Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR666014
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR666014/1
Treasurystatuut Oldenzaal 2018
Geldend van 09-12-2021 t/m heden
Intitulé
Treasurystatuut Oldenzaal 2018Begrippenkader
In dit Treasurystatuut wordt verstaan onder:
- 1.
Derivaten: Financiële instrumenten in de vorm van een contract waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren
- 2.
Financiering: Het aantrekken van financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;
- 3.
Geldstromenbeheer: Alle activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (het zogenaamde betalingsverkeer);
- 4.
Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjarige investeringsplanningen waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;
- 5.
Kasbeheer: Het beheer van de bankrekeningen en het beheren en afsluiten van leningen met een looptijd tot één jaar;
- 6.
Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal (de totale lasten van de programmabegroting)van de gemeente bij aanvang van het jaar;
- 7.
Koersrisico: Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;
- 8.
Kredietrisico: De risico’s op de waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;
- 9.
Liquiditeitenbeheer: Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;
- 10.
Liquiditeitenplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven van de gemeente ingedeeld per tijdseenheid;
- 11.
Medium term note: Verhandelbare schuldbekentenis aan toonder met gestandaardiseerde voorwaarden. Dit financieringsinstrument heeft een looptijd tussen 2 en 30 jaar;
- 12.
Renterisico: De mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van de gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer;
- 13.
Renterisiconorm: Een bij aanvang van enig (begrotings-)jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden;
- 14.
Rentetypische looptijd: Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;
- 15.
Rentevisie: Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;
- 16.
Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;
- 17.
Schatkistbankieren: De verplichting om overtollige liquide middelen aan te houden in ‘s Rijks schatkist (wijziging wet Fido in 2013);
- 18.
Treasurer: Medewerker die verantwoordelijk is voor het beheren van de geldstromen binnen de organisatie;
- 19.
Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De financieringsfunctie bestaat uit drie deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer;
- 20.
Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen op een periode van één jaar of langer;
- 21.
Vermogensbeheer: Het beheren en afsluiten van leningen met een looptijd langer dan één jaar en het beheren en afsluiten van waardepapieren;
- 22.
Wet fido: Wet financiering decentrale overheden.
Artikel 1. Doelstellingen en uitgangspunten van de treasuryfunctie
De doelstellingen van de financieringsfunctie zijn:
- 1.
Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten en bancaire diensten tegen acceptabele condities;
- 2.
Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s;
- 3.
Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
- 4.
Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van respectievelijk de Wet fido ,de regeling schatkistbankieren decentrale overheden, de limieten en richtlijnen van dit Treasurystatuut.
De algemene uitgangspunten van het uitzetten en aantrekken van middelen:
- 5.
De gemeente kan uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak leningen aangaan, middelen uitzetten of garanties verlenen. De publieke taak zelf wordt niet in de Wet fido omschreven, het is de gemeenteraad die de publieke taak bepaalt.
- 6.
De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico;
- 7.
Het prudente karakter van de in lid 5 en 6 genoemde financiële transacties wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut.
Artikel 2. Risicobeheer garanties en leningen
-
1. De gemeente is bereid als borg garant te staan voor door derden elders aangegane geldleningen, als daarmee de uitoefening van de publieke taak wordt gediend;
-
2. Ter beperking van het financieel risico wordt geen garantie verstrekt indien een beroep kan worden gedaan op een voorziening in de vorm van een (nationaal) waarborgfonds;
-
3. Specifiek voor sport geldt dat er wordt samengewerkt met de Stichting Waarborgfonds Sport. Zonder medewerking van dit Fonds wordt in beginsel geen garantie verstrekt door de gemeente;
-
4. Voor garantie komen alleen onroerende zaken in aanmerking, overig bestedingsdoelen zijn uitgesloten;
-
5. Een garantie wordt niet verstrekt indien geldnemer structureel niet in staat is de verschuldigde rente en aflossing te dragen. Vooraf wordt informatie ingewonnen over de financiële positie en kredietwaardigheid van de betreffende partij;
-
6. Indien een garantie wordt verstrekt, strekt deze alleen tot zekerstelling aan de geldverstrekker van de betaling van rente en aflossing indien een geldnemer in gebreke is gebleven;
-
7. In een garantie wordt geen afstand gedaan van de voorrechten die wettelijk aan een borg toekomen;
-
8. In een garantie worden geen bedingen opgenomen die de aansprakelijkheid van de gemeente verhogen of uitbreiden boven of naast de betaling van rente en aflossing;
