Regeling vervallen per 07-06-2024

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels met betrekking tot het ambtelijk horen inzake bezwaar (Beleidsregel bezwaarschriften ambtelijk horen)

Geldend van 01-03-2019 t/m 06-06-2024

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels met betrekking tot het ambtelijk horen inzake bezwaar (Beleidsregel bezwaarschriften ambtelijk horen)

Collegebesluit

Nummer: 190009434

Het college van de gemeente Lelystad;

Gelet op 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, derde lid van de Verordening commissie bezwaarschriften Lelystad 2019;

BESLUIT

vast te stellen het navolgende:

Beleidsregel bezwaarschriften ambtelijk horen.

Artikel 1

  • 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • b.

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • c.

      Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • d.

      APV: Algemene Plaatselijke Verordening Lelystad 2015;

    • e.

      Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel 2

  • 1. Voor zover het geen bewaarschrift betreft zoals bedoeld in artikel 2 lid 4 van de Verordening commissie bezwaarschriften Lelystad 2019 wordt door het college in eenvoudige zaken ambtelijk gehoord.

  • 2. De volgende zaken worden in ieder geval door het college als eenvoudig aangemerkt:

    • a.

      bewaarschriften tegen besluiten inzake het niet behandelen van aanvragen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      bezwaarschriften tegen besluiten die betrekking hebben op de Participatiewet, met uitzondering van besluiten die verband houden met het schenden van de inlichtingenplicht waarbij het gaat over het voeren van een gezamenlijke huishouding en/of gemeenschappelijk hoofdverblijf;

    • c.

      bezwaarschriften tegen besluiten die betrekking hebben op de IOAW, met uitzondering van besluiten die verband houden met het schenden van de inlichtingenplicht;

    • d.

      bezwaarschriften tegen besluiten die betrekking hebben op de IOAZ, met uitzondering van besluiten die verband houden met het schenden van de inlichtingenplicht;

    • e.

      bezwaarschriften tegen besluiten die betrekking hebben op terugvorderingen en bestuurlijke boetes die opgelegd zijn op grond van de Participatiewet waarbij sprake is van een benadelingsbedrag, bedoeld in artikel 18a lid 2 van de Participatiewet, tot € 10.000,00;

    • f.

      bezwaarschriften tegen besluiten die zijn genomen op grond van de Wet inburgering nieuwkomers;

    • g.

      bezwaarschriften tegen besluiten die zijn genomen op grond van de Wmo, met uitzondering van besluiten inzake voorzieningen die duurder zijn dan € 10.000,00;

    • h.

      bezwaarschriften tegen besluiten die betrekking hebben op de aanvragen voor een bijdrage op grond van de Wet Kinderopvang;

    • i.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake het plaatsen of het laten staan van een fiets of bromfiets op een openbare plaats op grond van artikel 2:51, afdeling 11, hoofdstuk 2 APV

    • j.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake loslopende honden op grond van artikel 2:57, afdeling 11, hoofdstuk 5 APV;

    • k.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake verontreiniging door honden op grond van artikel 2:58 APV, afdeling 11, hoofdstuk 5 APV;

    • l.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake het houden van bijen op grond van artikel 2:64, afdeling 11, hoofdstuk 2 APV;

    • m.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake het vellen van houtopstand op grond van artikel 4.10 tot en met 4:12a, afdeling 3, hoofdstuk 4 APV, met uitzondering van artikel 4:11 lid 3 APV;

    • n.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake het recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen op grond van artikelen 4: 17 tot en met 4:19, afdeling 5, hoofdstuk 4 APV;

    • o.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake de bescherming van groenvoorzieningen op grond van artikel 4:20, afdeling 6, hoofdstuk 4 APV;

    • p.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake het onbeheerd plaatsen of het laten staan van fietsen of bromfietsen op grond van artikel 5:12, afdeling 1, hoofdstuk 5 APV;

    • q.

      bezwaarschriften tegen besluiten inzake het verbod op het verbranden van afvalstoffen of vuur te stoken op grond van artikel 5:34, afdeling 8, hoofdstuk 5 APV.

  • 3. Met betrekking tot bezwaarschriften anders dan genoemd in het tweede lid beoordeelt het college per geval of er sprake is van een eenvoudige zaak.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel bezwaarschriften ambtelijk horen en treedt in werking met ingang van 1 maart 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad van 15 januari 2019;

Ondertekening

Hoogachtend,

het college van de gemeente Lelystad,

de secretaris, de burgemeester,