Regeling vervallen per 14-12-2023

Subsidieregeling non-formele volwasseneneducatie en lokale projecten volwasseneneducatie arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe

Geldend van 01-12-2021 t/m 13-12-2023

Intitulé

Subsidieregeling non-formele volwasseneneducatie en lokale projecten volwasseneneducatie arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

gelezen het Regioplan Laaggeletterdheid 2020-2024 arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn en de Wet Educatie en Beroepsonderwijs;

BESLUIT: vast te stellen de Subsidieregeling non-formele volwasseneneducatie en lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord-Veluwe.

Hoofdstuk 1 non-formele volwasseneneducatie en lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord-Veluwe.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Tenzij in dit hoofdstuk uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2020.

  • 2. In dit deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      ANBI instelling: algemeen nut beogende instelling;

    • b.

      Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2020;

    • c.

      basisvaardigheden: vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder b t/m f van de WEB;

    • d.

      beleidsplan: Regioplan laaggeletterdheid 2020 - 2024 Stedendriehoek en Noord-Veluwe, vastgesteld door het college op 23 juli 2019;

    • e.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

    • f.

      deelnemer: een volwassen persoon die behoort tot de doelgroep laaggeletterden;

    • g.

      doelgroep: niet inburgeringsplichtige volwassenen die laaggeletterd zijn;

    • h.

      doorlopende leerlijn: een sluitende leerlijn tussen de educatieve activiteit die de deelnemer volgt en een vervolgactiviteit die de vorm kan hebben van enerzijds doorstroom naar non-formele of formele educatietrajecten en anderzijds de vorm kan hebben van activiteiten waarbij centraal staat dat deelnemers blijven oefenen met de basisvaardigheden;

    • i.

      formele educatie: diplomagerichte educatie basisvaardigheden, gericht op deelaspecten van de eindtermen WEB (zie: https://wetten.overheid.nl/BWBR0032543/2020-11-25) ;

    • j.

      maatschappelijk verantwoord ondernemen ( Mvo ): ondernemen op een wijze die overeenkomt met de strekking van de “Beleidsbrief Maatschappelijk verantwoord ondernemen” van het Kabinet d.d. 28 juni 2013;

    • k.

      non-formele educatie: niet diplomagerichte educatie, maar wel gericht op deelaspecten van de eindtermen WEB;

    • l.

      outcome: het effect dat de activiteit heeft op de deelnemers. Afhankelijk van de doelstelling van de activiteit heeft de outcome betrekking op de toename van kennis en vaardigheden op het betreffende leefgebied en indien mogelijk op de doorstroom naar bijvoorbeeld andere vormen van educatie, een participatieactiviteit of werk;

    • m.

      output: een direct tot de activiteit herleidbaar resultaat, zoals het aantal deelnemers aan een activiteit, het door hen behaalde niveau, het aantal deelnemers dat doorverwezen is, het aantal (opgeleide) vrijwilligers en het aantal intakegesprekken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen NT1 en NT2-leerders;

    • n.

      penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende organisatie;

    • o.

      project: in een project wordt vanuit een contextgerichte samenwerking invulling gegeven aan educatie gericht op ontwikkelen van basisvaardigheden van laaggeletterde deelnemers. Het programma is afgestemd op de individuele ontwikkelvraag en mogelijkheden van de deelnemers en kan zowel individueel als groepsgewijs worden aangeboden. Het programma bestaat uit educatie van basisvaardigheden gecombineerd met activiteiten die aansluiten bij de ontwikkelvraag zoals benoemd in het Regioplan. Resultaten zijn ook zichtbaar op het niveau van de individuele deelnemer;

    • p.

      regioplan: Regioplan laaggeletterdheid 2020 – 2024 arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe;

    • q.

      regio Stedendriehoek en Noord-Veluwe: de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Deventer, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Heerde, Lochem, Nunspeet, Olst-Wijhe, Putten, Voorst, Zeewolde en Zutphen;

    • r.

      samenwerkingsverband: samenwerking tussen twee of meer partijen, waarbij in ieder geval enige vorm van samenwerking tot stand komt tussen formeel en non-formeel onderwijs;

    • s.

      taalhuis: een herkenbare, fysieke plek die als ontmoetingsruimte van de wijk, het dorp of de stad fungeert waar iedereen terecht kan die aan de slag wil met basisvaardigheden als lezen, schrijven, spreken, rekenen en digitale vaardigheden. Daarnaast is het een helpdesk voor taalvrijwilligers;

    • t.

      WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs.

Hoofdstuk 2 non-formele volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord-Veluwe

Artikel 2.1 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doel het verbeteren van de basisvaardigheden van laaggeletterde inwoners. Wij zien geletterdheid als een fundamentele voorwaarde voor duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, zelfredzaamheid en sociale inclusie.

Artikel 2.2 Aanvragers en aanvraag

  • 1. Het college kan subsidie verlenen aan ANBI-instellingen die ervaring hebben met de doelgroep en die aanbieders ondersteunen in activiteiten die gericht zijn op het behalen van de doelen uit het regioplan;

  • 2. De aanvraag tot verlening wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier ‘aanvraagformulier subsidieverlening non-formele volwasseneneducatie’ dat op de website van de gemeente Apeldoorn beschikbaar is;

  • 3. Een aanvraag moet worden ingediend in de periode van 1 december van het jaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar tot 1 maart van het betreffende subsidiejaar;

  • 4. De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      een inhoudelijk plan van maximaal vier pagina’s waarin alle doelgerichte criteria genoemd in artikel 2.4 in dezelfde volgorde zijn beschreven;

    • b.

      een begroting.

  • 5. Het tijdstip van binnenkomst van een aanvraag, zoals bedoeld in artikel 2.5 wordt bepaald door het moment waarop de aanvraag volledig is ingediend.

Artikel 2.3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Op grond van deze regeling kan het college ten behoeve van de in artikel 2.1 genoemde doelstelling subsidie verlenen voor het samenstel of een combinatie van de volgende activiteiten:

    • a.

      het aanbieden van non-formele educatie: niet diplomagerichte basiseducatie, gericht op deelaspecten van de eindtermen van de WEB;

    • b.

      de werving en training van taalvrijwilligers voor inzet ten behoeve van basiseducatie;

    • c.

      het doorontwikkelen van een taalhuis waar inwoners terecht kunnen voor ondersteuning en advies ten aanzien van het verbeteren van hun basisvaardigheden.

  • 2. De aanvrager moet vooraf aannemelijk maken en achteraf aantonen dat de activiteiten een bijdrage leveren aan het verbeteren van de basisvaardigheden van inwoners zoals genoemd in de WEB, in relatie tot een of meerdere leefgebieden.

Artikel 2.4 Doelgerichte criteria

Om in aanmerking te komen voor subsidie, moeten aanvragers in de aanvraag beschrijven:

  • a.

    welke activiteiten ze uitvoeren en welke effecten ze hiermee willen bereiken (outcome);

  • b.

    welke concrete resultaten ze willen bereiken (output) en hoe deze bijdragen aan de beoogde effecten;

  • c.

    hoe ze de voortgang van deelnemers meten en vastleggen en hoe de Monitor Volwassenenonderwijs hierbij ingezet wordt;

  • d.

    hoe ze een doorlopende leerlijn voor de deelnemers bevorderen;

  • e.

    met wie en hoe ze samenwerken;

  • f.

    op welke manier rekening gehouden wordt met de individuele behoeften en leerwensen van inwoners;

  • g.

    hoe de doelgroep bereikt wordt, met onderscheid tussen NT1- en NT2-leerders.

Artikel 2.5 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond per aan de regio Stedendriehoek en Noord-Veluwe deelnemende gemeente vast voor het subsidiëren van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.3. De hoogte van het plafond is afhankelijk van de verstrekking van de specifieke uitkering educatie door het Rijk en de keuze van de betreffende gemeente ten aanzien van de verdeling van de middelen;

  • 2. De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst per gemeente;

  • 3. Indien de deelplafonds na afloop van het tijdvak waarin subsidie kan worden aangevraagd niet uitgeput zijn of er andere middelen vanuit de WEB beschikbaar zijn, kan het college besluiten een nieuwe aanvraagronde met nieuwe deelplafonds in te stellen.

Artikel 2.6 Beoordeling subsidieaanvragen

De beoordeling van de subsidieaanvragen vindt plaats door middel van een individuele inhoudelijke beoordeling aan de hand van de doelgerichte criteria van artikel 2.4.

Artikel 2.7 Verplichtingen

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet er sprake zijn van samenwerking tussen relevante organisaties en netwerken;

  • 2. De subsidieontvanger heeft ervaring met het oprichten en doorontwikkelen van een taalhuis;

  • 3. De subsidieontvanger maakt gebruik van de Monitor Volwasseneneducatie;

  • 4. De activiteiten moeten in hetzelfde jaar worden uitgevoerd als het jaar waarvoor de subsidie wordt verleend.

Artikel 2.8 Voorschotten

Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100 % van het verleende subsidiebedrag per jaar uitbetaald.

Artikel 2.9 Vaststelling van de subsidie

  • 1. De aanvrager dient uiterlijk op 1 mei van het jaar volgend op het jaar van subsidieverlening een aanvraag in tot het vaststellen van de subsidie;

  • 2. De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier ‘verzoek tot vaststelling subsidie non-formele volwasseneneducatie’ dat op de website van de gemeente Apeldoorn beschikbaar is;

  • 3. De artikelen 17, 18 en 19 van de Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie. Ook voor subsidies tot en met € 10.000,00 moet een aanvraag tot subsidievaststelling worden ingediend.

Hoofdstuk 3 non-formele lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord-Veluwe

Artikel 3.1 Doelstelling

Deze subsidieregeling heeft als doel het verbeteren van de basisvaardigheden van laaggeletterde inwoners. Wij zien geletterdheid als een fundamentele voorwaarde voor duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, zelfredzaamheid en sociale inclusie.

Artikel 3.2 Aanvragers en aanvraag

  • 1. Het college kan subsidie verlenen aan:

    • a.

      ANBI instellingen die ervaring hebben met de doelgroep en die taalaanbieders ondersteunen in activiteiten gericht op het behalen van de doelen uit het beleidsplan en de notitie;

    • b.

      taalaanbieders;

    • c.

      stichtingen;

    • d.

      vrijwilligersorganisaties;

    • e.

      professionele organisaties, waaronder bedrijven en instellingen die door hun bijdrage aan het behalen van de doelstelling van deze regeling vorm en inhoud willen geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen;

  • 2. De penvoerder dient namens de organisaties die deelnemen aan het samenwerkingsverband de aanvraag in. De penvoerder maakt deel uit van het samenwerkingsverband;

  • 3. Door ondertekening van de bij de aanvraag bijgevoegde verklaring tot samenwerking, verklaren de aan het samenwerkingsverband deelnemende organisaties dat de deelnemer aan het samenwerkingsverband die de aanvraag heeft ondertekend, optreedt als penvoerder en verklaren de deelnemers akkoord te zijn met de inhoud van de aanvraag en de bijlagen;

  • 4. De aanvraag tot verlening wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier ‘aanvraagformulier subsidieverlening lokaal project volwasseneneducatie ’ dat op de website van de gemeente Apeldoorn beschikbaar is;

  • 5. Een aanvraag moet worden ingediend in de periode van 1 december van het jaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar tot 1 maart van het betreffende subsidiejaar;

  • 6. De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      een inhoudelijk plan van maximaal vier pagina’s waarin alle doelgerichte criteria genoemd in artikel 3.5 in dezelfde volgorde zijn beschreven;

    • b.

      een begroting;

    • c.

      een getekende verklaring tot samenwerking van partijen.

  • 7. Het tijdstip van binnenkomst van een aanvraag, zoals bedoeld in artikel 3.6, wordt bepaald door het moment waarop de aanvraag volledig is ingediend.

Artikel 3.3 Samenwerkingsverband

  • 1. Indien de subsidie wordt verstrekt aan het samenwerkingsverband, verzendt het college de beschikkingen omtrent de subsidie, waaronder in ieder geval de beschikking tot subsidieverlening, -wijziging en -vaststelling, aan de penvoerder;

  • 2. Indien de subsidie wordt verstrekt aan het samenwerkingsverband, verstrekt het college de voorschotten aan de penvoerder. Deze betalingen gelden als betalingen aan de subsidie ontvangende organisaties en dienen door de penvoerder per ommegaande doorbetaald te worden aan de subsidie ontvangende organisaties;

  • 3. De subsidieontvangers in het samenwerkingsverband dienen hun rapportages, overeenkomstig het bepaalde in de verleningsbeschikking, in via de penvoerder;

  • 4. De subsidieontvangers in het samenwerkingsverband stellen het college, via de penvoerder, onverwijld schriftelijk in kennis van alles wat van belang is voor de subsidieverstrekking, de uitvoering van de activiteiten en/of het nakomen van de verplichtingen;

  • 5. Het college voert correspondentie en overleg met de penvoeder over de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten en/of het nakomen van de verplichtingen, overeenkomstig het bepaalde in de verleningsbeschikking. De penvoerder informeert over alles wat voor de subsidieontvangers in het samenwerkingsverband van belang is om de gesubsidieerde activiteiten goed uit te kunnen voeren en subsidieverplichtingen na te kunnen komen;

  • 6. De aan de subsidieontvangers in het samenwerkingsverband onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen van de penvoerder worden teruggevorderd als de penvoerder de doorbetalingsverplichting als bedoeld in het tweede lid niet of niet geheel nakomt.

Artikel 3.4 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Op grond van deze regeling kan het college ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde doelstelling subsidie verlenen voor educatieprojecten in het kader van de WEB. Deze projecten passen binnen de context van het regioplan en zijn bedoeld om de basisvaardigheden van laaggeletterde volwassenen te bevorderen;

  • 2. Een project moet gericht zijn op een duurzaam effect, waarbij de behoeften en de ontwikkeling van de laaggeletterde deelnemers centraal staan;

  • 3. De subsidie bedraagt per gemeente maximaal € 25.000 per project.

Artikel 3.5 Doelgerichte criteria

Om in aanmerking te komen voor subsidie, moet de aanvraag voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Er wordt een educatieproject opgezet en gerealiseerd gericht op (deelaspecten van) de eindtermen van de WEB;

  • 2.

    Er worden zowel vrijwilligers als gekwalificeerde docenten/trainers ingezet of betrokken;

  • 3.

    Aanvragers beschrijven in de aanvraag:

    • a.

      welke activiteiten ze uitvoeren en welke effecten ze hiermee willen bereiken (outcome);

    • b.

      welke concrete resultaten ze willen bereiken (output) en hoe deze bijdragen aan de beoogde effecten;

    • c.

      hoe ze de voortgang van de deelnemers meten en vastleggen;

    • d.

      hoe ze een doorlopende leerlijn voor de deelnemers bevorderen;

    • e.

      met wie en hoe ze samenwerken;

    • f.

      op welke manier rekening gehouden wordt met de individuele behoeften en leerwensen van deelnemers;

    • g.

      hoe de doelgroep bereikt wordt, met onderscheid tussen NT1- en NT2-leerders.

  • 4.

    Het project is innovatief of bouwt voort op een project uit voorgaande jaren;

  • 5.

    Voor een aanbod digitale vaardigheden zoeken partijen aansluiting bij de bibliotheken en al bestaande programma’s. Alleen daar waar iets aanvullend is, kan het opgenomen worden in de aanvraag;

  • 6.

    De aanvraag mag geen betrekking hebben op activiteiten waarvoor al middelen, in welke vorm dan ook, zijn of worden verstrekt door de betreffende gemeente.

Artikel 3.6 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 3.4 is het bedrag beschikbaar zoals dat door het college voor het betreffende jaar is vastgesteld. Dit is tevens het subsidieplafond;

  • 2. De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst per gemeente;

  • 3. Indien de deelplafonds na afloop van het tijdvak waarin subsidie kan worden aangevraagd niet uitgeput zijn of er andere middelen vanuit de WEB beschikbaar zijn, kan het college besluiten een nieuwe aanvraagronde met nieuwe deelplafonds in te stellen.

Artikel 3.7 Beoordeling subsidieaanvragen

De beoordeling van de subsidieaanvragen vindt plaats door middel van een individuele inhoudelijke beoordeling aan de hand van de doelgerichte criteria van artikel 3.5.

Artikel 3.8 Verplichtingen

  • 1. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet er sprake zijn van een samenwerkingsverband. Hierbij moet in ieder geval enige vorm van samenwerking tot stand komen tussen non-formeel en formeel onderwijs;

  • 2. Er worden zowel vrijwilligers als gekwalificeerde docenten/trainers ingezet of betrokken;

  • 3. De aan het samenwerkingsverband deelnemende organisaties zetten kosteloos de Monitor Volwasseneneducatie in, zowel voor de output- als voor de outcome-meting ;

  • 4. De activiteiten moeten in hetzelfde jaar worden uitgevoerd als het jaar waarvoor de subsidie wordt verleend;

  • 5. Het bestaan van een samenwerkingsverband zoals genoemd in het tweede lid moet worden aangetoond met een verklaring van actieve deelname aan het project door betrokken partijen.

Artikel 3.9 Voorschotten

Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot uitbetaald in twee termijnen van 50% van het te verlenen subsidiebedrag. De eerste termijn wordt uiterlijk binnen zes weken nadat de verleningsbeschikking verstuurd is uitbetaald. De tweede termijn wordt halverwege het project uitbetaald. Subsidiebedragen tot en met € 10.000,- worden in één keer uitbetaald, binnen zes weken nadat de verleningsbeschikking is verstuurd.

Artikel 3.10 Vaststelling van de subsidie

  • 1. De penvoerder dient uiterlijk op 1 mei van het jaar volgend op het jaar van subsidieverlening een aanvraag in tot het vaststellen van de subsidie;

  • 2. De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier ‘verzoek tot vaststelling subsidie non-formele lokale projecten volwasseneneducatie ’ dat op de website van de gemeente Apeldoorn beschikbaar is;

  • 3. De artikelen 17, 18 en 19 van de Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie. Ook voor subsidies tot en met € 10.000,00 moet een aanvraag tot subsidievaststelling worden ingediend.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van de bekendmaking.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als Subsidieregeling non-formele educatie en lokale projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord-Veluwe.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van B&W d.d. 16 november 2021.

Gepubliceerd in het Gemeenteblad, te raadplegen via: www.officiëlebekendmakingen.nl

Stedendriehoek en Noord-Veluwe

Aanvragen kunnen ingediend worden via de website van de gemeente Apeldoorn.