Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent parkeerbelastingen (Verordening Parkeerbelastingen 2022)

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent parkeerbelastingen (Verordening Parkeerbelastingen 2022)

De raad van de gemeente Amersfoort;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 november 2021, DIR.SO.VV (zaaknr.1556438); vindt het gewenst regels te stellen voor het innen van belastingen inzake het parkeren in de gemeente Amersfoort; gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 149, artikel 225 en artikel 228 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende Verordening:

Verordening parkeerbelastingen 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze Verordening en daarop gebaseerde regelgeving wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

  • b.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, alsmede brommobielen, en met uitzondering van kampeerwagens en vrachtauto’s;

  • c.

    brommobiel: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • d.

    aanhangwagen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • e.

    kampeerwagen: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Regeling Voertuigen;

  • f.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • g.

    wegen: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wegenverkeerswet 1994;

  • h.

    houder:

    • ᵒ1

      degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het kentekenregister zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994 was ingeschreven met dien verstande dat indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als houder van het voertuig;

    • ᵒ2

      degene die krachtens een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij, anders dan degene bedoeld onder ᵒ1. de feitelijke gebruiker is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven of;

    • ᵒ3

      degene die krachtens een schriftelijke overeenkomst met degene bedoeld onder ᵒ1. kan aantonen dat hij, anders dan degene bedoeld onder ᵒ1. het motorvoertuig behorende bij het opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren tot duurzaam gebruik onder zich heeft.

  • i.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, waaronder ook verzamelparkeermeters, centraal register, en wat naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • j.

    centraal register: register van het ServiceHuis Parkeer- en Verblijfsrechten bestemd voor de registratie van parkeerrechten in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van gereguleerd parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • k.

    parkeerapparatuurplaats: parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur, onder te verdelen in:

    • ᵒ1

      dagparkeerplaats met een maximale parkeerduur van 24 uur;

    • ᵒ2

      langparkeerplaats met een maximale parkeerduur van 4 uur;

    • ᵒ3

      kortparkeerplaats met een maximale parkeerduur van 1 of 2 uur.

  • l.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    • ᵒ1

      is aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990;

    • ᵒ2

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd.

  • m.

    vergunning: door burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarmee het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

  • n.

    vergunninghouder: natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

  • o.

    vergunninggebied: gebied waarvoor parkeervergunningen kunnen worden verleend en waarbinnen vergunningen geldig zijn voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen;

  • p.

    deelauto: personenauto met herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder, of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • q.

    deelautoaanbieder: natuurlijke persoon of rechtspersoon die motorvoertuigen voor deelautogebruik ter beschikking stelt;

  • r.

    beroep of bedrijf: hetgeen het spraakgebruik hieronder verstaat, met dien verstande dat beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf als de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond;

  • s.

    zelfstandige woning: zelfstandig belastingobject in de zin van de onroerende zaakbelastingen in gebruik als woning;

  • t.

    Parkeerplaats Op Eigen Terrein (POET):

    • ᵒ1

      parkeerplaats – niet zijnde een parkeerplaats in een openbaar toegankelijke private parkeergarage die met een abonnement wordt afgenomen - waarover de aanvrager beschikt of kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins of;

    • ᵒ2

      parkeerplaats waarop de aanvrager aanspraak kan maken (al dan niet via een wachtlijst) in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een omgevingsvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst, voor de woning van de aanvrager bestemd is of;

    • ᵒ3

      voormalige parkeerplaats op eigen terrein die door of vanwege de aanvrager een andere bestemming dan die van parkeerplaats heeft gekregen.

  • u.

    woning/ruimte zonder parkeerplaats: zelfstandige woning of andere ruimte, die in de omgevingsvergunning is aangemerkt als ‘Woning/ruimte zonder parkeerplaats’, als zodanig is opgenomen op de GROP-lijst (Geen Recht op Parkeervergunning) en waarbij geldt dat de eigenaar/bewoner niet in aanmerking komt voor een parkeervergunning;

  • v.

