Gemeente Rhenen – Beleidsplan Minimaregelingen 2020-2021

In de vergadering van 28 september 2021 heeft de gemeenteraad besloten het Beleidsplan Minimaregelingen 2020-2021 met een jaar te verlengen

De raad van de gemeente Rhenen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 juli 2021

besluit:

• 1.

  Het Beleidsplan Minimaregelingen 2020 – 2021 met een jaar te verlengen

• 2.

  Het Beleidsplan op het punt van subsidies als volgt te wijzigen:

  • 1.

    Noodfonds € 9.000

  • 2.

    Schuldhulpmaatje € 9.000

  • 3.

    Formulierenbrigade en Netwerk tegen Armoede € 4.500

  • 4.

    Jeugdfonds Sport en Cultuur € 20.000

• 3.

  Dit te dekken uit de in de meerjarenraming opgenomen middelen

• 4.

  De Verordening Minimaregelingen Rhenen 2022 vast te stellen

Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 september 2021

De raadsgriffier, de voorzitter,

Ir. C.A.M. Apell drs. J.A. van der Pas

1 INLEIDING

Armoede kent vele gezichten. Het zijn niet ‘alleen’ financiële problemen of schulden, maar is ook zichtbaar op andere leefgebieden, zoals gezondheid en welzijn en beperktere kans om mee te doen. Armoede in Nederland daalt zo blijkt uit publicatie van het SCP van september 2019 , maar komt nog steeds voor in ons welvarende land en wordt geschat op 5,3% van de Nederlandse bevolking. Een groeiende economie en het gegeven dat meer mensen werken worden genoemd als verklarende factoren. Tegelijkertijd ziet de Voedselbank Nederlands ook in 2019 een toename van het aantal aanvragen voor ondersteuning .

Als gemeente zetten we ons in voor de bestrijding van armoede en bieden we financiële ondersteuning waar dat nodig is. Daarin staat de gemeente in Rhenen niet alleen. Een actief netwerk van maatschappelijke organisaties en vaak onbenoemde vrijgevigheid van haar inwoners ondersteunt deze doelgroep. Samen willen we het mogelijk maken dat alle inwoners van Rhenen, Achterberg en Elst deel kunnen nemen aan de samenleving. Daarom helpen we mensen waar dat nodig is en hebben daarbij extra aandacht voor kinderen in achterstand.

Dit nieuwe Beleidsplan Minimaregelingen 2020-2021 bouwt voort op de basis van het ‘Beleidsplan Minimaregelingen 2017-2019’ welke afloopt op 1 januari 2020. Begin van dit jaar is het huidige beleid geëvalueerd door het onderzoeksbureau KWIZ en zijn de resultaten ter kennisgeving aangeboden aan de gemeenteraad. De conclusies uit dit onderzoek hebben tot aanpassingen van de minimaregelingen geleid. Deze aanpassingen zorgen voor vereenvoudiging, het voorkomen van de armoedeval en het leveren van meer maatwerk.

Per januari 2020 loopt het huidige minimabeleid af. De looptijd van dit beleidskader is 2020-2021.

Leeswijzer

Deze notitie bestaat uit een overzicht van de uitgangspunten van de nieuwe minimaregelingen. Vervolgens wordt uiteengezet hoe deze uitgangspunten en de conclusies van de evaluatie hebben geleid tot de nieuwe minimaregelingen. De details van de minimaregelingen worden verder juridisch uiteengezet in de Verordening Minimaregelingen Rhenen. De notitie wordt afgesloten met een overzicht van de prognose van de kosten.

2 UITGANGSPUNTEN MINIMAREGELINGEN RHENEN 2020-2021

2.1 VISIE

We willen dat alle inwoners van Rhenen, Achterberg en Elst een kans hebben om deel te nemen aan de samenleving en dat cultuur in de breedte bereikbaar is voor alle inwoners, in het bijzonder voor kinderen. Het minimabeleid is gericht op het bevorderen van participatie en bevat daarom verschillende participatie bevorderende regelingen voor jong en oud. De brede doelgroep heeft de vrijheid om mee te doen op de manier die bij hem of haar past - van sport tot cultuur, in de vorm van een lidmaatschap of door het bezoeken van evenementen. (Zie Coalitieakkoord Rhenen Samenwerken aan verbinding en vertrouwen 2018-2022)

Het minimabeleid is meer dan inkomensondersteuning, het is een instrument binnen het bredere sociaal domein en maakt onderdeel uit van de integrale aanpak die we voorstaan. Deze aanpak zal de komende jaren verder worden uitgewerkt in het Integraal beleidskader sociaal domein. De integrale aanpak tussen armoede en schulden heeft reeds een start gemaakt met het Beleidsplan Schuldhulpverlening 2018-2022 op het onderdeel vroegsignalering.

We werken vanuit lokale kracht samen met maatschappelijke partners zoals het Noodfonds, de

Schuldhulpmaatjes, de Voedselbank en het Netwerk tegen armoede, om armoede te bestrijden. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar ZZP-ers, personen die al langere tijd zijn aangewezen op een laag inkomen, kinderen uit minimagezinnen en personen met hoge zorgkosten (chronisch zieken en gehandicapten). Daarbij willen we een armoedeval voorkomen.

2.2 HOEVEEL INKOMEN IS GENOEG?

Inkomen is een basisbehoefte, maar hoeveel inkomen vinden wij noodzakelijk en wanneer is financiële ondersteuning vanuit de gemeente noodzakelijk? De definitie die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) voor armoede hanteert is: “Mensen zijn arm wanneer ze gedurende langere tijd niet de middelen hebben om te kunnen beschikken over de goederen en voorzieningen die in hun samenleving als minimaal noodzakelijk gelden”.

Het SCP heeft doorgerekend wat deze definitie concreet betekent in relatie tot de bijstandsuitkering die voldoende zou moeten zijn voor het ‘basisbehoeftenbudget’. Het basisbehoeftenbudget omvat de minimale uitgaven van een zelfstandig huishouden aan onvermijdbare, basale zaken als voedsel, kleding, verzekeringen, persoonlijke verzorging en wonen. De bijstandsuitkering is net voldoende om deze kosten te kunnen betalen.

Het niet-veel-maar-toereikend-budget is iets ruimer (ongeveer 110% van de bijstand). Dat houdt ook rekening met de minimale kosten van ontspanning en sociale participatie. Deze zaken zijn niet strikt noodzakelijk, maar voor een inclusievere samenleving en verhoging van de zelfredzaamheid wel wenselijk.

Het beste middel om uit de armoede te komen is werk. Om dit te promoten en de armoedeval zo veel mogelijk te voorkomen bieden we vergoedingen aanvullend op het inkomen. Iemand met een inkomen op 100% van de bijstand ontvangt een hogere vergoeding dan iemand met een inkomen op 120% van de bijstand.

In gemeente Rhenen leeft 4,7% van de inwoners op een inkomen tot 101% van het wettelijk sociaal minimum (Wsm). Dat is lager dan het gemiddelde aandeel in de provincie Utrecht (6%) en in Nederland (7%).

Bron: Minimascan Stimulansz, stand 2018

Bron: minimascan Stimulansz, stand 2018

2.3 SAMEN TEGEN ARMOEDE

In gemeente Rhenen zetten verschillende organisaties zich in voor de bestrijding van armoede en ondersteunen inwoners financieel, of in de vorm van begeleiding. De waarde hiervan is niet in cijfers uit te drukken. Van kleine goedheid tot structurele inzet, het is van grote waarde.

• •

  Netwerk tegen armoede

• •

  Noodfonds

• •

  Diaconie

• •

  Voedselbank

• •

  CJG als intermediair

• •

  SchuldHulpMaatje

• •

  Formulierenbrigade

• •

  Jobhulpmaatje

Van deze organisaties ontvangt een aantal een financiële bijdrage vanuit de gemeente. Ook in ons nieuw beleid stellen wij voor om subsidies hiervoor beschikbaar te stellen.

2.4 FINANCIERING

De regelingen die in deze nota beschreven zijn worden gefinancierd uit verschillende bronnen: het budget dat is opgenomen in de begroting voor bijzondere bijstand en minimaregelingen, het Participatiebudget, de middelen die door het Rijk zijn overgeheveld bij het opheffen van de WTCG en de CER. Er is minder budget beschikbaar dan in voorgaande jaren voor de dekking van de regelingen, doordat tijdelijke financiering vanuit het Rijk (Klijnsmagelden) zijn afgelopen.

Minimaregelingen zijn zogenaamde ‘open-einde-regelingen’. Dat houdt in dat aanvragen niet geweigerd mogen worden omdat budgetten opgebruikt zijn. De Reserve Armoedebestrijding kan het risico op overschrijdingen opvangen.

3 EVALUATIE: VAN CONCLUSIES NAAR NIEUWE REGELINGEN

In het begin van dit jaar is een evaluatie van het minimabeleid uitgevoerd, ter voorbereiding op het nieuwe beleid. In maart 2019 zijn de resultaten aan de gemeenteraad ter kennisgeving aangeboden. In dit nieuwe beleidsplan zijn de inzichten verwerkt en op basis hiervan zijn er wijzigingen doorgevoerd ten aanzien van de minimaregelingen.

De hoofdlijn van de evaluatie is dat de gemeente Rhenen een ruimhartig en uitgebreid minimabeleid kent voor diverse doelgroepen. Naast een financieel ondersteunend effect, bevordert het ook de participatie van deze doelgroep. De belangrijkste conclusies en eventuele doorvertaling daarvan naar dit nieuwe beleidskader, is thematisch hieronder weergegeven.

▪ Aansluiten op het ‘doenvermogen’: vereenvoudigen

In de evaluatie wordt de aanbeveling gedaan om het aantal keuzemogelijkheden te verkleinen en de aanvraag van een regeling te versimpelen. Daarmee wordt recht gedaan aan het verschil in ‘doenvermogen’. Het aantal regelingen is daarom verminderd en de digitale aanvraag wordt verder vereenvoudigd.

Ook de systematiek van ‘voorschieten-geld terug vragen’ is gewijzigd. Het declareren van bonnetjes wordt volledig afgeschaft. Alle regelingen worden zo door middel van boekingen die de doelgroep kan doen via de persoonlijke digitale omgeving. In de praktijk is het voor de doelgroep vaak lastig om kosten voor te schieten om later te declareren.

We moeten echter wel aandacht hebben voor de digitaal minder vaardige Inwoners en zorgen dat zij de ondersteuning krijgen die ze nodig zijn. Naar verwachting zal dit echter niet veel meer ondersteuningsvragen opleveren omdat uit de evaluatie blijkt dat het percentage Inwoners dat ondersteuning nodig heeft bij de digitale aanvraag even groot is als bij een papieren aanvraag.

Alle regelingen zijn alleen online te boeken bij lokale ondernemers. Ondernemers worden gestimuleerd om hun maatschappelijke verantwoordelijk te nemen op het gebied van armoedebestrijding door aan te sluiten als aanbieder en het aanbieden van kortingen/ aanbiedingen/acties voor minima.

▪ Maatwerk bieden

Het aanpakken van armoede heeft de beste kans van slagen, wanneer er maatwerk wordt geboden. Armoede heeft vele gezichten. Er wordt daarom een maatwerkbudget geïntroduceerd voor gemeentelijke professionals (klantmanagers, consulenten Sociaal Team, medewerkers

Schuldhulpverlening en Jeugdteammedewerkers), dat kan worden ingezet voor wat in de specifieke situatie nodig is om armoede (structureel) te doorbreken.

▪ Voorkomen is beter dan genezen

Minimaregelingen zijn gericht op het vergroten van de kansen om de spiraal van armoede te doorbreken. Zo worden mensen door middel van sporten fitter en actiever, wat hun kansen op een baan en een goede gezondheid vergroot. Doormiddel van het vergoeden van kosten voor school vergroot je de kansen van kinderen op het zo optimaal doorlopen van de schoolcarrière en daarmee om zelf in de toekomst niet ook in armoede te geraken.

▪ Armoedeval voorkomen

Uit de evaluatie blijkt dat geen enkele doelgroep er financieel op achteruit gaat als men inkomsten uit arbeid heeft. Netto gaan ze er niet zoveel op vooruit als de bruto stijging van het inkomen, waarbij we rekenen met de stijging van het netto-inkomen ten opzichte van een bijstandsuitkering.

Om ervoor te zorgen dat werken loont en de armoedeval wordt verminderd, bieden we vergoedingen aanvullend op het inkomen. Iemand met een inkomen tot en met 100% van de bijstand ontvangt een hogere vergoeding dan iemand met een inkomen tot en met 120% van de bijstand. Ook de

Uitstroompremie draagt hieraan bij .

▪ Kindpakket

Het Kindpakket draagt eraan bij dat kinderen kunnen ‘meedoen’ blijkt uit de evaluatie. Daarnaast draagt de vergoeding voor kleding bij aan het vergroten van de eigenwaarde en hebben de vergoeding voor een fiets, schoolbenodigdheden en de ouderbijdrage een positief effect op het doorbreken van de spiraal van erfelijke armoede. Om nog meer kinderen te kunnen bereiken, worden de regelingen uit het Kindpakket verruimd en op onderdelen aangepast.

▪ Evenredige verdeling

De grootste groep huishoudens dat rond moet komen van een inkomen tot 110% of 120% zijn alleenstaanden en huishoudens met kinderen. In het huidige minimabeleid zijn er veel regelingen voor kinderen. Voor volwassenen zijn minder mogelijkheden voor vergoedingen. In voorgesteld beleid worden de regelingen volwassenen verruimd zodat de grootste groep minima een evenrediger aantal vergoedingen ontvangt.

▪ Aansluiten bij de behoefte

In de uitvraag bij de doelgroep is ook gevraagd naar de specifieke ondersteuningsbehoefte. Daaruit kwam met name voren: een financiële bijdrage voor sport voor volwassenen, vakanties of uitjes, een computerregeling voor volwassenen en een witgoedregeling.

Daarnaast is er gekeken waar de oude Geld-Terug-Regeling (extra) aan werd uitgegeven. Dit bleek met name voor internet, sport, bioscoop, museum of theater gaan en een paspoort of rijbewijs.

Er wordt een generieke regeling voor maatschappelijke participatie voor volwassenen toegevoegd en de mogelijkheid voor vergoeding van een ID kaart. De kosten voor alleen internet zijn niet meer mogelijk om te declareren. Het is verworden tot algemene kosten van bestaan en in het kader van vereenvoudiging is het niet meer mogelijk om kosten te declareren.

Voor specifieke gevallen zijn er mogelijkheden voor overige vergoedingen via het maatwerkbudget.

3.2 Overzicht van de belangrijkste wijzigingen

*Muv de Individuele inkomenstoeslag waarvoor een de norm is gesteld op 105%. Dit is vastgesteld in de Verordening Individuele Inkomenstoeslag Rhenen 2015.

**Muv de regeling laptop middelbare school, het Jeugdsport- en cultuurfonds, de regeling ID kaart en de collectieve ziektekostenverzekering. Aangezien het gaat om producten en geen bedragen, is gekozen geen staffel hierop toe te passen.

4 DE MINIMAREGELINGEN

De gemeente Rhenen heeft een uitgebreid minimabeleid voor diverse doelgroepen. In vergelijking met andere gemeenten zijn er veel ondersteunende regelingen beschikbaar met een brede focus en vergoedingsmogelijkheden. In bijlage 1 staan de belangrijkste wijzingen ten opzichte van het Beleidsplan Minimaregelingen en de Verordening Kindpakket.

4.1 MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE IS BELANGRIJK

Inwoners die actief zijn binnen de Rhenense samenleving, voelen zich meer verbonden met de wijk, buurt en gemeente. Dit bevordert de sociale cohesie. Inwoners met een baan of dagbesteding voelen zich verantwoordelijk en nodig. Deelname aan het maatschappelijk leven is voor elke Rhenenaar belangrijk. Bij de gemeente bekende kwetsbare inwoners ondersteunen we hierbij door middel van de volgende vergoedingen.

4.2 CULTUUR BLIJFT IN DE BREEDTE BEREIKBAAR VOOR ALLE INWONERS

Wij willen dat cultuur in de breedte bereikbaar blijft voor alle inwoners, in het bijzonder voor kinderen. Dat maken we mogelijk via het bovengenoemde ‘Maatschappelijke participatiebudget’ dat ook mensen met de laagste inkomens in staat stelt om lid te worden van een vereniging of om culturele evenementen te bezoeken. Daarnaast blijven wij aangesloten bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur.

4.3 GEEN KIND MAG OPGROEIEN IN ARMOEDE

Jeugdigen die opgroeien in armoede lopen een groter risico op problemen in hun ontwikkeling . Armoede kan leiden tot schuldenproblematiek en (financiële) stress bij ouders. Hiervan hebben hun kinderen vaak last. Armoede leidt echter niet altijd tot problemen in de ontwikkeling van jeugdigen, zeker niet als deze armoede tijdelijk is.

Soms kunnen ouders redelijk goed met een beperkt budget omgaan en tonen zij veel veerkracht, waardoor er weinig negatieve gevolgen voor hun kinderen zijn. Deze veerkracht willen we aanspreken en versterken, zodat we ernstige gevolgen van armoede bij jeugdigen kunnen voorkomen . Om de spiraal van erfelijke armoede12 te doorbreken, hebben we vergoedingen vastgesteld die eraan bijdragen dat kinderen kunnen ‘mee doen’ en in hun schoolcarrière zo min mogelijk worden belemmerd door financiële problemen.

4.4 WE BIEDEN ZORG OP MAAT

Naast de algemene minimaregelingen kennen we bijzondere bijstand voor individuele gevallen. Bijzondere bijstand wordt verstrekt als betrokkene wordt geconfronteerd met uit bijzondere omstandigheden voorvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan die naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit het reguliere inkomen, en waarvoor geen voorliggende voorziening is. Dit wordt altijd individueel beoordeeld.

Deze regeling zetten we ongewijzigd voort. Ook voeren we geen drempelbedrag in.

Wel zullen we de uitgaven scherp in de gaten houden. Op dit moment wordt een groot gedeelte van het budget besteed aan beschermingsbewind en inrichtingskosten. Dit is een landelijke trend.

Om te voorkomen dat mensen in een schrijnende situatie terecht komt er een maatwerkbudget. Dit budget kan door gemeentelijke professionals (klantmanagers, consulenten sociaal Team, medewerkers schuldhulpverlening en Jeugdteammedewerkers) ingezet worden voor vergoedingen voor mensen die zonder deze vergoeding in te problemen zouden raken of juist om (financiële) problemen duurzaam op te lossen en de spiraal van armoede te doorbereken.

4.5 WE HEBBEN OOG VOOR INWONERS DIE EXTRA ARMSLAG KUNNEN GEBRUIKEN

Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen of die extra zorgkosten hebben vanwege een chronische ziekte of beperking, onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden kent de wet de mogelijkheid om voor deze groep een extra toeslag te verstrekken.

Na het afschaffen van de Wtcg en CER in 2014 is een derde van het budget naar de gemeente overgeheveld om deze doelgroep gericht te ondersteunen, via de Wmo of minimabeleid. Met de extra middelen is dekking in de collectieve ziektekostenverzekering per 1-1-2016 uitgebreid. Met het extra (gemeentelijk) vergoedingenpakket in pakket 3 is deze aantrekkelijk gemaakt voor met name chronisch zieken en gehandicapten. Dit pakket staat open voor huishoudens met een inkomen tot 120%.

* Vergoedingen binnen de Menzis verzekering:

• •

  De eigen bijdrage Wmo is binnen alle drie de pakketten volledig gedekt (max 400,- per jaar)

• •

  Het eigen risico is binnen pakket 3 meeverzekerd (in 2019 € 385.- per jaar)

• •

  Pakket 3 is uitgebreid met extra vergoedingen (waaronder meer vergoedingen fysiotherapie)

4.6 WERKEN MOET LONEN

▪ Uitstroompremie

Rhenen kent nu al een uitstroompremie voor personen die vanuit de bijstand een reguliere baan vinden. Als zij deze baan vinden en uit de uitkering blijven hebben ze recht op een uitstroompremie van € 1.500. De uitstroompremie wordt gefinancierd vanuit het Participatiebudget.

▪ Vergoeding eigen bijdrage kinderopvang /peuterspeelzaal

Mensen moeten gestimuleerd worden om vanuit de uitkering te gaan werken. Een eerste drempel kan optreden als ze geconfronteerd worden met extra kosten voor kinderopvang. Kinderopvang wordt grotendeels vergoed via de kinderopvangtoeslag. Dit loopt via de belastingdienst. Deze vergoeding is echter niet volledig. Voor alleenstaande ouders die gebruik (moeten) maken van kinderopvang in verband met hun re-integratieverplichting of werk, wordt de eigen bijdrage vergoed. De vergoeding is gerelateerd aan de duur en omvang van het re-integratietraject of dienstverband.

Als betrokkene daadwerkelijk uitstroomt vanuit de bijstand, zal deze vergoeding nog een half jaar worden doorgezet. De vergoeding is dan gerelateerd aan de duur en omvang van het dienstverband. De vergoeding eigen bijdrage kinderopvang wordt verder uitgewerkt in een beleidsregel. De financiering valt onder het Participatiebudget.

4.7 BEREIK VAN DE GEMEENTELIJKE REGELINGEN

Uit de evaluatie blijkt dat het van de meeste regelingen gemiddeld is in vergelijking met andere gemeenten. Middels voorlichting aan de doelgroep, intermediairs en de ondernemers trachten we het bereik van de regelingen verder te vergroten. Hier wordt een plan voor opgesteld.

5 ONDERSTEUNING VRIJWILLIGERSORGANISATIES

Wij waarderen de inzet en de waarde van vrijwilligersorganisaties bij het tegengaan van armoede. Ook voor de komende jaren stellen wij daarom subsidies beschikbaar.

Noodfonds

Het Noodfonds biedt financiële, eenmalige noodhulp aan inwoners. Daarnaast is het Noodfonds adviespartner aan de gemeente en partner in het Netwerk tegen Armoede. De Formulierenbrigade als onderdeel van het Noodfonds ondersteunt inwoners bij het lezen, begrijpen en invullen van allerhande (aanvraag)formulieren.

De afgelopen jaren was er jaarlijks een bijdrage beschikbaar van 9.000 EURO. Omdat gebleken is dat de benodigde bijdrage lager is hebben wij minder uitgekeerd. Voor komende jaren stellen wij de subsidie vast op 4.500 EURO.

Het vrijgekomen bedrag van 4.500 EURO gebruiken wij om een advies van het Noodfonds invulling te geven. Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld aan consulenten van het Sociaal Team,

Jeugdteammedewerkers en klantmanagers om op het vlak van armoedebestrijding maatwerk te bieden.

Jobhulpmaatje

In 2019 is onder de vlag van Stichting Schuldhulp Rhenen Jobhulpmaatje opgestart. In het eerste jaar is een subsidie verstrekt uit het Participatiebudget. Omdat het tegengaan van armoede het meest succesvol is als mensen hun eigen inkomen kunnen vergaren. werken wij ook de komende jaren samen met Jobhulpmaatje. In het minimabeleid is geen ruimte voor een structurele, jaarlijkse subsidie. Voor 2020 en 2021 zal een eenmalige subsidie worden toegekend, waarvoor wij dekking zoeken in de Reserve Armoedebestrijding. Voor samenwerking in de toekomst zal Jobhulpmaatje zich inzetten om andere fondsen te werven en zal de gemeente onderzoeken of structurele financiering na 2021 beleidsmatig geborgd kan worden.

Daarnaast wordt aan Jobhulpmaatje de mogelijkheid geboden om projectmatig subsidie aan te vragen voor zover het bestedingsplan van het Participatiebudget in het betreffende jaar daar ruimte voor biedt. Projectvoorstellen worden afgestemd en beoordeeld door de vakafdeling (Economie en Werk, van de gemeente Veenendaal).

Wij onderzoeken daarnaast of voor uitstroom uit de bijstand naar werk dankzij JHM voor een prestatiebonus in aanmerking kan komen.

Schuldhulpmaatje

Stichting Schuldhulp Rhenen biedt aan inwoners met financiële problemen Schuldhulpmaatje. De afgelopen jaren was er jaarlijks een bijdrage beschikbaar van 9.000 EURO.

Noodfonds, Jobhulpmaatje en Schuldhulpmaatje gaan in 2020 nauwer samenwerken. Mogelijk leidt dit tot een samenvoeging van de Fondsen. Als dat het geval is worden boven vermelde subsidies samengevoegd.

Voedselbank

De Voedselbank verricht belangrijk werk waar het gaat om ondersteuning van inwoners met financiële problemen. Wij waarderen de inzet die ze ook in onze gemeente doen en stellen daarom jaarlijks een subsidie van 3.000 EURO beschikbaar.

Kosten voor de huur van accommodaties

De gemeente Rhenen ontwikkelt nieuw accommodatiebeleid. Hierin zal mogelijk worden geborgd dat gebruikers huur moeten betalen. Indien huur berekend wordt voor het huren van accommodaties worden genoemde bedragen verhoogd met het bedrag aan huurpenningen, voor zover het gaat om lokale organisaties. Huurpenningen worden intern verrekend, dus niet uitgekeerd.

Aanjaagsubsidie

Naast de voorzieningen die de gemeente aanbiedt, kunnen ook andere instanties activiteiten aan de doelgroep aanbieden. Te denken valt aan een speelgoedbank, vakantiekampen, verjaardagbank, Sinterklaasbank, etc.

Het is niet aan de gemeente om dit op te richten. Ook zal zij niet als enige een structurele financiële bijdrage leveren. Wel kan zij een appel doen op particulieren om dit te starten en de start mogelijk faciliteren.

6 PROGNOSE KOSTEN

Wij hebben een prognose van de verwachte kosten gemaakt en deze afgezet tegen de in de begroting beschikbare dekking. Hieruit blijkt dat het beleid dekkend is.

Hierbij stellen wij een aantal keuzes voor:

• •

  De reserves bij het Jeugdfonds Sport en Cultuur voor Sport en voor Cultuur samenvoegen. Hierdoor is het voor de komende jaren naar verwachting niet nodig om aanvullend te financieren. Als dat toch nodig is is in de Reserve Armoedebestrijding voldoende ruimte

• •

  Aan Jobhulpmaatje wordt een incidentele subsidie toegekend voor de komende twee jaar, waarvoor wij dekking vinden in de Reserve Armoedebestrijding. Wij blijven met Stichting Schuldhulp in gesprek over structurele financiering na 2021.

• •

  Met de Reserve Armoedebestrijding verwachten wij budgetoverschrijdingen op te kunnen vangen.

COLLECTIEVE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING MENZIS

We zien in de afgelopen jaren een toename in het aantal deelnemers bij GarantVerzorgd 1 & 3 en een afname van het aantal deelnemers bij GarantVerzorgd 2. De verwachting is dat deze ontwikkeling zich ook in 2020 nog door zal zetten.

Gemiddeld aantal betalende deelnemers

Indien we uitgaan van bovengenoemde prognose dan zullen de totale kosten stijgen in 2020. De optie om het ‘verzekering eigen risico’ niet meer te vergoeden in GarantVerzorgd 3 is als optie meegenomen.

Kosten collectieve ziektekostenverzekering 2020

Artikel 1. Begrippen

Geactualiseerd

Artikel 2. Reikwijdte en doelstelling verordening

• •

  Doelstelling is gewijzigd naar: Deze verordening heeft tot doel:

  • •

    het vergroten van de kansen om de spiraal van armoede te doorbreken.

  • •

    het bevorderen van sport en andere vormen van maatschappelijke participatie

  • •

    het voorkomen van sociale uitsluiting;

  • •

    het bevorderen dat schoolgaande kinderen zo min mogelijk belemmeringen ondervinden als gevolg van het feit dat hun ouders tot de minima behoren;

  • •

    het tegengaan van onderverzekering op het gebied van ziektekostenbetrekking

• •

  Toegevoegd dat alleen recht bestaat op vergoedingen op basis van deze verordening voor inwoners van de gemeente Rhenen met een inkomen dat niet hoger is dan maximaal 120% van de norm of die in de schuldsanering zit.

Artikel 3. Inhoud voorzieningen

• •

  De Geld-Terug-Regeling en de Geld-Terug-Regeling extra zijn vervangen zijn door vergoedingen voor:

  • •

    Maatschappelijke participatie

    • •

      Sport 18+

    • •

      ID-kaart

• •

  De inkomenscategorie is verruimd van maximaal 110% voor de Geld-Terug-Regeling (extra) naar tot en met 120% van het Wsm voor bovengenoemde regelingen.

• •

  Het maximale totale bedrag voor alle drie bovenstaande regelingen gezamenlijk waarvoor per jaar een vergoeding aangevraagd kan worden is bij een inkomen tot en met:

  • •

    0-14 jaar

    • •

      100% van de norm € 100,00. Was € 240,00

    • •

      110% van de norm € 75,00. Was € 240,00

    • •

      120% van de norm € 50,00. Was € 0,00

  • •

    14-18 jaar

    • •

      100% van de norm € 129,90. Was € 240,00

    • •

      110% van de norm € 104,90. Was € 240,00

    • •

      120% van de norm € 79,90. Was € 0,00

  • •

    18+ jaar

    • •

      100% van de norm € 286,80. Was € 100,00

    • •

      110% van de norm € 236,80. Was € 100,00

    • •

      120% van de norm € 186,80. Was € 0,00

Artikel 4. Aanvragen

• •

  Aanvraag op papier blijft mogelijk maar wordt niet gepromoot.

• •

  Declareren van bonnetjes is niet meer mogelijk.

Artikel 5. Maatschappelijke participatie

• •

  Voor alle gezinsleden.

• •

  Het maximale totale bedrag waarvoor per jaar een vergoeding aangevraagd kan worden voor maatschappelijke participatie is bij een inkomen tot en met:

  • •

    100% van de norm € 100,00

  • •

    110% van de norm € 75,00

  • •

    120% van de norm € 50,00

• •

  De vergoeding betreft culturele, recreatieve en/of maatschappelijke voorzieningen of activiteiten die online in de persoonlijke omgeving geboekt kunnen worden bij lokale ondernemers.

• •

  Bouwweek/ speelweek Elst kan hier ook onder geboekt worden.

• •

  De vergoeding voor maatschappelijke participatie is een persoonlijke vergoeding welke voor elk lid van het huishouden aangevraagd kan worden.

Artikel 6. Sportbudget 18+

• •

  Het college kan een vergoeding aan volwassenen verstrekken voor de kosten van een sportabonnement. Deze vergoeding kan in de online persoonlijke omgeving worden geboekt bij lokale clubs en verenigingen.

• •

  Het maximale bedrag waarvoor rechthebbende per periode vergoeding kan aanvragen is bij een inkomen tot en met:

  • •

    100% van de norm € 100,00 per jaar;

  • •

    110% van de norm € 75,00 per jaar;

  • •

    120% van de norm € 50,00 per jaar.

Artikel 7 Vergoeding ID-kaart

• •

  Vergoeding voor de kostprijs van een ID-kaart in de gemeente Rhenen voor Inwoners vanaf 14 jaar met een inkomen tot en met 120% van de norm.

Artikel 8. Computer/ tablet basisschool

• •

  Aan de regeling Computer is de mogelijkheid toegevoegd om dit budget te besteden aan een tablet.

• •

  De inkomensgrens is verhoogd van 110% naar 120%.

• •

  Eens per 5 jaar kan er een vergoeding van € 500 worden aangevraagd. Dit is naar eigen keuze te besteden aan een laptop, printer en/of tablet.

Artikel 9. Vergoeding schoolkosten

• •

  Inkomensgrens is verhoogd naar 120%.

• •

  Vergoedingen zijn voor alle kinderen tussen 12 en 18 jaar, mits ze aan de voorwaarden voldoen. Dit in tegenstelling tot het oude beleid waarbij enkele regelingen alleen beschikbaar waren voor kinderen die voor het eerst naar de middelbare school gaan.

• •

  De verschillende regelingen zijn gebundeld tot drie verschillende vergoedingen groepen:

  • •

    Laptop

  • •

    Schoolkosten. Vrij te besteden budget voor allerlei verschillende schoolkosten. Dit waren voorheen de regelingen:

    • •

      Rekenmachine

    • •

      Atlas

    • •

      Woordenboeken

    • •

      Schooltas

    • •

      Agenda/ pennen/ etc. o Ouder bijdrage. Te besteden aan verplicht door school gestelde ouderbijdrages, schoolreisjes, stagekosten, etc. Dit waren voorheen de regelingen:

    • •

      Schoolreisjes/ klassenuitjes

    • •

      Ouderbijdrage school

• •

  Gymkleding wordt niet meer vergoed vanuit de regeling schoolkosten maar kan worden vergoed vanuit het kledingpakket

• •

  Vergoeding voor de fiets is een aparte regeling geworden.

• •

  Vergoeding voor computer is gelijk gebleven.

• •

  Het maximale bedrag waarvoor een vergoeding voor schoolkosten aangevraagd kan worden is:

  • •

    bij een inkomen tot en met 100% € 100,00. Dit was € 95,-

  • •

    bij een inkomen tot en met 110% € 75,00. Dit was € 95,-

  • •

    bij een inkomen tot en met 120% € 50,00. Dit was € 0,-

• •

  het maximale bedrag per jaar is verlaagd maar is nu wel vrij te besteden. Hierdoor kunnen mensen zelf de keuze maken of zij bijvoorbeeld voor elk kind een bosatlas aanschaffen of dat de kinderen best samen met één afkunnen.

• •

  Het maximale bedrag waarvoor een vergoeding voor de ouderbijdragen aangevraagd kan worden:

  • •

    bij een inkomen tot en met 100% € 250,00. Dit was € 275,00

  • •

    bij een inkomen tot en met 110% € 250,00. Dit was € 275,00

  • •

    bij een inkomen tot en met 120% € 250,00. Dit was € 0,00

• •

  Op indicatie van de school kan afgeweken worden van de bedragen van de vergoeding ouderbijdrage

Artikel 10. Vergoeding mobiele telefoon

• •

  Regeling is nieuw.

• •

  Betreft een tegemoetkoming in de aanschaf van een mobiele telefoon.

• •

  Het maximale bedrag waarvoor per periode van drie jaar een vergoeding kan worden aangevraagd is:

  • •

    bij een inkomen tot en met 100% € 150,00;

  • •

    bij een inkomen tot en met 110% € 112,50;

  • •

    bij een inkomen tot en met 120% € 75,00.

Artikel 11 Vergoeding/ tegemoetkoming fiets

• •

  Inkomensnorm is verhoogd naar 120%.

• •

  Vergoedingen zijn voor alle kinderen tussen 12 en 18 jaar, mits ze aan de voorwaarden voldoen. Dit in tegenstelling tot het oude beleid waarbij de regeling alleen beschikbaar was voor kinderen die voor het eerst naar de middelbare school gaan.

• •

  Betreft een tegemoetkoming in de aanschaf van een fiets.

• •

  Het maximale bedrag waarvoor een vergoeding/ tegemoetkoming kan worden aangevraagd is:

  • •

    bij een inkomen tot en met 100% € 150,00. Dit was € 150,-

  • •

    bij een inkomen tot en met 110% € 112,50. Dit was € 150,-

  • •

    bij een inkomen tot en met 120% € 75,00. Dit was € 150,-

Artikel 12. Kledingpakket

• •

  Inkomensnorm verhoogd naar 120%

• •

  Het maximale bedrag waarvoor per periode een vergoeding kan worden aangevraagd is:

  • •

    bij een inkomen tot en met 100% € 200,00. Dit was € 100,00

  • •

    bij een inkomen tot en met 110% € 150,00. Dit was € 100,00

  • •

    bij een inkomen tot en met 120% € 100,00. Dit was € 0,00

Artikel 13. Collectieve ziektekostenverzekering

• •

  Inkomensnorm gaat omlaag naar 120% voor alle drie de pakketten (was 120% voor GarantVerzorgd 1 & 2 en 130% voor GarantVerzorgd 3).

• •

  Inkomenstoets via Bureau Minimaregelingen. Na honorering van de aanmelding en het toetsen van het inkomen, wordt de aanvraag overgedragen aan de Menzis

• •

  Mogelijkheid om ook met achterstanden over te stappen mits de premie van de uitkering wordt ingehouden.

Artikel 14. Onjuiste en/of onvolledige gegevens

Lid toegevoegd met betrekking tot mogelijkheden voor terugvorderen bij fraude

Artikel 15. Hardheidsclausule

Geen wijzigingen

Artikel 16. Verbinden van aanbieders

Geen wijzigingen

Gewijzigde artikelen uit de Verordening Kindpakket of het Activerend Minimabeleid

Activerend Minimabeleid: Individuele Inkomenstoeslag (Onderdeel van de verordening individuele inkomenstoeslag Rhenen 2015)

Extra toeslag per kind vervalt. Naar aanleiding van onderzoek van het Nibud waaruit bleek dat de doelgroep ‘minimahuishoudens met kinderen’ het financieel moeilijk had, is in 2015 de extra toeslag per kind toegevoegd aan de Individuele Inkomenstoeslag. Deze toeslag wordt in geld uitgekeerd waardoor het niet aantoonbaar is dat deze gelden worden besteed aan kosten ten gunste van de kinderen. In 2017 is vervolgens het Kindpakket vastgesteld van waaruit de minimahuishoudens met kinderen vergoedingen in natura krijgen voor hun kinderen. Deze regeling draagt daarmee in hogere mate bij aan het doorbreken van de spiraal van erfelijke armoede.

De Verordening individuele inkomenstoeslag zal met deze wijziging worden aangepast.

VOORSTEL REGELINGEN 2020-2023