Regeling vervallen per 29-03-2022

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren 2021

Geldend van 01-12-2021 t/m 28-03-2022

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren 2021

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LANGEDIJK;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 september 2021;

overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;

artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening: Algemene verordening ondergrondse infrastructuren 2021 en de daarbij behorende toelichting.

HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN

ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

belanghebbenden

de omwonenden en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen;

b.

bovengrondse voorzieningen

transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations die onderdeel uitmaken van een netwerk, als bedoeld in onderdeel i. van dit artikel, die bovengronds worden geplaatst;

c.

breekverbod

tijdelijk verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel;

d.

gedoogplichtige

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, een publiekrechtelijke vergunning of een privaatrechtelijke overeenkomst;

e.

instemmingsbesluit

besluit van burgemeester en wethouders op een aanvraag tot instemming van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, alsmede de privaatrechtelijke toestemming dat kabels en/of leidingen, zoals genoemd in onderdeel f. van dit artikel, mogen blijven liggen volgens het ingestemde tracé;

f.

kabels en/of leidingen

een of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken;

g.

marktconforme kosten

kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een

markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

h.

netbeheerder

degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon acteert als beheerder van een al dan niet openbaar netwerk;

i.

netwerk

samenstel van kabels of leidingen bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

j.

openbaar netwerk

een openbaar elektronisch communicatienetwerk, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, alsmede een netwerk van een netbeheerder die krachtens een wet is aangewezen om een netwerk aan te leggen en te onderhouden;

k.

openbare gronden

openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

l.

registratiesysteem

digitaal systeem dat burgemeester en wethouders hanteren om meldingen en instemmingen van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, en alles wat daarmee samenhangt te verwerken;

m.

spoedeisende werkzaamheden

werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, voor reparatie of onderhoud waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing van de dienstverlening in het betreffende netwerk is opgetreden;

n.

werkzaamheden

handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, waaronder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen;

o.

werkzaamheden van

niet ingrijpende aard

  • werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, met een gezamenlijke tracélengte tot 25 meter, waarbij geen:

    • o

      wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist;

    • o

      bovengrondse voorzieningen worden geplaatst;

    • o

      distributie- en mutatiepunten met een afmeting groter dan 30x30x30 cm (lxbxh) worden geplaatst.

  • het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen;

  • het vervangen van bestaande bovengrondse voorzieningen en/of distributie- en mutatiepunten met dezelfde of kleinere afmetingen;

  • het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 2 m².

TABEL ARTIKEL 2 TOEPASSELIJKHEID

  • 1. Deze verordening is van toepassing op werkzaamheden die door of namens een netbeheerder plaatsvinden binnen de gemeente Langedijk.

  • 2. Het bepaalde in deze verordening geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet of privaatrechtelijke overeenkomsten.

ARTIKEL 3 NADERE REGELS

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2. Deze nadere regels hebben betrekking op:

    • a.

      openbare orde en veiligheid;

    • b.

      het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • c.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

    • d.

      ondergrondse ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden;

    • e.

      nadeelcompensatie in geval van het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen;

    • f.

      de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die moeten worden verstrekt;

    • g.

      de verrekening van herstel-, beheer- en degeneratiekosten;

    • h.

      het al dan niet toestaan van de aanleg van een netwerk dat niet valt onder het begrip openbaar netwerk.

HOOFDSTUK 2: AANVRAGEN EN MELDEN VAN WERKZAAMHEDEN

ARTIKEL 4 INSTEMMINGSVEREISTE

  • 1. Het is verboden werkzaamheden te verrichten zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders genomen instemmingsbesluit.

  • 2. Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een door burgemeester en wethouders goedgekeurde melding.

  • 3. De werkzaamheden moeten binnen een jaar na de datum waarop het instemmingsbesluit onherroepelijk is geworden zijn voltooid.

  • 4. De werkzaamheden van niet ingrijpende aard moeten binnen het in de goedgekeurde melding bepaalde tijdvak zijn voltooid.

  • 5. Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente.

  • 6. Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden zijn bij weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden, burgemeester en wethouders bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van deze weersomstandigheden is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Tijdens door de gemeente vergunde evenementen geldt altijd een breekverbod. De termijnen zoals bedoeld in het derde en vierde lid worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk een dag voor beëindiging van het breekverbod, zullen burgemeester en wethouders de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.

ARTIKEL 5 AANVRAGEN EN MELDEN

  • 1. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden moet een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, bij burgemeester en wethouders worden aangevraagd.

  • 2. In verband met de voorgenomen werkzaamheden kan vooroverleg plaatsvinden met burgemeester en wethouders om de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden.

  • 3. Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige of grondeigenaar dan de gemeente en/of als er een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager burgemeester en wethouders hiervan op de hoogte.

  • 4. Werkzaamheden van niet ingrijpende aard of de aanvang van werkzaamheden moet(en) drie werkdagen voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden gemeld worden bij burgemeester en wethouders.

  • 5. Spoedeisende werkzaamheden moeten voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden gemeld worden bij burgemeester en wethouders of bij een daartoe door hen gemachtigd ambtenaar. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen een werkdag na de aanvang van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan.

ARTIKEL 6 GEGEVENSVERSTREKKING

  • 1. Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, moet gebruik worden gemaakt van het door burgemeester en wethouders gehanteerde registratiesysteem.

  • 2. Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, moeten in ieder geval de volgende gegevens worden verstrekt:

    • a.

      naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;

    • b.

      als het een aanvraag betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;

    • c.

      een opgave van het aantal, de soort, de aard en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • d.

      vereiste vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) op grond van overige wetgeving, alsmede informatie over de afstemming met andere gedoogplichtigen, grondeigenaren, beheerders van openbare gronden en/of belanghebbenden;

    • e.

      een digitale tekening (PDF- en/of DWG-formaat) op basis van een BGT-ondergrond met legenda en eenduidige en volledige maatvoering (RD-coördinaten) met daarop aangegeven:

      • 1°.

        een opgave van het gewenste tracé;

      • 2°.

        een opgave van de tijdelijke en permanente voorzieningen;

      • 3°.

        een opgave van de te plaatsen bovengrondse voorzieningen;

      • 4°.

        een opgave van de te plaatsen distributie- en mutatiepunten groter dan 30x30x30 cm (lxbxh).

