Beleidsregels faciliteren bewegingsonderwijs op basisscholen

Geldend van 11-06-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels faciliteren bewegingsonderwijs op basisscholen

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren heeft op 5 april 2016 de volgende Beleidsregels faciliteren bewegingsonderwijs voor basisscholen vastgesteld:

  • 1.

    Voor aantal en indeling van beweeggroepen uitgaan van het aantal en de indeling van lesgroepen, zoals die elk jaar door de scholen zelf wordt bepaald. Deze werkwijze zal na een jaar worden geëvalueerd.

  • 2.

    De lessen bewegingsonderwijs in de eerste en laatste vier weken van elk schooljaar in de buitenlucht laten plaatsvinden. Bij slecht weer kan worden uitgeweken naar een binnensportaccommodatie.

  • 3.

    Voor lessen bewegingsonderwijs die in een sportzaal of sporthal plaatsvinden wordt per beweeggroep gebruik gemaakt van de helft van een sportzaal of 1/3 deel van een sporthal.

  • 4.

    Om reistijd te beperken vinden de lessen bewegingsonderwijs plaats in een accommodatie, die het dichtst bij de betreffende school is gesitueerd.

  • 5.

    De gemeente stelt ten behoeve van het bewegingsonderwijs voor de in gebruik zijnde accommodaties een basisinventarislijst op.

  • 6.

    Kleine spelmaterialen, zoals bijvoorbeeld ballen, t.b.v. de lessen bewegingsonderwijs worden per school of groep van scholen opgeborgen in een afsluitbare opbergruimte. De scholen zijn verantwoordelijk voor het openen en sluiten van de betreffende ruimte.

  • 7.

    Om in aanmerking te komen voor vervoer t.b.v. de lessen bewegingsonderwijs geldt een afstandscriterium van twee kilometer gemeten langs de kortste route van school naar sportaccommodatie.

  • 8.

    Voor scholen die voldoen aan het afstandscriterium wordt in principe gedurende het gehele schooljaar door de gemeente vervoer aangeboden, geregeld en bekostigd. In de eerste en laatste vier weken vindt echter alleen vervoer naar een binnensportaccommodatie plaats als door slechte weersomstandigheden de lessen bewegingsonderwijs niet in de buitenlucht kunnen plaatsvinden.

  • 9.

    Indien een school in de periode dat er vervoer wordt aangeboden incidenteel gebruik wenst te maken van een andere dan de gebruikelijke accommodatie en dit gebruik komt in de plaats van reguliere lessen bewegingsonderwijs, dan komt dit vervoer in principe voor gemeentelijke bekostiging in aanmerking. Strikte voorwaarde is dat het incidenteel vervoer niet leidt tot hogere kosten voor de gemeente.

  • 10.

    Als er financiële noodzaak is kunnen andere mogelijke beperkingen van het vervoer worden opgelegd. Alvorens hiertoe wordt overgegaan vindt overleg met betrokken scholen plaats.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van De Fryske Marren,

de secretaris, de burgemeester,

L. Maarleveld F. Veenstra