 Verhindering

  • 1.

    Wanneer een lid verhinderd is een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de secretaris.

  • 2.

    Wanneer de secretaris verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de voorzitter of diens vervanger, alsmede aan de loco-secretaris.

Artikel 4. Agenda

  • 1.

    Voor elke vergadering wordt de college-agenda, als regel op donderdag om 13.00 uur, door de secretaris aan de leden van het college digitaal verstrekt. De collegeleden hebben dan tot maandag 13.00 uur gelegenheid om voor te stellen of een stuk als bespreekpunt of hamerstuk afgedaan kan worden. Dit dient als input voor de collegevergadering.

  • 2.

    Onderwerpen ten aanzien waarvan tijdige agendering als bedoeld in het eerste lid niet mogelijk is, doch waarvan ten gevolge van de spoedeisendheid geen uitstel mogelijk is, kunnen onder opgave van reden(en) van urgentie uiterlijk acht uur voor de vergadering worden aangemeld bij de secretaris.

Artikel 5Orde van de vergadering

  • 1.

    De voorzitter regelt de volgorde van de werkzaamheden en is belast met het handhaven van de orde in de vergadering.

  • 2.

    Na opening van de vergadering stelt de voorzitter de behandeling van de agenda aan de orde van onderwerpen die op de agenda zijn vermeld.

Artikel 6. Ambtelijke ondersteuning

De secretaris draagt zorg voor al hetgeen binnen de hem opgedragen taak nodig is in het belang van een vlot verloop van de vergadering van het college.

Artikel 7. Deelneming derden aan de vergadering

Het college kan besluiten een ambtelijk medewerker of derden voor een vergadering uit te nodigen teneinde zijn mening ten aanzien van een onderwerp te geven dan wel een (nadere) toelichting te verschaffen op een agendapunt.

Artikel 8. Parafenbesluit

  • 1.

    Op de terinzage gegeven stukken en adviezen kan ruimte worden gereserveerd waarin de leden door het plaatsen van hun paraaf kunnen aangeven dat zij met het advies instemmen, dan wel bespreking van het stuk verlangen.

  • 2.

    Een parafenbesluit wordt genomen doordat geen van de collegeleden heeft aangegeven het voorstel in een collegevergadering te willen bespreken en akkoord heeft gegeven op het voorstel.

  • 3.

    Op de eerstvolgende collegevergadering wordt de lijst van genomen parafenbesluiten ter afhandeling geagendeerd. Het parafenbesluit wordt geacht te zijn genomen op de datum van die collegevergadering en wordt op de besluitenlijst opgenomen.

Artikel 9. Stemmingen

  • 1.

    Indien geen van de leden van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 2.

    Indien een lid van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt mondeling gestemd, tenzij het derde lid wordt toegepast. De voorzitter brengt zijn stem als laatste uit. De secretaris heeft in de vergaderingen een adviserende stem.

  • 3.

    • a.

      Indien een lid van het college dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende briefjes.

    • b.

      Indien daarbij de stemming beperkt is tot een persoon en de stemmen staken, beslist het lot.

    • c.

      Indien in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een tweede stemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij die eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

Artikel 10.Verslag en besluitenlijst

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor het bijhouden van het verslag met de besluitenlijst van de vergadering.

  • 2.

    Het verslag bevat ten minste:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de secretaris en de aan- en afwezige leden;

    • b.

      de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

    • c.

      een formulering van de door het college genomen besluiten (besluitenlijst).

    • d.

      indien bij het nemen van besluiten is afgeweken van de voorgelegde adviezen, de reden tot afwijking.

  • 3.

    Stemverhoudingen en –verklaringen worden alleen vermeld als een lid van het college daarom vraagt.

  • 4.

    Van de besluiten waaromtrent geheimhouding is opgelegd worden door de secretaris een afzonderlijke besluitenlijst als bedoeld in het tweede lid gemaakt, die door hem worden bewaard.

  • 5.

    Het verslag inclusief besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling voorgelegd.

  • 6.

    Voor zover de aard en inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de concept besluitenlijst na de vergadering digitaal beschikbaar gesteld aan de leden van de raad. De openbare besluitenlijst wordt de woensdag na vaststelling in het college op de website van de gemeente geplaatst.

  • 7.

    De secretaris draagt er daarnaast zorg voor dat de genomen besluiten in het kort op de stukken worden vermeld.

Artikel 11. Openbare vergadering

  • 1.

    Het college kan besluiten een openbare vergadering te houden.

  • 2.

    De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op een openbare vergadering.

Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden en inwerkingtreding

  • 1.

    In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of in het geval dat enige bepaling voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de vergadering.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022. Op dat moment vervalt het op 3 januari 2001 vastgestelde reglement.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland in de vergadering van 14 december 2021.

De secretaris, de burgemeester,

drs. D.S. Ruddijs ing. E.J. Bilder

Toelichting

Artikel 1. Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

In het eerste lid van dit artikel wordt een onderwerp geregeld zoals dat aan de orde zal zijn in het zogenaamde constituerend beraad, de eerste vergadering van het college direct na de raadsvergadering waarin de wethouders zijn benoemd. Wellicht ten overvloede wordt er op gewezen dat het college als geheel de verantwoordelijkheid draagt voor de uitgeoefende taken, dit ondanks de portefeuilleverdeling en het eventueel gebruikmaken van de mogelijkheid die in artikel 168 Gemeentewet geboden wordt (mandaat aan individuele leden van het college).De verdeling van werkzaamheden is niet in beton gegoten. Het college kan op een later moment besluiten deze werkzaamheden opnieuw te verdelen, bijvoorbeeld wanneer zich op een dossier de schijn van belangenverstrengeling voordoet.

Naast de verdeling van de werkzaamheden kan de onderlinge vervanging worden geregeld. Door de Wet dualisering gemeentebestuur is het niet meer mogelijk een raadslid aan te wijzen als vervanger van een wethouder. De vervanging zal onderling geregeld moeten worden of, indien mogelijk gezien het aantal wethouders (artikel 36 Gemeentewet), door het (tijdelijk) aanstellen van een extra wethouder. Met het derde lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 77 Gemeentewet. Ter wille van de nodige flexibiliteit is gekozen voor een algemene formulering. Het vierde lid is een voorwaarde om de vervangingsprocedure in werking te kunnen zetten.

Artikel 2. Dag en plaats van de vergaderingen

Met het eerste en derde lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 53, eerst lid Gemeentewet. Ook hier is weer gekozen voor een algemeen flexibele formulering, waardoor de mogelijkheid bestaat in bijzondere gevallen af te wijken. Uit het tweede deel van het eerste lid en het tweede lid volgt dat ook de burgemeester, als voorzitter van het college (zie artikel 34 Gemeentewet), maar ook een lid van het college ervoor kan zorgen dat een extra vergadering wordt gehouden. De formulering van het bepaalde in het tweede lid houdt overigens niet in dat de burgemeester de bevoegdheid zou toekomen een extra vergadering tegen te houden. De imperatieve formulering van het eerst lid staat daaraan in de weg. Het tweede lid geeft verder de procedure voor een extra vergadering weer.

Artikel 3. Verhindering

Dit artikel is naast een vastlegging van de procedure ook van belang om wellicht al voorafgaand aan de vergadering te kunnen constateren dat het benodigde quorum voor besluitvorming niet gehaald wordt ( artikel 56 Gemeentewet). De voorzitter kan dan een nieuwe vergadering beleggen.

Artikel 4 Agenda

De rol van de gemeentesecretaris bij de collegevergaderingen wordt in de artikelen 103 tot en met 105 van de Gemeentewet aangegeven. Nadere uitwerking van de taken van de secretaris vindt enerzijds plaats in dit reglement, anderzijds in de organisatiebesluiten waarin de instructie voor de gemeentesecretaris geïntegreerd is opgenomen.

In dit artikel wordt aangegeven dat de secretaris verantwoordelijk is voor het doen toekomen van de agenda aan de collegeleden.

Tevens is kort aangegeven hoe zaken van spoedeisend belang worden geagendeerd. De secretaris zal al naar gelang de omstandigheden dienen af te wegen of ten aanzien van de spoedeisende onderwerpen van tevoren gecommuniceerd wordt met de collegeleden of dat dit in de vergadering gebeurt.

Artikel 5 Orde van de vergadering

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 6 en 7. Ambtelijke ondersteuning en deelname van derden aan vergadering

Artikel 57 en 55 eerste lid Gemeentewet geven indirect aan dat het mogelijk is dat naast de collegeleden en de secretaris anderen bij de vergadering aanwezig kunnen zijn. Deze Gemeentewetartikelen geven aan dat de onschendbaarheid en de eventueel opgelegde geheimhouding voor allen aanwezig bij de vergadering geldt. Artikel 6 geeft allereerst de rol van de gemeentesecretaris weer.

