Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld tot vaststelling van de Derde tijdelijke nadere regels Covid-19 Compensatie lokale culturele voorzieningen gemeente Barneveld

Geldend van 30-11-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld tot vaststelling van de Derde tijdelijke nadere regels Covid-19 Compensatie lokale culturele voorzieningen gemeente Barneveld

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Barneveld en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de Derde tijdelijke nadere regels Covid-19 Compensatie lokale culturele voorzieningen gemeente Barneveld

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    coronamaatregelen: maatregelen van het kabinet gericht op het maximaal onder controle houden van het coronavirus (COVID-19);

  • b)

    lokale culturele voorzieningen: een rechtspersoon die zich geheel of grotendeels richt op culturele activiteiten binnen de gemeente Barneveld;

  • c)

    culturele activiteit: activiteit op het gebied van erfgoed, muziek, dans, toneel, literatuur, beeldende en audiovisuele kunst of een combinatie van deze disciplines;

  • d)

    steun: compensatie van de huur of een eenmalige subsidie;

  • e)

    steunfonds: een aan een instelling gelieerd fonds dienend om financieel steun te verlenen onder van tevoren aangegeven voorwaarden;

  • f)

    verlies: het negatieve saldo van:

    • a.

      de gemiste inkomsten uit culturele activiteiten en verhuur voor culturele activiteiten als gevolg van de coronamaatregelen;

    • b.

      de extra inkomsten als gevolg van de generieke en specifieke compensatieregelingen van het Rijk, als mede van door andere overheden getroffen (coulance)regelingen;

    • c.

      de lagere uitgaven als gevolg van de coronamaatregelen;

    • d.

      de extra kosten als gevolg van de coronamaatregelen;

    • e.

      eventuele extra bijdragen van derden of gelieerde partijen (b.v. steunfonds).

Artikel 2. Omschrijving en beleidsdoel

Het doel van deze subsidieregeling is het eenmalig subsidiëren van lokale culturele voorzieningen in de gemeente Barneveld, ter nivellering van de maatschappelijke en economische effecten van de coronacrisis, om zo deze organisaties te stimuleren een breed cultuuraanbod toegankelijk te maken en te houden voor inwoners van de gemeente Barneveld. De beleidsdoelen waar hiermee invulling aan gegeven wordt, zijn als volgt;

  • a.

    Groeien naar Zelfstandigheid; Het ontwikkelen van culturele competenties is van belang om te kunnen participeren in de samenleving en op de arbeidsmarkt;

  • b.

    Meedoen naar Vermogen; Cultuur speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van participatie. Cultuur activeert, verbindt en brengt samen en dat heeft een positieve invloed op welzijn van inwoners en op de samenhang in de buurten, wijken en dorpen;

  • c.

    Samen Oud Worden; Cultuur verbindt. Door het culturele lokale (amateur)veld te laten samenwerken met welzijnsaanbieders en zorgaanbieders kunnen kwetsbare ouderen worden bereikt.

Voor een nadere uitwerking van bovenstaande beleidsdoelen, zie het beleidsplan sociaal domein ‘Mensen Voorop’ van de gemeente Barneveld.

Artikel 3. Vorm van de steun

Steun op grond van deze regeling wordt verstrekt in de vorm van een subsidie, tenzij de culturele voorziening huurder is van de gemeente Barneveld. In dat geval wordt de steun zoveel mogelijk verwerkt in de vorm van huurcompensatie.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten en doelgroepen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verlenen aan lokale culturele voorzieningen als gedeeltelijke compensatie van de verliezen die worden geleden als gevolg van de coronamaatregelen in de periode van 1 juli 2021 tot 1 januari 2022.

  • 2. De regeling is bedoeld voor lokale culturele voorzieningen die bijdragen aan de culturele infrastructuur in de gemeente Barneveld: Musea en erfgoedvoorzieningen, amateurkunsten en overige culturele voorzieningen. Daarbij wordt verstaan onder:

    • a.

      musea en erfgoedvoorzieningen: musea en erfgoedvoorzieningen met een publieksfunctie, gevestigd in de gemeente Barneveld;

    • b.

      amateurkunsten: in de gemeente Barneveld gevestigde verenigingen en stichtingen, gericht op kunstbeoefening in de vrije tijd, waarvan de activiteiten (grotendeels) plaatsvinden in de gemeente Barneveld;

    • c.

      overige culturele voorzieningen: rechtspersonen die zich geheel of grotendeels richten op culturele activiteiten binnen de gemeente Barneveld, niet vallend onder a of b, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders aantoonbaar bijdragen aan het cultuurbeleid van de gemeente Barneveld.

  • 3. Een instelling komt niet voor subsidie in aanmerking indien de activiteiten van de instelling:

    • a.

      tot de (subsidie)verantwoordelijkheid van een andere overheid behoren;

    • b.

      dienen ter opluistering van een specifiek levensbeschouwelijke of politieke bijeenkomst;

    • c.

      het karakter hebben van een feest of receptie;

    • d.

      niet bijdragen aan of niet passen binnen het cultuurbeleid van de gemeente Barneveld.

