Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR663394
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR663394/1
Beleidsregel toepassing wet Bibob gemeente Hof van Twente 2021
Geldend van 28-10-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 05-10-2021
Intitulé
Beleidsregel toepassing wet Bibob gemeente Hof van Twente 2021Burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente en de burgemeester van de gemeente Hof van Twente, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,
gelet op:
- artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
- artikel 27, vierde lid, van de Drank- en horecawet;
- artikel 2.20, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- artikel 5.13b, vijfde lid, van het Besluit omgevingsrecht;
- artikel 5, derde lid, artikel 5a, artikel 6, tweede lid en artikel 7, tweede lid, van de Wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur;
overwegende dat:
- voorkomen moet worden dat de overheid criminele activiteiten indirect faciliteert;
- bij de inzet van het Bibob-instrumentarium grote mate van bestuurlijke keuzevrijheid is;
- het wenselijk is deze keuzevrijheid nader in te kaderen;
- een Bibob-onderzoek voor de betrokkene zeer ingrijpend is;
- de inzet weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur moet worden genomen;
besluiten
De beleidsregel toepassing wet Bibob gemeente Hof van Twente 2021 vast te stellen.
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.1 Begripsomschrijving
1. De definities in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn overeenkomstig van toepassing op deze beleidsregels, tenzij daarover in het tweede lid van dit artikel anders is bepaald.
2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. Aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
b. Beschermd wonen: beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maat-schappelijke ondersteuning 2015.
c. Bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester.
d. Een(pre) Bibob-onderzoek: een eigen onderzoek door het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak in hoeverre er sprake is van een integriteits-risico
e. Crowdfunding: het vergaren van financiële middelen via een netwerk van mensen.
f. Integriteitsclausule: een beding in een (intentie)overeenkomst waarin een voorbehoud wordt gemaakt dat het Bureau om advies wordt gevraagd en dat, wanneer zich één van de situaties als bedoeld in artikel 9, derde lid, wet Bibob voordoet, van de vast-goedtransactie wordt afgezien zonder enige vorm van schadevergoeding of anders-zins compensatie van kosten.
g. Rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Hof van Twente.
h. Snippergroen: een uitbreiding van privaat eigendom, ten koste van openbaar groen of openbare verharding.
i. Tijdelijke verhuur: verhuur van gemeentelijk onroerend goed voor een maximale duur van één jaar
j. Vastgoedtransactie: overeenkomst of een andere rechtshandeling met betrekking tot een onroerende zaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder o van de Wet Bibob.
k. Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Artikel 1.2 Risicocategorieën
Als risico categorieën zijn aangewezen:
a. Afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven.
b. Autoherstel-en demontagebedrijven (waaronder sloopbedrijven).
c. Autoverkoop- en verhuurbedrijven.
d. Vuurwerkbranche.
e. Recyclingbranche.
f. Goud en zilverwinkels.
g. Sportscholen.
h. Horecabranche.
i. Grondverzet- en saneringsbranche (o.a. asbest).
j. Afhaal- en bezorgrestaurants.
k. Inrichtingen voor het opwekken van duurzame energie (zonne – en windmolenparken) .
l. Telecombranche.
m. Kappersbranche.
n. sloopbranche
o. kansspelbranche.
p. Wellnessbranche (zoals massage- en beautysalons, nagel- en zonnebankstudio ’s)
q. Erotische branche
r. Kamerverhuurbedrijven (alsmede omgevingsvergunningen voor kamerverhuur- en of logiespanden waarbij sprake is van vijf of meer kamers)
s. Zorgbranche
Artikel 1.3 Afwijking beleidsregel
In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet en er toch aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet, ten aanzien van onder andere:
a. De integriteit van de aanvrager;
b. De integriteit van het zakelijk samenwerkingsverband;
c. De transparantie van de financiering;
d. De transparantie van de bedrijfsstructuur;
e. De transparantie van de organisatiestructuur,
Beslist het bestuursorgaan of zij de wet daarop van toepassing wil laten zijn.