-
9. De gemeente zelf verstrekt geen leningen.
Artikel 3. Renterisicobeheer
-
1. De kasgeldlimiet wordt conform de Wet fido niet overschreden;
-
2. De renterisiconorm wordt conform de Wet fido niet overschreden;
-
3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;
-
4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
-
5. De rentevisie van de gemeente wordt gebaseerd op de rentevisie van vooraanstaande financiële instellingen waaronder de huisbankier;
-
6. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.
Artikel 4. Koersrisicobeheer
-
1. De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury. Bij uitzettingen dient minimaal de hoofdsom te zijn gegarandeerd;
-
2. Beleggingen in aandelen of daaraan verwante beleggingsproducten worden uitsluitend gedaan voor de uitoefening van de publieke taak.
Artikel 5. Kredietrisicobeheer
-
1. Overtollige liquide middelen worden, met uitzondering van het drempelbedrag van 0,75% van het begrotingstotaal, aangehouden bij ’s Rijks schatkist.
-
2. In afwijking van het eerste lid is het decentrale overheden wel toegestaan om overtollige liquide middelen uit te zetten bij andere openbare lichamen met dien verstande dat er geen financiële toezichtrelatie mag bestaan tussen de openbare lichamen.
-
3. Bij het uitzetten van middelen voor een periode langer dan drie maanden dienen minimaal twee offertes aangevraagd te worden waaronder bij de huisbankier.
Artikel 6. Intern liquiditeitsrisicobeheer
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasury-activiteiten te baseren op de liquiditeitenplanning.
Artikel 7. Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend middelen uit te zetten, gelden aan te trekken of te garanderen in euro’s
Artikel 8. Financiering
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;
- 2.
Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;
- 3.
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse geldleningen en medium term notes (MTN);
- 4.
De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen waaronder de huisbankier, alvorens een financiering wordt aangetrokken.
Artikel 9. Relatiebeheer
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten en hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
- 1.
Bankrelaties en hun bancaire condities worden periodiek doch ten minste eens per vijf jaar beoordeeld;
- 2.
Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan een A rating (single A);
- 3.
Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands toezicht, zoals De Nederlandsche Bank, Autoriteit Financiële Markten en de Verzekeringskamer, of anderszins EU-toezicht te vallen.
Artikel 10. Geldstromenbeheer
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:
- 1.
Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;
- 2.
Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.
Artikel 11. Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:
- 1.
De gemeente concentreert haar liquiditeiten binnen één stelsel van saldo- en rentecompensatie bij de huisbankier;
- 2.
Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken;
- 3.
Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeld en krediet op rekening courant;
- 4.
Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn daggeld, en deposito’s waarbij artikel 5 lid 1 van toepassing is;
- 5.
Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan;
- 6.
De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen waaronder de huisbankier, alvorens kortlopende middelen worden aangetrokken voor een periode langer dan drie maanden.
Artikel 12. Uitgangspunten administratieve organisatie en intern beheer
De uitvoering van de treasuryfunctie is ondergebracht bij het team financiën. De administratieve organisatie en de interne beheersmaatregelen waarborgen dat:
- 1.
Alle transacties zodanig verwerkt worden dat controle op genoemde zaken mogelijk is;
- 2.
De uitvoering rechtmatig en doelmatig is;
- 3.
De treasury-activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;
- 4.
De risico’s beheerst kunnen worden;
- 5.
De juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd is.
Artikel 13. Verantwoordelijkheden
Functie |
Verantwoordelijkheden |
De gemeenteraad |
|
Het college |
|
Directie |
|
Domeinmanager bedrijfsvoering |
|
De budgethouders/ kredietbewakers |
|
De treasurer |
|
Teamleider financiën |
|
Financieel/ administratief medewerkers van het team financiën |
|
De externe accountant |
|
Beleidsmedewerker |
|
Artikel 14. Bevoegdheden
In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasury-activiteiten weergegeven. In geval van afwezigheid is diens plaatsvervanger de bevoegd functionaris.
Taak |
Bevoegd functionaris (voorbereiding) |
Bevoegd functionaris (autorisatie) |
Registratie |
Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer |
|||
Het uitzetten van middelen via daggeld en deposito voor een periode tot één jaar |
Treasurer |
Teamleider financiën |
Financiële administratie |
Het aantrekken van middelen via daggeld of kasgeld voor een periode tot één jaar |
Treasurer |
Teamleider financiën |
Financiële administratie |
Bankrelatiebeheer |
|||
Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen en condities afspreken |
Treasurer |
Domeinmanager Bedrijfsvoering |
Financiële administratie |
Risicobeheer |
|||
Het garanderen van middelen uit hoofde van de publieke taak |
Beleidsmedewerker (van het betreffende taakveld) |
Domeinmanager van het betreffende taakveld, voor garanties tot € 100.000,00, daarboven het college |
Financiële administratie |
Financiering en uitzetting |
|||
Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen en medium term notes |
Treasurer |
Domeinmanager Bedrijfsvoering |
Financiële administratie |
Het uitzetten van middelen betrekking hebben op een periode van één jaar of langer |
Treasurer |
Domeinmanager Bedrijfsvoering |
Financiële administratie |
Artikel 15. Informatievoorziening
In onderstaande tabel opgenomen informatie dient tenminste door de bestuursorganen/functionarissen verstrekt te worden in het kader van treasury-activiteiten:
Informatie |
Frequentie |
Informatieverstrekker |
Informatieontvanger |
|
Kwartaal / incidenteel |
Budgethouder/ kredietbewaker |
Treasurer |
|
Half jaarlijks |
Treasurer |
Teamleider financiën |
|
Jaarlijks |
College |
Gemeenteraad |
|
Jaarlijks |
College |
Gemeenteraad |
|
Incidenteel |
Treasurer |
Derden |
|
incidenteel |
Teamleiderfinanciën |
Wethouderfinanciën |
Artikel 16. Hardheidsclausule
-
1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in dit Treasurystatuut. In gevallen, de uitvoering van dit statuut betreffende, waarin dit statuut niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders;
-
2. Benamingen die veranderen als gevolg van een formele organisatiewijziging worden zonder separaat collegebesluit van toepassing geacht op dit Treasurystatuut en vastgelegd in een erratum.
Artikel 17. Intrekking oude Treasurystatuut
Het Treasurystatuut zoals vastgesteld in het collegebesluit van 9 maart 2010 wordt ingetrokken met ingang van 31-12-2017.
Artikel 18. Inwerkingtreding
Dit Treasurystatuut treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Ondertekening
Vastgesteld in de vergadering van 5 december 2017.
Het college van burgemeester en wethouders,
De secretaris,
De burgemeester,
Literatuurlijst
Rijksoverheid (25 juni 2015) Virtueel internet: Handreiking Treasury 2015. Geraadpleegd op 26-10-2017 via https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2015/06/25/handreiking-treasury-2015/handreiking-treasury-2015.pdf
Overheid.nl (16-12-2013) Virtueel internet: Wet financiering decentrale overheden. Geraadpleegd op 04-10-2017 via http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0011987&z=2013-12-15&g=2013-12-15
Overheid.nl (30-12-2014) Virtueel internet: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden. Geraadpleegd op 26-10-2017 via http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0012076&z=2014-12-30&g=2014-12-30
Overheid.nl (15-12-2013) Virtueel internet: Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Geraadpleegd op 15-10-2017 via http://wetten.overheid.nl/BWBR0034336/2013-12-15
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl