Verkiezingsreglement Amsterdam 2022

Geldend van 17-12-2021 t/m heden

Intitulé

Verkiezingsreglement Amsterdam 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op artikel 24, zevende lid, van de Verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022;

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Artikel 1: begripsbepalingen

  • 1.

    In de Kieswet wordt gelezen voor:

    • a.

      gemeente: stadsdeel;

    • b.

      secretarie: stadsdeelkantoor;

    • c.

      gemeenteraad: stadsdeelcommissie;

    • d.

      burgemeester en wethouders: dagelijks bestuur;

    • e.

      burgemeester: voorzitter van het dagelijks bestuur;

    • f.

      wethouders: leden van het dagelijks bestuur;

    • g.

      gedeputeerde staten: college;

    • h.

      raad: stadsdeelcommissie.

  • 2.

    In afwijking van hetgeen in het eerste lid is bepaald:

    • a.

      zijn hoofdstuk D en de artikelen L 8 en L 11 van de Kieswet en hoofdstuk D van het Kiesbesluit onverminderd van toepassing, en

    • b.

      wordt het hoofdstembureau in de zin van artikel E 7 en het centraal stembureau in de zin van artikel E 11 per stadsdeel ingesteld.

Artikel 2: registratie reeds geregistreerde groeperingen

In aanvulling op artikel 61 van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 is aan de registratievereisten op grond van artikel G 3 van de Kieswet tevens voldaan, als de aanduiding van de groepering reeds is geregistreerd voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer, de provinciale staten van Noord-Holland, de gemeenteraad van Amsterdam, tenzij naar het oordeel van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies, de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met de reeds voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies geregistreerde aanduiding van een andere groepering en daardoor verwarring kan ontstaan.

Artikel 3: uitzondering doorwerking registratie

Indien het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Amsterdam een beschikking neemt als bedoeld in artikel G 4, tweede lid van de Kieswet dan blijft de doorwerking ook voor de registratie voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies achterwege.

Artikel 4: nummering kandidatenlijsten

  • 1.

    In afwijking van hetgeen in artikel I 12 van de Kieswet is bepaald, worden de lijsten voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies genummerd op de zevende dag na de kandidaatstelling in een openbare zitting die om 10.00 uur begint.

  • 2.

    In afwijking van hetgeen in artikel I 14 van de Kieswet is bepaald, worden de lijsten voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies met een aanduiding die gelijk is aan een aanduiding van een lijst voor de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam, genummerd met een nummer dat gelijk is aan het nummer dat aan de lijst voor de gemeenteraadsverkiezing is toegekend.

  • 3.

    Indien een aanduiding van een lijst voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies een element bevat dat gelijk is aan een element uit de aanduiding van een zelfstandige lijst bij de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam, wordt die lijst genummerd met een nummer dat gelijk is aan het nummer dat aan de lijst voor de gemeenteraadsverkiezing is toegekend.

  • 4.

    Indien een aanduiding van een lijst voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies meerdere elementen bevat die gelijk zijn aan elementen uit de aanduiding van meerdere zelfstandige lijsten bij de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam, wordt die lijst genummerd met een nummer dat gelijk is aan het laagste nummer dat aan de lijsten voor de gemeenteraadsverkiezing is toegekend.

  • 5.

    Indien een lijst voor de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam bestaat uit samengestelde elementen en meerdere van deze elementen doen als aanduiding van een zelfstandige lijst mee aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies, dan worden deze lijsten als volgt genummerd:

    • a.

      het lot beslist welke van de zelfstandige lijsten het nummer van de corresponderende lijst voor de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam krijgt;

    • b.

      de resterende lijst krijgt het eerstvolgende nummer toegewezen dat volgt op het nummer dat gelijk is aan het aantal lijsten dat voor de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam is ingediend. Indien er meer lijsten resteren, beslist het lot welk nummer achtereenvolgens aan die verschillende lijsten wordt toegekend.

  • 6.

    De nummers vanaf 1 tot en met het nummer dat gelijk is aan het aantal lijsten dat voor de verkiezing van de gemeenteraad van Amsterdam is ingediend worden geacht te zijn vervallen.