HOOFDSTUK 2 BESCHIKKINGEN
Artikel 2.1 Toepassingsbereik
Voordat er besloten wordt op een aanvraag tot het geven van een beschikking, voert het bestuursorgaan dat tot die beslissing bevoegd is, een (pre)Bibob-onderzoek uit, voor zover de aanvraag ziet op:
a. artikel 3 van de Drank- en horecawet.
b. artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:
i. i.de (toekomstige) gebruiksfunctie van het bouwwerk binnen één of meer van de in artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risicocategorieën valt; of
ii. de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risico categorieën; of
iii. de aanneemsom €500.000,- exclusief BTW of meer bedraagt; of
iv. er aanwijzingen of vermoedens zijn dat de financiering geheel of gedeeltelijk plaatsvindt of gaat plaatsvinden via crowdfunding, sponsoring of giften.
c. artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:
i. i.de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer van de artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risicocategorieën valt; of
ii. de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2. van deze beleidsregel genoemde risicocategorieën; of
iii. III. ingevolge artikel 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.
d. Artikel 2.1, eerste lid, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:
i. de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, en bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, zal worden geweigerd; en
ii. de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer in artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risico categorieën valt; of
iii. iii. de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risico categorieën; of
iv. ingevolge artikel. 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.
e. artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening voor zover het een vechtsportevenement met een galakarakter betreft.
f. artikel 2.28 van de algemene plaatselijk verordening Hof van Twente
g. artikel 2.39 van de Algemene plaatselijke verordening Hof van Twente
h. artikel 3.4 van de Algemene plaatselijk verordening Hof van Twente
Artikel 2.2 Uitzonderingen
Het bestuursorgaan dat bevoegd is om op de aanvraag te beslissen, kan toepassing van artikel 2.1 achterwege laten voor zover de betrokkene:
a. Een orgaan is van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, of
b. Een woningcorporatie is op grond van artikel 19, van de Woningwet.
HOOFDSTUK 3 SUBSIDIES
Artikel 3.1 Toepassingsbereik
Voordat besloten wordt op een aanvraag tot het verstrekken van een subsidie voor beschermd wonen, zal het bestuursorgaan dat tot die beslissing bevoegd is, een (pre)Bibob-onderzoek uitvoeren.
HOOFDSTUK 4 VASTGOEDTRANSACTIES
Artikel 4.1 Toepassingsbereik
1. Voordat wordt besloten over het aangaan van een vastgoedtransactie, voert de rechtspersoon met een overheidstaak, een ( pre)Bibob-onderzoek uitvoeren.
2. Als er advies is ingewonnen bij het Bureau neemt de rechtspersoon met een overheidstaak geen beslissing over het aangaan van de vastgoedtransactie tot het advies van het Bureau is afgerond.
Artikel 4.2 Uitzonderingen
1. De rechtspersoon met een overheidstaak kan toepassing van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de betrokkene;
a. een orgaan is van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; of
b. een woningcorporatie is op grond van artikel 19 van de Woningwet.
2. De rechtspersoon met een overheidstaak kan toepassing van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de vastgoedtransacties ziet op het vervreemden van:
a. Snippergroen; of
b. Gronden met een woonbestemming aan natuurlijke personen, tenzij de gronduitgifte meer dan € 500.000 exclusief BTW bedraagt.
3. De rechtspersoon met een overheidstaak kan toepassing van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de vastgoedtransactie ziet op tijdelijke verhuur van onroerend goed.
Artikel 4.3 Integriteitsclausule
Een integriteitsclausule maakt onderdeel uit van de overeenkomst.
HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN
Artikel 5.1 Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na publicatie van deze beleidsregel.
Artikel 5.2 Intrekking
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel ‘beleid toepassing wet bibob gemeente Hof van Twente 2013’ en de bijbehorende aanvraag-formulieren ingetrokken.
Artikel 5.3 Overgangsrecht
De bepalingen van deze beleidsregel zijn niet van toepassing op de aanvraag van een beschikking die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel is ingediend, evenals de aanbestedingsprocedure of onderhandeling waarmee voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel een aanvang is gemaakt.
Artikel 5.4 Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel toepassing wet Bibob gemeente Hof van Twente 2021’
Ondertekening
Burgemeester en wethouders van Hof van Twente,
de secretaris, de burgemeester,
drs. D. Lacroix drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM
Integriteitsclausule
Artikel 1
1. Op deze overeenkomst is de [naam beleidsregel Bibob] van toepassing. Door ondertekening verklaart [naam wederpartij] kennis te hebben genomen van deze beleidsregel.
