Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR665216
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR665216/1
Regeling vervallen per 01-01-2023
Legesverordening gemeente Beekdaelen 2022
Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022
Intitulé
Legesverordening gemeente Beekdaelen 2022De raad van de gemeente Beekdaelen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 oktober 2021,
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet’;
besluit
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2022
(legesverordening gemeente Beekdaelen 2022)
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- -
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- -
jaar: het tijdvak dat loopt van de dag n in een kalenderjaar tot en met dag n-1 in het volgende kalenderjaar;
- -
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;
- -
maand: het tijdvak dat loopt van dag n in een kalendermaand tot en met dag n-1 in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als dag n in een kalendermaand 30 of 31 januari is, dan is dag n-1 in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari;
- -
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel;
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet;
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald, ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 2.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 3.
onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 4.
hoofdstuk 16 (kansspelen).
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De Legesverordening gemeente Beekdaelen 2021, van 10 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12 opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
-
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2022.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening gemeente Beekdaelen 2022”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 november 2021.
De griffier,
Mevr. B.W.E. v.d. Wijst-Triepels
de voorzitter,
Dhr. ing. E. Geurts
Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2022 gemeente Beekdaelen.
Indeling tarieventabel
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke stand |
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
Hoofdstuk 5 |
Vervallen |
Hoofdstuk 6 |
Vervallen |
Hoofdstuk 7 |
Bestuursstukken |
Hoofdstuk 8 |
Vastgoedinformatie |
Hoofdstuk 9 |
Overige publiekszaken |
Hoofdstuk 10 |
Gemeentearchief (n.v.t.) |
Hoofdstuk 11 |
Huisvestingswet 2014 (n.v.t.) |
Hoofdstuk 12 |
Leegstandwet |
Hoofdstuk 13 |
Gemeentegarantie (n.v.t.) |
Hoofdstuk 14 |
Vervallen |
Hoofdstuk 15 |
Vervallen |
Hoofdstuk 16 |
Kansspelen |
Hoofdstuk 17 |
Telecommunicatie |
Hoofdstuk 18 |
Verkeer en vervoer |
Hoofdstuk 19 |
Diversen |
Titel 2 |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 1 |
Begripsomschrijvingen |
Hoofdstuk 2 |
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
Hoofdstuk 3 |
Omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 4 |
Vermindering |
Hoofdstuk 5 |
Teruggaaf |
Hoofdstuk 6 |
Intrekking omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 7 |
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
Hoofdstuk 8 |
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
Hoofdstuk 9 |
Vervallen |
Hoofdstuk 10 |
In deze titel niet benoemde beschikking |
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
Hoofdstuk 2 |
Organiseren evenementen of markten (n.v.t.) |
Hoofdstuk 3 |
Seksbedrijven (n.v.t.) |
Hoofdstuk 4 |
Huisvestingswet 2014 (n.v.t.) |
Hoofdstuk 5 |
Marktstandplaatsen (n.v.t.) |
Titel 1 Algemene dienstverlening |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand |
|
|
|
|
|
1.1.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van de voltrekking van een |
|
|
huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd |
|
|
partnerschap in een huwelijk, bedraagt: |
|
1.1.1.1 |
op maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur in het |
|
|
gemeentehuis |
€ 365,90 |
1.1.1.2 |
op zaterdag van 09.00 uur tot 17.00 uur in het gemeentehuis |
€ 444,30 |
1.1.1.3 |
op maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 22.00 uur op een |
|
|
door de gemeente aangewezen locatie |
€ 365,90 |
1.1.1.4 |
op zaterdag en zondag van 07.00 uur tot 22.00 uur op een |
|
|
door de gemeente aangewezen locatie |
€ 444,30 |
|
|
|
1.1.2 |
Het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk zonder |
|
|
dat daarbij gebruik gemaakt wordt van een ceremonie |
€ 52,25 |
|
|
|
1.1.3 |
De tijdstippen voor kosteloze huwelijksvoltrekking en het aangaan van |
|
|
een geregistreerd partnerschap voor ingezetenen van de gemeente |
|
|
Beekdaelen zijn: dinsdagmorgen om 9.00 uur en 9.30 uur. |
|
|
|
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.4.1 |
Een trouwboekje of partnerschap boekje in een normale uitvoering |
€ 18,55 |
1.1.4.2 |
Een trouwboekje of partnerschap boekje in een luxe uitvoering |
€ 36,80 |
|
|
|
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het benoemen van: |
|
1.1.5.1 |
een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand |
€ 77,35 |
|
|
|
1.1.6 |
het tarief bedraagt voor het leveren van: |
|
|
getuigen door de gemeente bij een huwelijksvoltrekking of registratie |
|
|
van een partnerschap, per getuige: |
€ 40,95 |
|
|
|
1.1.7 |
Indien een aanvraag tot het sluiten van een huwelijk, geregistreerd |
|
|
partnerschap of omzetting van geregistreerd partnerschap in een |
|
|
huwelijk wordt ingetrokken, bedraagt het tarief: |
€ 104,55 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|
|
|
|
|
De (maximale) tarieven voor reisdocumenten en identiteitskaarten worden landelijk vastgesteld door het ministerie van BZK. Aanpassing van de tarieventabel kan plaatsvinden op grond van een collegebesluit (zie artikel 10 van de legesverordening 2022). Voorgesteld wordt deze maximale tarieven van toepassing te verklaren. |
|
|
|
|
|
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelikngen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 75,80 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van |
