Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Bronckhorst 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Bronckhorst 2022

De raad van de gemeente Bronckhorst;

gelezen het voorstel van het college van b en w van 5 oktober 2021;

besproken in de commissievergadering van 4 november 2021;

gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

‘Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Bronckhorst 2022’.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • b.

    G.F.T.-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • c.

    restafval: huishoudelijk afval, niet zijnde G.F.T.-afval;

  • d.

    P.M.D.-afval: plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons;

  • e.

    grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;

  • f.

    grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomt, doch dat te groot of te zwaar is om dezelfde wijze als G.F.T.-afval aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;

  • g.

    minicontainer: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;

  • h.

    verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer, die al dan niet kan worden ontsloten door middel van combi-afvalpassen;

  • i.

    inworp: opening van een per groep van percelen ter beschikking gestelde of geplaatste inzamelvoorziening.

Artikel 2 Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2. Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in de tarieventabel gegeven aanwijzingen.

  • 2. Voor de berekening van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel wordt uitgegaan van het aantal malen dat een minicontainer of een vuilniszak, onderverdeeld naar de verschillende volumina en afvalfracties wordt aangeboden of ingeworpen en daarbij wordt geregistreerd.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 1.3 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belastingen bedoeld in hoofdstuk 1.2 en 1.4 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Als contante betaling van de belasting genoemd in hoofdstuk 1.4 wordt mede begrepen een rechtsgeldige ondertekende eenmalige incasso machtiging. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is na beëindiging van de belastingplicht.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. De aanspraak op ontheffing bestaat niet, indien het bedrag van de ontheffing minder dan € 2,-- bedraagt.

  • 5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt en van hetzelfde inzamelmiddel gebruik blijft maken.

  • 6. Voor de toepassing van het bepaalde in het zesde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

  • 7. De belastingen bedoeld in hoofdstuk 1.2 en 1.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien aan het navolgende wordt voldaan:

    • a.

      het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere belastingen moeten minder zijn dan € 7.200,--;

    • b.

      de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

    De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de Kwijtscheldingsverordening.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Verordening afvalstoffenheffing Bronckhorst 2021’ vastgesteld door de gemeenteraad op 26 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing Bronckhorst 2022’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 11 november 2021,

de plv. griffier,

H.M.P. Smits

de voorzitter,

M. Besselink

Tarieventabel behorende bij de 'Verordening afvalstoffenheffing Bronckhorst 2022'

Aanwijzingen

Voor de toepassing van de tarieventabel, wordt een gedeelte van een eenheid of hoeveelheid als een volle eenheid of hoeveelheid aangemerkt.

Hoofdstuk 1.1Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 209,88

1.1.2

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1.1 bedraagt de belasting voor het ter beschikking hebben van een zorgcontainer die door het college van burgemeester en wethouders op verzoek op grond van de beleidsregel toekenning zorgcontainer beschikbaar is gesteld

€ 0,00

Hoofdstuk 1.2Tarieven omruilen/extra container/nieuwe afvalpas

1.2.1

Voor de ingebruikgeving van elke minicontainer boven de vaste inzamelmiddelen geldt per minicontainer van 240 liter eenmalig een bedrag van

€ 96,77

1.2.2

Voor de ingebruikgeving van elke minicontainer boven de vaste inzamelmiddelen geldt per minicontainer van 80 liter en/of 140 liter eenmalig een bedrag van

€ 88,61

1.2.3

Voor afgifte van een nieuwe afvalpas geldt een tarief van

€ 9,14

1.2.4

Voor vervanging van een beschadigde, gestolen of anderszins verloren minicontainer of afvalpas, alsmede voor omruiling van een minicontainer gelden per vervanging, dan wel omgeruilde minicontainer de tarieven genoemd onder hoofdstuk 1.2.1, 1.2.2 en 1.2.3.

1.2.5

In verband met het in gebruik nemen van een nieuw perceel geschiedt omruiling gratis onder verstrekking van een bewijs van inschrijving, indien het verzoek tot omruiling uiterlijk 2 maanden na de ingebruikneming van het nieuwe perceel gedaan wordt.

Hoofdstuk 1.3Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.3.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting, indien het huishoudelijk afval per perceel met behulp van minicontainers wordt ingezameld, per aangeboden minicontainer van:

1.3.1.1

80 liter voor G.F.T. afval

€ 0,90;

1.3.1.2

140 liter voor G.F.T. afval

€ 1,60;

1.3.1.3

240 liter voor G.F.T. afval

€ 2,71.

1.3.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting, indien het huishoudelijk afval per perceel met behulp van minicontainers wordt ingezameld, per aangeboden minicontainer van:

1.3.2.1

80 liter voor restafval in een zorgcontainer

€ 7,15;

1.3.2.2

140 liter voor restafval in een zorgcontainer

€ 12,51;

1.3.2.3

240 liter voor restafval in een zorgcontainer

€ 21,51.

1.3.3

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting, indien het huishoudelijk afval per perceel met behulp van minicontainers wordt ingezameld, per aangeboden minicontainer van:

1.3.3.1

240 liter voor P.M.D. afval

€ 1,60.

1.3.4

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1. bedraagt de belasting, indien het huishoudelijk afval met behulp van een verzamelcontainer wordt ingezameld:

1.3.4.1

in een opening waarin een vuilniszak voor G.F.T. afval past, per inworp:

€ 0,23;

1.3.4.2

in een opening waarin een vuilniszak voor restafval past, per inworp:

€ 2,09;

1.3.4.3

in een opening waarin een vuilniszak voor P.M.D. afval past, per inworp:

€ 0,00.

Hoofdstuk 1.4Overige tarieven afvalstoffenheffing

1.4

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting inclusief BTW voor:

1.4.1

het achterlaten, per 10 kilogram, met een starttarief van 20 kilogram, op het recycleplein Zutphen van:

1.4.1.1

dakleer

€ 1,90;

1.4.1.2

grof huishoudelijk afval

€ 1,90;

1.4.1.3

hout (geïmpregneerd)

€ 1,90;

1.4.1.4

matrassen

€ 1,90;

1.4.1.5

niet-schoon puin

€ 1,90;

1.4.1.6

spiegel- en draadglas

€ 1,90;

1.4.1.7

tapijt

€ 1,90;

1.4.1.8

autobanden met velg

€ 0,89;

1.4.1.9

hout (onbehandeld of geverfd)

€ 0,89;

1.4.1.10

groenafval (>500 kilogram per jaar)

€ 0,32;

1.4.1.11

schoon puin

€ 0,32.

Behoort bij raadsbesluit van 11 november 2021

De plv. griffier van Bronckhorst,

H.M.P. Smits

Bijlage 3 Afvalstoffenheffing 2022

Lasten 2022

Baten 2022

Lasten taakveld 7.3

Baten taakveld 7.3

Restafval / GFT

2.546.359

Afvalverwijdering en -verwerking algemeen

312.928

Milieuparkjes

235.057

Zwerfvuil

44.500

Lasten heffing en invordering afvalstoffenheffing

185.928

Cluster buiten

145.387

Opbrengst afvalstoffenheffing

3.733.536

Doorbelasting tractie

57.245

Zwerfvuil

44.500

Doorbelasting werf

20.083

Cluster klantadvies

9.347

Toezicht en handhaving

8.703

Afvalverwijdering en -verwerking algemeen

0

Toe te rekenen lasten

Overhead

168.506

Verkeer en wegen

80.775

BTW

589.075

totaal

€ 4.090.965

totaal

€ 4.090.964

Percentage kostendekkendheid

100%

Overzicht raming afvalstoffenheffing 2022

soort

tarief

raming eenheden

raming ledigingen per eenheid

raming heffing

Vastrecht

€ 209,88

14.404

1

€ 3.023.112

grijs storting

€ 2,09

13.649

9,9

€ 283.540

zorgcontainer 80 ltr

€ 7,15

182

3,2

€ 4.164

zorgcontainer 140 ltr

€ 12,51

410

2,8

€ 14.361

zorgcontainer 240 ltr

€ 21,51

163

3,2

€ 11.220

GFT storting

€ 0,23

800

11,3

€ 2.079

GFT 80 ltr

€ 0,90

3.241

5,1

€ 14.876

GFT 140 ltr

€ 1,60

8.622

7,5

€ 103.464

GFT 240 ltr

€ 2,71

3.114

8,9

€ 75.107

oranje 240 ltr

€ 1,60

12.858

9,8

€ 201.613

Totaal heffing

€ 3.733.536