2. Al hetgeen in deze integriteitsclausule is bepaald is zowel van toepassing op naam wederpartij] als haar directie/bestuur en de aan hen gelieerde vennootschappen.
Artikel 2
1. [naam wederpartij] en haar directie/bestuur verklaren dat zij ervan doordrongen zijn dat de gemeente als overheidsinstantie uitsluitend zaken doet met marktpartijen die integer handelen. naam wederpartij] en haar directie/bestuur verklaren in dat verband dat zij en de aan hen gelieerde vennootschappen op het moment van ondertekening van deze overeenkomst geen van de volgende misdrijven, overtredingen of gedragingen hebben gepleegd of hebben begaan of daarvan verdacht worden en dat geen van de onder-staande omstandigheden op hen van toepassing zijn:
a. deelneming aan een criminele organisatie;
b. omkoping;
c. valsheid in geschrifte;
d. ter eigen bevoordeling opzettelijk nalaten gegevens te verstrekken, terwijl daar een wettelijke verplichting toe bestaat;
e. misbruik van subsidie;
f. heling;
g. witwassen;
h. drugshandel;
i. schending van ambts-, beroeps- of bedrijfsgeheimen;
j. afpersing;
k. bedreiging;
l. oplichting;
m. bedrog;
n. handelen in strijd met de belastingwetgeving;
o. milieudelicten die volgens het Nederlandse recht als misdrijf gelden en milieudelicten die als overtreding gelden indien een Partij hiervoor meerdere malen veroordeeld is;
p. diefstal;
q. verduistering;
r. delicten die naar hun aard zijn aan te merken als delicten in strijd met de beroepsgedragsregels;
s. het doen van een gift of belofte of het aanbieden van een dienst indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd iemand iets te laten doen wat in strijd is met zijn plicht;
t. het verstrekken van onjuiste gegevens of het ten onrechte niet verstrekken van juiste gegevens, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd financieel voordeel te behalen;
u. het handelen of nalaten waardoor de lichamelijke integriteit van werknemers of andere personen ernstig in gevaar wordt gebracht;
v. het opgelegd hebben gekregen van een boete of last onder dwangsom in de zin van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet;
w. het door een bij wet met het houden van toezicht op de nakoming van specifieke wetgeving belaste autoriteit opgelegd hebben gekregen van een boete of last onder dwangsom;
x. gefinancierd worden met uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen;
y. voornemens zijn bij de uitvoering van die opdracht strafbare feiten te plegen;
z. een dagvaarding ontvangen hebben waarbij een in dit artikel genoemd delict ten laste wordt gelegd;
aa. anderszins dan door het ontvangen van een dagvaarding op de hoogte zijn van het feit dat strafvervolging tegen hem is ingesteld ten aanzien van een in dit artikel genoemd delict;
bb. andere delicten en gedragingen of omstandigheden die naar hun aard zijn aan te merken als ernstige fout in de uitoefening van het beroep.
2. Gedurende de looptijd van deze overeenkomst is naam wederpartij] verplicht om zich integer te gedragen, hetgeen in ieder geval inhoudt dat zij zich onthoudt van gedragingen als bedoeld in artikel 2 lid 1.
Artikel 3
1. De Gemeente kan de overeenkomst onmiddellijk en naar eigen keuze opschorten, ontbinden of beëindigen, zonder gehouden te zijn tot vergoeding van eventuele schade en zonder daarbij een termijn in acht te hoeven nemen, voor zover er sprake is van één of meer van de volgende situaties:
• een of meerdere van de omstandigheden als bedoeld in artikel 2 lid 1 van deze overeenkomst op naam wederpartij] van toepassing is of wordt;
• Er sprake is van een ernstig mate van gevaar dat de vastgoedtransactie mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten;
• Er sprake is van een ernstig gevaar dat in of met de onroerende zaak waar de vastgoedtransactie betrekking op heeft, mede strafbare feiten zullen worden gepleegd;
• Er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat naam wederpartij] in relatie staat tot strafbare feiten;
• Er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat naam wederpartij en/of haar directie en/of de aan hen gelieerde vennootschappen een zakelijk samenwerkingsverband onderhouden met derden die in relatie staan tot strafbare feiten of daarvan verdacht worden;
• Er sprake is van feiten en omstandigheden die er op wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging van deze vastgoedtransactie een strafbaar feit is gepleegd;
• naam wederpartij] heeft nagelaten de vragen die haar door de Gemeente zijn gesteld op grond van artikel 30 Wet Bibob, volledig en naar waarheid te beantwoorden, of
• naam wederpartij] heeft nagelaten de vragen die haar door het Landelijk Bureau Bibob zijn gesteld op grond van artikel 12, vierde lid Wet Bibob, volledig en naar waarheid te beantwoorden.