  • 7.

    Lijsten waarboven een aanduiding is geplaatst, waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de desbetreffende leden van de stadsdeelcommissies een of meer zetels zijn toegekend en waaraan op grond van het tweede tot en met het zesde lid nog geen nummer is toegekend, worden genummerd in de volgorde van de bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten uitgebrachte aantal stemmen. Aan de lijst met het hoogste aantal stemmen wordt het eerstvolgende nummer toegekend na toepassing van hetgeen in het zesde lid is bepaald. Bij gelijkheid van het aantal stemmen beslist het lot.

  • 8.

    Aan de resterende lijsten van alle gebieden binnen het stadsdeel worden bij één centrale loting de nummers toegekend die volgen na het hoogste reeds toegekende nummer binnen het stadsdeel. Het centraal stembureau kan een nummer toekennen, indien de voorgaande leden geen uitsluitsel geven over de bepaling van een lijstnummer. Bij het staken van de stemming is de stem van de voorzitter van het centraal stembureau beslissend.

Artikel 5: voorziening tegen beslissing registratie en vaststelling definitieve kandidatenlijsten voor stadsdeelcommissies

  • 1. In afwijking van artikel G5 van de Kieswet, kan een belanghebbende tegen een beschikking van het centraal stembureau voor de verkiezing van een stadsdeelcommissie als bedoeld in artikel G3 van de Kieswet, binnen zes dagen verzoeken om een voorziening bij de bezwaarcommissie Basisinformatie van de gemeente Amsterdam .

  • 2. In afwijking van artikel I7 van de Kieswet, kan een belanghebbende tegen een beschikking van het centraal stembureau voor de verkiezing van een stadsdeelcommissie als bedoeld in artikel I4 van de Kieswet, binnen vier dagen verzoeken om een voorziening bij de bezwaarcommissie Basisinformatie van de gemeente Amsterdam.

  • 3. Als een voorziening wordt gevraagd bij de bezwaarcommissie Basisinformatie van de gemeente Amsterdam en deze bepaalt dat de kandidatenlijst ongeldig wordt verklaard dan heeft dat geen gevolgen voor de nummers die aan de overige kandidatenlijsten zijn toegekend.

  • 4. Als een voorziening wordt gevraagd bij de bezwaarcommissie Basisinformatie van de gemeente Amsterdam en deze bepaalt dat de kandidatenlijst geldig wordt verklaard, dan wordt deze kandidatenlijst genummerd op grond van artikel 4.

Artikel 6: grondslag

Na de inwerkingtreding van hoofdstuk 3 van de verordening stadsdelen en stadsgebied Amsterdam 2022 berust dit reglement mede op artikel 24, zesde lid, van die verordening.

Artikel 7: intrekking verkiezingsreglement 2018

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit verkiezingsreglement wordt het Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent gewijzigde verkiezingsreglement voor de verkiezingen voor de stadsdeelcommissies in Amsterdam ingetrokken.

Artikel 8: inwerkingtreding

Dit verkiezingsreglement treedt drie dagen na publicatie in het Gemeenteblad in werking.

Artikel 9: citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Verkiezingsreglement Amsterdam 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 december 2021

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting verkiezingsreglement voor de stadsdeelcommissies in Amsterdam

Algemene toelichting

Met dit verkiezingsreglement maakt het college van burgemeester en wethouders gebruik van de mogelijkheid die de verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 biedt om ten aanzien van de inrichting van de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies nadere regels te stellen. Het betreffen technische voorschriften in het kader van de registratie van groeperingen en de nummering van kandidatenlijsten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: begripsbepalingen

In het verkiezingsreglement worden bepalingen uit de Kieswet van overeenkomstige toepassing verklaard. In het eerste lid wordt duidelijk gemaakt hoe die bepalingen moeten worden gelezen. In het tweede lid worden daarop wel een aantal uitzonderingen gemaakt. Indien het gaat om de beslissingen in verband met de registratie van de kiesgerechtigheid op grond van hoofdstuk D van de Kieswet of hoofdstuk D van het Kiesbesluit, dan blijft het college bevoegd. Indien het gaat om beslissingen in verband met het stemmen in een andere gemeente op grond van hoofdstuk K van de Kieswet en het stemmen bij volmacht op grond van hoofdstuk L van de Kieswet, dan blijft de burgemeester bevoegd. Verder is bepaald dat het hoofdstembureau en het centraal stembureau per stadsdeel worden ingesteld.