Artikel 5. Voorwaarden en criteria

  • 1. Alleen lokale culturele voorzieningen komen in aanmerking voor deze subsidie.

  • 2. De aanvrager dient gevestigd en werkzaam te zijn in de gemeente Barneveld. De activiteiten moeten ook plaatsvinden binnen de gemeente Barneveld.

  • 3. Het plafond voor deze subsidieregeling is € 146.000,- Voor zover het subsidieplafond niet toereikend is om alle aanvragen die in aanmerking komen voor een subsidie toe te kennen, verdelen burgemeester en wethouders de subsidie naar beoordeling van de ingediende onderbouwing.

  • 4. De ontvanger van steun is verplicht om een zodanige ingerichte administratie bij te houden dat daarin het verlies te allen tijde kan worden nagegaan.

  • 5. Bij beschikking kan een nadere uitwerking worden gegeven van lid 4.

  • 6. Indien van toepassing, houdt het college bij het beoordelen van de aanvragen rekening met de eventuele aan de aanvrager reeds verleende steun uit eerdere Rijkssteunpakketten voor lokale cultuur (2020 en 2021).

Artikel 6. Aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, contactpersoon en contactgegevens van de betreffende voorziening;

    • b.

      uittreksel van de Kamer van Koophandel van de aanvragende voorziening;

    • c.

      bankgegevens waar het subsidiebedrag naar kan worden overgemaakt;

    • d.

      hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag;

    • e.

      onderbouwing van de aanvraag; en

    • f.

      datum en ondertekening.

  • 2. In afwijking van artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Gemeente Barneveld, wordt bij een aanvraag voor compensatie van het verlies het volgende aangeleverd: een winst- en verliesrekening waarin het geschatte verlies over de periode van 1 juli 2021 tot 1 januari 2022 wordt weergegeven.

  • 3. Om bovenstaande gegevens op de juiste wijze aan te leveren, wordt een invulformat beschikbaar gesteld.

  • 4. De subsidieaanvraag moet worden ingediend vóór 31 januari 2022. Aanvragen die na deze datum binnenkomen, kunnen behandeld worden indien het subsidieplafond nog niet is bereikt.

  • 5. Als bedoeld in artikel 4:5, lid 1 van de Algemene Wet Bestuursrecht, kan het college besluiten om ingediende aanvragen aan te houden, indien zij van oordeel zijn dat de aanvragen nog nadere uitwerking behoeven. In dit geval kan de aanvrager om extra informatie gevraagd worden en kan hiermee de indientermijn voor deze aanvragen worden verlengd.

Artikel 7. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Barneveld kunnen burgemeester en wethouders geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen indien zij van oordeel zijn dat:

  • a.

    de instelling onvoldoende gebruik heeft gemaakt van de Rijks- of provinciale maatregelen omtrent corona;

  • b.

    de instelling geen of onvoldoende beroep gedaan heeft op de middelen die zij kan ontvangen van een gelieerd steunfonds;

  • c.

    in de aanvraag geen of onvoldoende reële onderbouwing is gegeven van het verlies;

  • d.

    het verlies is ontstaan door het aangaan van omvangrijke nieuwe verplichtingen ten aanzien van activiteiten na 13 maart 2020 die, gelet op de onzekere economische situatie, niet passend waren;

  • e.

    er geen sprake is van een negatief saldo op de ingediende specificatie van inkomsten en uitgaven 2021.

Artikel 8. Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op de dag na de dag van bekendmaking en gelden tot 1 januari 2023.

  • 2. Deze steunregeling blijft van toepassing op de afwikkeling van subsidies die voor de vervaldatum op basis van deze regeling zijn verleend en op bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van die subsidies. Deze regeling blijft eveneens van toepassing op aanvragen om subsidies waarop voor de vervaldatum nog niet is beslist.

  • 3. Indien het subsidieplafond na de aanvraagtermijn van 31 januari 2022 nog niet bereikt is, kan het college besluiten de referentietermijn van het verlies te verbreden naar een nader vast te stellen maand in 2022.

  • 4. Indien reeds verleende subsidie moet worden teruggevorderd wegens onvoorziene (steun)inkomsten van een subsidieontvanger, blijft het terug te vorderen bedrag geoormerkt ter nivellering van de maatschappelijke en economische effecten van de coronacrisis bij culturele organisaties, om zo deze organisaties te stimuleren een breed cultuuraanbod toegankelijk te maken en te houden voor inwoners van de gemeente Barneveld.

  • 5. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als ‘Derde tijdelijke nadere regels Covid-19 Compensatie lokale culturele voorzieningen gemeente Barneveld.’

  • 6. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze nadere regels als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 23 november 2021,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

W. Wieringa,

Secretaris

J.J. Luteijn,

Burgemeester