Regeling vervallen per 16-11-2023

Beleidsregel Wet Bibob gemeente Meppel 2021

Geldend van 11-11-2021 t/m 15-11-2023

Intitulé

Beleidsregel Wet Bibob gemeente Meppel 2021

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

overwegende

dat de integriteit van een bestuursorgaan wordt aangetast als er bij beschikking, zoals een vergunning, overheidsopdracht of vastgoedtransactie, sprake is van het aanwenden door betrokkenen van financieel voordeel uit (reeds gepleegde criminele activiteiten dan wel het plegen van strafbare feiten;

dat de gemeentelijke bestuursorganen verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur en zelf de bevoegdheid hebben om te bepalen in welke van de door de wet geboden mogelijkheden, zij dit instrument daadwerkelijk zullen toepassen;

dat de besluiten en overeenkomsten opgenomen in het beleid zijn gekozen met als doel georganiseerde criminaliteit, witwaspraktijken en ondermijning te voorkomen;

dat een actualisatie van het beleid noodzakelijk is;

Gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Alsook de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene plaatselijke verordening (m.b.t. gemeentelijke vergunningen), de Subsidieverordening Meppel, de Aanbestedingswet 2012 en het Burgerlijk Wetboek.

Besluiten vast te stellen:

Beleidsregel Wet Bibob gemeente Meppel 2021.

Paragraaf 1 Algemeen

Inleiding

De gemeente Meppel graag zaken wil doen met integere partijen. De Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet Bibob) is een instrument om te beoordelen of partijen waar de gemeente vergunningen en subsidies aan verleent, dan wel overheidsopdrachten aan gunt, dan wel vastgoedtransacties mee aangaat integer zijn. Het doel van de wet is het voorkomen dat bestuursorganen strafbare feiten faciliteren. Dit gebeurt door een Bibod-toets uit te voeren. Kern van deze toets is het onderzoek naar betrokkene(n) en relevante Bibob-relaties van betrokkene(n).

1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    De begripsbepalingen in artikel 1 lid 1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel, tenzij daarover in lid 2 anders is bepaald.

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel;

    • b.

      Bibob -toets: het door de gemeente Meppel ingestelde onderzoek naar:

      • -

        de integriteit van de betrokkene (zie onder i) en/of van het zakelijk samenwerkingsverband waarmee de betrokkene een samenwerking aangaat;

      • -

        de transparantie van de bedrijfs-/organisatiestructuur en de wijze van financiering;

      • -

        al dan niet geadviseerd door het Landelijk Bureau Bibob. De bibob-toetst start met het uitreiken van een vragenformulier bibob aan de betrokkene.

    • c.

      Eigen onderzoek: zelfstandig (voor)onderzoek door de gemeente, als bedoeld in artikel 7a van de wet.

    • d.

      Bibob -vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a lid 5 van de wet.

    • e.

      rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Meppel;

    • f.

      RIEC: het Regionaal informatie- en Expertise Centrum. Dit centrum richt zich op de geïntegreerde aanpak en bestrijding van ondermijnende criminaliteit.

    • g.

      Landelijk Bureau Bibob (hierna LBB): het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, als bedoeld in artikel 8 van de wet.

    • h.

      OM: Openbaar Ministerie.

    • i.

      Betrokkene: de betrokkene als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de wet.

    • j.

      Overheidsopdracht: een opdracht als beschreven in artikel 1 van de wet en waarop de Wet Bibob kan worden toegepast.

    • k.

      Vastgoedtransacties: de wet geeft in artikel 1, lid 1 de definitie van het begrip vastgoedtransactie, namelijk: een overeenkomst of een andere rechtshandeling (waaronder mede begrepen anterieure overeenkomsten) met betrekking tot een onroerende zaak met als doel:

      • 1.

        het verwerven of vervreemden van een recht op eigendom of het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht;

      • 2.

        huur of verhuur;

      • 3.

        het verlenen van een gebruiksrecht; of

      • 4.

        de deelname van een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of die onroerende zaak huurt of verhuurt;

      • 5.

        toestemming voor vervreemding van erfpacht als bedoeld in artikel 91, 1e lid van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.

    • l.

      Wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

    • m.

      Subsidieverordening: Algemene subsidieverordening Meppel.

  • 3.

    Daar waar in deze beleidsregel ‘gemeente Meppel’ wordt genoemd, worden daarmee de rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 lid 2 sub e van deze beleidsregel en – voor zover van toepassing – de bestuursorganen van de rechtspersoon bedoeld.

1.2Uitvoering Bibob-toets in afwijking van de beleidslijn

Deze beleidslijn laat onverlet dat al dan niet in afwijking van de hierna volgende bepalingen gemotiveerd tot uitvoering van een Bibob-toets kan worden besloten als de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven.

Paragraaf 2 Publiekrechtelijke beschikkingen

Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen

De toepassing van de wet zal door de gemeente Meppel op de hieronder aangeduide beschikkingen op de in deze beleidsregel voorgeschreven wijze plaatsvinden:

Lid 1

Uitvoering van het eigen Bibob-onderzoek, voor zover niet reeds is voorzien uit een specifieke wet, dwingend of regelgeving een weigeringsgrond zich voordoet, vindt in plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

  • a.

    artikel 3 lid 1 Alcoholwet (Drank- en Horecavergunning);

  • b.

    artikel 3 lid 2 Alcoholwet (Drank- en Horecavergunning para commerciële rechtspersonen, als bedoeld in artikel 4 Alcoholwet) waarbij de exploitatie van de horeca-activiteiten niet in eigen beheer plaatsvinden;

  • c.

    artikel 30b van de Wet op de kansspelen; (speelautomatenvergunning)

  • d.

    artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Meppel; (horecaexploitatie vergunning)

  • e.

    artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Meppel; (exploitatievergunning coffeeshop)

  • f.

    artikel 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Meppel (prostitutiebedrijven en escortbedrijven)

  • g.

    artikel 2:18a juncto artikel 2:20 van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Meppel (speelautomatenhal)

Lid 2

Uitvoering van het eigen onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking plaats als zij vallen onder één van de in Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/ of risicogebieden:

  • a.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit);

  • b.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer);

  • c.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 2.2.27 juncto artikel 1.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Meppel (evenementen-vergunning);

    De toepassing van het eigen onderzoek kan daarbij beperkt blijven tot aanvragen voor evenementen die door of namens commerciële partijen worden georganiseerd dan wel op een bedrijfsmatige wijze georganiseerd worden.

    In afwijking hiervan vindt een Bibob-toets plaats, als op grond van:

    • -

      eigen ambtelijke informatie,

    • -

      informatie verkregen van het LBB,

    • -

      informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC of

    • -

      vanuit het OM verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet(OM-tip).

Lid 3

Uitvoering van het eigen onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats als uit ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC blijkt, dan wel wanneer er vanuit het LBB informatie als bedoeld in artikel 11 en/of vanuit het OM informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag mogelijk sprake is van criminogene invloeden:

  • a.

    de aanvraag als bedoeld in artikel30a Alcoholwet (bijschrijving leidinggevende op de Alcoholvergunning)

  • b.

    artikel 30b van de Wet op de kansspelen (vergunning kansspelautomaat)

  • c.

    de aanvraag als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de Alcoholwet (para commerciële instelling)

Lid 4

Uitvoering van het eigen onderzoek kan bij overige aanvragen om een beschikking, wanneer deze aanvragen niet genoemd zijn in deze beleidsregel, desondanks plaats vinden als uit ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC blijkt, dan wel wanneer er vanuit het Bureau Bibob informatie als bedoeld in artikel 11 en/of vanuit het OM informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag mogelijk sprake is van criminogene invloeden.

Als bij navraag (artikel 11a van de wet) bij het LBB blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen vijf jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het LBB, dan mag deze informatie hergebruikt worden voor het eigen onderzoek.

Lid 5

Uitvoering van het eigen onderzoek blijft in beginsel achterwege (behalve als daartoe aanleiding bestaat) in het geval een aanvraag afkomstig is van een overheidsinstanties, semioverheidsinstantie of woning(bouw)corporatie(s) (die op grond van de Woningwet zijn aangewezen als toegelaten instellingen voor de volkshuisvesting).

Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij verleende beschikkingen

De gemeente Meppel kan een eigen onderzoek starten bij verleende beschikkingen indien:

  • 1.

    de verstrekte beschikking betrekking heeft op een activiteit en/ of gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente Meppel na de verstrekking van de beschikking, in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie en/of valt binnen een in Bijlage 1 genoemd risicogebied. Onder voornoemd besluit na de verstrekking van de beschikking wordt mede verstaan het besluit waarbij deze beleidsregel met bijbehorende bijlage is vastgesteld;

  • 2.

    vanuit eigen informatie dan wel vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, er aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • 3.

    informatie als bedoeld in artikel 11 en/ of artikel 26 van de Wet Bibob vanuit het LBB en/ of OM is verkregen, die er op duidt dat er mogelijk sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • 4.

    bekend wordt, dat tegen betrokkene op grond van de Wet Bibob een ernstige mate van gevaar is geconstateerd door een andere overheid dan de gemeente Meppel en aan betrokkene door die gemeente, provincie of dat waterschap een soortgelijke beschikking is verstrekt.

Artikel 2.2a Weigering volledig invullen Bibob-vragenformulieren bij de aanvraag van een beschikking

Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, wordt bij aanvragen van een beschikking de daartoe gestelde regels in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast (Titel 4.1). Bij volharding wordt de gevraagde beschikking buiten behandeling gesteld ingevolge artikel 4:5 van de Awb.

Artikel 2.2b Weigering volledig invullen Bibob-vragenformulieren bij verleende vergunningen en andere beschikkingen

Bij verleende beschikkingen wordt een weigering op grond van artikel 4 lid 1 van de wet beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. Met een weigering wordt gelijk gesteld: het niet (tijdig) voldoen aan een verzoek om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren. Het bestuursorgaan biedt de vergunninghouder ten minste 2 weken om de Bibob-vragenformulieren ingevuld te retourneren. Indien niet tijdig wordt voldaan aan het verzoek het Bibob-vragenformulier volledig ingevuld te retourneren, wordt aan betrokkene overeenkomstig een redelijke termijn gesteld om alsnog aan diens verplichtingen te voldoen.

Een verstrekte vergunning kan als gevolg van een weigering worden ingetrokken.

Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij subsidies

De gemeente Meppel kan naar aanleiding van een subsidieaanvraag en/of een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de subsidieverordening een eigen onderzoek starten, als:

  • 1.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/of risicogebieden dan wel;

  • 2.

    er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het LBB informatie als bedoeld in artikel 11 dan wel vanuit het OM informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag mogelijk sprake is van criminogene activiteiten.

Paragraaf 3 Privaatrechtelijke transacties

Artikel 3.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

De gemeente Meppel kan de wet toepassen bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente Meppel partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente Meppel de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

Indien overeenkomstig het bepaalde in deze beleidsregel een Bibob-toetst wordt gedaan, wordt in de overeenkomst als ontbindende voorwaarde opgenomen dat de overeenkomst door de gemeente Meppel kan worden ontbonden als de uitkomst van de Bibob-toets daartoe aanleiding geeft. De ontbindende voorwaarde kan achterwege blijven als de uitkomst van het Bibob-onderzoek bij het bestuursorgaan bekend is voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst.

Het Bibob-onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen die één of meerdere van de onderstaande kenmerken hebben, uitgevoerd indien:

  • hoge mate van financiële complexiteit

  • behorend tot een als zodanig door de gemeente Meppel benoemde risicocategorie en/of risicogebied zoals benoemd in Bijlage 1

  • hoge mate van complexiteit met betrekking tot de bedrijfsstructuur

  • exceptioneel financieel risico voor de gemeente Meppel

  • wanneer tevens sprake is van een aanvraag om beschikking genoemd in artikel 2.1, eerste en tweede lid, van deze beleidsregel.

In geval van een vastgoedtransactie kan de gemeente Meppel tevens een Bibob-onderzoek starten, indien op grond van:

  • 1.

    op grond van eigen ambtelijke informatie en/of

  • 2.

    informatie verkregen van het LBB (artikel 11 en/ of 11a van de wet) en/of

  • 3.

    informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet (OM-tip) en/of

  • 4.

    informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene en/of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet bibob en/of over de organisatiestructuur en/of wijze van financiering.

Artikel 3.2 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

De gemeente Meppel kan de wet in beginsel toepassen bij overheidsopdrachten. Aangezien dit instrument een ingrijpend karakter heeft zal een besluit daartoe weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur en de beginselen van het aanbestedingsrecht moeten worden gedaan.

In aanbestedingsdocumenten zal daarom worden opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat (de bestuursorganen van) de gemeente Meppel, alvorens tot gunning over te gaan en tijdens de uitvoering van een voor de overheidsopdracht gesloten overeenkomst een Bibob-onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet Bibob..

In geval van een overheidsopdracht start de gemeente een Bibob- onderzoek, indien op grond van:

  • 1.

    op grond van eigen ambtelijke informatie en/of

  • 2.

    informatie verkregen van het Bureau (artikel 11 en/ of 11a van de wet) en/of

  • 3.

    informatie verkregen vanuit het OM conform artikel 26 van de wet (OM-tip) en/of

  • 4.

    informatie verkregen van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC indien er vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene en/of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob en/of over de organisatiestructuur en/of wijze van financiering.

Tevens kan in geval van een overheidsopdracht een Bibob-onderzoek worden gestart wanneer er sprake is van een overheidsopdracht die betrekking heeft op de activiteiten die gerelateerd kunnen worden aan de risicogebieden zoals benoemd in Bijlage 1 dan wel plaatsvinden in een in Bijlage 1 genoemd risicogebied.

Paragraaf 4 Invoering

Artikel 4.1 Intrekken oude beleidsregel

  • 1. De beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur 2015, vastgesteld op 14 april 2015, wordt ingetrokken.

Artikel 4.2 Invoeringsdatum

  • 1. Deze beleidsregel is vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders op 2 november 2021 en treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 4.3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel Wet Bibob gemeente Meppel 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 2 november 2021

De burgemeester,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Burgemeester

Secretaris

Bijlage 1: Risicocategorieën

Risicocategorieën waarbij door de gemeente Meppel in beginsel de Wet Bibob toegepast:

  • Hotels

  • Kamerverhuurbedrijven (alsmede omgevingsvergunningen voor kamerverhuur- en/ of logiespanden waarbij sprake is van meerdere kamers)

  • Omzettingsvergunningen kamerverhuur

  • Pensions

  • Recreatieparken en jachthavens

  • Horecabedrijven

  • Coffeeshops

  • Shisha-lounges

  • Prostitutie- en seksbedrijven, escortbedrijven, seksbioscopen, erotische massagesalons

  • Sekswinkels

  • Smartshops/ Headshops/telefoonwinkels

  • Speelautomatenhallen/ Gamecenters

  • Afvalbewerkings- en -verwerkingsbedrijven

  • Afvalrecyclingbedrijven

  • Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto's, tank- of bulkcontainers

  • Autohandel (verkoop, verhuur en/of reparatie)

  • Sloopbedrijven

  • Autodemontagebedrijven

  • Brandstofverkooppunten

  • Vuurwerkbranche

  • Wellnesscentra/zonnestudio’s

  • Kappers

  • Nagelstudio’s

  • Schoonheidssalon

  • Cafetaria

  • Tattooshops

  • Fitnessbedrijven/Sportbedrijven

  • Sporthallen/complexen

  • Zwembaden

  • Religieuze instellingen

  • Scholen/onderwijs en/of onderzoek

  • Energieproducenten (w.o. vergisters, windmolens etc.)

  • Zonneparken/Windmolenparken

  • Zorgbureaus/ zorgaanbieders

  • Reïntegratiebedrijven en/ of activiteiten

  • Kavelverkoop

  • Agrarische bedrijven

  • Verhuur gemeentelijke vastgoed

  • Verkoop (voormalige) overheidsgebouwen

  • Aanvragen voor een gebouw dat is geplaatst op een standplaats in de zin van de APV en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst

  • Transformatie kantoorpanden

  • Overheidsopdrachten

  • Evenementen met meer dan 80 deelnemers en waarvoor een evenementenvergunning nodig is.

  • Vergunningplichtigen Omgevingsbesluit/RUD

  • Bouwsom (bij omgevingsvergunning bouwen) bij (ver-)bouwkosten boven € 50.000,- (exclusief B.T.W.)

Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet-limitatief, maar geeft een indicatie van mogelijke risicocategorieën. Deze opsomming kan aangepast worden, indien ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven.

Bijlage 2: Werkinstructie

Toelichting op de uitvoering van het eigen onderzoek door de gemeente Meppel.

Ten aanzien van het eigen onderzoek wordt opgemerkt dat de hierna genoemde stappen bedoeld zijn om het eigen onderzoek door de gemeente voor de betrokkene(n) en eventuele relevante Bibob-relaties inzichtelijk te maken. De gemeente behoudt zich het recht voor om het eigen onderzoek op een andere wijze uit te voeren, binnen de hiervoor gestelde wettelijke kaders en bevoegdheden.

Uiteindelijk zijn de bepalingen vanuit de Algemene wet bestuursrecht, de Wet Bibob, de Aanbestedingenwet en het Burgerlijk Wetboek (ten aanzien van de privaatrechtelijke overeenkomsten) van toepassing bij het uitvoeren van het eigen onderzoek.

Ten aanzien van de privaatrechtelijke overeenkomsten zijn de bepalingen opgenomen in het (algemene) Inkoopbeleid van de gemeente, (algemene) verkoopvoorwaarden van de gemeente en bepalingen in (voorgenomen) overeenkomsten leidend.

1 Eigen onderzoek

  • 1.

    In de in deze beleidsregel bepaalde gevallen, zal betrokkene, naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de Bibob-vragenformulieren dienen in te vullen en in te leveren bij de gemeente Meppel. Daarbij dienen ook de documenten te worden gevoegd, die in deze vragenformulieren zijn vermeld en/of bij de uitreiking van de formulieren door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 7a, tweede lid van de Wet Bibob genoemde vragen en daarnaast mogelijk aanvullende vragen, die de gemeente Meppel zo goed mogelijk in staat stelt om het eigen onderzoek te kunnen verrichten.

  • 2.

    In geval de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe beschikking, maken de Bibob-vragenformulieren onderdeel uit van de aanvraag om beschikking.

  • 3.

    Alvorens het eigen onderzoek naar het zich voordoen van weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet wordt gestart, zal een aanvraag eerst beoordeeld worden conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de reguliere weigeringsgronden vanuit de onderliggende regelgeving van de desbetreffende aanvraag om beschikking

Het daarop aansluitende eigen onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit een tweetal stappen:

Stap 1

  • a.

    Het onderzoek behelst in ieder geval:

    • -

      de controle en analyse van de door de betrokkene aangereikte informatie/documenten bij de Bibob-vragenformulier(en), inclusief bijlagen, en de door de betrokkene daarbij aangeleverde documenten;

    • -

      de controle en analyse van eventuele extra, op verzoek van de gemeente Meppel, door betrokkene overlegde documenten of informatie;

    • -

      open bronnen onderzoek (zoals Kamer van Koophandel, Kadaster, etc.) ten aanzien van de betrokkene en mogelijke relevante Bibob-relaties;;

    • -

      het bevragen van politiegegevens ten aanzien van de betrokkene(n) op grond van artikel 4.3 onder l van het Besluit politiegegevens;

    • -

      het opvragen van Justitiële gegevens ten aanzien van de:

      • o

        de betrokkene, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

      • o

        degene die direct of indirect leiding geeft of heeft gegeven aan betrokkene;

      • o

        degene die direct of indirect zeggenschap heeft of heeft gehad over betrokkene;

      • o

        degene die direct of indirect vermogen verschaft of heeft verschaft aan betrokkene;

      • o

        degene die als leidinggevende, beheerder, bedrijfsleider of vervoersmanager is of zal worden vermeld op de beschikking die is aangevraagd of is gegeven;

      • o

        degene die redelijkerwijs met betrokkene gelijk kan worden gesteld op grond van zijn feitelijke invloed op de betrokkene.

    • -

      het eventueel bevragen van de betrokkene bij het Bureau Bibob zoals bedoeld in artikel 11a van de wet;

  • b.

    Ten aanzien van de financiering van het project/ activiteit geldt dat de financiering aannemelijk en transparant dient te zijn. Om de financiering aannemelijk en transparant te maken, gelden ten aanzien van de financiering nog de volgende bepalingen:

    • -

      bij financiering door middel van eigen vermogen dient de aanwezigheid en de herkomst van dit eigen vermogen aangetoond te worden;

    • -

      wanneer sprake is van financiering uit eigen vermogen door middel van contante gelden, dient de aanwezigheid en de herkomst van het contante geld aannemelijk en inzichtelijk te worden gemaakt door de betrokkene(n);

    • -

      bij financiering door middel van vreemd vermogen dient altijd een (in het Nederlands dan wel vertaalde) leningsovereenkomst overlegd te worden waaruit de financiering blijkt en onder welke voorwaarden deze financiering is verstrekt;

    • -

      bij financiering door middel van vreemd vermogen dient de identiteit van de vermogensverschaffer aangetoond te worden door middel van een geldig Identiteitsbewijs en actuele adres- en woonplaatsgegevens van de vermogensverschaffer;

    • -

      wanneer financiering van vreemd vermogen plaatsvindt door middel van contante gelden dient de geldstroom van de vermogensverschaffer naar betrokkene(n) volledig inzichtelijk en aannemelijk te worden gemaakt;

    • -

      wanneer financiering van vreemd vermogen plaatsvindt door middel van crowdfunding dan wel vergelijkbare financiering, kan de gemeente het betreffende platform verplichten de identiteit van de uiteindelijke vermogensverschaffers kenbaar te maken aan de gemeente;

  • c.

    Wanneer het Bibob-vragenformulier niet volledig wordt ingevuld, dan wel de gegevens zoals genoemd onder b (financiering) niet volledig zijn verstrekt, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld, nadat aanvrager de gelegenheid heeft gehad binnen een door de gemeente gestelde termijn aan te vullen.

    Een weigering om gevraagde extra informatie aan te leveren dan wel onvolledig aan te leveren kan leiden tot het buiten behandeling stellen van de aanvraag dan wel de mogelijkheid tot het intrekken van de verleende vergunning;

  • d.

    In het geval van een (voorgenomen) overheidsopdracht gunt de gemeente Meppel een overheidsopdracht niet, indien de betrokkene heeft nagelaten:

    • 1.

      de op grond van artikel 7a van de Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door de gemeente zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door de gemeente gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden;

    • 2.

      de wijze van financiering, zoals genoemd onder b van stap 1 (financiering) door de betrokkene(n) onvoldoende aannemelijk en inzichtelijk is gemaakt;

    • 3.

      de op grond van artikel 12 van de Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door het Bureau zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door het Bureau gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden.

  • e.

    In het geval van een (voorgenomen) vastgoedtransactie zal geen overeenkomst tot stand komen, wanneer:

    • 1.

      betrokkene heeft nagelaten de op grond van artikel 7a van de Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door de gemeente zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door de gemeente gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden;

    • 2.

      de wijze van financiering, zoals genoemd onder b van stap 1 (financiering) door de betrokkene(n) onvoldoende aannemelijk en inzichtelijk is gemaakt;

    • 3.

      betrokkene heeft nagelaten de op grond van artikel 12 Wet Bibob gevraagde gegevens en bescheiden te verschaffen en/of heeft nagelaten de vragen die hem door het Bureau zijn gesteld op basis van dat artikel binnen de door het Bureau gestelde termijn volledig en naar waarheid te beantwoorden;

  • f.

    bij reeds aangegane overeenkomsten ten aanzien van vastgoed wordt bij overeenkomst voorzien.

  • g.

    Het Bibob-vragenformulier dient volledig en naar waarheid te worden ingevuld. Het opzettelijk verschaffen van onjuiste informatie is strafbaar, net als het opzettelijk weglaten van informatie (art. 227a en 227b, Wetboek van Strafrecht). De gemeente Meppel kan de vergunning in dat geval weigeren of intrekken. Indien er een vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde vergunning valsheid in geschrifte is gepleegd kan de gemeente Meppel aangifte doen bij de politie.

  • h.

    Bij de uitvoering van het eigen onderzoek kan de informatiepositie van bestuursorganen versterkt worden vanuit het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum (RIEC). Ook kan het bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak desgewenst gebruik maken van de expertise van het RIEC bij het toepassen van de Wet Bibob;

  • i.

    Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ernstige of mindere mate van gevaar als bedoeld in de Wet Bibob, kan het de gevraagde beschikking weigeren of de verleende beschikking intrekken.

  • j.

    Als het bestuursorgaan op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet Bibob genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van een ernstige of mindere mate van gevaar als bedoeld in de Wet Bibob, kan dit aanleiding zijn om de (voorgenomen) overheidsopdracht of vastgoedtransactie niet aan te gaan, dan wel de overeenkomst te ontbinden of op te schorten.

Stap 2

Aanvullend op eigen onderzoek kan een advies bij het Bureau Bibob worden gevraagd indien:

  • a.

    vragen ontstaan of bestaan over de integriteit van de betrokkene en/ of zijn potentiele, huidige of voormalige Bibob-relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid van de Wet Bibob;

  • b.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur van aan de uitvoering van de beschikking te verbinden onderneming(en);

  • c.

    na het eigen onderzoek vragen blijven bestaan over de financiering van de aan de betreffende beschikking te verbinden activiteiten;

  • d.

    het Bureau Bibob de gemeente Meppel adviseert om ten aanzien van een betrokkene advies aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 11 van de wet;

  • e.

    de officier van justitie de gemeente Meppel adviseert om ten aanzien van een betrokkene advies aan te vragen, zoals bedoeld in artikel 26 van de wet.

Een toetsing overeenkomstig de Wet Bibob met behulp van een advies van het Bureau Bibob geldt in beginsel als een uiterst middel om de integriteit van een betrokkene en diens relaties te controleren. Bij deze zware inbreuk op de privacy zal de gemeente Meppel de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit in acht nemen. Deze eisen brengen mee dat de gemeente Meppel, indien mogelijk, eerst gebruik zal maken van de eigen instrumenten of de weigerings- en intrekkingsgronden van de onderliggende regelgeving.

De adviesaanvraag bij het Bureau Bibob is geen beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiertegen staat derhalve geen bezwaar of beroep open. Wel is de aanvrager van een vergunning te allen tijde toegestaan de aanvraag in te trekken.

2 Informatieplicht

  • 1.

    De gemeente Meppel informeert betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Bureau Bibob . Betrokkene wordt daarbij gewezen op de opschorting van de beslistermijn als bedoeld in artikel 31. Een afschrift van deze brief wordt gevoegd bij het adviesverzoek aan het Bureau Bibob;

  • 2.

    In geval een van het Bureau Bibob ontvangen advies ten grondslag wordt gelegd aan een motivering om een gevraagde beschikking te weigeren dan wel een eerder verleende beschikking in te trekken, of wanneer op basis van dit advies voorschriften worden verbonden aan de beschikking, wordt aan betrokkene een afschrift van het advies ter hand gesteld. Betrokkene wordt daarbij door de gemeente Meppel schriftelijk gewezen op zijn geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 28 van de wet;

  • 3.

    Lid 2 is eveneens van toepassing op de in artikel 28 en 33 van de wet bedoelde derde, met dien verstande dat alleen die onderdelen uit het advies worden verstrekt wordt zover het op hem betrekking heeft.

3 Adviestermijn

  • 1.

    Indien de gemeente Meppel een advies aanvraagt bij het Bureau Bibob, wordt op grond van artikel 31 van de wet, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies door het Bureau in behandeling wordt genomen en eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 lid 1 van de wet (acht weken).

  • 2.

    Indien het Bureau het advies niet binnen de in lid 1 gestelde termijn kan geven, heeft het de mogelijkheid om op grond van artikel 15, derde lid van de wet, de termijn te verlengen. Deze verlenging bedraagt niet meer dan de termijn, genoemd in artikel 15 lid 3 van de wet (niet meer dan vier weken).

  • 3.

    Het Bestuursorgaan informeert betrokkene onverwijld over een verlenging als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    De verlenging van de adviestermijn van het Bureau, alsmede eventuele tijdelijke opschorting van de adviestermijn van het Bureau in gevallen als bedoeld in artikel 15 lid 2 van de wet, leiden tot een verdere opschorting van de wettelijke beslistermijn op de beschikking.

4 Besluitvorming naar aanleiding van een Bibob-onderzoek:

4.1 Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij beschikkingen

  • 1.

    De gemeente Meppel gaat in beginsel over tot een negatief besluit op de aanvraag op de beschikking, indien uit het eigen onderzoek en een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau Bibob blijkt, dat er sprake is van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 2.

    Voor zover blijkt dat geen sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in het eerste lid, kan de gemeente Meppel bij mindere mate van gevaar aan de beschikking voorschriften verbinden. Deze voorschriften zijn gericht op het wegnemen of beperken van dergelijk gevaar.

  • 3.

    De gemeente Meppel heeft eenzelfde bevoegdheid indien sprake is van een ernstig gevaar waarbij de ernst van de strafbare feiten weigering of intrekking van de beschikking niet rechtvaardigt. De gemeente Meppel kan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift wijzigen. Indien niet wordt voldaan aan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift, kan de gemeente Meppel de beschikking intrekken.

  • 4.

    De gemeente Meppel kan een advies van het Bureau Bibob gedurende vijf jaren gebruiken in verband met een andere beslissing.

4.2 Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De gemeente Meppel zal in beginsel overgaan tot het afbreken van de onderhandelingen, indien uit het eigen onderzoek en/of een eventueel daarop afgegeven advies van het Bureau blijkt dat ten minste één van de onderstaande situaties zich voordoet:

    • a.

      er is sprake van ten minste een mindere mate van gevaar dat de vastgoedtransactie mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten;

    • b.

      er is sprake van ten minste een mindere mate van gevaar dat in of met de onroerende zaak waar de vastgoedtransactie betrekking op heeft, mede strafbare feiten zullen worden gepleegd;

    • c.

      er is sprake van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat betrokkene in relatie staat tot ernstige strafbare feiten die naar het oordeel van de gemeente een integriteitsrisico vormen (ongeacht de mate van gevaar);

    • d.

      er is sprake van feiten en omstandigheden die er op wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van de vastgoed een strafbaar feit is gepleegd;

    • e.

      In de gevolgen van een Bibob-onderzoek dat is gestart nadat de vastgoedtransactie is aangegaan, wordt bij overeenkomst voorzien.

4.3Gevolgen van een Bibob-onderzoek bij overheidsopdrachten

  • 1.

    In geval van een inschrijving op een overheidsopdracht, kan de informatie uit het Bibob-onderzoek dienen als onderbouwing van een of meerdere uitsluitingsgronden als genoemd in de Aanbestedingswet 2012.