Artikel 2: registratie reeds geregistreerde groeperingen

Geregeld is dat groeperingen die voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer, de provinciale staten van Noord-Holland, de gemeenteraad van Amsterdam of de stadsdeelcommissies zijn geregistreerd, zich niet nogmaals voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies hoeven te registeren. Tenzij de naam waaronder de groepering is geregistreerd te veel lijkt op de naam van een groepering die al voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies geregistreerd was en de verwachting is dat dit verwarring kan veroorzaken. In dat geval werkt de registratie voor de Tweede Kamer, provinciale staten van Noord-Holland, de gemeenteraad van Amsterdam of de stadsdeelcommissies niet door naar de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies 2022 en kan de groepering niet onder die naam aan de verkiezingen deelnemen.

Artikel 3: uitzondering doorwerking registratie

Groeperingen die voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer of provinciale staten zijn geregistreerd, hoeven zich op grond van de Kieswet niet voor de verkiezing van de leden de gemeenteraad of de leden van de stadsdeelcommissies te laten registreren. De registratie werkt in die gevallen door. Als de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering en daardoor verwarring kan ontstaan, dan kan het centraal stembureau echter besluiten de doorwerking achterwege te laten. In dit artikel is geregeld dat als het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad besluit dat een registratie voor die verkiezing niet doorwerkt, dit besluit tot gevolg heeft dat de registratie evenmin doorwerkt voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies.

Artikel 4: nummering kandidatenlijsten

In dit artikel zijn voorschriften opgenomen over de nummering van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies. Doel van de voorschriften is dat de indeling van het stembiljet voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies zoveel mogelijk aansluit bij de indeling van het stembiljet voor de gemeenteraadsverkiezingen. Hierdoor blijven de stembiljetten voor de kiezer overzichtelijk.

In dat verband is in het eerste lid bepaald dat de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies niet op de vierde, maar op de zevende dag na de kandidaatstelling worden genummerd. Hierdoor kan bij het nummeren rekening worden gehouden met de nummers die in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen aan de kandidatenlijsten zijn toegekend. In het tweede lid is vervolgens bepaald dat aan de kandidatenlijsten van de groeperingen die zowel aan de gemeenteraadsverkiezingen als de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deelnemen, voor beide verkiezingen hetzelfde nummer wordt toegekend. In het verlengde daarvan is in lid 3 opgenomen dat als de aanduiding (de geregistreerde naam) van een groepering die aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deelneemt een element bevat dat gelijk is aan een element uit de aanduiding van groepering die met een zelfstandige kandidatenlijst aan de gemeenteraadsverkiezingen deelneemt, de lijst voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies hetzelfde nummer krijgt als het nummer dat voor de gemeenteraadsverkiezingen aan de lijst is toegekend. Dit betekent dat als groepering A aan de gemeenteraadsverkiezingen deelneemt en aan de kandidatenlijst van die groepering het nummer 1 is toegekend, groepering A dit nummer ook voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies ontvangt. Ook als groepering A aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deelneemt met een gezamenlijke kandidatenlijst met groepering B onder de aanduiding AB.

