Regeling vervallen per 02-01-2024

Marktverordening 2021.

Geldend van 04-11-2021 t/m 01-01-2024

Intitulé

Marktverordening 2021.

Zaaknummer: 1714638

  • gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

betreft: Marktverordening 2021

De Raad van de gemeente Hoorn besluit:

De Marktverordening Hoorn 2021 definitief vast te stellen, waarvan de belangrijkste punten zijn:

  • a.

    invoering van inrichtingsplannen per markt;

  • b.

    invoering van selectiestelsel voor vergunningverlening;

  • c.

    duur standplaatsvergunning voor tien jaar in verband met schaarse vergunningen en recente jurisprudentie;

Hoorn, 21 september 2021

De griffier,                                     de voorzitter,

Bekendmaking;

- door opname in het gemeenteblad

Marktverordening Hoorn 2021

De Raad van de gemeente Hoorn;

  • gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 augustus 2021;

  • gelet op de artikelen 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

  • overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);

besluit

vast te stellen:

Marktverordening Hoorn 2021

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Hoorn;

  • b.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag door de marktmeester ter beschikking wordt gesteld aan een meeloper, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • c.

    inrichtingsplan: de door het college ingerichte markten conform artikel 3, zoals zij worden gehanteerd bij de toepassing van deze verordening;

  • d.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • e.

    marktmeester: de toezichthouder die als zodanig is aangewezen door het college;

  • f.

    marktterrein: de gehele openbare of publiek toegankelijke oppervlakte grond, die is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • g.

    meeloper: de natuurlijke persoon die in aanmerking wenst te komen voor de toewijzing van een dagplaats, die niet beschikt over een vergunning voor een vaste standplaats of een standwerkerplaats;

  • h.

    selectiestelsel: stelsel om te kiezen bij het invullen van een standplaats.

  • i.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • j.

    standplaatshouder: de natuurlijke persoon aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een vaste standplaats, houders van een dagplaats en houders van een standwerkerplaats;

  • k.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • l.

    standwerker: de natuurlijke persoon die in aanmerking wenst te komen voor een standwerkersplaats;

  • m.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • n.

    vaste standplaats: de standplaats waarvoor door het college vergunning is verleend;

  • o.

    vervanger: degene die naast de standplaatshouder als aanspreekpunt is vermeld in de vergunning en gerechtigd is de standplaatshouder te vervangen;

Artikel 2. Instellen, afschaffen, te verplaatsen of veranderen van markten:

  • 1.

    Het college is bevoegd markten in te stellen, af te schaffen, te verplaatsen of te veranderen.

  • 2.

    Het college kan op grond van bijzondere redenen, in afwijking van het eerste lid, besluiten dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, een ander tijdstip of op een andere plaats;

  • 3.

    Indien een markt tijdelijk plaatsvindt op een andere plaats is het bepaalde in artikel 3 van toepassing.

  • 4.

    Het college is bevoegd te besluiten dat de markt niet zal plaatsvinden indien het daartoe dringende redenen aanwezig acht. Indien mogelijk wordt een alternatieve locatie aangewezen.

Artikel 3. Inrichtingsplannen van de markten

Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

  • a.

    de dagen waarop de markt wordt gehouden en openingstijden;

  • b.

    een kaart van de markt waarop de grenzen en indeling van de markt zijn aangegeven;

  • c.

    hoe een standplaats wordt toegewezen;

  • d.

    het aantal standplaatsen;

  • e.

    de afmetingen van de standplaatsen (en strekkende meters);

  • f.

    de opstelling en indeling van de markt;

  • g.

    welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats met kramen, (vaste) standplaats met kramen met bakplaats, vaste standplaats met verkoopwagen, standwerkerplaats en dagplaats;

  • h.

    een lijst met branches en subbranches;

  • i.

    een maximum aantal vergunninghouders per subbranche.

Artikel 4. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden, op een markt zonder vaste standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van het college een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vaste standplaatsvergunning geldt voor een periode van 10 jaar tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij bij of in de vergunning anders is bepaald.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4.

    Het is verboden, op een markt zonder standwerkerplaatsvergunning van het college als standwerker op te treden.

  • 5.

    Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon, die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over standplaatsen

Artikel 6. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, geldt het volgende:

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van de houders van een vaste standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 2.

    Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 7. Wachtlijststelsel

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het wachtlijststelsel wordt gehanteerd voor toekenning van vaste standplaatsvergunningen, geldt het volgende:

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van de kandidaten voor een vaste standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).

  • 2.

    Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:

  • a.

    diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;

  • b.

    de datum van de aanvraag;

  • c.

    de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;

  • d.

    informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.

  • 3.

    De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.

  • 4.

    De inschrijving wordt doorgehaald als aan de kandidaat een vaste standplaatsvergunning is toegekend, op zijn schriftelijke aanvraag, na zijn overlijden of als hij onder curatele is gesteld.

  • 5.

    Als er ruimte is om een nieuwe vaste standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning dient daarvoor binnen vier weken een aanvraag in te dienen.

Artikel 8. Selectiestelsel

Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd geldt het volgende:

  • 1.

    Het college maakt in het inrichtingsplan bekend dat voor een markt één of meer (vaste) standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 2.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving in het vakblad en de gemeentewebsite.

  • 3.

    De beoordeling van de aanvragen door het college volgt aan de hand van de volgende aspecten:

  • a.

    of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging is aan het marktassortiment;

  • b.

    de uitstraling van de uitstalling;

  • c.

    het marktverleden van de gegadigde;

  • d.

    of bij de gegadigde naar het oordeel van het college sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

  • e.

    de selectie zal plaatsvinden door het college.

  • 4.

    Het college werkt het selectiestelsel uit in de inrichtingsplannen per markt.

Artikel 9. Overschrijven van de vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of ander persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    In geval het eerste lid niet kan worden gevolgd, kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 1 jaar in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede- eigenaar.

  • 3.

    In geval van overlijden of onder curatele stelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 5.

    Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste standplaatsvergunning (voor de betrokken markt) beschikt, wordt deze tegelijk met de verlening van de nieuwe vergunning ingetrokken.

Artikel 10. Intrekking en schorsen van een vergunning

  • 1.

    Het college kan een vergunning voor een standplaats schorsen, dan wel intrekken.

  • 2.

    Het college trekt een vergunning voor een standplaats in:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder; of

  • b.

    twee maanden na diens overlijden of curatele stelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend, overeenkomstig artikel 9;

  • 3.

    Het college kan een vergunning voor een vaste standplaats voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken of schorsen bij een van volgende overtredingen:

  • a.

    als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • b.

    als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

  • c.

    als de vergunninghouder de aanwijzingen van de marktmeester niet opvolgt;

  • d.

    als de vergunninghouder zijn standplaats niet – verkoopklaar – gedurende de markttijden inneemt;

  • e.

    als van de standplaatsvergunning gedurende ten minste drie weken geen gebruik is gemaakt;

  • f.

    als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 228 van de Gemeentewet;

  • g.

    indien een vergunninghouder zijn vaste standplaats voor een periode van meer dan 12 maanden heeft laten vervangen en geen nieuwe ontheffing of overschrijving heeft aangevraagd;

  • h.

    indien de vergunninghouder zijn afval achterlaat of het marktterrein verontreinigd achterlaat;

  • i.

    wanneer de vergunninghouder het bepaalde bij of krachtens deze verordening, de nadere regels of de voorschriften van de vergunning overtreedt.

  • 4.

    Wanneer de vergunninghouder of zijn aangewezen vervanger zijn standplaats niet bij aanvang van de markt heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

  • 5.

    Het college kan een vergunning direct of na tweemaal schorsen ongeacht de overtreding zoals opgenomen in het tweede lid intrekken.

Artikel 11 Vereisten innemen standplaats

  • 1.

    De houder van een standplaatsvergunning, heeft een legitimatieplicht en neemt de hem of haar toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    De houder van een standplaatsvergunning kan de hem toegewezen standplaats laten innemen door een vervanger voor in totaal ten hoogste 75 procent van het aantal marktdagen per jaar.

  • 3.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkers

Artikel 12 Dagplaatsen

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een dagplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend en die niet zijn uitgesloten op grond van deze verordening.

  • 3.

    De dagplaatsen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

  • 4.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 13 Standwerkvergunning

  • 1.

    Een standwerkersvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 12, tweede tot en met vierde lid.

  • 2.

    Een standwerkersvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 14. Bijstand

De houder van een vaste standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door één of meer andere personen.

Artikel 15 Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is een vergunninghouder verboden meer dan 3 uur voor de aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan of af te voeren of te laten aan– en afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats vanaf de starttijd van de markt –verkoopklaar- in tot sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door college verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 16. Markt schoonhouden

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrijkomt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 17 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 18 Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 19 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt bestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20. Intrekking oude regeling

De Marktverordening Hoorn 2011 en het Marktreglement Hoorn 2011 worden ingetrokken.

Artikel 21. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening Hoorn 2011, het marktreglement Hoorn 2011 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening Hoorn 2011 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 23. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Hoorn 2021.

Toelichting

Algemeen

Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op kunnen uitoefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Instellen, afschaffen, te verplaatsen of veranderen van markten:

Het college is bevoegd markten in te stellen, af te schaffen, te verplaatsen of te veranderen. Bij bijzondere gevallen/ dringende redenen aan zaken als extreme weersomstandigheden zoals bij windkracht 7 en hoger, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).

Artikel 3. Inrichtingsplan

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.

Artikel 4. Vergunningen

Vaste-standplaatsvergunningen gelden in beginsel voor een periode van 10 jaar, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.

Op grond van recente jurisprudentie is een marktvergunning een schaarse vergunning. Dit aangezien het aantal vergunningen dat verleend kan worden, beperkt is door de omvang van het marktterrein. In de vorige marktverordening werd een vaste standplaats voor onbepaalde tijd verleend. Gelet op recente jurisprudentie is dit niet meer mogelijk.

Een standwerkvergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.

Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag).

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 5) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 5) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Artikelen 6. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst en 7. Wachtlijststelsel

Als bij een markt waarvoor een anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, een vaste standplaats vrijkomt, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hooggeplaatste op de door burgemeester en wethouders bijgehouden anciënniteitslijst. Artikel 6 ziet dus niet op de verlening van nieuwe vergunningen, maar alleen op een wijziging van een reeds verleende vergunning vanwege de toewijzing van een andere, (veelal) betere vaste standplaats.

De ‘uitstalling’ (artikel 7, derde lid, onder d) is de kraam of ander onderkomen van waaruit de verkoop plaatsvindt.

Om rechtszekerheid aan de aanvrager te verschaffen, krijgt deze een schriftelijk bewijs van zijn inschrijving op de wachtlijst (artikel 7, vierde lid). Wel dient de aanvrager jaarlijks (vóór 1 januari) zijn inschrijving te verlengen. Deze jaarlijkse verlenging is wenselijk om controle te houden op het systeem en om de gegadigden gemotiveerd te houden.

Of voor een markt een anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd en of nieuwe vaste standplaats vergunningen overeenkomstig het wachtlijststelsel worden verleend, blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt.

Artikel 8. Selectiestelsel

In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste-standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. Of de verlening overeenkomstig het selectiestelsel plaatsvindt blijkt uit het inrichtingsplan voor de betrokken markt.

Artikel 9. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsver¬gun-ningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.

Artikel 12. Dagplaatsvergunning

Lid 1. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen; zie artikel 10, vierde lid.

Het in aanmerking nemen van een langere termijn ex artikel 13, tweede lid, betekent dat langer dan vier marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld.

Artikel 15 Markttijden in acht nemen

Met verkoopklaar wordt bedoeld dat de producten door de vergunninghouder zijn uitgestald voor de verkoop. In de praktijk is het vereiste van verkoopklaar zijn om 09:00 uur niet voor alle marktondernemers haalbaar. Er wordt hierdoor niet handhavend opgetreden indien blijkt dat 90% van de producten van de marktondernemer uitgestald is.

Artikel 18. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 20 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

Artikel 20. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook.

Ondertekening