    BasisRegistratie Personen (BRP): bevat persoonsgegevens van de inwoners in Nederland welke door gemeenten worden bijgehouden.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

    • a.

      een belasting voor het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens de bij deze Verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

    • b.

      een belasting voor een door de burgemeester en wethouders verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

  • 2. Parkeerplaatsgeld als bedoeld in artikel 228 van de Gemeentewet, wordt geheven voor parkeerplaatsgebruik waaronder moet worden verstaan het afzetten van een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbenden-plaats dan wel het houden van een voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, op een parkeerapparatuur-plaats of een belanghebbendenplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt ook aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, eerste lid onder a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a, wordt niet geheven van degene die op de voet van tweede lid onder b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat tijdens het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b. wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

  • 5. Parkeerplaatsgeld, als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder b wordt geheven van de natuurlijke of rechtspersoon, die de parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats afzet of laat afzetten dan wel het betreffende voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, op een parkeerapparatuurplaats of op een belanghebbenden-plaats houdt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze Verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b, is verschuldigd op het tijdstip dat de vergunning wordt verleend, dan wel het tijdstip waarop – bij automatische verlenging – de aanslag wordt opgelegd.

  • 3. Parkeerplaatsgeld, bedoeld in artikel 2, tweede lid is verschuldigd bij de aanvang van het tijdvak waarop de aangifte betrekking heeft.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften. Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet de belasting overeenkomstig de voldoening op aangifte worden betaald binnen één maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het inloggen op het centrale register via een telefoon of een ander communicatiemiddel.

  • 3. De belasting voor een vergunning, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b wordt geheven door een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder ook wordt begrepen een nota. De belasting dient te worden voldaan op het moment dat de vergunning wordt verleend.

  • 4. Parkeerplaatsgeld, bedoeld in artikel 2, tweede lid wordt geheven door voldoening op aangifte waaronder wordt begrepen een schriftelijke kennisgeving danwel een nota.

  • 5. Een naheffingsaanslag is direct inbaar.

Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

Burgemeester en wethouders maken bij openbaar te maken besluit de aanwijzing bekend van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a mag worden geparkeerd.

Artikel 8 Vrijstelling

Houders van een gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a De gehandicaptenparkeerkaart wordt tevens aangemerkt als vergunning, als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b Over dit type vergunning wordt geen belasting geheven.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag voor de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a bedragen € 66,50 zegge: zesenzestig euro en vijftig cent(Besluit Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 3 september 2021, nr. 2021-0000391819)

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door burgemeester en wethouders.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven voor de heffing en invordering van parkeerbelastingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening Parkeerbelastingen 2021, vastgesteld bij raadsbesluit op 24 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4. De Verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Parkeerbelastingen 2022’.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 november 2021, de griffier, de voorzitter,

Ondertekening

Bijlage 1: Tarieven- en kostentabel

TARIEVENTABEL

Behorende bij en deel uitmakende van de Verordening Parkeerbelastingen 2022.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze tabel wordt verstaan onder:

  • a.

    dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur;

  • b.

    maand: een kalendermaand;

  • c.

    jaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • d.

    kortparkeerplaatsen, parkeerplaatsen met een maximale parkeerduur van 2 uur;

  • e.

    langparkeerplaatsen, parkeerplaatsen met een maximale parkeerduur van 4 uur.

Artikel 2 De zones betaald parkeren

  • A.

    Onder de in de Tabel genoemde zones betaald parkeren A en B, worden de volgende gebieden verstaan, die hiermee tevens zijn aangewezen als betaald-parkeergebieden als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a van de Verordening:

    • Tabel betaald parkeren

    1.