In het vierde lid is geregeld dat als de aanduiding meerdere elementen bevat die gelijk zijn aan de aanduiding van meerdere zelfstandige lijsten bij de gemeenteraadsverkiezingen, die kandidatenlijst het nummer krijgt dat gelijk is aan het laagste nummer dat aan de zelfstandige lijsten is toegekend. Als groepering A dus bijvoorbeeld zelfstandig meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen en aan de lijst nummer 1 is toegekend en groepering B ook zelfstandig meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen en aan die lijst nummer 2 is toegekend, dan wordt aan de kandidatenlijst van deze groeperingen het nummer 1 toegekend indien zij besluiten om gezamenlijk onder de aanduiding AB aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deel te nemen. Voor het geval groeperingen die zelfstandig meedoen aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies een gezamenlijke kandidatenlijst indienen voor de gemeenteraadsverkiezingen en de aanduiding boven die lijst samengestelde elementen bevat van de aanduidingen boven de zelfstandige lijsten, is in het vijfde lid bepaald dat het lot beslist welke van de zelfstandige lijsten het nummer krijgt dat aan de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen is toegekend. De lijsten die resteren krijgen daarna het nummer dat daarop volgt. Als de groeperingen A en B dus met een gezamenlijke lijst aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnemen onder de aanduiding AB en aan die lijst is nummer 1 toegekend, dan beslist het lot welke groepering dit nummer krijgt als zij beiden met een zelfstandige lijst aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies meedoen. De resterende lijst ontvangt vervolgens het eerste nummer na het nummer dat gelijk is aan het aantal lijsten dat voor de verkiezing van de gemeenteraad ingediend is.

Op grond van het zesde lid worden de nummers vanaf 1 tot en met nummer dat gelijk is aan het aantal ingediende lijsten bij de gemeenteraadverkiezingen, vervallen verklaard voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies. Dit om te voorkomen dat lijsten voor de verkiezing van de gemeenteraad en de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies hetzelfde nummer ontvangen, zonder dat er tussen die lijsten een verband is. Daarbij wordt er rekening mee gehouden dat de Kieswet voorziet in beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State indien lijsten voor de verkiezing van de gemeenteraad ongeldig worden verklaard en dat er dus mogelijk alsnog nummers aan die lijsten worden toegekend. In het zevende en het achtste lid is vervolgens een regeling opgenomen voor de nummering van de lijsten die niet op grond van het eerste tot en met het zesde lid zijn genummerd. In dat verband is in lid 7 bepaald dat eerst de lijsten worden genummerd waaraan bij de laatst gehouden verkiezing van de desbetreffende bestuurscommissies een of meer zetels zijn toegekend. Deze lijsten worden genummerd aan de hand van het aantal stemmen die bij die verkiezing op de desbetreffende lijsten is uitgebracht. Als op twee of meer lijsten hetzelfde aantal stemmen is uitgebracht, dan beslist het lot. Voor alle resterende lijsten is in het achtste lid bepaald dat de nummers bij loting worden toegekend. Dit wordt in een centrale loting per stadsdeel gedaan zodat de lijsten in één stadsdeel ook hetzelfde nummer hebben. Daarnaast is geregeld dat als het artikel geen uitsluitsel geeft over het nummer van de lijst, het centraal stembureau over het nummer beslist. Als de stemmen staken, heeft de voorzitter van het centraal stembureau daarbij een beslissende stem.

Artikel 5: voorziening tegen beslissing registratie en vaststelling definitieve kandidatenlijsten voor stadsdeelcommissies

Tegen beslissingen over de ingeleverde kandidatenlijsten kan in het geval van de gemeenteraadsverkiezingen beroep worden aangetekend bij de Raad van State. De Raad van State doet geen uitspraak in verkiezingen op stadsdeelniveau, maar het is wel wenselijk om een voorziening te hebben die snel duidelijkheid kan geven over de registratie en vaststelling van de definitieve kandidatenlijsten voor de stadsdeelverkiezingen. Daarom is in dit artikel bepaald dat bij de bezwaarcommissie van het adviesbureau van Basisinformatie van de gemeente Amsterdam, om een voorziening kan worden verzocht. Naast deze voorziening geldt de rechtsbescherming op grond van de Algemene wet bestuursrecht onverkort. Het betreft hier immers een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. In dit artikel is daarnaast bepaald welke gevolgen de uitspraak heeft voor de nummering van de kandidatenlijsten. Geregeld is dat de uitspraak geen gevolgen voor de nummering heeft als een kandidatenlijst ongeldig wordt verklaard. Als wordt bepaald dat een kandidatenlijst geldig is, dan is geregeld dat de lijst wordt genummerd op grond van artikel 4. Dit betekent dat de kandidatenlijsten van de groeperingen die zowel aan de gemeenteraadsverkiezingen als aan de verkiezing van de leden van de stadsdeelcommissies deelnemen dan alsnog hetzelfde nummer krijgen.