|
|
18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 57,30 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan |
|
|
een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1. (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 75,80 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van |
|
|
18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 57,30 |
|
|
|
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de |
|
|
Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 75,80 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van |
|
|
18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 57,30 |
|
|
|
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor |
|
|
vreemdelingen: |
€ 57,30 |
|
|
|
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 68,50 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van |
|
|
18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 36,95 |
|
|
|
1.2.6 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 |
|
|
genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd |
|
|
met een bedrag van: |
€ 51,60 |
|
|
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen |
|
|
|
|
|
De (maximale) tarieven voor rijbewijzen worden landelijk vastgesteld door het de RDW. Aanpassing van de tarieventabel kan plaatsvinden op grond van een collegebesluit (zie artikel 10 van de legesverordening 2022). Voorgesteld wordt deze maximale tarieven van toepassing te verklaren. |
|
|
|
|
|
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
|
tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: |
€ 41,60 |
|
|
|
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering |
|
|
vermeerderd met: |
€ 34,10 |
|
|
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen |
|
|
|
|
|
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de |
|
|
onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan |
|
|
de verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor |
|
|
de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|
|
|
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het verstrekken van gegevens (uittreksel), per verstrekking: |
€ 14,40 |
|
|
|
1.4.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of |
|
|
verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) |
|
|
nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 |
|
|
betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door |
|
|
vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de |
|
|
Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 |
|
|
(PbEU 2016, L 200): |
€ 14,40 |
|
|
|
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie, |
|
|
voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ 20,55 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken |
|
|
|
|
|
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het verstrekken van: |
|
1.7.1.1 |
een exemplaar van de programmabegroting |
€ 41,75 |
1.7.1.2 |
een exemplaar van de jaarstukken |
€ 74,10 |
|
|
|
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het verstrekken van: |
|
1.7.2.1 |
een exemplaar van de agenda van de openbare raadsvergaderingen, |
|
|
inclusief voorstellen en concept raadsbesluiten |
€ 16,05 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie |
|
|
|
|
|
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
|
|
verstrekken van een afschrift of uittreksel van: |
|
1.8.1.1 |
een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan of |
|
|
Structuurplan |
€ 18,95 |
1.8.1.2 |
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke |
|
|
basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties |
|
|
adressen en gebouwen, per adres of object |
€ 8,20 |
1.8.1.3 |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 18,95 |
|
|
|
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
|
|
raadplegen van de bij het gemeentebestuur berustende kadastrale leggers |
|
|
en plannen per kwartier manuur of gedeelte daarvan |
€ 22,30 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken |
|
|
|
|
|
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.1 |
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
|
|
|
Het (maximale) tarief voor een verklaring omtrent het gedrag wordt landelijk vastgesteld door COVOG (Centraal orgaan verklaring omtrent het gedrag). Aanpassing van de tarieventabel kan plaatsvinden op grond van een collegebesluit (zie artikel 10 van de legesverordening 2022). Voorgesteld wordt dit maximale tarieven van toepassing te verklaren. |
|
|
|
|
|
1.9.2 |
tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn |
€ 14,40 |
|
|
|
1.9.3 |
verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap |
€ 9,90 |
|
|
|
1.9.4 |
legaliseren van een handtekening, foto of andere documenten |
€ 9,90 |
|
|
|
1.9.5 |
tot het verkrijgen van elke niet elders in deze tabel genoemde verklaring |
|
|
omtrent een bepaald persoon |
€ 9,90 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief (n.v.t.) |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 (n.v.t.) |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 12 Leegstandwet |
|
|
|
|
|
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande |
|
|
woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 65,55 |
|
|
|
1.12.2 |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande |
|
|
woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 65,55 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie (n.v.t.) |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 14 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 15 Vervallen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 16 Kansspelen |
|
|
|
|
|
1.16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
|
|
verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van |
|
|
de Wet op de kansspelen: |
|
1.16.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 56,50 |
1.16.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer |
|
|
kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 34,00 |
