Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam houdende de vaststelling van tijdelijke subsidieregels die bijdragen aan het continueren van subsidiabele activiteiten van lokale maatschappelijke instellingen tijdens de coronapandemie (Subsidieregeling coronatransformatie en weerbaarheid Edam-Volendam 2022)

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam houdende de vaststelling van tijdelijke subsidieregels die bijdragen aan het continueren van subsidiabele activiteiten van lokale maatschappelijke instellingen tijdens de coronapandemie (Subsidieregeling coronatransformatie en weerbaarheid Edam-Volendam 2022)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;

gelet op artikel 3, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht een wettelijk voorschrift vereist dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt,

dat ondanks de coronasteun vanuit het Rijk de financiële positie van lokale maatschappelijke organisaties door de gevolgen van COVID-19 zodanig kan verslechteren, dat zonder aanvullende lokale maatregelen aan de sociale, maatschappelijke en culturele infrastructuur schade kan worden toegebracht;

dat de behoeften en deelnamemogelijkheden door de COVID-19-maatregelen van de gebruikers van het activiteitenaanbod is veranderd;

dat het gewenst is de maatschappelijke instellingen in het lokale netwerk, en vooral de kunst en cultuursector, tot het uitvoeren van activiteiten te stimuleren die nodig zijn om te transformeren, zich te vernieuwen en weerbaarder te maken tegen de invloed van de pandemie;

B E S L U I T:

vast te stellen de Subsidieregeling coronatransformatie en weerbaarheid Edam-Volendam 2022.

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: het college van burgemeester en wethouders;

  • gemeente: de gemeente Edam-Volendam;

  • verordening: Algemene subsidieverordening Edam-Volendam;

  • COVID-19-maatregelen: door het rijk genomen maatregelen ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus;

  • lockdown: door de regering getroffen beperkende noodmaatregelen die afwisselend strenger en soepeler zijn, afhankelijk van het reproductiegetal van het (corona)virus;

  • maatschappelijke infrastructuur: het geheel van makers en bemiddelaars die activiteiten van maatschappelijk belang voortbrengen, presenteren, openbaar en toegankelijk maken, verspreiden, faciliteren en dergelijke, inclusief de accommodaties en media die het publiek in staat stellen kennis en deel te nemen.

  • maatschappelijke instelling: een organisatie met of zonder rechtspersoonlijkheid die:

  • zonder winstoogmerk activiteiten aanbiedt aan de inwoners van de gemeente Edam-Volendam op het gebied van cultuur, sport en bewegen, welzijn, toerisme en sociale cohesie;

  • met haar kernactiviteiten het algemeen belang dient;

  • gevestigd is in de gemeente Edam-Volendam of haar activiteiten uitvoert in de gemeente Edam-Volendam;

  • op de datum van indiening van de subsidie aanvraag ten minste drie jaar bestaat;

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Een subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    het aanpassen van het activiteitenaanbod van algemeen belang om de toegankelijkheid en beschikbaarheid gedurende en na de pandemie te kunnen blijven waarborgen;

  • b.

    het vergroten van de weerbaarheid van de maatschappelijke instelling.

Artikel 3 Doelgroep

Een aanvrager komt voor subsidie in aanmerking als hij een maatschappelijk instelling is.

Artikel 4 Aard en aanvraag subsidie

  • 1. Een aanvrager kan eenmaal een subsidieaanvraag indienen op grond van deze regeling.

  • 2. Een aanvraag tot subsidieverlening kan worden ingediend vanaf 1 januari 2022 tot en met 1 juni 2022.

  • 3. Onverminderd artikel 6 van de verordening gaat het aanvraagformulier vergezeld van de volgende stukken:

    • a.

      informatie waaruit blijkt dat de maatschappelijke instelling tenminste twee jaar bestaat en actief is in het lokale netwerk;

    • b.

      een concrete en gedetailleerde beschrijving van de activiteit of investering;

    • c.

      een concrete toelichting van het beoogde resultaat van de activiteit of investering;

    • d.

      een precieze en sluitende begroting van de voorgestelde activiteit of investering;

    • e.

      een beschrijving hoe de activiteit of investering meehelpt aan de doelen van de subsidieregeling;

    • f.

      een financieel jaarverslag 2019, 2020 en in concept 2021;

    • g.

      indien van toepassing een de-minimisverklaring;

    • h.

      Indien voor het eerst een subsidie wordt aangevraagd, worden de volgende aanvullende ingediend:

      • i.

        exemplaar van de oprichtingsakte;

      • ii.

        statuten;

      • iii.

        meest recente jaarverslag;

      • iv.

        meest recente jaarrekening inclusief balans;

      • v.

        uittreksel van de Kamer van Koophandel niet ouder dan 3 maanden;

      • vi.

        kopie van een recent bankafschrift van de rekening waarop de subsidie zal worden overgemaakt.

  • 4. Het college kan bepalen dat naast de in het vierde lid genoemde documenten nog andere stukken moeten worden overgelegd indien deze voor de beoordeling noodzakelijk blijken.

Artikel 5 Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de door het college vastgestelde subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000,-.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. Als subsidiabele kosten worden die kosten beschouwd die direct kunnen worden toegerekend aan de noodzakelijke activiteit en investering.

  • 2. Kosten die betrekking hebben op andere activiteiten, die toezien op de dekking van een exploitatietekort of de dekking van reeds gedane investeringen ter bestrijding van de pandemie worden als niet-subsidiabele kosten beschouwd.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om subsidie binnen acht weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college kan de termijn voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 8 Verplichtingen voor de ontvanger

De subsidie wordt verstrekt onder de verplichting, dat:

  • a.

    binnen twee maanden na het besluit tot verstrekken van de subsidie met de uitvoering van de activiteit wordt begonnen;

  • b.

    de subsidieontvanger zorgt dat de activiteiten zijn afgerond binnen twaalf maanden na het besluit tot verstrekken van de subsidie;

  • c.

    onverwijld schriftelijk melding wordt gedaan als aannemelijk is dat één of meer van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de opgelegde verbonden subsidieverplichting zal worden voldaan;

  • d.

    zodra de activiteiten – waarvoor subsidie is verstrekt – zijn verricht, schriftelijk een kort verslag wordt ingediend van de met de uitgevoerde activiteiten bereikte resultaten. De indiening vindt niet later plaats dan zes weken nadat de activiteiten zijn uitgevoerd.

Artikel 9 Weigeringsgronden

  • Onverminderd artikel 8 van de verordening, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd als:

    • a.

      in de financiering van de beoogde activiteiten kan worden voorzien of is voorzien door andere steunmaatregelen of financieringsbronnen;

    • b.

      de activiteit reeds is afgerond;

    • c.

      de aanvraag geen directe relatie heeft met de beoogde transformatie of het verhogen van de eigen weerbaarheid om de negatieve gevolgen van de coronacrisis uit eigen kracht op te kunnen vangen;

    • d.

      de activiteit niet doelt op het waarborgen van de toegankelijkheid van een aanbod ook gedurende een lockdown;

    • e.

      de activiteit alleen gericht is op het compenseren van reeds opgelopen schade;

    • f.

      de aanvraag een (individueel) commercieel oogmerk heeft;

    • g.

      aanvraag ziet op een periodiek (meer)jaarlijkse en/of subsidie vanuit een andere subsidieregeling;

    • h.

      de aanvraag niet dient tot het bereiken van één of meer van de volgende doelstellingen:

      • i.

        bescherming van de sociaal maatschappelijke infrastructuur op het gebied van vrijetijdsbesteding en sociale cohesie gedurende een periode waar COVID-19-maatregelen van toepassing zijn en daarna;

      • ii.

        beperking van economische schade om activiteiten van maatschappelijk belang blijven uit te kunnen voeren en zo tegemoet komt aan de bevordering van de sociale cohesie en leefbaarheid in de gemeente Edam-Volendam;

Artikel 10 Vaststelling subsidie

Subsidies op grond van deze regeling worden direct vastgesteld.

Artikel 11 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt voor 2022 € 50.000.-.

  • 2. De verdeling van het voor subsidie beschikbare bedrag gebeurt op basis van de volgorde van ontvangst van volledige aanvragen.

  • 3. Als moment van binnenkomst van de subsidieaanvraag geldt het moment dat de aanvraag volledig is.

  • 4. Indien het totaal van de toe te kennen subsidiebedragen het subsidieplafond overschrijdt, wordt het beschikbare budget als volgt verdeeld: ingeval er nog een bedrag resteert na verlening van de subsidie aan de subsidieaanvragers zoals bedoeld onder sub 3, en waarvan het bedrag onvoldoende is om aan alle overgebleven aanvragen tegemoet te komen, wordt het resterende bedrag naar evenredigheid verdeeld onder deze aanvragers.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan één of meerdere bepalingen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing, gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Inwerkingtreding, uitwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2022 en vervalt op 31 december 2022.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling coronatransformatie en weerbaarheid Edam-Volendam 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 30 november 2021,

het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam,

de secretaris,

H. van der Woude.

de burgemeester,

L.J. Sievers.

Toelichting

Algemeen

De coronapandemie heeft niet alleen een (blijvende) impact op onze economie, maar ook op de lokale verenigingen en stichtingen die met hun activiteitenaanbod bijdragen aan het realiseren van gemeentelijk beleid en de leefbaarheid en sociale cohesie. Daarnaast dragen zij met hun aanbod bij aan de toeristische aantrekkingskracht van onze gemeente. Zij lopen inkomsten mis doordat er minder activiteiten mogen plaatsvinden, de donaties stoppen, de groepsgrootte beperkt is, bezoekers wegblijven en leden of vrijwilligers wegvallen. Veel maatschappelijke instellingen hebben vanaf maart 2020 het merendeel van hun activiteiten niet kunnen uitvoeren. Afhankelijk van de sector moesten veel activiteiten ook in 2021 soms worden doorgeschoven naar een later moment. Vaak was het activiteitenaanbod onder de beperkende omstandigheden van de COVID-19-maatregelen ook niet meer toegankelijk voor de samenleving of reageerden gebruikers terughoudend om geen gevaar te lopen.

De actuele ontwikkelingen rond de coronapandemie maken duidelijk dat er nog een groot aantal onzekerheden is op weg naar de uitgang en inmiddels blijkt dat het bestrijden van een virus zich moeilijk laat plannen. Daarom vindt het college het belangrijk dat in een vroeg stadium aandacht aan maatregelen wordt besteed die kunnen helpen om de noodzakelijke aanpassingen in de bedrijfsvoering en het anticiperen op de veranderde omstandigheden van de maatschappelijke instellingen op gang te zetten.

Delen van de maatschappelijke infrastructuur dreigen door de huidige COVID-19-maatregelen ernstig en mogelijk onherstelbaar beschadigd te raken. Deze subsidieregeling is bedoeld om definitieve sluitingen van maatschappelijke instellingen te voorkomen. Organisaties kunnen er activiteiten en investeringen mee bekostigen die bijdragen aan het vergroten van de eigen weerbaarheid tegen de impact van deze pandemie.

Daarnaast krijgen de maatschappelijke instellingen een prikkel om de toegankelijkheid en beschikbaarheid van hun activiteitenaanbod blijvend te bevorderen. Bijvoorbeeld door digitalisering van het aanbod. Hierbij moet daarom ook rekening worden gehouden met de veranderde mogelijkheden, behoeften en vaardigheden van de eindgebruiker van het aanbod.

Deze regeling richt zich daarom op de waarborging van de continuïteit van een lokaal activiteitenaanbod.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Definities

Dit artikel bevat de begripsbepalingen.

Maatschappelijke infrastructuur

De maatschappelijke infrastructuur kan gezien worden als een cyclus bestaande uit een aantal ‘schakels: leren, produceren, presenteren en interesseren.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

De reisbeperkingen, groepsgrootte en angst voor infecties of gebrekkige gezondheid hebben de drempel verhoogd om naar een fysieke locatie te kunnen komen. Dat betekent voor de instellingen automatisch ook mislopen van inkomsten door ticketverkoop of lidmaatschapsbijdragen. Door de teruglopende zichtbaarheid en het gebruik van een aanbod trekken zich in crisistijden ook donateurs en sponsors terug.

Echter is er wel nog behoefte om als lid, deelnemer, bezoeker en/of toerist op afstand gebruik van een activiteit te kunnen maken. Daarnaast wil een vrijwilliger graag nog betrokken kunnen blijven bij de instelling en contact kunnen houden met de andere vrijwilligers. Dat zorgt voor dilemma’s. De instellingen beschikken meestal niet de kennis, expertise en de financiële middelen om zicht te krijgen op de veranderende behoeften en daarop met de juiste maatregelen te reageren. Vaak ontbreekt het bovendien al aan een voldoende digitale voorzieningen om op afstand zichtbaar, toegankelijk en interessant te blijven.

De nadelige financiële situatie veroorzaakt door pandemie vraagt daarom om weloverwogen en verantwoorde investeringen en verandertrajecten. Wat is minimaal nodig, hoe komen we daar en is het rendabel? Dat zijn de vraagstukken die met behulp van doelgerichte inhuur van deskundigheid en investeringen in de daarvoor benodigde voorzieningen (tweetraps-aanpak) opgepakt moeten worden. De doorontwikkeling van de kwaliteit van een reeds bestaand activiteitenaanbod is hiermee niet bedoeld. Daarnaast is deze subsidie niet bedoeld om puur bestemmingsreserves ten behoeve van personeelslasten voor ziekte, ontslag en premies, op te kunnen vullen.

Er is daarom sprake van twee soorten activiteiten, te denken aan:

activiteiten en investeringen die de maatschappelijke instelling helpen om flexibel onder inachtneming van de geldende COVID-19-maatregelen en na deze beperkende periode de uitvoering van activiteiten van maatschappelijk belang mogelijk en voor publiek toegankelijk te maken.

activiteiten en investeringen die de maatschappelijke instelling helpen en stimuleren om tijdens en na de periode waarin COVID-19-maatregelen van toepassing zijn de eigen weerbaarheid te kunnen vergroten en waarmee kan worden ingespeld op de daardoor veranderde behoeften en vaardigheden van de inwoners van de gemeente Edam-Volendam. Deze zijn onder andere:

inhuur deskundigheid op het gebied van fondswerving;

inhuur deskundigheid voor het beoordelen en herstel van de gezondheid van de maatschappelijke instelling (bv. verjonging vrijwilligers en samenstelling bestuur, ontwikkelen passende maatregelen om risico’s door een lockdown het hoofd te kunnen bieden en deze periode financieel te kunnen doorstaan);

inhuur deskundigheid om digitale vaardigheden binnen de eigen organisatie te bevorderen;

investering in doorontwikkeling van digitale infrastructuur;

inhuur deskundigheid voor het in kaart brengen van veranderde behoeften en deelnamemogelijkheden en doorvertaling naar het aanbod.

Artikel 3 Doelgroep

De beschikbaar gestelde middelen vanuit het Rijk zijn toegekend op basis van het inwoneraantal en specifiek gericht op de lokale maatschappelijke infrastructuur. Daarom is het vereist dat activiteiten van een maatschappelijke instelling specifiek gericht zijn op inwoners van de gemeente Edam-Volendam. Voorwaarde voor de instellingen is in eerste instantie dat zij instellingen zijn die gericht zijn op het algemeen nut. Dit kan onder meer blijken uit de statutaire doelstelling en blijkt in ieder geval uit de activiteiten die de instelling uitvoert

Er bestaat al een groot aantal regelingen die financiële steun bieden. Als er landelijke of regionale regelingen beschikbaar zijn, heeft de gemeente geen primaire rol. De aanvrager dient zo optimaal mogelijk gebruik te maken van alle bestaande regelingen, om zijn weerbaarheid en financiële veerkracht te vergroten. Pas als deze regelingen niet van toepassing (of onvoldoende) zijn voor aanvrager om te kunnen blijven bestaan, kan hij deze een aanvraag bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente indienen. Als een aanvrager via landelijke of regionale regelingen alsnog steun ontvangt gericht op het doel van deze regeling is de aanvrager verplicht dit zo spoedig mogelijk bij de gemeente te melden.

Artikel 4 Aard en aanvraag subsidie

De gegevens die gevraagd worden, dienen om een beoordeling te kunnen maken over de noodzaak en de doeltreffendheid van de gevraagde subsidie. Wat wil de aanvrager ermee bereiken? En dienen de voorgestelde activiteiten met het te bereiken resultaat het algemeen belang? Daarnaast is het belangrijk om te kunnen beoordelen of de maatschappelijke instelling nog over voldoende (financiële) veerkracht beschikt om met het uitvoeren van de activiteiten niet haar positie verder te verslechteren.

De subsidie die op basis van deze regeling verstrekt wordt, telt op basis van de huidige regels mee als omzet. Dit kan een nadelig effect hebben, bijvoorbeeld voor het recht op andere landelijke steunmaatregelen of bij beroep op middelen uit fondsen.

De gemeenteraad heeft benadrukt met het subsidiebeleid een administratieve lastenvermindering bij kleine subsidies te willen bereiken. In de uitwerking van deze regeling is daarom gekeken hoe een goede balans gevonden kan worden tussen het waarborgen van lage administratieve lasten voor de aanvrager en de gemeente en aan de andere kant het kunnen inwinnen van informatie om een verantwoorde en resultaatgerichte verdeling van de schaarse middelen te waarborgen.

Artikel 5 Hoogte subsidie

In dit artikel wordt de hoogte van het beschikbaar te stellen subsidiebedrag bepaald. Dit artikel geeft bovendien aan op welke wijze het bedrag van subsidie wordt berekend. Op basis van de subsidiabele kosten wordt een percentage van 50% aan subsidie beschikbaar gesteld. De aanvrager financiert 50% van de subsidiabele kosten zelf. Er is een bovengrens gesteld van € 5.000,- zodat meerdere instellingen beroep kunnen doen op deze regeling.

Subsidieverstrekking is geen inkopen van diensten. Het gaat om een bijdrage van het college aan het mogelijk maken van wenselijke activiteiten die passen bij het realiseren van het beschreven doel van deze regeling.

Vanuit een stimulerend oogpunt spreekt het voor zich dat organisaties die eigen middelen en reserves inzetten om een activiteit mogelijk te maken meer inspanningen verrichten om hun investering terug te verdienen.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Dit artikel gaat uit van mede-vergoeding van kosten die moeten worden gemaakt om maatregelen te kunnen nemen die de toekomstige schade beperken bijvoorbeeld met het oog op het kunnen genereren van inkomsten door middel van een aangepast activiteitenaanbod of door het vergroten van de weerbaarheid van de instelling.

Als subsidiabele kosten komen niet in aanmerking kosten die ontstaan door maatregelen van een bestuur die toezien op het zich verzetten tegen coronamaatregelen. Verder voorziet de regeling niet in kosten voor opstartgelden, voorfinanciering van activiteiten of bekostiging van aanpassingen aan een pand of in kosten voor activiteiten om aan de anderhalve metermaatregel te kunnen voldoen en is inkomenssteun nadrukkelijk uitgesloten.

Artikel 7 Beslistermijn

Door het beslistermijn kort te houden wordt in een zo vroeg mogelijk stadium duidelijkheid voor de aanvrager gecreëerd of hij met de uitvoering van zijn activiteit kan beginnen.

Artikel 8 Verplichtingen voor de aanvrager

Artikel 4:37 Awb geeft enige verplichtingen voor de subsidieontvanger met betrekking tot onder meer de administratie van de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, de te verzekeren risico’s, het afleggen van rekening en verantwoording, het beperken en wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden.

Dit artikel bepaalt de verplichtingen die de maatschappelijke instellingen hebben als zij deze subsidie aanvragen. Deze verplichtingen richt zich op maatregelen en handelingen met betrekking tot de activiteit waarmee zou worden voorkomen dat de financiële positie van de instelling niet nog meer verslechtert.

Artikel 9 Aanvullende weigeringsgronden

Het gaat hier om extra weigeringsgronden. Het gevolg is dat de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen. Deze aanvullende weigeringsgronden zijn noodzakelijk omdat ze specifiek zien op de beoordeling van de beoogde coronatransformatie.

Artikel 10 Vaststelling

De gemeenteraad heeft benadrukt met het subsidiebeleid een administratieve lastenvermindering bij kleine subsidies te willen bereiken. In de uitwerking van deze regeling is daarom gekeken hoe een goede balans gevonden kan worden tussen het waarborgen van lage administratieve lasten voor de aanvrager en de gemeente en het voldoen aan de wettelijke eisen die aan het verstrekken van een subsidie verbonden zijn. Omdat de Algemene subsidieverordening Edam-Volendam toestaat dat subsidies onder een bedrag van € 5.000 ambtshalve (uit eigen beweging) mogen worden vastgesteld, hebben wij ervoor gekozen hiervan gebruik te maken. Dit zorgt ervoor dat een aanvraag om vaststelling van de verleende subsidie overbodig is geworden: een administratieve lastenverlichting.

Artikel 11 Subsidieplafond en verdeelcriteria

Dit artikel bevat de basis van het subsidieplafond dat het college jaarlijks kan vaststellen.

Om dat te kunnen doen, moet er eerst budget worden toegekend door de gemeenteraad. In het subsidieplafond wordt het bedrag aangegeven, dat gedurende de werking van deze regeling beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies. Het subsidieplafond is naar zijn aard een beperking van de verplichting van het bestuursorgaan om aan aanspraken op financiële middelen te voldoen. Met het aangeven van het maximale volume van subsidiëring ten behoeve van deze regeling wordt bereikt, dat een subsidie wordt geweigerd (artikel 4:25 Awb) als de middelen zijn uitgeput die in de begroting beschikbaar zijn gesteld.

De Awb verplicht tot het opstellen van verdeelcriteria. In de regeling wordt als verdeelsleutel het systeem gehanteerd: “Wie het eerst komt, het eerst maalt”. Door publicatie van deze regeling wordt het subsidieplafond en de verdeelregels bekend gemaakt en treden zij in werking.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Met het opnemen van een hardheidsclausule in de regeling heeft het college de mogelijkheid, in gevallen waarin toepassing van de regeling – met het oog op een adequate subsidieverstrekking – een onbillijkheid van overwegende aard zou opleveren, een onderdeel van die regeling (of van een onderliggende subsidieregeling) buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken. Het kenmerk van een hardheidsclausule is dat vooraf niet (precies) te voorzien is of afwijking nodig zal zijn en zo ja, om welke gevallen of groepen gevallen het bij de toepassing zal gaan. Voorts beperkt de toepassing van de hardheidsclausule zich tot (eventuele) onbillijkheden van overwegende aard. De toepassing van een hardheidsclausule zal in het algemeen beperkt blijven tot een enkel individueel geval.

Artikel 13 Inwerkingtreding, uitwerkingtreding en citeertitel

De bekendmaking en inwerkingtreding van de regeling is gebaseerd op de Bekendmakingswet. De regeling moet worden gepubliceerd in het officiële publicatieblad. Dat is het Gemeenteblad Edam-Volendam (artikel 6 Bekendmakingswet). De doorlopende (geconsolideerde) tekst wordt daarbij beschikbaar gesteld via de decentrale regelingenbank op overheid.nl (artikel 19 Bekendmakingswet). De citeertitel bepaalt hoe deze regeling heet. Dit vergemakkelijkt de vindbaarheid.