Beleidsregels ontheffingen Verkeersbesluit voor de Vecht

Geldend van 21-12-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels ontheffingen Verkeersbesluit voor de Vecht

Het dagelijks bestuur van het waterschap Velt en Vecht;

gezien het advies d.d. 18 november 2011, kenmerk 5215u/Bmo/pd/2011;

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet en het Verkeersbesluit voor de Vecht;

BESLUIT

de volgende Beleidsregels ontheffing Verkeersbesluit voor de Vecht vast te stellen:

Inleiding

Op 12 juli 2011 heeft het dagelijks bestuur van waterschap Velt en Vecht het Verkeersbesluit voor de Vecht vastgesteld. Dit besluit is in werking getreden op 21 juli 2011.

Het Verkeersbesluit voor de Vecht is genomen in het belang van:

  • -

    het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;

  • -

    het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen;

en mede in het belang van:

  • -

    het voorkomen of beperken van hinder of gevaar door het scheepvaartverkeer voor personen die zich anders dan op een schip te water bevinden;

  • -

    het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van het gebied waarin de Vecht is gelegen.

Met het Verkeersbesluit voor de Vecht worden regels gesteld voor het gebruik van de Vecht als vaarweg. In het Verkeersbesluit worden daartoe ge- en verboden gesteld. Het dagelijks bestuur kan van deze gebods- en verbodsbepalingen ontheffing verlenen.

Met deze notitie wordt nader invulling gegeven ten aanzien van het gebruik van die bevoegdheid.

Wettelijk kader

Op grond van artikel 7 van de Scheepvaartverkeerswet (SVW) kan het dagelijks bestuur ontheffing verlenen van een gebod of verbod. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Bij de toepassing van het verlenen van deze ontheffingen dient rekening te worden gehouden met het belang of de belangen, ten dienste waarvan het desbetreffende gebod of verbod is gesteld.

In artikel 9 van het Verkeersbesluit is aan het dagelijks bestuur de bevoegdheid toegekend van de in het Verkeersbesluit gestelde gebods- en verbodsbepalingen ontheffing te verlenen. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Beleid)

Op grond van Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het dagelijks bestuur beleidsregels vaststellen “met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende bevoegdheid”. Het betreffen regels die aangeven hoe een al bestaande bevoegdheid zal worden uitgeoefend. In dit geval de bevoegdheid om ontheffing te verlenen van de in het Verkeersbesluit gestelde gebods- en verbodsbepalingen.

Op grond van artikel 1:3, lid 4, van de Awb wordt onder een beleidsregel verstaan een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

Met deze definitie van beleidsregels wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende soorten beleidsregels, beleidsregels betreffende:

  • 1.

    de afweging van belangen,

  • 2.

    de vaststelling van feiten of,

  • 3.

    de uitleg van wettelijke voorschriften.

In dit geval sprake van beleidsregels betreffende de afweging van belangen, namelijk het in aanmerking komen voor een ontheffing van één of meerdere gebods- of verbodsbepalingen.

Inherente afwijkingsbevoegdheid

Is een beleidsregel vastgesteld dan dient het dagelijks bestuur in overeen-stemming met die beleidsregel te handelen tenzij dat voor een of meer belang-hebbenden (het waterschap inbegrepen!) gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen, de zogenaamde inherente afwijkingsbevoegdheid.

Er moet aan twee, cumulatieve voorwaarden voldaan zijn, voordat deze afwijkingsbevoegdheid van toepassing is:

  • 1.

    het moet gaan om een uitzondering

  • 2.

    de bijzondere omstandigheden dienen met zich te brengen dat de nadelige of voordelige gevolgen van handelen in overeenstemming met de beleidsregel onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Ge- en verboden

Het verkeersbesluit voor de Vecht kent de volgende gebods- en verbodsbepalingen:

  • 1.

    Het is verboden bovenstrooms van de Hessel Mulertbrug te Ommen te varen met motorschepen op de Vecht, met uitzondering van de periode van 1 april tot 1 november.

  • 2.

    Het is verboden bovenstrooms van de Hessel Mulertbrug te Ommen te varen tussen zonsondergang en zonsopgang.

  • 3.

    De grootst toegelaten afmetingen en diepgang voor schepen beneden-strooms van de Hessel Mulertbrug te Ommen zijn:

    • a.

      lengte: 35,00 m;

    • b.

      breedte: 5,85 m;

    • c.

      diepgang: 1,00 m.

  • 4.

    De grootst toegelaten afmetingen en diepgang voor schepen bovenstrooms van de Hessel Mulertbrug te Ommen zijn:

    • a.

      lengte: 12,5 m;

    • b.

      breedte: 2,75 m;

    • c.

      diepgang: 0,50 m.

  • 5.

    De maximaal toegelaten vaarsnelheid op de Vecht voor motorschepen is 9 km per uur.

  • 6.

    Het is verboden gebruik te maken van waterscooters op de gehele Vecht

  • 7.

    Het is verboden ligplaats te nemen (ankeren en meren) met een schip:

    • a.

      langs de op de bij dit verkeersbesluit behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten aangegeven zones en

    • b.

      anders dan aan de daartoe bestemde en ter plaatse als zodanig aangeduide voorzieningen.

  • 8.

    Het is verboden de oevers of aanliggende terreinen te betreden, tenzij ter plaatse anders is aangegeven.

Ontheffing

Het dagelijks bestuur wil restrictief omgaan met de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffingen.

  • -

    Een ontheffing wordt niet verleend, als, door het verlenen van een ontheffing, de kans bestaat dat aan de specifieke gebods- of verbodsbepaling geen zelfstandige betekenis meer toekomt. Met andere woorden: de specifieke gebods- of verbodsbepaling moet niet worden uitgehold door het verlenen van een ontheffing en daarmee de kans dat ook andere, vergelijkbare, ontheffingen moeten worden verleend.

  • -

    Een ontheffing wordt daarnaast niet verleend als de gevraagde ontheffing niet verenigbaar is met de bescherming van de belangen genoemd in het Verkeersbesluit voor de Vecht of wanneer het doel dat met de ontheffing gediend zou zijn, anderszins te bereiken is.

  • -

    Een ontheffing wordt niet verleend indien deze niet handhaafbaar is.

Ten aanzien van het verbod van het gebruik mogen maken van waterscooters op de Vecht wordt geen ontheffing verleend. Het gebruik van waterscooters op de Vecht past niet binnen de bescherming van de belangen waarvoor het Verkeersbesluit is opgesteld, in het bijzonder het belang van:

  • a.

    het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen;

  • b.

    het voorkomen of beperken van hinder of gevaar door het scheepvaartverkeer voor personen die zich anders dan op een schip te water bevinden;

  • c.

    het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van het gebied waarin de Vecht is gelegen.

Dit geldt eveneens voor het verbod ten aanzien van de maximaal toegelaten vaarsnelheid op de Vecht voor motorschepen. Ook hier wordt geen ontheffing verleend voor een hogere toegelaten snelheid.

Indien een ontheffing wordt verleend kan dat voor onbepaalde of bepaalde tijd. Een ontheffing kan aan een schip (zaaksgebonden ontheffing) dan wel op naam (persoonsgebonden ontheffing) worden verleend.

Redenen om een ontheffing te verlenen kunnen zijn:

  • a.

    ten behoeve van direct aanwonenden aan de Vecht;

  • b.

    ten behoeve van het onderhoud van of bereiken van eigendommen aan de Vecht;

  • c.

    ten behoeve van de voortzetting van activiteiten met betrekking tot het varen op de Vecht van rechtspersonen, al dan niet in de uitoefening van een bedrijf of beroep, die aannemelijk kunnen maken dat deze activiteiten voor de inwerkingtreding van het Verkeersbesluit voor de Vecht al aanwezig waren op de Vecht, in het bijzonder die rechtspersoon die bij het exploiteren van hun onderneming gebruik maken van de Vecht:

  • d.

    ten behoeve van activiteiten in het kader van scholing en onderzoek;

  • e.

    ten behoeve van evenementen;

  • f.

    ten behoeve van oefeningen voor de hulpverlening bij ongevallen door hulpdiensten.

Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking op de dag, volgend op de dag van bekendmaking. Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels ontheffingen Verkeersbesluit voor de Vecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 13 december 2011.

Het dagelijks bestuur voornoemd,

ing. W. Wolthuis, dijkgraaf

ing. R. Schuiling M.Sc., secretaris