    • f.

      overtuigende gegevens en inzicht omtrent de uitvoerbaarheid van de voorgenomen werkzaamheden waaruit blijkt:

      • 1°.

        binnen de beschikbare ruimte aangelegd wordt;

      • 2°.

        dat de bereikbaarheid van de overige kabels en/of leidingen blijft gewaarborgd;

      • 3°.

        dat de vereisten voor het passeren van groenvoorzieningen gewaarborgd blijven.

    • g.

      de tracélengte en de lengte en breedte van de te graven sleuf, alsmede de aard van de sleufbedekking die wordt opengebroken;

    • h.

      de voorgenomen datum van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    • i.

      een opgave van het aantal kabels en/of leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en het aantal kabels en/of leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen;

    • j.

      indien de gemeente de coördinaten van de zich in het tracé bevindende (monumentale) bomen aanlevert, dan moet de netbeheerder deze (inclusief de kroonprojectie) op de instemmingstekening weergeven.

  • 3. Voor een melding, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, moet gebruik worden gemaakt van het door burgemeester en wethouders gehanteerde registratiesysteem. De volgende gegevens moeten daarbij in ieder geval worden verstrekt:

    • a.

      naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;

    • b.

      als het een melding betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;

    • c.

      de uitvoerende partij, het adres van de graaflocatie(s), inclusief een situatieschets;

    • d.

      de lengte en breedte van de sleuf of montagegat(en), alsmede de aard van de sleufbedekking die wordt opengebroken;

    • e.

      de datum van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    In geval van spoedeisende werkzaamheden moeten tevens worden verstrekt:

    • f.

      de aanduiding van de spoedeisende aard van de werkzaamheden;

    • g.

      de omschrijving van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd.

ARTIKEL 7 VOORSCHRIFTEN BIJ INSTEMMINGSBESLUIT

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het afstemmen met andere werkzaamheden, een goede doorstroming van het verkeer en de bescherming van groenvoorzieningen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik, beheer, en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten.

  • 2. De voorschriften, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • b.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen die door derden of de gemeente tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken.

  • 3. De belanghebbenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden moeten schriftelijk worden geïnformeerd over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4. Het is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en groenvoorzieningen terug te brengen in de oude staat, tenzij burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

ARTIKEL 8 (MEDE)GEBRUIK VAN VOORZIENINGEN

  • 1. Op verzoek van burgemeester en wethouders wordt bij de werkzaamheden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van burgemeester en wethouders aangelegde, voorzieningen voor zover dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2. In het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, wordt mede bepaald of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL 9 TERMIJNEN

  • 1. De beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Indien een instemmingsbesluit niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden genomen, delen burgemeester en wethouders dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een redelijke termijn waarbinnen het instemmingsbesluit wel genomen kan worden.

  • 3. De goedkeuring op een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard volgt binnen drie werkdagen.

  • 4. De goedkeuring op een melding voor spoedeisende werkzaamheden volgt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 14, tweede lid, uiterlijk drie werkdagen nadat de melding is gedaan.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

HOOFDSTUK 3: OVERIGE BEPALINGEN

ARTIKEL 10 HET NEMEN VAN MAATREGELEN EN NADEELCOMPENSATIE

  • 1. De netbeheerder is verplicht op verzoek van burgemeester en wethouders over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk.

  • 2. Eventuele nadeelcompensatie in verband met het bepaalde in het eerste lid wordt verleend op basis van een door burgemeester en wethouders vastgestelde nadeelcompensatieregeling.

  • 3. Burgemeester en wethouders en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

ARTIKEL 11 OVERLEG

  • 1. Burgemeester en wethouders organiseren periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden worden uitgenodigd.

  • 2. In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden besproken en afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

ARTIKEL 11a Verkoop, verpachting of verhuur van gronden

  • 1. Burgemeester en wethouders stemmen af met de betrokken netbeheerders indien gronden verkocht, verpacht of verhuurd worden waar (mogelijk) kabels en leidingen in liggen.

ARTIKEL 12 NIET OPENBAAR NETWERK

  • 1. Deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente met betrekking tot een netwerk dat niet valt onder het begrip openbaar netwerk.

  • 2. Bij werkzaamheden aan een netwerk dat niet valt onder het begrip openbaar netwerk, is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL 13 INFORMATIEPLICHT

  • 1. De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders onverwijld en schriftelijk in kennis van het in of uit gebruik nemen van een kabel en/of leiding. Dit geldt ook als een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden. Burgemeester en wethouders kunnen hiervoor een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen verlangen.

  • 2. De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

HOOFDSTUK 4: TOEZICHT EN HANDHAVINGSBEPALINGEN

ARTIKEL 14 TOEZICHT EN HANDHAVING

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

  • 2. Indien burgemeester en wethouders vaststellen dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kunnen burgemeester en wethouders besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid en hun overige wettelijke bevoegdheden zijn burgemeester en wethouders bevoegd, met kennisgeving vooraf aan de netbeheerder, het instemmingsbesluit in te trekken of de werkzaamheden stil te leggen indien:

    • a.

      er wordt gewerkt zonder instemmingsbesluit of zonder melding;

    • b.

      het instemmingsbesluit is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • c.

      het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is verleend;

    • d.

      er wordt gewerkt in afwijking van de voorschriften van het instemmingsbesluit;

    • e.

      er wordt gewerkt in afwijking van de nadere regels;

    • f.

      er wordt gewerkt in strijd met het geldende breekverbod.

HOOFDSTUK 5: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 15 INTREKKING OUDE VERORDENING

  • 1. De Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Langedijk 2014 wordt ingetrokken.

ARTIKEL 16 OVERGANGSBEPALINGEN

  • 1. De verordening, genoemd onder artikel 15, blijft van kracht op instemmingsverzoeken en meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op alle kabels en leidingen, ongeacht op welke grondslag deze zijn aangelegd.

  • 3. Op aanvragen en meldingen waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

ARTIKEL 17 INWERKINGTREDING

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

ARTIKEL 18 HARDHEIDSCLAUSULE

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en uitzonderlijke gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening en de daarbij behorende nadere regels.

