Beleidsregels toegang voetgangersgebied Centrum 2021

Geldend van 10-12-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels toegang voetgangersgebied Centrum 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Boxtel;

overwegende:

dat in het kernwinkelgebied op basis van verkeersbesluiten een voetgangerszone is ingesteld;

dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor het verlenen van ontheffingen;

dat een beperking voor het verkeer ten goede komt aan de leefbaarheid van het centrum van Boxtel;

dat vanwege de invoering van een kentekenherkenningssysteem actualisatie van de Beleidsregels Toegang voetgangersgebied Centrum wenselijk is;

gelet op:

de artikelen 149 en 150 van de Wegenverkeerswet 1994;

het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels toegang voetgangersgebied Centrum 2021

Hoofdstuk A: Begripsbepalingen

Artikel 1: Definities

Deze beleidsregels verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

  • b.

    voetgangersgebied: het gebied dat wordt begrensd door de borden G7zb van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeersteken 1990 (RVV 1990);

  • c.

    ontheffing: een in de zin van artikel 87 RVV 1990 door het college te verlenen ontheffing, krachtens welke het is toegestaan om met een voertuig het voetgangersgebied of een gedeelte daarvan in- en uit te rijden;

  • d.

    ontheffingshouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

  • e.

    nachtelijke uren: van 0:00 tot 07:00 uur;

  • f.

    laden en lossen: het onmiddellijk, nadat het voertuig dichtbij de bezorgplaats of ophaalplaats tot stilstand is gebracht, bij voortduring in- en uitladen van goederen gedurende de tijd die daarvoor nodig is;

  • g.

    motorvoertuig: in afwijking op art. 1z RVV 1990 wordt er ten behoeve van deze beleidsregels hieronder verstaan alle gemotoriseerde voertuigen behalve gehandicaptenvoertuigen, maar inclusief brom- en snorfietsen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;

  • h.

    bewoner: degene die volgens de in de Basis Registratie Personen (BRP) beschikbare persoonsgegevens woonachtig is in het voetgangersgebied;

  • i.

    ondernemer/instelling: (een exploitant van) een bedrijf of instelling dat/die gevestigd is in het voetgangersgebied;

  • j.

    parkeergelegenheid op eigen terrein: een parkeerplaats op terrein of in een garage in het voetgangersgebied dat toegankelijk is en in eigendom bij, uitgegeven in erfpacht of verhuurd aan de aanvrager van de ontheffing die uitsluitend te bereiken is via het voetgangersgebied zoals omschreven in deze beleidsregels.

Hoofdstuk B: Procedures

Artikel 2: Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om ontheffing voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied met een motorvoertuig moet schriftelijk of digitaal bij het college worden ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag dienen de hiernavolgende gegevens en bescheiden te worden overlegd:

    • volledig ingevuld en van handtekening voorzien aanvraagformulier;

    • geldig rijbewijs;

    • kentekenhouderschap/kentekenbewijs motorvoertuig;

    • indien van toepassing: inschrijvingsbewijs Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring;

    • indien van toepassing: een afschrift van de overeenkomst tot huur of pacht.

  • 3. In beginsel wordt er voor slechts een kenteken per adres ontheffing verleend. Het college kan echter besluiten om voor maximaal twee kentekens per adres ontheffing te verlenen. Uitgangspunt hierbij is dat de voertuigen die horen bij deze kentekens door aanvrager zelf in gebruik zijn.

  • 4. Het college kan nadere regels stellen over de inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag en de in het tweede lid bedoelde bescheiden.

  • 5. Een (tijdelijke) ontheffingshouder kan een aanvraag doen tot mutatie van het kenteken dat in zijn of haar ontheffing is opgenomen. Deze tijdelijke dan wel vaste wijziging van het opgenomen kenteken wordt behandeld volgens de, in deze beleidsregels omschreven, procedure voor respectievelijk een tijdelijke ontheffing dan wel een vaste ontheffing.