    Zone A

    Dagen:

    Parkeerduur:

    Parkeertarief (*):

    Zondag t/m vrijdag

    t/m 1 uur

    t/m 2 uur

    t/m 4 uur

    € 2,90 per uur

    Zaterdag

    t/m 1 uur

    t/m 2 uur

    t/m 4 uur

    € 3,30 per uur

    1.1

    Zone A betreft het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen of waterpartijen:

    • Hooglandseweg-Zuid

    • Beek

    • Heiligenbergerbeek

    • Stadsring (met uitzondering van het weggedeelte tussen Hendrik van Viandenstraat en Flierbeek)

    • Arnhemseweg (tot Prinses Julianaplein)

    • Prinses Julianaplein

    • Prinses Julianaplein (tussen Lange Beekstraat en Aldegondestraat)

    • Leusderweg (tot aan de Ponlijn)

    • Ponlijn

    • Kersenbaan

    • Stationsstraat

    • Barchman Wuytierslaan (tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan)

    • spoorlijn Amersfoort-Zwolle tot aan Hooglandseweg-Zuid

    2.

    Zone B

    Dagen:

    Parkeerduur:

    Parkeertarief (*)

    Zondag t/m vrijdag

    t/m 4 uur

    € 2,25 per uur

    Zaterdag

    t/m 4 uur

    € 2,65 per uur

    2.1

    Zone B betreft het gebied dat wordt begrensd door de gemeentegrens en de begrenzing van Zone A.

    (*) Kleinste afrekening in eenheden per minuut

  • B.

    De in de Tabel betaald parkeren onder 1.1. genoemde weggedeelten, wegen en pleinen vallen in het geheel binnen het zonegebied.

Artikel 3 Vergunninggebieden

  • A.

    Als gebieden voor het parkeren voor vergunninghouders bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b van de Verordening worden aangewezen:

    Tabel vergunningparkeren

    1

    In Vergunninggebied A:

    1.1

    Vergunninggebied A1, het gebied omringd door de:

    • rivier de Eem

    • Beek

    • Heiligenbergerbeek

    • Stadsring

    • Stadsring tussen Flierbeek en Hendrik van Viandenstraat

    • Arnhemseweg

    • Prinses Julianaplein met uitzondering van het wegvak tussen Lange Beekstraat en Aldegondestraat

    • Lange Beekstraat 12 t/m 66 (even)

    • Korte Beekstraat

    • gebouwencomplex de Soeverein

    • Leusderweg (tot aan Ponlijn)

    • Ponlijn

    • Stationsstraat

    • Stationsplein

    • Barchman Wuytierslaan tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan

    • spoorlijn Amersfoort-Zwolle tot aan de Eem

    1.2

    Vergunninggebied A2, het gebied omringd door de:

    • Hooglandseweg-Zuid

    • Bloemendalse Buitenkade

    • Schimmelpenninckkade

    • spoorlijn Amersfoort-Zwolle vanaf de Eem tot aan Hooglandseweg-Zuid

    1.3

    Vergunninggebied A3, het gebied omringd door de:

    • spoorlijn Amersfoort – Zwolle

    • rivier de Eem tot Brabantsestraat

    • Brabantsestraat

    • De Nieuwe Poort

    2

    In Vergunninggebied B:

    2.1

    Vergunninggebied B1, het gebied omringd door de:

    • de Ponlijn

    • Stationsplein

    • Barchman Wuytierslaan tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan

    • Barchman Wuytierslaan tussen Heinsiuslaan en Dr. Abraham Kuyperlaan

    • Dr. Abraham Kuyperlaan

    • Prins Frederiklaan

    • P.C. Hooftlaan

    • Da Costaplein

    • Pieter Bothlaan

    • Van Campenstraat

    • Leusderweg tussen de Daltonstraat en de Ponlijn

    2.2

    Vergunninggebied B2, het gebied omringd door de:

    • Stadsring

    • H. van Viandenstraat

    • Bisschopsweg tussen de Arnhemseweg (daarbij inbegrepen Zandgat) en de Hendrik van Viandenstraat (inclusief het parkeerterrein aan de Rubensstraat)

    • Weistraat

    • Veldstraat

    • Arnhemseweg tussen Veldstraat en Prinses Julianaplein

    • Prinses Julianaplein (oostkant tussen Aldegondestraat en Lange Beekstraat)

    • Lange Beekstraat 12 t/m 66 (even)

    • Korte Beekstraat

    • gebouwencomplex de Soeverein

    • Arnhemseweg (tussen Julianaplein en Stadsring)

    • Kroontjesmolen

    • Burgerbuurt

    2.3

    Vergunninggebied B3, het gebied omringd door de:

    • Stadsring (parallelweg tussen Hendrik v. Viandenstraat en Heiligenbergerbeek)

    • Heiligenbergerbeek

    • Zwaanstraat

    • parallelweg van de Heiligenbergerweg tussen de Zwaanstraat en de Pauwstraat

    • de wegas van de Heiligenbergerweg tussen de Pauwstraat en de Bisschopsweg

    • Bisschopsweg tussen Heiligenbergerweg en H. van Viandenstraat (m.u.v. woningbouwcomplex De nieuwe Haghe)

    • H. van Viandenstraat

    2.4

    Vergunninggebied B4, het gebied omringd door de:

    • Van Galenstraat

    • Banckerstraat

    • Pullstraat

    • Cartierstraat

    • Columbusweg

    • St. Brandaenstraat

    • Hogeweg

    • Stadsring

    • Flierbeeksingel

    • Scheltussingel

    • Hooglandseweg-Zuid

    2.5

    Vergunninggebied B5, het gebied omringd door de:

    • de Eem

    • de spoorlijn Amersfoort-Zwolle

    • Koppelweg

    • Grote Koppel

    2.6

    Vergunninggebied B6, het gebied omringd door de:

    • Flierbeeksingel

    • Catharine van Rennespad

    • Blekerssingel

    • Heiligenbergerbeek

    • Stadsring

    • Stadsring tussen Flierbeek en Heiligenbergerbeek

    2.7

    Vergunninggebied B7, het gebied omringd door de:

    • de spoorlijn Amersfoort – Zwolle

    • Piet Mondriaanplein

    • Piet Mondriaanlaan

    • Parallelweg zuidzijde Amsterdamseweg

    • Drentsestraat

    • Puntenburgerlaan

    • Noorderwierweg van de Puntenburgerlaan tot de St Willibrordusstraat

    • St Willibrordusstraat

    • Soesterweg

    • Aucubastraat

    • Laurusstraat

    • Klimopstraat

    • Ligusterstraat

    2.8

    Vergunninggebied B8, het gebied omringd door de:

    • Bisschopsweg

    • Vermeerstraat

    • Rubensstraat

    • Johannes Bosboomstraat

    2.9

    Vergunninggebied B9, het gebied omringd door de:

    • Prins Frederiklaan tussen de Utrechtseweg en de Emmalaan

    • Emmalaan

    • Vondellaan tussen Utrechtseweg en de van Maerlantlaan

    • Vondellaan tussen de van Maerlantlaan en de Pieter Bothlaan

    • Pieter Bothlaan

    • Da Costaplein

    • P.C. Hooftlaan

    3.

    Vergunninggebied G:

    3.1

    Zone G, alle deelautoplaatsen binnen Vergunninggebieden A en B, die door burgemeester en wethouders bij openbaar gemaakt besluit zijn aangewezen.

  • B.

    De in deze Tabel vergunninggebieden genoemde weggedeelten, wegen en pleinen onder Artikel 3, vallen in het geheel binnen het vergunninggebied, met uitzondering van de onderstreepte wegen of weggedeelten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.

  • C.

    Bijzondere aanwijzing:

    In gebieden waar belanghebbenden- of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, of waar een maximale parkeerduur of enige andere parkeerrestrictie geldt, geldt deze restrictie onverminderd ook voor oplaadplaatsen voor elektrische voertuigen. Voor het parkeren op oplaadplaatsen voor elektrische voertuigen geldt tevens de voorwaarde dat de auto met een oplaadkabel verbonden is aan de laadpaal en er daadwerkelijk sprake is van het opladen van accu’s voor de geparkeerde auto. Op belanghebbendenplaatsen geldt dat geparkeerde voertuigen die om 20:30 nog daadwerkelijk laden, op de betreffende oplaadplaats mogen blijven staan tot 09:00 van de daaropvolgende ochtend.

Artikel 4 Tarieven van de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b van de Verordening

Tabel Vergunningtarieven

 

Vergunningtype

Tarief

1

Aan bewoners kan worden uitgegeven:

Bewonersvergunning zone A

Mantelzorgersvergunning zone A

Digitale bezoekersjaarsregeling zone A

Digitale bezoekersregeling zone A

Bewonersvergunning zone B

Mantelzorgersvergunning zone B

Digitale bezoekersjaarsregeling zone B

Digitale bezoekersregeling zone B

Tijdelijke vergunning voor camper/caravan/aanhanger

Verhuisvergunning bewoners

€ 104,80 per jaar

€ 104,80 per jaar

€ 104,80 per jaar

€ 1,05 per uur /max € 4,20 per dag (*1)

€ 86,80 per jaar

€ 86,80 per jaar

€ 86,80 per jaar

€ 0,70 per uur max € 2,80 per dag (*1)

€ 8,70 max 3 dagen te gebruiken (*2)

€ 15,20 eenmalig

2.

Aan bedrijven kan worden uitgegeven:

Bedrijfsvergunning zone A

Bedrijfsvergunning A voor niet Amersfoortse bedrijven

Bedrijfsvergunning zone B

Bedrijfsvergunning A voor niet Amersfoortse bedrijven

Bedrijfsvergunning zone B1

Bedrijfsvergunning zone AB

Bedrijfsvergunning dag (kortparkeerplaats)

Bedrijfsvergunning dag (langparkeerplaats)

Maandvergunning bedrijven

Hulpverlenersvergunning zone A

Hulpverlenersvergunning zone B

€ 282,45 per jaar

€ 282,45 per jaar

€ 141,45 per jaar

€ 282,45 per jaar

€ 141,45 per jaar

€ 1060,60 per jaar

€ 17,40 per dag

€ 8,70 per dag

€ 167,80 per maand

€ 55,20 per jaar

€ 55,20 per jaar

 

Deelautovergunning zone G

€ 104,80 per jaar

(*1) kleinste afrekening in eenheden per minuut

(*2) waarbij geldt dat de eerste twee vergunningen gratis worden verstrekt

Artikel 5 Tarief voor parkeerplaatsgeld als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Verordening.

Het parkeerplaatsgeld bedraagt €8,70 per dag per parkeerplaats.

Artikel 6 Berekening tarieven bij wijzigingen gedurende het jaar.

  • 1.

    De verlengingsdatum voor vergunningen is 1 mei. Wordt een parkeervergunning gedurende het jaar opgezegd dan wordt het bedrag dat na beëindiging van de belastingplicht teveel is betaald gerestitueerd, tenzij het bedrag minder is dan €10,00.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde onder 1 wordt bij het beëindigen van de Digitale bezoekersjaarregeling geen restitutie verleend.

Bijlage 2: KOSTENONDERBOUWING NAHEFFINGSAANSLAG 2022

afbeelding binnen de regeling

  • -

    Het aantallen verwachte naheffingsaanslagen zijn gebaseerd op de aantallen die in de uitvoeringsopdracht 2021 met ParkeerService zijn opgenomen. Omdat de stand van het aantal uitgeschreven naheffings-aanslagen in 2021 door Corona een afwijkend beeld vertonen, is dit niet als uitgangspunt gebruikt.

  • -

    Het maximale bedrag voor de naheffingsaanslag is overgenomen van het Besluit minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties-391819

Bijlage 3: OVERZICHTSKAART VERGUNNINGGEBIEDEN

Kaart gebiedsindeling vergunninggebieden 2022, behorende bij Verordening Parkeerbelastingen 2022.

afbeelding binnen de regeling