Organisatiebesluit gemeente Zeewolde 2021

Artikel 2. Benoeming, schorsing en ontslag

• 1. De secretaris/algemeen directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

• 2. Het mandaatbesluit, zoals vastgesteld door het college op 22 december 2020, regelt de mandatering van de benoeming, de schorsing en het ontslag van alle overige medewerkers met uitzondering van de griffier en het griffiepersoneel.

Secretaris/Algemeen directeur

Artikel 3. Ondersteuning college

• 1. De secretaris/algemeen directeur is, onverminderd de verantwoordelijkheid van de burgemeester, verantwoordelijk voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het college.

• 2. De secretaris/algemeen directeur draagt er desgevraagd en uit eigen beweging zorg voor dat de leden van het college over alle informatie kunnen beschikken die zij behoeven om hun functie goed te kunnen uitoefenen.

• 3. De secretaris/algemeen directeur is verantwoordelijk voor een tijdige en gedegen advisering aan het college.

• 4. De secretaris/algemeen directeur is verantwoordelijk voor een tijdige en correcte uitvoering van de besluiten van het college.

Artikel 4. Aansturing ambtelijke organisatie

• 1. De secretaris/algemeen directeur staat aan het hoofd van de ambtelijke organisatie.

• 2. De secretaris/algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor:

• • a.

    een voldoende kwaliteit van de ambtelijke advisering en ondersteuning van de bestuursorganen;

  • b.

    de planning van de activiteiten en de uitvoering daarvan, met inachtneming van het door de bestuursorganen ter zake vastgestelde beleid;

  • c.

    de bevordering van de afstemming tussen bestuursorganen, samen met de burgemeester en de griffier;

  • d.

    de juridische- en financiële rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid en beheer;

  • e.

    de juistheid en volledigheid van aan het college gegeven informatie, onder andere met het oog op de vastgestelde begrotingsdiscipline.

• 3. De secretaris/algemeen directeur is bestuurder zoals bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden (Wor).

• 4. De secretaris/algemeen directeur geeft hiërarchisch leiding aan de Team leiders.

Artikel 5. Vervanging secretaris/algemeen directeur/Wor-bestuurder

• 1. Het college voorziet in aanwijzing van een of meer loco-secretarissen. De loco-secretaris treedt ook op als vervanger van de secretaris/algemeen directeur bij diens afwezigheid.

• 2. De loco-secretaris is tevens vervanger als Wor-bestuurder.

• 3. Middels collegebesluit wordt vervanging geregeld

Managementteam

Artikel 6. Management team (MT)

• 1. De secretaris/algemeen directeur, de teamleiders van de basisteams en de business controller vormen gezamenlijk het MT .

• 2. Het MT draagt zorg voor de aansturing van de organisatie als geheel en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de visie op en de (lange) termijnontwikkeling van de gemeentelijke organisatie. Het MT heeft een gedeelde concernverantwoordelijkheid. Binnen het MT, dat streeft naar consensus, heeft de secretaris/algemeen directeur een beslissende stem indien dat voor de voortgang van de werkzaamheden noodzakelijk is. In voorkomende gevallen wordt de voorzitter van het college ingelicht.

• 3. Het MT draagt zorg voor diverse verbindingen en vertegenwoordiging (intern/extern, regionaal en landelijk).

• 4. Het college geeft het MT mandaat om de gemeentebegroting uit te voeren. Het college stelt hen de bijbehorende budgetten en (indien noodzakelijk via de raad) kredieten ter beschikking.

• 5. Het MT draagt zorg voor toedeling van budgetten en kredieten aan budgethouders in de organisatie. Kaders over toedeling en gebruik van budgetten worden gesteld in een door het college vast te stellen budgethoudersregeling.

• 6. De secretaris/algemeen directeur is, met inachtneming van de positie van de Teamleider basisteam ten aanzien van procesbewaking en planning, verantwoordelijk voor het beheer en het resultaat van de programmabegroting, gemeentebrede thema’s en opgaven die aan hen zijn toegewezen, de ambtelijke planning & control-cyclus en de kwaliteitssystemen.

• 7. Het MT stelt de onderlinge vervanging zelf vast.

Teamleider

Artikel 8. De medewerker

• 1. De medewerker is verantwoordelijk voor het organiseren van zijn/haar werk en het op tijd realiseren van de afgesproken resultaten en de kwaliteit daarvan.

• 2. De medewerker is verantwoordelijk voor het signaleren van capaciteits- of planningsproblemen en significante proceswijzigingen aan de teamleider basisteam.

Artikel 10. Slotbepalingen

• 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021.