1.16.1.3 |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van |
|
|
meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd |
€ 226,50 |
1.16.1.4 |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een |
|
|
periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste |
|
|
kansspelautomaat |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 136,00 |
|
|
|
1.16.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
Het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de |
|
|
Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 21,65 |
|
|
|
1.16.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren |
|
|
van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de |
|
|
Algemene plaatselijke verordening |
€ 474,65 |
|
|
|
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie |
|
|
|
|
|
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in |
|
|
verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze |
|
|
van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, |
|
|
van de Telecommunicatiewet |
€ 383,45 |
1.17.1.1 |
indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, |
|
|
alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden |
|
|
plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter |
|
|
sleuf verhoogd met |
€ 2,25 |
1.17.1.2 |
indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, |
|
|
voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare |
|
|
gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 2,25 |
1.17.1.3 |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen |
|
|
gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het |
|
|
netwerk, verhoogd met |
€ 170,85 |
1.17.1.4 |
Indien de melder verzoekt om een inhoudelijke afstemming bij de |
|
|
beoordeling van aanvragen als bedoeld in artikel 5.5 van de |
|
|
Telecommunicatiewet, verhoogd met |
€ 170,85 |
|
|
|
1.17.2.1 |
Het in 1.17.1 genoemde tarief wordt indien met betrekking tot een melding |
|
|
onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag |
|
|
van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de |
|
|
melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het |
|
|
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
1.17.2.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 1.17.2.1 is uitgebracht, wordt een |
|
|
melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop |
|
|
de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor |
|
|
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
1.17.3 |
Het tarief bedoeld in onderdeel 1.17.1 wordt verminderd met de van de |
|
|
melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor |
|
|
beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de |
|
|
uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen. |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer |
|
|
|
|
|
1.18 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.18.1 |
tot het verlenen van een ontheffing van het college van Burgemeester en |
|
|
Wethouders van de gemeente Beekdaelen als bedoeld in artikel 87 van het |
|
|
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 57,70 |
|
|
|
1.18.2 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de |
|
|
Regeling voertuigen |
€ 45,60 |
1.18.3 |
tot het verkrijgen of wijzigen van een gehandicaptenparkeerkaart als |
|
|
bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake |
|
|
het wegverkeer (BABW): |
€ 122,50 |
|
|
|
1.18.4 |
tot het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in |
|
|
artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het |
|
|
wegverkeer (BABW): |
€ 59,10 |
|
|
|
1.18.5 |
aanwijzen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats op grond |
|
|
van artikel 29 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het |
|
|
wegverkeer |
€ 163,05 |
|
|
|
1.18.6 |
verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 34 van het |
|
|
Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 62,70 |
|
|
|
1.18.7 |
Tot het verkrijgen van een ontheffing van artikel 10 juncto artikel 148 |
|
|
van de Wegenverkeerswet 1994 (wedstrijden op de openbare weg) |
€ 22,80 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 19 Diversen |
|
|
|
|
|
|
Standplaatsvergunning (artikel 5:18 APV) |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen |
|
|
van een standplaatsvergunning ingevolge art. 5:18 van de APV: |
|
|
1.19.1.1 |
geldig voor maximaal 2 dagen |
€ 48,55 |
1.19.1.2 |
geldig voor een periode korter dan 3 maanden: per dag dat de standplaats |
|
|
wordt ingenomen |
€ 24,30 |
1.19.1.3 |
geldig voor maximaal één jaar |
€ 347,80 |
|
|
|
|
Stoken |
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
|
1.19.2.1 |
voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld artikel 5.34 van de |
|
|
APV (ontheffing om te stoken) |
€ 59,10 |
1.19.2.2 |
Van de leges van onderdeel 1.19.2.1 zijn plaatselijke culturele verenigingen |
|
|
of organisaties uitgesloten indien zij een vergunning als hier bedoeld |
|
|
aanvragen voor het houden van het "Sint Maartensvuur". |
|
|
|
|
|
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
1.19.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om |
|
|
een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of |
|
|
andere beschikking |
€ 53,70 |
|
|
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|
|
|
|
|
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
Aanlegkosten: |
|
|
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
2.1.1.2 |
Bouwkosten: |
|
|
worden berekend en bepaald met behulp van de normkosten uit het E-book “Basisbedragen gebouwen 2020” van het Nederlands Bouwkosten Instituut (isbn nr.978-94-6046-042-5 ). Het E-book is digitaal te raadplegen bij het team WABO, afdeling Ruimte gemeente Beekdaelen. Indien het E-book “Basisbedragen gebouwen 2020” niet voorziet in het type bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, worden de bouwkosten vastgesteld volgens de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
|
|