• De begrippen ernstig gevaar, mindere mate van gevaar, strafbare feiten, in relatie staan tot en feiten en omstandigheden die er op wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden hebben in deze overeenkomst de betekenis die hen in de Wet Bibob toekomt.
2. Uit al de hiervoor genoemde bepalingen volgt dat naam wederpartij en haar directie/bestuur en de aan hen gelieerde vennootschappen verplicht zijn om zich integer te gedragen en dat er geen integriteitstwijfels mogen bestaan en/of ontstaan, hetgeen in ieder geval inhoudt dat zij geen misdrijven en/of overtredingen mogen begaan noch daarvan verdacht mogen worden. Daarnaast mogen er gedurende de looptijd van deze overeenkomst geen feiten of omstandigheden bestaan of ontstaan die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat zij in relatie staan tot strafbare feiten. Het is in dit verband niet noodzakelijk dat naam wederpartij en haar directie/bestuur en de aan hen gelieerde vennootschappen formeel als verdachten worden aangemerkt en/of straf-rechterlijk vervolgd en veroordeeld worden om integriteitstwijfels aan te nemen. Verwevenheid en/of samenwerking tussen naam wederpartij en haar directie/bestuur en de aan hen gelieerde vennootschappen met derden die in relatie staan tot strafbare feiten en/of daarvan verdacht worden, creëert integriteittwijfels op grond waarvan de gemeente de overeenkomst onmiddellijk en naar eigen keuze kan opschorten, ontbinden of beëindigen, zonder gehouden te zijn tot vergoeding van eventuele schade en zonder daarbij een termijn in acht te hoeven nemen.
3. Indien de Gemeente de overeenkomst op basis van artikel 3 lid 1 van deze clausule opzegt of ontbindt of op grond van dwaling de overeenkomst vernietigt, zal naam wederpartij] onmiddellijk, zonder dat enige verdere actie of formaliteit is vereist, jegens de Gemeente een onmiddellijk opeisbare en verschuldigde boete verbeuren ten bedrage van € (5/10 %) ,-- (zegge: ) zonder dat de Gemeente enig verlies of schade behoeft te bewijzen en onverminderd het recht van de gemeente om aanvullende schade-vergoeding te vorderen als daarvoor gronden zijn, behoudens rechterlijke matiging.
4. [Naam wederpartij] vrijwaart de Gemeente van claims van derden als gevolg van een vernietiging, ontbinding of opzegging van de overeenkomst door de gemeente op grond van deze clausule.
5. Indien gedurende de looptijd van de overeenkomst blijkens een rechterlijk vonnis of een beslissing met vergelijkbare werking is komen vast te staan dat naam wederpartij] een in het artikel 2 lid 1 van deze clausule genoemde handeling heeft verricht of indien naam wederpartij] terzake een dagvaarding heeft ontvangen of zij anderszins op de hoogte is van het feit dat strafvervolging tegen haar is ingesteld, zal naam wederpartij] zulks onverwijld aan de Gemeente melden, op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag of dagdeel dat naam wederpartij] ter zake hiervan in verzuim blijft.
6. Gedurende de looptijd van overeenkomst heeft de Gemeente de bevoegdheid om naam wederpartij] te screenen op het van toepassing zijn van één of meerdere van de, in het artikel 2 lid 1 van deze clausule bedoelde, omstandigheden. Indien de Gemeente hiertoe de medewerking van naam wederpartij] nodig heeft, zal naam wederpartij] hier op eerste verzoek aan voldoen.
Artikel 4
De gemeente kan het Landelijk Bureau Bibob op grond van met het oog op haar taak zoals bedoeld in artikel 9, derde lid Wet Bibob, om advies vragen. De gemeente is hiertoe niet verplicht. Het gaat hier om een discretionaire bevoegdheid van de gemeente.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl