Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Heiloo 2021

Geldend van 03-11-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Heiloo 2021

De burgemeester van de gemeente Heiloo

overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van de feiten en de uitleg van artikel 2:59 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Heiloo,

gelet op:

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikelen 4:81 en 5.32; titel 5.3 (Herstelsancties);

  • -

    de Gemeentewet (GW), artikel 172;

  • -

    de Algemene plaatselijke verordening (Apv), artikelen 2:59 en 6:1;

  • -

    het overleg dat heeft plaatsgevonden tussen de gemeente en politie;

besluit vast te stellen de navolgende beleidsregel ‘Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Heiloo 2021’.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Aanlijnen:

kort aanlijnen zoals bedoeld in artikel 2.59, tweede lid van de Apv.

Bijtincident:

van een bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon, een andere hond of ander dier bijt en waarbij sprake is van letsel.

BOA:

de buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) is een ambtenaar in dienst van de gemeente met opsporingsbevoegdheid van bepaalde strafbare feiten ter handhaving van de openbare orde, veiligheid en leefbaarheid.

Eigenaar:

de persoon die op papier geregistreerd staat als eigenaar waar de hond toe behoord.

Ernstig bijtincident:

bij een ernstig bijtincident brengt de hond ernstig letsel toe aan een persoon, een andere hond of een ander dier. Onder ernstig bijtincident wordt verstaan:

-

wanneer een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon, een hond of een ander dier;

-

wanneer een hond persoon, een hond of een ander dier doodbijt;

-

wanneer de hond zich dusdanig gedraagt tegenover een andere hond of een ander dier dat in ieder geval gesproken kan worden van prooischudden of het niet willen loslaten, ook niet bij dwang (door derden);

-

wanneer meerdere (lichte) bijtincidenten plaatsvinden binnen een periode van twee jaar;

-

ieder ander geval dat door het bevoegd gezag als ernstig bijtincident wordt aangemerkt.

Ernstig letsel:

van ernstig letsel is sprake als een persoon of een dier overlijdt, open wonden heeft, dan wel om medisch noodzakelijke redenen operatief moet worden behandeld als gevolg van het incident.

Hinderlijke hond:

een hond die één, niet ernstig bijtincident veroorzaakt.

Gevaarlijke hond:

een hond die een ernstig bijtincident of meerdere niet ernstige bijtincidenten binnen 2 jaar heeft veroorzaakt.

Houder:

ieder persoon die op dat moment verantwoordelijk is voor de hond, anders dan de eigenaar.

Muilkorf:

een korf vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de hond geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

Artikel 2 Hinderlijke hond en waarschuwing

  • 1. Het bevoegd gezag acht een hond hinderlijk, in de zin van artikel 2:59, eerste lid Apv, in ieder geval als een hond een bijtincident veroorzaakt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel.

  • 2. Het bevoegd gezag registreert het incident en stelt de eigenaar/houder van de hond daarvan in kennis middels een waarschuwing bij het eerste geregistreerde bijtincident en als hij een aanlijn- en/of muilkorfgebod in verband met het gedrag van die hond niet noodzakelijk vindt.

Artikel 3 Gevaarlijke hond

  • 1. Het bevoegd gezag acht een hond gevaarlijk, in de zin van artikel 2:59, eerste lid Apv, indien uit een bestuurlijke melding van de politie blijkt dat deze hond een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt, dan wel dat de hond een tweede bijtincident heeft veroorzaakt binnen twee jaar.

  • 2. Afhankelijk van de ernst van het bijtincident kan een aanlijn- en/of muilkorfgebod worden opgelegd en/of kunnen er andere passende maatregelen genomen worden.

Artikel 4 Voornemen en zienswijze

  • 1. Het bevoegd gezag stelt een voornemen tot een aanlijn- en/of muilkorfgebod op en stuurt deze aangetekend aan de eigenaar/houder van de hond.

  • 2. Deze krijgt 10 werkdagen de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Artikel 5 Besluit tot aanlijn- en/of muilkorfgebod

  • 1. Er wordt een besluit genomen over het opleggen van een aanlijn- en/of muilkorfgebod voor de hond. Het gebod geldt alleen voor de openbare weg en het terrein van een ander. Een aanlijngebod geldt ook voor (aangewezen) losloopgebieden.

  • 2. Een aanlijn- en/of muilkorfgebod geldt niet voor het eigen terrein. Wel kan in het besluit geadviseerd worden dat er aanpassingen aan de woning of het erf van de eigenaar/houder van de hond gemaakt worden, zodat de hond niet van het eigen terrein kan ontsnappen.

  • 3. Het besluit geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 6, tweede lid.

Artikel 6 Gedragstest

  • 1. In opdracht en voor rekening van de eigenaar of houder van de hond, kan bij de hond een gedragstest door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet gevaarlijk is.

  • 2. Het bevoegd gezag neemt in beginsel het advies van de onderzoeker over. Dit kan resulteren in het wijzigen of intrekken van het besluit tot opleggen van een aanlijn- en/of muilkorfgebod, of in het opleggen van andere maatregelen (zoals het volgen van een cursus).

Artikel 7 Overtreding van het besluit

Indien door een BOA of de politie een overtreding van het opgelegde aanlijn- en/of muilkorfgebod wordt geconstateerd, zonder dat er een (ernstig) bijtincident heeft plaatsgevonden, kan een boete worden opgelegd op grond van artikel 6:1 Apv of kan bestuursrechtelijk worden opgetreden door een last onder dwangsom op te leggen.

Artikel 8 Inbeslagname

  • 1. Als de eigenaar/houder van een hond, welke op grond van artikel 3 van deze beleidsregels door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met het aanlijn- en/of muilkorfgebod handelt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de eigenaar/houder gevraagd om vrijwillig afstand te doen van de hond.

  • 2. Wanneer de eigenaar niet vrijwillig afstand doet van zijn hond, kan de burgemeester besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 172, tweede lid van de Gemeentewet als de in het eerste lid genoemde situatie zich heeft voorgedaan. Er is dan sprake van spoedeisende bestuursdwang.

  • 3. De burgemeester kan overgaan tot inbeslagname van de hond wanneer herhaaldelijk het aanlijn- en/of muilkorfgebod niet wordt nageleefd, en er sprake is van zeer ernstige vrees voor het ontstaan van een zeer ernstig bijtincident.

  • 4. Bij het in het tweede en derde lid omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond geeft de burgemeester opdracht de hond te laten onderwerpen aan een gedragstest uitgevoerd door een gedragskliniek van de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, of een andere erkende onderzoeker of faculteit.

  • 5. De kosten van vervoer, opvang/verblijf, (medische) verzorging, gedragstest en eventuele overige noodzakelijke kosten na inbeslagname komen volledig voor rekening van de eigenaar/houder van de hond en worden op hem/haar verhaald.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels bijtincidenten honden gemeente Heiloo 2021".

  • 2. Dit besluit treedt in werking één dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Heiloo op 5 oktober 2021,

de burgemeester,

mevrouw drs. M. ten Bruggencate