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
|
|
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
|
|
|
|
|
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.2.1 |
tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een |
|
|
indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo |
|
|
vergunbaar is: |
€ 209,10 |
2.2.2 |
tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning, |
|
|
waarbij de uitgebreide voorbereidingsprocedure van de Wabo |
|
|
(artikel 2.12 lid 1 onder a3) aan de orde is of sprake is van een wijziging |
|
|
van het bestemmingsplan (artikel 3.6 lid 1a Wet ruimtelijke ordening) resp. |
|
|
het opstellen van een (postzegel)bestemmingsplan |
|
|
(artikel 3.1 lid 1 Wet ruimtelijke ordening): |
€ 627,25 |
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|
|
|
|
|
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
2.3.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 51.400 bedragen: 2,4% van de bouwkosten, met een minimum van € 236,40 |
|
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten € 51.400 tot € 102.800 bedragen: € 1.289,65 vermeerderd met 2,3% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 51.400 te boven gaan. |
|
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten € 102.800 tot € 514.000 bedragen: € 2.471,80 vermeerderd met 2,2% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 102.800 te boven gaan. |
|
2.3.1.1.4 |
indien de bouwkosten € 514.000 tot € 1.028.000 bedragen: € 11.069,45 vermeerderd met 2,1% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 514.000 te boven gaan. |
|
2.3.1.1.5 |
indien de bouwkosten meer dan € 1.028.000 bedragen: € 20.741,80 vermeerderd met 2,0% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.028.000 te boven gaan. |
|
|
|
|
2.3.1.2 |
Indien een aanvraag als bedoeld in de onderdelen van 2.2.1, 2.2.2 of 2.3.1 wordt beoordeeld aan de welstandscriteria, ambtelijk of door de dorpsbouwmeester, wordt het in 2.3.1 opgenomen tarief per beoordeling verhoogd met: |
€ 52,25 |
2.3.1.2.1 |
Indien een aanvraag als bedoeld in de onderdelen van 2.2.1, 2.2.2 of 2.3.1 wordt beoordeeld aan de Nota Ruimtelijke Kwaliteit, door de monumentencommissie, wordt het in 2.3.1 opgenomen tarief per beoordeling verhoogd met: |
€ 77,35 |
|
|
|
|
|
|
2.3.1.3 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit “bouwen” en deze aanvraag vergezeld gaat van een bouwbesluittoets door een bedrijf waaraan een certificaat voor het toetsen van bouwplannen volgens BRL 5019 is uitgereikt, dan wordt op de op grond van 2.3.1 geheven leges een korting verleend van 30%, met dien verstande dat de korting niet meer bedraagt dan € 10.000,00 |
|
|
|
|
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.2.1 |
indien de aanlegkosten niet meer dan € 51.400 bedragen |
€ 198,85 |
2.3.2.2 |
indien de aanlegkosten meer dan € 51.400 bedragen |
€ 295,55 |
|
|
|
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1˚ van de Wabo wordt |
|
|
toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 279,40 |
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2˚ van de Wabo wordt |
|
|
toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 419,10 |
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3˚ van de Wabo wordt |
|
|
toegepast (buitenplanse afwijking): *tenzij kostenverhaal wordt opgezet |
|
|
via afdeling 6.4 Wro |
€ 6.636,30 |
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast |
|
|
(afwijken exploitatieplan) |
€ 710,85 |
2.3.3.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit |
|
|
in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, |
|
|
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de |
|
|
Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 710,85 |
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit |
|
|
in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, |
|
|
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, |
|
|
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 710,85 |
2.3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast |
|
|
(afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 710,85 |
2.3.3.8 |
indien artikel 2.12, onder a, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast |
|
|
(tijdelijke afwijking): |
€ 419,10 |
|
|
|
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1˚ van de Wabo wordt |
|
|
toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 279,40 |
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2˚ van de Wabo wordt |
|
|
toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 419,10 |
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3˚ van de Wabo wordt |
|
|
toegepast (buitenplanse afwijking): *tenzij kostenverhaal wordt opgezet |
|
|
via afdeling 6.4 Wro |
€ 6.636,30 |
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b van de Wabo wordt toegepast |
|
|
(afwijken exploitatieplan) |
€ 710,85 |
2.3.4.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit |
|
|
in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, |
|
|
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van |
|
|
de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 710,85 |
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit |
|
|
in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, |
|
|
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van |
|
|
de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 710,85 |
2.3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast |
|
|
(afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 710,85 |
2.3.4.8 |
indien artikel 2.12, onder a, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast |
|
|
(tijdelijke afwijking): |
€ 419,10 |
|
|
|
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
2.3.5.1 |
een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor het in gebruik nemen van een bouwwerk met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk. |
|
2.3.5.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een |
|
|
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, |
|
|
bedraagt het tarief: |
€ 627,25 |
|
|
|
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads-of dorpsgezichten |
|
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.6.1.1 |
voor het opvragen van een advies bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, dan wel het consulteren van de (regio)archeoloog: |
€ 412,40 |
2.3.6.1.2 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een |
|
|
monument waarbij artikel 2.3.1 niet van toepassing is: |
€ 236,40 |
|
|
|
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning |
|
|
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in |
|
|
een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is |
|
|
bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt |
|
|
het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit |
|
|
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde |
|
|
activiteiten: |
€ 236,40 |
|
|
|
2.3.8 |
Aanleggen of veranderen weg (n.v.t.) |
|
|
|
|
2.3.9 |
Uitweg/inrit (n.v.t.) |
|
|
|
|
2.3.10 |
Kappen |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning |
|
|
betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in |
|
|
artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met |
|
|
de provinciale bomenverordening of de Bomenverordening Beekdaelen, |
|
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen |
|
|
van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen |
|
|
bedoelde activiteiten: |
€ 83,55 |
|
|
|
2.3.11 |
Opslag van roerende zaken |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning |
|
|
betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte |
|
|
van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef |
|
|
en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale |
|
|
wegenverordening of van een gemeentelijke verordening, bedraagt het tarief, |
|
|
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk |
|
|
indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 83,55 |
|
|
|
2.3.12 |
Natura 2000-activiteiten |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning |
|
|
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en |
|
|
onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt |
|
|
het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit |
|
|
hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde |
|
|
activiteiten: |
€ 383,65 |
|
|
|
2.3.12.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.3.11 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg inzake het: |
|
|
a. in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een |
|
|
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, Wabo voor het |
|
|
realiseren van een project of het verrichten van een andere handeling |
|
|
als bedoeld in artikel 2.2aa, onder a, Besluit omgevingsrecht |
€ 4.334,05 |
|
b. in afwijking van lid a. voor het wijzigen van een eerder afgegeven |
|
|
vergunning voor de betreffende locatie |
€ 2.887,35 |
|
onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. Voor zover bovenstaande tarieven door Provinciale Staten van de Provincie Limburg zijn gewijzigd zijn de vigerende tarieven van kracht. |
|
2.3.12.2 |
Restitutiebepaling: |
|
|
Restitutie bij weigeren omgevingsvergunning Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 75% van de geheven leges van de aanvrager. |
|
|
Restitutie bij intrekking aanvraag Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de Gemeente is beschikt, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager als volgt plaats: |
|
|
a. indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 50% van de geheven leges van de aanvrager. |
|
|
b. indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie plaats door de Gemeente aan de aanvrager van 25% van de geheven leges van de aanvrager. |
|
|
Leges worden niet geheven voor: |
|
|
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning in het kader van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura-gebied. |
|
|
|
|
2.3.13 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning |
|
|
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en |
|
|
onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) |
|
|
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen |
|
|
van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen |
|
|
bedoelde activiteiten: |
€ 422,85 |
|
|
|
2.3.14 |
Andere activiteiten |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie |
|
|
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als |
|
|
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 83,55 |
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of |
|
|
waterschap verordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed |
|
|
kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, |
|
|
tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: |
€ 83,55 |
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschap verordening betreft: |
€ 83,55 |
|
|
|
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen |
|
|
plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt |
|
|
het tarief: |
|
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het basisbedrag vermeerderd met het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het basisbedrag vermeerderd met het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
|
|
2.3.16 |
Beoordeling bodemrapport (n.v.t.) |
|
|
|
|
2.3.17 |
Advies |
|
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.17.2 |
indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een vraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag vóór deze vijfde werkdag is ingetrokken. |
|
|
|
|
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.18.2 |
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag vóór de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
2.3.19 |
Extra legeskosten bij legalisering bouwwerk |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk |
|
|
worden er extra legeskosten in rekening gebracht voor het legaliseren van |
|
|