ARTIKEL 19 CITEERTITEL

Deze verordening wordt aangehaald als:

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Langedijk

in zijn openbare vergadering van 16 november 2021

de raadsgriffier

J. Vullings

de voorzitter

L.A.M. Kompier

TOELICHTING ALGEMENE VERORDENING ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUREN 2021

Niet alle (sub)artikelen worden automatisch van een toelichting voorzien. Er wordt slechts een toelichting gegeven indien een nadere uitleg noodzakelijk wordt geacht.

Algemeen

Het doel van deze toelichting is om informatie, aanvulling en nadere uitleg te verstrekken met betrekking tot de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (hierna: AVOI), zowel voor gebruik binnen de gemeente als voor de netbeheerders.

De AVOI heeft als doel de regie en coördinatie uniform te regelen met betrekking tot werkzaamheden die nodig zijn voor de aanleg, instandhouding en opruiming van alle kabels en/of leidingen in openbare gronden binnen de gemeentegrenzen. De AVOI reguleert de werkzaamheden in de openbare ruimte, waarbij onder andere de (weg)verharding, maar ook bermen en andere groenvoorzieningen worden opgebroken. De AVOI is ook gericht op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte: proactieve regie1, meer grip en sturing op werkzaamheden, het waarborgen van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie tijdens werkzaamheden; uniforme regels en sanctiemogelijkheden en een efficiënt gebruik van de openbare ruimte.

Volgens de AVOI wordt iedere aanvraag van elke netbeheerder eenduidig behandeld. Het verschil in wettelijke grondslag voor de diverse kabel- en leidingeigenaren (Telecommunicatiewet e.a.) is geen reden om de aanvragen verschillend te behandelen. Immers, in de praktijk gaat het om dezelfde werkzaamheden. Belangrijk uitgangspunt is dat werkzaamheden alleen in en op de openbare ondergrond mogen worden uitgevoerd na voorafgaande instemming van de gemeente. Voor de aanvraag van een instemmingsbesluit zijn aan de gemeente leges verschuldigd, aangezien de instemming als een dienst van de gemeente aan de netbeheerder is te beschouwen. Leges kunnen ook worden geheven voor de melding van werkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan meldingen in het kader van in en uit gebruik nemen van kabels en niet ingrijpende werkzaamheden. Aangezien in bedoelde gevallen in de praktijk ook een dienst door de gemeente wordt geleverd, maar een lichtere procedure geldt, zal dit invloed hebben op de hoogte van de legestarieven. Dit leidt op dit punt tot minder leges voor de netbeheerder.

Via nadere regels (bijvoorbeeld het Handboek-, de Schaderegeling ingravingen- (voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- en degeneratiekosten) en een Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen) kunnen aanvullende voorwaarden, eisen en regels voor de werkzaamheden van de netbeheerder door burgemeester en wethouders worden gesteld.

Kaders voor de gemeentelijke bevoegdheden en rollen

De gemeentelijke bevoegdheden vloeien voort uit de Gemeentewet, de Belemmeringenwet privaatrecht, de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), de Algemene plaatselijke verordening, de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten (hierna: WIBON), de Telecommunicatiewet en uit contractuele afspraken met netbeheerders. De gemeente is in vele rollen betrokken bij werkzaamheden in de openbare ruimte, onder andere als grondeigenaar, ruimtelijk planner, aanlegger van infrastructuur, verkeersregelaar, bodembeschermer, enzovoorts.

In het belang van de gemeente, burgers, bedrijven en netbeheerders moet een zorgvuldig, uniform en integraal beleid gevoerd worden bij voorbereiding, uitvoering en nazorg van werkzaamheden in openbare gronden. De gemeente heeft hierin een coördinerende rol voor een goed verloop van het integrale proces met betrekking tot de werkzaamheden van alle netbeheerders. Mede doordat de fysieke ondergrond vol raakt met een groot aantal kabels en leidingen, is goede afstemming van werkzaamheden en belangen noodzakelijk. De coördinerende rol van de gemeente is bijvoorbeeld terug te vinden in de artikelen 4, 5 en 6 van de AVOI.

Ondanks de verschillende uitgangsposities van partijen wordt door de gemeente efficiëntie, harmonisering en uniformering van de uitvoering van werkzaamheden nagestreefd. Het opbreken van de openbare ruimte moet tot zo min mogelijk overlast leiden, met waarborging van veiligheid en bereikbaarheid en voorkoming van verstoring van openbare orde en ondergrondse ordening. Ten aanzien van het ontwerp, voorbereiding, uitvoering en beheer van de werkzaamheden moet voldaan worden aan de uniforme (uitvoerings-)eisen die door de gemeente zijn vastgelegd in het Handboek kabels en leidingen. Voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- en degeneratiekosten kunnen burgemeester en wethouders tevens nadere regels vaststellen.

HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN

ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Breekverbod

In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die burgemeester en wethouders de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van werkzaamheden bij bepaalde weersomstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast, zware sneeuwval of ijzel, strenge vorst) of tijdens evenementen en/of feest- en gedenkdagen. Dat wil zeggen dat er niet in de grond gegraven mag worden zolang het breekverbod geldt. Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen.

Gedoogplichtige

De gemeente is voornamelijk betrokken in haar rol als beheerder van de openbare gronden. In deze hoedanigheid is de gemeente in het kader van de Telecommunicatiewet gedoogplichtige als het gaat om openbare elektronische communicatienetwerken. Het begrip gedoogplichtige ziet in deze verordening ook op de gemeente indien zij gedoogplichtig is krachtens de Belemmeringenwet privaatrecht dan wel anderszins leidingen (impliciet) moet gedogen. Te denken valt aan privaatrechtelijke afspraken tussen gemeente en een kabel- en/of leidingeigenaar of indien voor deze kabel- en/of leidingeigenaar een aansluitplicht geldt. Gedoogplichtigen moeten de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen toestaan in en op hun gronden. Onder instandhouding van de kabels en/of leidingen wordt verstaan het hebben, houden en onderhouden van de kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij dus niet alleen om het verrichten van onderhouds- en exploitatiewerkzaamheden.

Instemmingsbesluit

Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening moeten vooraf (digitaal) gemeld worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:

  • -

    werkzaamheden;

  • -

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard;

  • -

    spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing.

Voor de werkzaamheden geldt dat pas gestart mag worden met die werkzaamheden als op basis van een aanvraag een instemmingsbesluit is verleend. De gemeente hanteert een doorlooptijd van acht weken voor het nemen van een besluit op aanvragen voor werkzaamheden.

Het instemmingsbesluit is tevens de privaatrechtelijke toestemming voor de netbeheerder om de kabel of leiding te laten liggen, tot het moment dat op grond van artikel 10 van de AVOI een verzoek tot het nemen van maatregelen wordt gedaan.

Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit noodzakelijk maar kan worden volstaan met een (digitale) melding vooraf. Na goedkeuring van de melding kan binnen een termijn van enkele werkdagen met de werkzaamheden gestart worden.

Voor spoedeisende werkzaamheden kan het zijn dat digitaal melden vooraf onmogelijk is. Bijvoorbeeld bij een kapot gesprongen waterleiding. Alleen in dergelijke uitzonderingsgevallen is het toegestaan het werk achteraf te melden en goedkeuring volgt dan ook achteraf. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden omvangrijk zijn geweest of bijvoorbeeld een waterweg hebben gekruist, moet alsnog een instemmingsbesluit worden aangevraagd volgens de gebruikelijke procedure. Zo kan de gemeente alsnog de aan haar verstrekte relevante informatie verwerken.

Kabels en/of leidingen

Kabels en/of leidingen zijn onderdeel van een netwerk, daaronder ook begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten. Voorbeelden van kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), leidingen voor gasvormige stoffen (bijvoorbeeld aardgas, waterstof, biogas), waterleidingen, leidingen ten behoeve van een warmtenet (transport-, distributie- en dienstleidingen) en kabels en leidingen voor industriële netwerken. Voorbeelden van distributie- of mutatiepunten zijn handholes, afsluiters, brandkranen, lassen, enzovoort. Het begrip kabels en/of leidingen omvat ook lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken (zoals mantelbuizen, kabelgoten, duikers) en beschermingswerken. Met lege buizen worden onder andere bedoeld de buizen die worden aangelegd met het oogmerk deel uit te gaan maken van een elektronisch communicatienetwerk of ook buizen die worden aangelegd als een voorziening voor medegebruik.

Marktconforme kosten

De gemeente streeft ernaar om het medegebruik van bestaande voorzieningen (van de gemeente zelf of van andere betrokken partijen) te stimuleren. Partijen kunnen worden verplicht daarvan gebruik te maken, op voorwaarde dat de te betalen vergoeding marktconform is. Hierbij is aansluiting gezocht bij de definitie zoals die in de Telecommunicatiewet wordt gebruikt.

Netbeheerder

Netbeheerders zijn de beheerders van netwerken bestemd voor bijvoorbeeld het transport van water, energie en informatie. Dat zijn dus ook de aanbieders van elektronische communicatienetwerken. Vaak zal de netbeheerder in het geval van voorgenomen werkzaamheden de rol van opdrachtgever op zich nemen.

Netwerk

De omschrijving maakt met name duidelijk dat het gaat om het geheel van kabels of leidingen die bestemd zijn voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, bijvoorbeeld de distributie- en transportnetten voor energie (gas, water, elektriciteit) en de elektronische communicatienetwerken (zoals geregeld in en krachtens de Telecommunicatiewet, artikel 1.1).

Openbare gronden

Hiertoe worden, conform het in de begripsbepalingen genoemde wetsartikel, gerekend de openbare wegen inclusief trottoirs/voetpaden, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, duikers, tunnels, beschoeiingen en andere werken, evenals wateren inclusief bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen die voor eenieder toegankelijk zijn (ook wel openbare ruimte genoemd).

Openbaar netwerk

Een openbaar netwerk is een openbaar elektronisch communicatienetwerk, zoals in de Telecommunicatiewet, artikel 1.1 is beschreven of een netwerk van netbeheerders die krachtens een wet zijn aangewezen (bijvoorbeeld drinkwaterbedrijven, vanuit de Drinkwaterwet, energienetbeheerders vanuit de Elektriciteitswet en Gaswet).

Spoedeisende werkzaamheden

Hiervoor geldt een lichter procedureel regime. De netbeheerder moet duidelijk maken dat dit werk redelijkerwijs geen uitstel kan dulden op grond van de aangegeven belangen.

Werkzaamheden

(Graaf)werkzaamheden in de openbare grond, inclusief het opbreken en herstel van de sleufverharding en sleufloze technieken in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen. Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt mede begrepen het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 10 van de AVOI en in de Telecommunicatiewet. Onder sleufloze technieken wordt verstaan het maken van een holle ruimte in de grond, met behulp van een (gestuurde) boring of persing, zonder daarbij de omringende grondslag te verwijderen. De regels van de AVOI hebben betrekking op mechanische werkzaamheden en handmatige werkzaamheden. Deze laatste zijn vooral van toepassing op werken nabij bomen en andere groenvoorzieningen en bij spoedeisende werkzaamheden of niet ingrijpende werkzaamheden. De AVOI ziet voorts op werkzaamheden in verband met het bevorderen van medegebruik van voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten of geleidingen.

Werkzaamheden van niet ingrijpende aard

Het onderscheid tussen werkzaamheden van al dan niet ingrijpende aard vloeit voort uit artikel 5.4, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet. De definitie geeft op hoofdlijnen aan voor welke situaties deze lichtere procedure van toepassing is. Vaak gaat het om werkzaamheden aan reeds bestaande kabels en/of leidingen en betreft het een beperkte lengte of oppervlakte die niet of nauwelijks het normale gebruik van de openbare gronden beperkt. Daarbij wordt ook mede in de beoordeling betrokken of er rijbanen en andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen gekruist worden of dat boringen noodzakelijk zijn.

Een aansluiting is het gedeelte van de kabel en/of leiding dat een netwerk verbindt met een fysiek punt waarop een klant de toegang tot een openbaar netwerk wordt geboden. Een fysiek punt is bijvoorbeeld een netwerkaansluitpunt, gasmeter, watermeter of ISRA-punt. Dit betekent dat onder andere huisaansluitingen, zoals bedoeld in de WIBON, aansluitingen voor bedrijfspanden of windmolens hier ook onder vallen.

Aansluitingen (tot de in de AVOI bepaalde lengte) worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van een aantal algemene regels van de AVOI. Ook andere niet ingrijpende werkzaamheden, zoals werkzaamheden die slechts gedurende korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk worden verricht en waarvan de impact beperkt en kortstondig is, worden aan een lichter regime onderworpen waarvoor nadere kaders zijn gesteld.

Onder deze werkzaamheden vallen ook:

  • -

    het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen, zoals buizen ten behoeve van glasvezelkabels (bijvoorbeeld HDPE-buizen) en mantelbuizen;

  • -

    het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 2 m².

Een opbreking kan zijn het maken van een montagegat c.q. lasgat ten behoeve van de toegang tot een distributie- of mutatiepunt, het plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol ten behoeve van aansluitingen, het herstellen van kabel- c.q. leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden. Het maken van twee montagegaten c.q. lasgaten tegelijkertijd kan onder andere aan de orde zijn bij het inblazen van glasvezelkabels in bestaande HDPE-buizen.

Overige begripsbepalingen

Behoeven geen nadere toelichting.

ARTIKEL 2 TOEPASSELIJKHEID

Deze AVOI geeft invulling aan de wettelijke plicht van de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen voor werkzaamheden aan kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. De AVOI geldt voor netbeheerders en hun eventuele rechtsopvolger(s). Eventuele bepalingen in de AVOI, waaronder begrepen artikel 10, gelden niet voor deze kabels indien en voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet of privaatrechtelijke overeenkomsten. Vooralsnog is er geen vergelijkbare wettelijke regeling voor andere kabels en leidingen, zoals elektriciteitskabels en waterleidingen. Regels en afspraken met betrekking tot deze netbeheerders werden steeds opgenomen in de APV en/of privaatrechtelijke overeenkomsten. Met deze verordening wordt voorzien in, zoveel mogelijk uniforme, regelgeving voor alle netbeheerders die binnen de gemeente werken.

Onder instandhouding in de zin van deze verordening wordt mede begrepen het nemen van maatregelen, waaronder verplaatsen van de kabels en/of leidingen zoals bedoeld in artikel 10 van de AVOI en in de Telecommunicatiewet.

ARTIKEL 3 NADERE REGELS

Burgemeester en wethouders krijgen de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitvoering van deze verordening vast te stellen. Deze nadere regels kunnen worden opgenomen in onder meer een Nadeelcompensatieregeling, een Schaderegeling ingravingen voor de te hanteren tarieven voor onder andere herstel-, beheer- en degeneratiekosten en Handboek kabels en leidingen. In bijvoorbeeld het Handboek kabels en leidingen kunnen technische en procedurele voorwaarden worden opgenomen in verband met onder andere:

  • -

    feest- of gedenkdagen en/of beperking van overlast voor belanghebbenden, bijvoorbeeld een winkelier;

  • -

    de wijze van uitvoering;

  • -

    het opstellen van voorschriften op het gebied van markering en afzetting;

  • -

    het maken van proefsleuven;

  • -

    opruimen van buiten gebruik zijnde kabels en/of leidingen;

  • -

    toetsingskader voor het toestaan van de aanleg van een netwerk dat niet valt onder het begrip openbaar netwerk.

HOOFDSTUK 2: AANVRAGEN EN MELDEN VAN WERKZAAMHEDEN

ARTIKEL 4 INSTEMMINGSVEREISTE

Uitgangspunt is dat werkzaamheden in de openbare ruimte verboden zijn, tenzij men beschikt over een instemmingsbesluit. De in de Telecommunicatiewet neergelegde verplichting dat instemming van burgemeester en wethouders is vereist, is opgenomen in de AVOI en is van toepassing op de werkzaamheden van alle netbeheerders. Daarmee wordt ook voorzien in de toestemming of vergunning die andere kabel- en leidingeigenaren voorheen dienden te hebben voor voorgenomen werkzaamheden in gemeentegrond. Conform het bepaalde in de Telecommunicatiewet geldt dat die instemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden.

In dit artikel wordt voor de instemmingsprocedure onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden, werkzaamheden van niet ingrijpende aard en spoedeisende werkzaamheden. Niet ingrijpende werkzaamheden zijn werkzaamheden waarvoor gedurende niet meer dan een korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht en waarvan de impact voor de omgeving relatief beperkt en kortstondig is. Er wordt als norm een in de AVOI bepaalde lengte van de kabels en/of leidingen gehanteerd en daarbij mogen geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist. Bij spoedeisende werkzaamheden kan het voorkomen dat, juist vanwege de urgentie, digitaal melden vooraf onmogelijk is.

De uitzonderingsbepaling voor spoedeisende werkzaamheden geldt niet als werkzaamheden moeten worden verricht in gebieden die door de gemeenteraad op een vooraf bekend gemaakte kaart zijn aangegeven. Dit betekent dat in gebieden die op deze kaart staan geen spoedeisende werkzaamheden uitgevoerd mogen worden zonder voorafgaand instemmingsbesluit.

Voorbeelden van dergelijke gebieden die op de kaart kunnen staan zijn:

  • -

    Risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport met gevaarlijke stoffen;

  • -

    Historische stadskernen of historische straten of natuurgebieden;

  • -

    Toegangswegen van en naar gebouwen van hulpdiensten, brandweerkazernes, politie, en gemeentelijke gebouwen. De gemeente kan voor toegangswegen naar zulke gebouwen de doorgang altijd vereisen.

In bovenstaande gevallen is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht van de gemeente wordt gegraven. Vaststelling van deze gebieden kan ook plaatsvinden na vaststellen van de AVOI.

Voor werkzaamheden rond de kabels en/of leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering, netten voor openbare verlichting, is om praktische redenen de verordening (en het daarin opgenomen breekverbod) niet van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit is het wel zeer wenselijk dat waar mogelijk binnen de gemeente afspraken en procedures worden gemaakt om de doelen van deze verordening ook intern zoveel mogelijk na te leven.

Ondanks het feit dat er een instemmingsbesluit of een goedkeuring op een melding voor de werkzaamheden is verstrekt, zijn burgemeester en wethouders bevoegd een breekverbod in te stellen tijdens door de gemeente vergunde evenementen of als er naar haar oordeel sprake is van weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden. Een afweging die hierbij gemaakt wordt is de kans op schade en de omvang hiervan aan de openbare gronden als er gegraven wordt. Het breekverbod wordt op de dag dat dit ingaat, gecommuniceerd naar de betrokken uitvoerende partijen. In ieder geval een dag voor het beëindigen van het breekverbod wordt dit meegedeeld aan de betrokken uitvoerende partijen.

Gedurende het breekverbod mogen er op geen enkele wijze werkzaamheden plaatsvinden in de openbare grond en/of bestrating. In het geval van spoedeisende werkzaamheden is het breekverbod niet van toepassing. Een nadere omschrijving van het breekverbod is opgenomen in het Handboek kabels en leidingen. De geldigheidsduur van het instemmingsbesluit en/of goedgekeurde melding wordt automatisch verlengd met de periode van het breekverbod.

ARTIKEL 5 AANVRAGEN EN MELDEN

In het artikel wordt aangegeven dat de aanvraag van de voorgenomen werkzaamheden bij burgemeester en wethouders moet worden gedaan. Dat kan bij burgemeester en wethouders of bij de daarvoor gemandateerde ambtenaren.

Voor spoedeisende werkzaamheden, zoals ingeval van storingen, wordt een uitzondering gemaakt. Deze moeten zoveel mogelijk voor aanvang van de werkzaamheden gemeld worden, als dit niet mogelijk is moet dit in ieder geval binnen een werkdag na uitvoering van de werkzaamheden zijn gedaan.

Spoedeisende werkzaamheden moeten bij de burgemeester en wethouders van de gemeente worden gemeld dan wel bij een daartoe door hen gemachtigd ambtenaar. In de praktijk kan buiten kantooruren de melding veelal plaatsvinden bij de calamiteiten- of piketdienst.

De burgemeester kan besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden als de openbare orde zich verzet tegen de uitvoering van bovengenoemde werkzaamheden. Dit geldt ook als er gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar is.

In dit artikel wordt beschreven dat de voorgenomen werkzaamheden ook betrekking kunnen hebben op openbare gronden van andere gedoogplichtigen of grondeigenaren dan de gemeente. Omdat de gemeente een coördinerende rol heeft over alle openbare gronden binnen de gemeentelijke grenzen moet voor alle voorgenomen werkzaamheden in openbare grond een aanvraag voor een instemmingsbesluit worden gedaan. Dit geldt dus ook in het geval dat voorgenomen werkzaamheden zich beperken tot bijvoorbeeld openbare gronden van de Provincie of het Waterschap.

Wellicht ten overvloede wordt erop gewezen dat naast het instemmingsbesluit mogelijk ook andere vergunningen aangevraagd moeten worden voor de voorgenomen werkzaamheden. In het geval dat naast een instemmingsbesluit een vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan dan de gemeente nodig is, heeft de gemeente hierin een coördinerende rol om afstemming te bevorderen.

Als de aanvrager daar om verzoekt kan de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de aanvragen bij andere bestuursorganen nastreven. De aanvrager blijft echter zelf verantwoordelijk voor de afstemming en toestemming van alle betrokken gedoogplichtigen of grondeigenaren en het aanvragen en verkrijgen van de benodigde vergunningen.

Het is belangrijk dat aanvragers zelf bij het aanvragen van een instemmingsbesluit rekening houden met een eventueel vergunning traject waarop de aanvraag voor het instemmingsbesluit betrekking heeft. Dit kan onnodige vertraging voorkomen bij het afgeven van het instemmingsbesluit omdat het verlenen van een benodigde vergunning eerst afgewacht moet worden voordat er instemming kan worden verleend.

ARTIKEL 6 GEGEVENSVERSTREKKING

In dit artikel is verduidelijkt op welke wijze een aanvraag moet worden gedaan en welke gegevens daarbij verstrekt moeten worden. Het betreft informatie die de gemeente als beheerder van de openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te krijgen in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Zo moeten in het geval dat een netbeheerder opdracht geeft om de werkzaamheden te laten verrichten en daartoe een externe uitvoerder machtigt, behalve de gegevens van de externe partij ook die van de netbeheerder worden verstrekt.

De aanvraag moet (digitaal) gebeuren door middel van het door burgemeester en wethouders gehanteerde registratiesysteem. Voor aanvragen voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard behoeft slechts een beperkt aantal gegevens verstrekt te worden. Voor reguliere aanvragen moeten meer gegevens verstrekt worden.

Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4:5 lid 1 Awb.

Bij de aard van de kabels en/of leidingen gaat het erom of deze deel uitmaken van een openbaar netwerk. Is dit niet het geval dan hoeft de gemeente de aanleg van die kabels en/of leidingen niet toe te staan.

Het waarborgen van de blijvende bereikbaarheid van de kabels en/of leidingen kan bijvoorbeeld worden aangetoond door een opgave van de doorsnede van de kabel- en/of leidingsleuf of -goot waarin het ruimtebeslag van de aanwezige en de aan te brengen kabels en/of leidingen gezamenlijk is aangegeven. Indien de aanleg van kabels en/of leidingen (mogelijk) hinderlijke ligging teweeg zal brengen moet aan de gemeente overlegd worden wat de uitkomst is van overleg met andere netbeheerders en welke afspraken inzake de hinderlijke ligging er zijn gemaakt tussen netbeheerders. Indien het beoogde tracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels en/of leidingen moet een alternatief tracé worden gekozen.

Op grond van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten (WIBON) is er een elektronisch informatiesysteem waarmee informatie tussen beheerders enerzijds en opdrachtgevers, grondroerders en bestuursorganen anderzijds wordt uitgewisseld. De netbeheerders zijn verplicht, conform WIBON, om hun kabels en/of leidingen zodanig te registreren, dat steeds inzicht daarin kan worden verkregen.

Er is samenhang tussen de WIBON en de AVOI van de gemeente. De WIBON heeft betrekking op het voorkomen van graafschade via een plicht tot zorgvuldig graven én een plicht tot zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. De WIBON bepaalt in artikel 44 dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven over werkzaamheden, waaronder het binden van graafwerkzaamheden aan het hebben van een vergunning (in de zin van deze verordening een instemmingsbesluit).

ARTIKEL 7 VOORSCHRIFTEN BIJ INSTEMMINGSBESLUIT

Op grond van de AVOI gelden een aantal verplichtingen voor degene die werkzaamheden gaan verrichten. Daarnaast kunnen burgemeester en wethouders aan het instemmingsbesluit aanvullende voorschriften verbinden. In de verordening is geregeld onder welke voorwaarden dit kan en welke soort voorschriften dit zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de (deels wettelijk vastgelegde) belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen. Daarnaast kunnen door burgemeester en wethouders lokaal geldende regels van toepassing worden verklaard als die er ten aanzien van de aanleg van kabels en/of leidingen zijn.

In het kader van de ondergrondse ordening kan gedacht worden aan bescherming van reeds in de grond aanwezige netwerken van bijvoorbeeld de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water, elektriciteit of vaste stoffen. Bescherming van deze netwerken betekent onder meer het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze netwerken. Voorts kan dit (indirect) met zich meebrengen dat deze netwerken zo min mogelijk worden gehinderd in hun ligging.

Dit artikel benadrukt dat alle belanghebbenden worden geïnformeerd. Hieronder vallen onder andere bewoners van percelen langs het tracé, maar ook de bedrijfsmatige gebruikers, winkeliers en gebruikers van kantoorpanden.

Als burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven zelf zorg te dragen voor het in oude staat terugbrengen van verhardingen en beplanting moet de netbeheerder de marktconforme kosten daarvan aan de gemeente vergoeden.

ARTIKEL 8 (MEDE)GEBRUIK VAN VOORZIENINGEN

Dit artikel heeft als doel om medegebruik zoveel als mogelijk te bevorderen. Op verzoek van burgemeester en wethouders moet zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van reeds aanwezige voorzieningen, mits deze tegen een marktconforme prijs worden aangeboden. Het doel hiervan is te voorkomen dat onnodig gegraven wordt in gemeentegrond en dat er zo effectief mogelijk gebruik wordt gemaakt van de openbare ruimte bijvoorbeeld door middel van het delen van voorzieningen. Voorzieningen zijn bijvoorbeeld kabelgoten en geleidingen.

Als de voorzieningen in eigendom is van de gemeente, dan is voor het medegebruik schriftelijke toestemming van de gemeente verreist. Als de voorziening in gebruik is van derden dan moet met die partij afspraken gemaakt worden over het medegebruik.

ARTIKEL 9 TERMIJNEN

De beslistermijn van burgemeester en wethouders is maximaal acht weken en is afgeleid uit de Telecommunicatiewet en de Awb. Op grond van de Telecommunicatiewet en de Awb delen burgemeester en wethouders indien een instemmingsbesluit niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden genomen, dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen het instemmingsbesluit wel kan worden genomen.

In navolging van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen moeten burgemeester en wethouders zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Burgemeester en wethouders kunnen onder bepaalde voorwaarden de termijn tot besluitvorming verlengen en een nieuwe termijn stellen.

De Lex Silencio Positivo is de rechtsfiguur waarbij er automatisch sprake is van een positieve beschikking (in het kader van deze AVOI wordt hiermee het instemmingsbesluit of de goedgekeurde melding bedoeld) als een bestuursorgaan niet binnen de voorgeschreven beslistermijn een besluit op een aanvraag heeft genomen, de zogenaamde van rechtswege verleende beschikking (geregeld in paragraaf 4.1.3.3. van de Awb). Het uitsluiten van de Lex Silencio Positivo is alleen mogelijk wanneer dit gerechtvaardigd kan worden door dwingende redenen van algemeen belang. In de AVOI wordt beschreven wat de procedure is om zaken grondig af te wegen, waarbij juist onderdelen van openbare veiligheid en verkeersveiligheid een grote rol spelen. Een Lex Silencio Positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang met name openbare orde, openbare veiligheid, verkeersveiligheid en volksgezondheid. Derhalve is paragraaf 4.1.3.3. van de Awb in de AVOI niet van toepassing verklaard.

HOOFDSTUK 3: OVERIGE BEPALINGEN

ARTIKEL 10 HET NEMEN VAN MAATREGELEN EN NADEELCOMPENSATIE

Op het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden gelden de geformuleerde bepalingen, in samenhang met de Telecommunicatiewet of eventuele geldende privaatrechtelijke overeenkomsten met de netbeheerder(s). Een netbeheerder is verplicht maatregelen te nemen, waaronder het verplaatsen, als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. De gemeente zal dus de noodzaak moeten aantonen. De eventuele compensatie van kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, worden berekend aan de hand van de gemeentelijke publiekrechtelijke Nadeelcompensatieregeling, de tussen partijen van toepassing zijnde privaatrechtelijke afspraken of de Telecommunicatiewet.

Alle hierboven bedoelde kosten van het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen, op verzoek van de gemeente zijn onvermijdelijke maatschappelijke kosten die zo laag mogelijk gehouden moeten worden. Dat is een van de redenen waarom op initiatief van de gemeente proactieve regie wordt gevoerd. Hierbij worden de plannen van de gemeente én van de netbeheerders vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.

ARTIKEL 11 OVERLEG

Ter afstemming van allerlei zaken en het voeren van proactieve regie wordt er regelmatig een periodiek (langetermijn-) overleg gepland tussen de gemeente en netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen. Dit gebeurt op initiatief van de gemeente. Het kan ook in samenwerking met andere gemeenten of overheden gebeuren.

De gemeente overlegt met de netbeheerders indien de gemeente plannen heeft tot het verkopen, verpachten of verhuren van gronden waarin (mogelijk) kabels en leidingen liggen. In overleg tussen de gemeente en de netbeheerder worden indien nodig nadere afspraken gemaakt.

ARTIKEL 12 NIET OPENBAAR NETWERK

Met een niet openbaar netwerk worden kabels en/of leidingen bedoeld die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden. Voorbeelden hiervan zijn warmtenetten of een point-to-point (glasvezel)verbinding tussen twee gebouwen als deze (gedeeltelijk) in openbare grond is aangelegd door de gebouweneigenaar zelf. De gemeente gedoogt (onder voorwaarden) kabels en/of leidingen met een publieke of openbare functie in de openbare ruimte. De gemeente kan echter ook aanvragen krijgen van partijen die kabels en/of leidingen wensen aan te leggen die niet onder het begrip openbaar netwerk vallen. Vanwege het intensieve gebruik van de ondergrondse ruimte en de veiligheidsrisico’s is de tendens dat de gemeente terughoudend omgaat met het verlenen van toestemming voor de aanleg van niet openbare netwerken van particulieren en/of bedrijven. Particulieren die een eigen verbinding wensen, moeten bij voorkeur gebruik maken van openbare netstructuren. Toch zijn er uitzonderingssituaties en indien de beschikbare (ondergrondse) ruimte het toestaat kan de gemeente onder strikte voorwaarden daarvoor toestemming geven.

Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet openbare netwerken in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de AVOI van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar wordt bedoeld openbare netwerken daar moet worden gelezen niet openbaar netwerk. Dat betekent echter niet dat de gemeente daarmee een gedoogplicht voor deze kabels en/of leidingen heeft.

ARTIKEL 13 INFORMATIEPLICHT

Ten aanzien van kabels (en bijbehorende voorzieningen) ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken is wettelijk voorzien in regels voor de duur van de gedoogplicht. Het is mede daarom van belang om inzichtelijk te hebben of kabels en/of leidingen nog deel uitmaken van een netwerk. Ook gezien de mogelijkheden tot medegebruik van al bestaande voorzieningen.

Netbeheerders moeten burgemeester en wethouders informeren over het al dan niet in gebruik zijn van bepaalde voorzieningen. Op verzoek van burgemeester en wethouders moeten zij gegevens kunnen overleggen van alle al dan niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. Het gaat daarbij om gegevens over de status van de kabels en/of leidingen, bijvoorbeeld dat deze (tijdelijk) niet in gebruik zijn, maar op enig moment wel weer in gebruik kunnen worden genomen, of dat deze verlaten worden en op een geschikt moment kunnen worden opgeruimd. De bewijslast van ingebruikname en het in gebruik hebben, ligt bij de netbeheerder.

Wijzigingen kunnen ook optreden door het vervallen van het openbare karakter van gronden. Dit heeft ook gevolgen voor het al dan niet mogen hebben en houden van kabels en/of leidingen in deze gronden.

Burgemeester en wethouders moeten op de hoogte gesteld worden van het feit dat het eigendom wordt overgedragen. Indien eigendom, exploitatie of beheer van de kabel en/of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten volgens deze verordening die betrekking hebben op de kabel en/of leiding van rechtswege over op de nieuwe netbeheerder.

Op het eigendom van kabels en leidingen zijn de wettelijke bepalingen van toepassing.

HOOFDSTUK 4: HANDHAVINGS- EN TOEZICHTBEPALINGEN

ARTIKEL 14 TOEZICHT EN HANDHAVING

De gemeente is belast met de handhaving van hetgeen in de verordening is opgenomen en ten aanzien van het instemmingsbesluit. Dit artikel geeft aan dat burgemeester en wethouders ambtenaren kunnen aanwijzen die belast zijn met toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens deze AVOI. Als een of meer partijen zich niet houden aan de voorschriften van deze AVOI behouden burgemeester en wethouders zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van de hen toekomende bevoegdheden en mogelijkheden zowel bestuursrechtelijk als civielrechtelijk en eventueel strafrechtelijk.

Bestuursrechtelijk zijn met name de Awb en de Gemeentewet van belang met de huidige bepalingen inzake bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Civielrechtelijk blijven de opties van onrechtmatige daad van toepassing. Strafrechtelijk is naast het wetboek van Strafrecht in algemene zin ook de Wet op de economische delicten relevant, omdat daarin rechtstreeks bepalingen uit de Telecommunicatiewet van toepassing zijn verklaard.

Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kunnen burgemeester en wethouders in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan. Bijvoorbeeld bij overtreding van het breekverbod.

Normaliter zullen burgemeester en wethouders handhavend optreden, maar onder bijzondere omstandigheden kan worden verlangd dat achteraf een situatie wordt gelegaliseerd. Bijvoorbeeld indien voor reeds uitgevoerde werkzaamheden een melding is gedaan terwijl een instemmingsbesluit had moeten worden aangevraagd. Het laten verwijderen of verplaatsen van de kabels en/of leidingen kan zodanig onevenredig zijn in verhouding tot het openbaar belang dat de vereiste instemmingsprocedure alsnog moet worden gevolgd. Daarbij is het belangrijk dat er voldaan moet worden aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de instemmingsprocedure. Te denken valt onder andere aan een aantal (praktische) zaken, zoals het verstrekken van relevante gegevens. De kosten die de gemeente maakt voor het alsnog volgen van de vereiste procedure, is ook te beschouwen als een dienst van de gemeente waarvoor alsnog (verhoogde) leges verschuldigd kunnen zijn. Ook eventuele herstraatkosten en dergelijke kunnen in rekening worden gebracht.

Burgemeester en wethouders hebben de mogelijkheid de verleende instemming in te trekken als er niet voldaan is aan de voorschriften wat betreft plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden. Burgemeester en wethouders gaan niet over tot intrekking van het instemmingsbesluit voordat burgemeester en wethouders de houder van het instemmingsbesluit hebben gehoord. Aan het besluit tot intrekking van het instemmingsbesluit kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabels en/of leidingen te verplaatsen of deze te verwijderen, zodat weer de oorspronkelijke situatie ontstaat.

HOOFDSTUK 5: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 15 INTREKKING OUDE VERORDENING

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

ARTIKEL 16 OVERGANGSBEPALINGEN

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

ARTIKEL 17 INWERKINGTREDING

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

ARTIKEL 18 HARDHEIDSCLAUSULE

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.

ARTIKEL 19 CITEERTITEL

Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.


Noot
1

Op initiatief van de gemeente wordt proactieve regie gevoerd. Dit heeft als doel om de overlast en maatschappelijke kosten ten gevolge van werkzaamheden in de openbare ruimte te minimaliseren. Het voeren van proactieve regie in de ondergrond door de gemeente bevordert de graafrust en bespaart kosten, een win-win situatie.

Rode draad van proactieve regie is informatie-uitwisseling tussen alle belanghebbenden. Partijen (gemeenten, netbeheerders en uitvoerende partijen) betrekken elkaar vroegtijdig en in de juiste fase bij projecten. De plannen van de gemeente én van de netbeheerders worden vanuit een lange termijn planning (tot vijf jaar vooruit) zoveel als mogelijk inzichtelijk gemaakt en gemonitord teneinde werkzaamheden zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen en/of te combineren.