Machtiging college publiekrechtelijke beperkingen Amsterdam

Geldend van 04-12-2021 t/m heden

Intitulé

Machtiging college publiekrechtelijke beperkingen Amsterdam

De burgemeester van Amsterdam,

gelet op:

  • artikel 15 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken;

  • artikel 10:12 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht,

overwegende het advies van de VNG om de feitelijke handelingen die de burgemeester moet uitvoeren bij of krachtens artikel 15 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) te laten uitvoeren door het college,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Artikel 1

Het college wordt gemachtigd tot het verrichten van alle verplichtingen van de burgemeester bij of krachtens artikel 15 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.

Artikel 2

Artikel 1 werkt terug tot en met 1 november 2020.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als Machtiging college publiekrechtelijke beperkingen Amsterdam.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 8 november 2021.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Het doel van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) is om kopers en eigenaren, maar ook (zakelijk) geïnteresseerden inzicht te bieden in opgelegde beperkingen op het gebruik van onroerende zaken als gebouwen en grond. De Wkpb is gewijzigd. Het college heeft het gemeentelijke beperkingenregister op 1 november 2020 overgebracht naar de openbare registers van het Kadaster (artikel 17a van de Wkpb). Sindsdien vormen deze openbare registers het enige register van publiekrechtelijke beperkingenbesluiten. Dit register kan worden geraadpleegd via de Basisregistratie kadaster (BRK). De afzonderlijke beperkingenregistraties en -registers bij gemeenten zijn daarmee vervallen.

Zowel de burgemeester, het college als de gemeenteraad kan beperkingenbesluiten als bedoeld in de Wkpb vaststellen. Als een bestuursorgaan een beperkingenbesluit heeft vastgesteld, moet dit bestuursorgaan dat besluit aanbieden aan het Kadaster ter inschrijving in de openbare registers (artikel 15 van de Wkpb). Datzelfde geldt voor een op dat beperkingenbesluit betrekking hebbende beslissing in administratief beroep, rechterlijke uitspraak of verklaring met betrekking tot het vervallen van die beperking.

Het is praktisch en conform het advies van de VNG als de burgemeester deze feitelijke handelingen laat uitvoeren door het college. Dan hoeft alleen het college functionarissen te machtigen om deze feitelijke handelingen uit te voeren. Het college heeft ingestemd met deze machtiging (art. 10:12 en 10:4 Awb).

Voorbeelden van beperkingen die de burgemeester kan opleggen en die nog steeds onder de Wkpb vallen (Bijlage behorende bij artikel 2, eerste lid, van het Aanwijzingsbesluit Wkpb) zijn:

  • het opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom, indien dat besluit strekt tot sluiting van het betreffende object (art. 13b Opiumwet); of

  • het sluiten van een woning, lokaal of erf (art. 174a Gemeentewet).

Het rechtsgevolg ontstaat op het moment van de bekendmaking van deze beperkingenbesluiten conform artikel 3:40 – 3:42 van de Awb. Inschrijving van het beperkingenbesluit of de daarop betrekking hebbende stukken in de openbare registers, in verband met de kenbaarheid daarvan ingevolge de Wkpb, staat daar los van.