het opgerichte bouwwerk, aangezien er een extra beoordeling plaatsvindt. |
|
|
Het tarief bedraagt: |
€ 196,10 |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering |
|
|
|
|
|
2.4.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|
|
|
|
2.4.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: |
|
2.4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
2,00% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
2.4.2.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
3,00% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
2.4.2.3 |
bij 15 of meer activiteiten: |
5,00% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
|
|
|
|
|
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in onderdeel 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in |
|
|
behandeling nemen ervan |
75% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde |
|
|
leges; |
|
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 6 weken na het in |
|
|
behandeling nemen ervan |
60% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde |
|
|
leges; |
|
2.5.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en binnen 8 weken na het in |
|
|
behandeling nemen ervan |
50% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde |
|
|
leges; |
|
|
|
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, |
|
|
aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel |
|
|
of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de |
|
|
onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, |
|
|
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is |
|
|
ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning |
|
|
geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
40% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde |
|
|
leges. |
|
|
|
|
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten: |
|
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of |
|
|
gedeeltelijk bestaat uit bouw- aanleg- of sloop activiteiten als bedoeld in de |
|
|
onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7, weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf |
|
|
van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
2.5.3.1 |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde |
|
|
leges. |
30% |
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een |
|
|
vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke |
|
|
uitspraak. |
|
|
|
|
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan |
€ 53,70 |
|
wordt niet teruggegeven. |
|
|
|
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
2.5.6 |
Gedeeltelijke heffing als gevolg van het buiten behandeling stellen van een aanvraag omgevingsvergunning |
|
2.5.6.1 |
Indien na het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een |
|
|
omgevingsvergunning deze vergunning buiten behandeling wordt gesteld, |
|
|
wordt een deel van de desbetreffende leges geheven. Het te heffen deel bedraagt: |
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde |
|
|
leges. |
50% |
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning |
|
|
|
|
|
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
|
|
geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in |
|
|
artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van |
|
|
toepassing is: |
€ 118,20 |
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|
|
|
|
|
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de |
|
|
omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 83,55 |
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten |
|
|
|
|
|
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, |
|
|
eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening *tenzij kostenverhaal wordt |
|
|
opgezet via afdeling 6.4 Wro |
€ 6.501,70 |
|
|
|
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, |
|
|
onder a, van de Wet ruimtelijke ordening *tenzij kostenverhaal wordt |
|
|
opgezet via afdeling 6.4 Wro |
€ 6.245,10 |
|
|
|
Hoofdstuk 9 Vervallen |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking |
|
|
|
|
|
2.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om |
|
|
een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 83,55 |
|
|
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 1 Horeca |
|
|
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: |
|
3.1.1 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van |
|
|
artikel 3 van de Alcoholwet |
€ 256,25 |
3.1.2 |
een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren |
|
|
van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene |
|
|
plaatselijke verordening |
€ 256,25 |
3.1.3 |
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet |
€ 128,15 |
3.1.4 |
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 |
|
|
van de Alcoholwet |
€ 28,85 |
3.1.5 |
een melding als bedoeld in art. 30a van Alcoholwet |
€ 61,85 |
3.1.6 |
een verzoek tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in |
|
|
art. 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 128,15 |
|
|
|
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten (n.v.t.) |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven (n.v.t.) |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014 (n.v.t.) |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen (n.v.t.) |
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet |
|
|
|
|
|
3.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
3.6.1 |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
€ 28,75 |
3.6.2 |
tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing |
€ 15,75 |
|
|
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|
|
|
|
|
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
|
|
het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of |
|
|
ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking |
€ 38,50 |
|
|
|
|
|
|
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 november 2021,
De griffier,
Mevr. B.W.E. v.d. Wijst-Triepels
de voorzitter,
dhr. ing. E. Geurts
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl