Regeling vervallen per 13-04-2023

Regeling kinderopvang op sociaal medische indicatie Oude IJsselstreek 2021

Geldend van 26-11-2021 t/m 12-04-2023

Intitulé

Regeling kinderopvang op sociaal medische indicatie Oude IJsselstreek 2021

Gelet op:

• Kamerstukken II, vergaderjaar 2003–2004, 28 447, nr. 97 Regeling met betrekking tot

tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van

kinderopvang;

• Wet kinderopvang.

Overwegende dat:

• de VNG vindt dat alle ouders die kinderopvang op sociaal medische indicatie nodig hebben, hiervoor in aanmerking moet kunnen komen ongeacht hun inkomenssituatie;

• gebleken is dat het hanteren van een inkomensgrens en het ontbreken van een hardheidsclausule hierop tot schrijnende situaties kan leiden, waardoor het onmogelijk is om ‘maatwerk’ en ondersteuning ‘volgens de bedoeling’ te leveren;

• het daarom wenselijk is de ‘beleidsregels sociaal medische indicatie gemeente Oude IJsselstreek’ te herzien.

Vast te stellen de volgende:

‘Regeling kinderopvang op sociaal medische indicatie gemeente Oude IJsselstreek 2021’.

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

1. co-ouder: wanneer kinderen afwisselend bij één van de ouders woont, bijv. gedurende 3 dagen per week of om de week.

2. college: het college van burgemeester en wethouders;

3. regeling: Regeling kinderopvang op sociaal medische indicatie Oude IJsselstreek 2021 (ook wel SMI-regeling genoemd);

4. kinderopvang: opvang in een kindercentrum of voorziening voor gastouderopvang, opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang, zoals bedoeld in de Wet kinderopvang;

5. kinderopvangorganisatie: organisatie dat kinderopvang verzorgt;

6. kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming voor ouders in de kosten van geregistreerde kinderopvang onder voorwaarde dat ouder(s) werken, een traject naar werk, opleiding of inburgeringscursus volgen;

7. sociaal medische indicatie: de door de WMO-consulent SMI-regeling gemotiveerde, vastgestelde behoefte aan kinderopvang op grond van artikel 3 van deze regeling;

8. toeslagpartner: bij de regeling voor kinderopvangtoeslag wordt niet gesproken over een partner, maar over een ‘toeslagpartner’. Als de aanvragende ouder een toeslagpartner heeft dan telt het inkomen van beiden mee voor het bepalen van de hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De definitie van ‘toeslagpartner’ van de belastingdienst wordt gevolgd;

9. verklaring van een deskundige: verklaring van een jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg, jeugd- of gezinswerker van Buurtzorg Jong, raadsonderzoeker van de Raad voor Kinderbescherming of jeugdbeschermer van een gecertificeerde instelling;

10. WMO-consulent SMI-regeling: WMO-consulent in dienst van de gemeente met als specifieke taak de beoordeling van de aanvraag op de Regeling kinderopvang op sociaal medische indicatie.

Artikel 2 Aanspraak op een tegemoetkoming voor kinderopvang op sociaal medische indicatie

Als ouders/verzorgers niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, maar het op sociale of medische gronden noodzakelijk is om gebruik te kunnen maken van kinderopvang, komen zij – onder voorwaarden- in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie.

Artikel 3 Doelgroep

1. Om voor deze regeling in aanmerking te komen moet het kind/de kinderen volgens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens woonachtig zijn in Oude IJsselstreek, en moet worden voldaan aan minimaal één van de volgende voorwaarden:

• het betreffende kind of de betrokken ouder behoort tot de categorie ‘personen met een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking’ en het staat vast dat één of meerdere van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken;

• er is vastgesteld dat de veiligheid van het kind in het geding is;

• er is vastgesteld dat kinderopvang noodzakelijk is voor een goede en gezonde ontwikkeling van het betreffende kind;

• er is vastgesteld dat er sprake is van een situatie waardoor de ouder tijdelijk niet in staat is om de verzorging op zich te nemen.

2. De tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang is mogelijk voor kinderen tot de 1e van de maand waarop het kind naar het voortgezet onderwijs gaat.

Artikel 4 Aanvraag

1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang kan worden gedaan door of namens ouder(s)/verzorger(s) en bevat ten minste:

a. naam, adres, geboortedatum en burgerservicenummer van de ouder en het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

b. indien van toepassing: naam en burgerservicenummer van de toeslagpartner;

c. een verklaring van een deskundige waaruit blijkt dat aan één of meerdere voorwaarden uit artikel 3 lid 1 voldaan wordt en waarin een advies voor duur en omvang van de tegemoetkoming staat;

d. een offerte van de kinderopvangorganisatie dat de kinderopvang gaat verzorgen, waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang, het uurtarief en de aanvangsdatum van de opvang;

e. recente kopieën van loonstroken/uitkeringsspecificaties van de aanvrager en indien van toepassing: de toeslagpartner en/of co-ouder. Daaruit moet blijken dat de aanvrager(s) niet behoort/behoren tot één van de doelgroepen die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.

f. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

2. Aanvragen kunnen gedurende het gehele jaar worden ingediend.

Artikel 5 Beoordeling, omvang en duur van de indicatie

De WMO-consulent SMI-regeling beoordeelt:

1. of er een SMI noodzakelijk is,

2. voor welke omvang, met een maximum van 3 dagen per week,

3. voor welke duur, met een maximum van 1 jaar,

4. of het dossier compleet is,

en neemt op basis daarvan een besluit. De exacte omvang en duur van de tegemoetkoming in kinderopvang is maatwerk, passende bij de situatie van het kind en het gezin.

Artikel 6 Vervolgacties na honorering van de aanvraag

Als de aanvraag door de gemeente is gehonoreerd, sluiten de ouder(s)/verzorger(s) een contract af met een kinderopvangorganisatie.

Artikel 7 Bijdrage ouders en gemeente in de kosten van kinderopvang

1. Ouder(s)/verzorger(s) betalen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. De ouderbijdrage wordt vastgesteld conform de berekening kinderopvangtoeslag van de belastingdienst van het desbetreffende jaar. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt door de gemeente geïnd bij ouders.

2. De bijdrage van de gemeente wordt berekend op basis van de landelijk vastgestelde maximale uurtarieven voor kinderopvang van het desbetreffende jaar vastgesteld door de belastingdienst. Mocht het uurtarief lager zijn dan de vastgestelde maximum uurtarief van de belastingdienst dan zal deze lagere uurtarief worden gehanteerd. De tegemoetkoming in kosten kinderopvang wordt door de gemeente uitgekeerd aan de kinderopvangorganisatie op basis van facturen.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Als er sprake is van een voorliggende voorziening kan het college een aanvraag voor een tegemoetkoming van kosten voor kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie weigeren. Tot een voorliggende voorziening wordt -in ieder geval- gerekend een voorziening op grond van:

1. Wet kinderopvang (Wko);

2. Regeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Oude IJsselstreek;

3. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ);

4. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen in deze regeling is bepaald, indien toepassing van dit artikel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Slotbepalingen

1. Deze regeling treedt in werking direct na publicatie van de regeling. De ‘beleidsregels sociaal medische indicatie gemeente Oude IJsselstreek’ wordt gelijktijdig ingetrokken.

2. Overgangsregeling: huidige indicaties lopen door. Her-indicaties en nieuwe aanvragen worden op basis van de gewijzigde regeling behandeld.

3. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling kinderopvang op sociaal medische indicatie Oude IJsselstreek 2021’.

Ondertekening