  • 6. Voor een mutatie van het kenteken zoals omschreven in lid 5 van dit artikel is leges verschuldigd zoals opgenomen in de legesverordening.

Artikel 3: Onvolledigheid ingediende bescheiden

Indien de aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 gestelde eisen, stelt het college binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag de aanvragen in de gelegenheid deze binnen twee weken nadat hem dit is medegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.

Artikel 4: Beslissingstermijn

  • 1. Het college beslist in beginsel binnen drie werkdagen na de ontvangst van de aanvraag tot een tijdelijke ontheffing.

  • 2. Het college kan deze beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Voor afloop van de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn wordt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. Het college beslist uiterlijk binnen acht weken na de ontvangst van de aanvraag om een ontheffing.

Artikel 5: Geldigheid

  • 1. Een ontheffing wordt afgegeven voor een kalenderjaar tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald.

  • 2. Indien een ontheffing gedurende het lopende kalenderjaar is afgegeven, is de ontheffing geldig tot het einde van dat kalenderjaar, tenzij in deze beleidsregels anders is bepaald.

  • 3. Een ontheffing voor het volgende kalenderjaar dient tenminste vijf weken voor het einde van het lopende kalenderjaar te worden aangevraagd.

Artikel 6: Gegevens, voorschriften en beperkingen

  • 1. Een ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • naam en adres van de ontheffingshouder;

    • het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend;

    • de periode waarvoor de ontheffing geldt en het tijdvak gedurende welke de ontheffing kan worden gebruikt;

    • het gebied waarvoor de ontheffing geldt;

    • een omschrijving van de verboden waarvan ontheffing is verleend.

  • 2. Het college kan aan een ontheffing voorschriften verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het verbeteren van de verkeersveiligheid en leefbaarheid van het centrumgebied.

  • 3. Indien het verkeersbelang, het belang van openbare orde of veiligheid of andere dringende omstandigheden dat noodzakelijk maken, is het college bevoegd tijdelijk in het voetgangersgebied afwijkende maatregelen te treffen.

  • 4. Voor het verlenen van een ontheffing zijn leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente Boxtel.

  • 5. De ontheffingshouder dient in het voetgangersgebied stapvoets te rijden.

  • 6. De ontheffing is bedoeld om toegang te bieden tot eigen terrein of te laden en lossen in het voetgangersgebied en mag niet worden gebruikt om te parkeren in het voetgangersgebied.

Artikel 7: Intrekkings- en wijzigingsgronden

  • 1. Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen:

  • a. op verzoek van de ontheffingshouder;

  • b. indien de ontheffingshouder volgens de in de gemeentelijke basisadministratie beschikbare persoonsgegevens niet langer woonachtig is in het gebied waarvoor de ontheffing is verleend of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

  • c. indien zich een wijziging voordoet in de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

  • d. indien de ontheffingshouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen;

  • e. indien blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • f. indien sprake is van misbruik van de ontheffing;

  • g. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend;

  • h. bij in gebreke blijven van de betaling van de leges bedoeld in artikel 6, vierde lid;

  • i. na overlijden van de ontheffingshouder.

  • 2. De ontheffingshouder wordt, indien mogelijk, gehoord over het voornemen om de ontheffing in te trekken.

  • 3. Indien sprake is van misbruik van de ontheffing conform lid 1 sub e van dit artikel, waarbij de ontheffing door het college is ingetrokken, zal gedurende het lopende jaar waarvoor de ontheffing is afgegeven geen nieuwe ontheffing worden verstrekt.

Hoofdstuk C: Toegang voetgangersgebied

Artikel 8: Bewoners, ondernemers en instellingen

  • 1. Aan bewoners of ondernemers met een huis- of vestigingsadres in het voetgangersgebied met of zonder parkeergelegenheid op eigen terrein kan ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied. Met deze ontheffing mag de ontheffingshouder het voetgangersgebied in- en uitrijden mits er geen nadere regels door het college gesteld zijn die dit verbieden.

  • 2. De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor parkeren in het voetgangersgebied.

  • 3. De ontheffing wordt afgegeven op kenteken.

  • 4. Er zijn maximaal twee kentekenvermeldingen per ontheffing mogelijk. Uitgangspunt is echter een kentekenvermelding per ontheffing ex art. 2 lid 3 van deze beleidsregels.

  • 5. Bij de bewonersontheffing dient de bewoner de houder of gebruiker van het voertuig te zijn ex art. 3:108 BW.

Artikel 9: Tijdelijke ontheffingen voor bouw-, installatie- reparatie- en verhuisverkeer

  • 1. Een tijdelijke ontheffing voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied ten behoeve van het in- en uitladen van gereedschap, apparatuur, materialen e.d., kan worden verleend aan bedrijven die zich bezighouden met bouw-, installatie- en reparatiewerkzaamheden in het voetgangersgebied. Dit bedrijf is zelf verantwoordelijk voor het doen van een aanvraag.

  • 2. Een tijdelijke ontheffing voor het in- en uitrijden van het voetgangersgebied met uitzondering van de nachtelijke uren kan worden verleend voor bedrijven, instellingen en bewoners in het voetgangersgebied. Met deze ontheffing mag de ontheffingshouder het voetgangersgebied in voor onmiddellijk laden en lossen. De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor parkeren in het voetgangersgebied.

  • 3. De aanvrager dient aan te tonen dat de goederen, gereedschappen of materialen niet op andere wijze kunnen worden afgeleverd of afgehaald.

  • 4. De in dit artikel genoemde ontheffingen worden op kenteken gesteld en verleend voor maximaal twee weken.

  • 5. Voor een tijdelijke ontheffing zijn leges verschuldigd conform de legesverordening. De ontheffing wordt pas, volgens de gestelde voorschriften, van kracht op het moment dat deze leges zijn voldaan.

Artikel 10: In- en uitstappen passagiers

Er worden geen ontheffingen verleend voor het laten in- en uitstappen van passagiers, al dan niet door een professioneel taxibedrijf, anders dan hetgeen onder artikel 8 is bepaald. Er zijn voorzieningen getroffen buiten het voetgangersgebied om de bereikbaarheid van het centrum in de avonduren per taxi te waarborgen.

Artikel 11: Functionele ontheffing beheer openbare ruimte

  • 1. Bedrijven of diensten die zich bezighouden met het beheer, onderhoud en overige taken in de openbare ruimte, dan wel andere gemeentelijke diensten, kunnen ter uitvoering van hun werkzaamheden ontheffing aanvragen om het voetgangersgebied in- en uit te rijden.

  • 2. Bedrijven of diensten die zich bezighouden met het ophalen van afval kunnen ter uitvoering van hun werkzaamheden ontheffing aanvragen om het voetgangersgebied in- en uit te rijden.

  • 3. Bedrijven en diensten die aanspraak maken op een ontheffing op grond van de bepalingen in dit artikel zijn geen leges verschuldigd.

Artikel 12: Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar hun oordeel tot onaanvaardbare gevolgen voor een betrokkene kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregels.

Hoofdstuk D: Slotbepalingen

Artikel 13: Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie ervan. Op hetzelfde moment worden de eerdere “Beleidsregels toegang voetgangersgebied Centrum”, vastgesteld op 6 december 2011, ingetrokken.

Artikel 14: Overgangsbepalingen

Ontheffingen die zijn verleend voor de in artikel 14 genoemde datum blijven geldig tot het verstrijken van de termijn waarvoor ze zijn afgegeven, doch uiterlijk vier weken na de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 15: Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels toegang voetgangersgebied Centrum 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders in de vergadering van 30 november 2021.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

de burgemeester,