Artikel 8 Parafenbesluit

Indien gebruik wordt gemaakt van een zogenoemd parafenbesluit, een conceptbesluit dat door de leden van het college van parafen wordt voorzien waarna dit door het college als een definitief meerderheidsbesluit wordt beschouwd, is de uitspraak van de Raad van State van 16 juli 2003 van belang (LJN-nr AH9850, zaaknr. 200200757/1). Doordat met een parafenbesluit in materiële zin besluitvorming buiten de collegevergadering plaatsvindt, dient dit bekend gemaakt te zijn hetzij op grond van het reglement van orde hetzij op grond van een bekend gemaakte vaste praktijk. Daarbij moet bepaald zijn dat in een collegevergadering de mogelijkheid bestaat tot beraadslaging en besluitvorming over het te nemen (parafen)besluit en moet tevens duidelijk zijn wanneer het besluit wordt genomen.

Artikel 9 Stemmingen

In de eerste plaats moet hier worden gewezen op artikel 56 Gemeentewet, dat een regeling bevat met betrekking tot zowel het vergader- als het besluitquorum ten aanzien van de vergaderingen van het college. Hoewel het ingevolge de Memorie van Toelichting bij dit artikel aan het college vrijstaat in het reglement van orde een zwaarder quorumvereiste te stellen, is hiervoor niet gekozen; het in de wet terzake opgenomen stelsel is daarmee onverkort van toepassing.

Ten aanzien van het stemmen wordt opgemerkt, dat in de praktijk slechts zelden wordt gestemd. Daarom is ervoor gekozen om alleen het meest noodzakelijke te regelen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen stemmen over benoemingen, voordrachten of aanbevelingen enerzijds en overige stemmingen anderzijds. In artikel 59 van de Gemeentewet is geregeld dat bij het staken van stemmen over overige stemmingen opnieuw wordt gestemd. Wanneer de stemmen opnieuw staken, beslist de stem van de voorzitter. Opvallend is dat in artikel 59 Gemeentewet artikel 31 niet van overeenkomstige toepassing is verklaard. Dat artikel bepaalt dat de stemming over het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen bij gesloten en ongetekende stembriefjes geschiedt. Verder is in artikel 31 bepaald dat indien de stemmen over personen tot wie de keuze door een voordracht of herstemming is beperkt, staken, er in dezelfde vergadering een herstemming wordt gehouden. Staken de stemmen opnieuw, dan beslist het lot. Nu de Gemeentewet voor het college niets regelt over het stemmen over benoemingen, voordrachten en aanbevelingen, is de geboden ruimte in het reglement zo ingevuld dat deze wel aansluit bij artikel 31 Gemeentewet. Zowel voor een stemming over benoeming, voordracht of aanbeveling als bij overige stemmingen geldt dat in principe mondeling wordt gestemd (lid 2). Uitzondering hierop is dat bij de stemming over benoeming, voordracht of aanbeveling desgewenst ook schriftelijk kan worden gestemd (lid 3). Deze schriftelijke stemming bestaat uit het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje (art. 58 jo. art. 30 lid 2 Gemeentewet), waaruit één briefje wordt getrokken. Bij overige stemmingen wordt dus niet of mondeling gestemd. Bij een tweede staking van stemmen over overige stemmingen heeft de voorzitter een doorslaggevende stem, bij een tweede staking van stemmen over benoeming, voordracht of aanbeveling beslist het lot.

Artikel 10 Verslag en besluitenlijst

Dit artikel regelt de verslagleggende taak van de secretaris en de wijze waarop de besluitenlijst wordt vastgesteld. Als op grond van artikel 55 van de Gemeentewet door het college een geheimhoudingsplicht is opgelegd, zal ten aanzien van de beraadslaging en eventuele besluiten over dit onderwerp een afzonderlijk verslag moeten worden gemaakt. Dit zal door de secretaris afzonderlijk moeten worden bewaard totdat de geheimhouding is opgeheven.

Op grond van artikel 60 Gemeentewet kan de raad regelen van welke beslissingen van het college de raad op de hoogte gesteld wil worden. In het vijfde lid is uitgewerkt hoe de besluitenlijst totstandkomt. Gekozen is voor een regeling waarbij de informatie over de besluitenlijst snel beschikbaar is en niet gewacht hoeft te worden totdat het verslag is vastgesteld. De openbaarmaking geschiedt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 11 Openbare vergadering

Ingevolge artikel 54 Gemeentewet is hoofdregel dat de vergaderingen met gesloten deuren plaatsvinden. Het college kan daar zelf van afwijken. Via artikel 9 wordt dit ook uitdrukkelijk aan het college overgelaten. Indien een vergadering van het college openbaar is, bepaalt het tweede lid van artikel 53 Gemeentewet dat de burgemeester dag, plaats en tijdstip daarvan bekend moet maken.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden en inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.