Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en de invordering van Precariobelasting 2022

Geldend van 27-11-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Precariobelasting 2022

De raad van de gemeente Oisterwijk,

gelezen het voorstel van het college d.d. 21 september 2021,

afdeling Bedrijfsvoering, KAI,

raadsvoorstel nr. 21-34;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

de verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2022 vast te stellen.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. maand: een kalendermaand; waarbij een gedeelte van een maand wordt gezien als een volle maand;

b. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen; waarbij een gedeelte van een week wordt gezien als een volle week;

c. dag: een periode van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan;

d. jaar: een kalenderjaar;

e. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is de in een kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

Het tarief bedraagt voor:

1. Terrassen:

het op of boven een terras hebben van stoelen, tafels, banken, tochtschermen, bloem- of plantenbakken en andere voorwerpen per m² in gebruik genomen grond per jaar:

a. centrum van de kern Oisterwijk; Dorpsstraat, De Lind € 62,00;

b. centrum van de kern Oisterwijk Gemullehoekenweg, Lindeplein € 48,35;

c. overig gemeentelijk grondgebied € 29,05.

2. Terrasuitbreidingen:

terrassen en uitbreidingen van de hiervoor onder 1. genoemde terrassen ter gelegenheid van openbare feestelijkheden, muziekuitvoeringen, kermis en overige evenementen, per m² per dag € 0,35.

3. Bouw- en onderhoudswerken:

door materialen, grond, puin, keten, loodsen, schaftwagens, containers, werktuigen, stellingen of steigers en dergelijke ingenomen grond ten dienste van enig bouw-, onderhouds- of sloopwerk, alsmede voor het verrichten van andere werkzaamheden per m²:

a. per week € 0,75;

b. per maand € 2,30;

c. per jaar € 22,80.

4. Standplaatsen:

het innemen van een standplaats waarvoor op grond van de algemene plaatselijke verordening een vergunning is vereist per m²:

a. voor een dag per week € 0,30 per week;

b. voor twee dagen per week € 0,45 per week;

c. voor drie dagen per week € 0,65 per week;

d. voor vier of meer dagen per week € 0,75 per week.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

1. Bij de berekening van de precariobelasting worden gedeelten van eenheden van tijd of afmeting voor een volle eenheid gerekend;

2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van gebruik van gemeentegrond indien uit andere hoofde betaling aan de gemeente dient te geschieden.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wijze van aanslag.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. In de gevallen bedoeld in artikel 4 is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Ontheffing

Indien in de loop van het heffingstijdvak voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden verwijderd, wordt ontheffing verleend over de volle eenheden van tijd aangehouden bij de berekening van de belasting, die in het heffingstijdvak zijn overgebleven na het verwijderen van de voorwerpen.

Artikel 11 Termijn van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald:

a. voor aanslagbedragen tot € 500,00 in één termijn, die vervalt 30 dagen na de dagtekening van de aanslag;

b. voor aanslagbedragen groter of gelijk aan € 500,00 in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende steeds een maand later.

2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 14 Overgangsrecht

De "Verordening precariobelasting 2021", laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29 oktober 2020, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2022".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 4 november 2021.

de griffier, de voorzitter,

Danielle Robijns Hans Janssen