Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR665405
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR665405/1
Regeling vervalt per 01-01-2025
Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Eijsden-Margraten 2022
Geldend van 02-12-2021 t/m 31-12-2024
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Eijsden-Margraten 2022de raad van de gemeente Eijsden-Margraten;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 september 2021;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
gezien het advies van de beeldvormende vergadering van 1 november 2021;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING EIJSDEN-MARGRATEN 2022
Artikel 1 – Belastbare feit
Onder de naam ’hondenbelasting‘ wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 2 - Belastingplicht
-
1. Belastingplichtig is de houder van een hond.
-
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
-
3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel 3 – Vrijstellingen
-
1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
-
2. De belasting wordt niet geheven voor honden:
- a.
die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;
- b.
die zijn opgeleid tot en dienen als assistentie en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;
- c.
die verblijven in een hondenasiel;
- d.
die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;
- e.
die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;
- f.
waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging.
- a.
Artikel 4 – Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5 - Belastingtarief
-
1. De belasting bedraagt per belastingjaar:
- a.
voor een eerste hond € 80,00
- b.
voor een tweede hond € 85,00
- c.
voor iedere hond boven het aantal van twee € 90,00
- a.
-
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in een kennel, per belastingjaar, per kennel € 600,00. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder een kennel verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen.
Artikel 6 - Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 - Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt is de belasting, respectievelijk de hogere belasting voor het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
-
5. Voor de toepassing van het vorige lid worden de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 9 – Termijnen van betaling.
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.
-
3. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 – Kwijtschelding
Voor de kwijtschelding wordt verwezen naar de regeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Eijsden-Margraten.
Artikel 11 – Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Eijsden-Margraten 2021, laatstelijk vastgesteld bij raadsbesluit van 18 november 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening hondenbelasting Eijsden-Margraten 2022”.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl