Aanwijzingsbesluit voorwerpen op of aan de weg Bladel 2021

Geldend van 29-10-2021 t/m heden

Intitulé

Aanwijzingsbesluit voorwerpen op of aan de weg Bladel 2021

Burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel;

gelet op het bepaalde in het negende lid van artikel 4.19 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Gemeente Bladel 2021;

overwegende dat op basis van artikel 4.19 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Gemeente Bladel 2021 het niet is toegestaan voorwerpen op of aan de weg te plaatsen anders dan voor de publieke functie daarvan;

overwegende dat in het vijfde lid van artikel 4.19 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Gemeente Bladel 2021 is opgenomen dat ontheffing kan worden verleend voor plaatsing anders dan voor de publieke functie;

overwegende dat in het negende lid van artikel 4.19 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Gemeente Bladel 2021 een mogelijkheid is opgenomen categorieën aan te wijzen waarvoor de ontheffingsplicht niet geldt;

besluiten:

vast te stellen de volgende regeling:

Aanwijzingsbesluit voorwerpen op of aan de weg Bladel 2021

Artikel 1 inhoudelijke bepaling

  • 1.

    Op basis van artikel 4.19, negende lid van de Verordening Fysieke Leefomgeving Gemeente Bladel, wanneer voldaan wordt aan de algemene regels zoals genoemd in het tweede lid van dit besluit, de voorwerpen, zoals genoemd in het derde lid van dit besluit, aan te wijzen waarvoor de ontheffingsplicht uit het vijfde lid van artikel 4.19 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Gemeente Bladel niet geldt.

  • 2.

    De volgende algemene regels van toepassing te verklaren op voorwerpen waarvoor de ontheffingsplicht niet geldt:

    • a.

      het voorwerp brengt door de omvang, vormgeving, constructie, plaats van bevestiging of het beoogd gebruik geen schade toe aan de openbare plaats of gedeelten daarvan;

    • b.

      het voorwerp of het beoogde gebruik daarvan levert geen gevaar op voor de bruikbaarheid of het doelmatig en veilig gebruik van de openbare plaats en vormt geen belemmering voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats of gedeelten daarvan;

    • c.

      het voorwerp of het beoogde gebruik daarvan levert geen overlast op voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaken;

    • d.

      het voorwerp of het beoogde gebruik daarvan levert geen risico op voor de openbare orde, veiligheid, het milieu of de volksgezondheid;

    • e.

      er is altijd een vrije en onbelemmerde doorgang in een recht doorgaande lijn van minimaal 3,50 meter breed, met een vrije hoogte van minimaal 4,20 meter, aanwezig ten behoeve van hulpdiensten en vuilniswagens;

    • f.

      op een voetpad is een vrije doorgang van minimaal 1,50 meter, in een zoveel mogelijk recht doorgaande lijn, gewaarborgd voor voetgangers en mensen met een fysieke beperking, tenzij aanvullende veiligheidsmaatregelen worden getroffen;

    • g.

      rondom een (ondergrondse) brandkraan en/of andere bluswatervoorzieningen moet te alle tijde een straal van 2,00 meter werkruimte worden vrijgehouden;

    • h.

      afsluitpotten en controledeksels van de riolering blijven bereikbaar;

    • i.

      voorwerpen mogen niet worden geplaatst of geplaatst worden gehouden, als deze een belemmering vormen voor aan, onder, op of boven de openbare plaats of gedeelten daarvan te verrichten (onderhoud)werkzaamheden, evenementen, kermissen of andere festiviteiten of gebeurtenissen van algemeen belang;

    • j.

      wanneer door plaatsing 1 of meerdere parkeerplaatsen tijdelijk niet gebruikt kunnen worden, worden de direct omwonenden en/of de normale gebruikers van die parkeerplaats(en) daarvan tijdig in kennis gesteld;

    • k.

      beschadigingen en/of vervuiling van gemeentelijke eigendommen die zijn ontstaan als gevolg van het voorwerp zullen door de gemeente voor rekening van initiatiefnemer worden hersteld;

    • l.

      de gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid tegenover derden, die uit de plaatsing kan voortvloeien;

    • m.

      door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemeen belang, de openbare orde of veiligheid moeten strikt worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder andere betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen, dan wel verwijderen van de geplaatste voorwerpen, zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op een schadevergoeding.

  • 3.

    De volgende voorwerpen aan te wijzen:

    • a.

      Afval- en puincontainers, mits:

      • i)

        de container door plaatsing geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. Er bestaat geen gevaar voor de verkeersveiligheid als bestuurders de rijbaan over voldoende afstand kunnen overzien en voldoende tijd hebben om op het obstakel te reageren;

      • ii)

        de container niet wordt geplaatst op een weg waar 50 km/u of harder gereden mag worden;

      • iii)

        een container wordt gemarkeerd door middel van het aanbrengen van reflecterende markeringsstrepen op de container;

      • iv)

        op de container duidelijk leesbaar, ter tracering, de naam en het telefoonnummer van de verhuurder staat;

      • v)

        de container niet langer dan twee aaneengesloten weken wordt geplaatst;

      • vi)

        er foto’s worden gemaakt van de staat van het openbaar gebied voor plaatsing van de container en de staat na het weghalen van de container.

    • b.

      Bouwobjecten (verplaatsbare materialen en/of materialen ten dienste van bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden of van de daartoe betrokken personen), mits:

      • i)

        als bakstenen op het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg worden geplaatst, er voor minder validen een vrije doorgang op het voetpad gegarandeerd is van minimaal 0,9 meter en de bakstenen niet los liggen, maar zijn gestapeld;

      • ii)

        als bouwzand op het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg wordt geplaatst en er voor minder validen een vrije doorgang op het voetpad gegarandeerd is van minimaal 0,9 meter;

      • iii)

        de objecten niet langer dan vier aaneengesloten weken op de weg of een weggedeelte worden geplaatst;

      • iv)

        straatkolken, rioolputten, brandkranen of andere afsluitingen die behoren tot een openbare nutsvoorziening niet worden geopend, onzichtbaar worden gemaakt of worden afgedekt en deze toegankelijk blijven;

      • v)

        het object deugdelijk beveiligd is tegen omvallen op de openbare plaats;

      • vi)

        aan of boven het voetgangers of (brom)fietser bestemde deel van de openbare plaats geen prikkeldraad, schrikdraad, puntdraad of andere scherpe voorwerpen aangebracht of gehangen wordt lager dan 2,20 meter boven dat gedeelte van de openbare plaats;

      • vii)

        op de kopse kanten van het object, in de richting van het verkeer, reflecterende platen zijn aangebracht om het verkeer hierop attent te maken;

      • viii)

        (elektrische) draden en kabels zodanig worden aangepast dat het publiek daarmee niet in aanraking kan komen. (Elektrische) draden moeten worden vastgezet;

      • ix)

        het object niet wordt geplaatst op een weg waar 50 km/u of harder gereden mag worden;

      • x)

        het object zodanig wordt beheerd dat vandalisme en brandstichting tot een minimum wordt beperkt;

      • xi)

        het object zodanig worden beheerd dat verspreiding buiten de bouwplaats of het afgezette terrein niet mogelijk is;

      • xii)

        na aflooploop van de plaatsingsperiode de openbare plaats in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht;

      • 3xiii)

        er foto’s worden gemaakt van de staat van het openbaar gebied voor plaatsing van de objecten en de staat na het weghalen van de objecten.

    • c.

      Bouwketen/schaftwagen (tijdelijke en verplaatsbare wagen huisvesting tijdens werkzaamheden), mits:

      • i)

        de keet niet wordt geplaatst op voet- en fietspaden of op de openbare weg, maar op parkeervakken, pleintjes of grasveldjes;

      • ii)

        de keet geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. Er bestaat geen gevaar voor de verkeersveiligheid als bestuurders de rijbaan over voldoende afstand kunnen overzien en voldoende tijd hebben om op het obstakel te reageren;

      • iii)

        de keet niet wordt geplaatst op een weg waar 50 km/u of harder gereden mag worden;

      • iv)

        de keet wordt gemarkeerd door middel van het aanbrengen van reflecterende markeringsstrepen;

      • v)

        op de keet duidelijk leesbaar, ter tracering, de naam en het telefoonnummer van de verhuurder staat;

      • vi)

        de keet niet langer dan vier aaneengesloten weken wordt geplaatst;

      • vii)

        de keet niet aangesloten hoeft te worden op het gemeentelijke riool;

      • viii)

        er foto’s worden gemaakt van de staat van het openbaar gebied voor plaatsing van de keet en de staat na het weghalen van de keet.

    • d.

      Eco- en chemische toiletten, mits:

      • i)

        het toilet niet wordt geplaatst op voet- en fietspaden of de openbare weg, maar op pleintjes of grasveldjes;

      • ii)

        het toilet geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid. Er bestaat geen gevaar voor de verkeersveiligheid als bestuurders de rijbaan over voldoende afstand kunnen overzien en voldoende tijd hebben om op het obstakel te reageren;

      • iii)

        het toilet niet wordt geplaatst op een weg waar 50 km/u of harder gereden mag worden;

      • iv)

        het toilet wordt gemarkeerd door middel van het aanbrengen van reflecterende markeringsstrepen op het toilet;

      • v)

        op het toilet duidelijk leesbaar, ter tracering, de naam en het telefoonnummer van de verhuurder staat;

      • vi)

        het toilet niet langer dan twee aaneengesloten weken wordt geplaatst;

      • vii)

        het toilet niet aangesloten hoeft te worden op het gemeentelijke riool;

      • viii)

        er foto’s worden gemaakt van de staat van het openbaar gebied voor plaatsing van het toilet en de staat na het weghalen van het toilet.

    • e.

      Voorwerpen of stoffen voor laden en lossen, mits:

      • i)

        het voorwerpen of stoffen betreft die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden en lossen;

      • ii)

        de te plaatsen voorwerpen of stoffen direct na beëindiging van het laden en lossen van de weg worden verwijderd, in ieder geval voor zonsondergang.

    • f.

      Uitstallingen (een los voorwerp geplaatst voor een pand op een openbare plaats, dat een onmiskenbare relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming, waaronder ook wordt verstaan voorwerpen en stoffen die behoren tot het reguliere assortiment van een winkel, uitstallingsmaterialen, reclameborden/stoepborden, reclamevlag, -banner of -beachvlag, ballonnenboog, verfraaiing/aankleding, zoals windlichten, lantaarns, bankje en bloemen- en plantenbakken, door middel van luchtinvoer bewegende/flapperende objecten, een door muntinworp bewegend klein speeltoestel en reclamepoppen).

    • g.

      Terrassen (een buiten de besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt), mits het terras opgenomen is in een drank- en horecavergunning en/of exploitatievergunning.

    • h.

      Kerststallen, mits:

      • i)

        de kerststal niet op de weg of op het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg geplaatst wordt;

      • ii)

        de kerststal zodanig wordt geplaatst dat deze te bezichtigen is, zonder op de weg of op het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg te hoeven staan;

      • iii)

        de kerststal mag niet langer dan zes aaneengesloten weken wordt geplaatst.

    • i.

      Vlaggen, wimpels en vlaggenstokken mits de vlag, wimpel of vlaggenstok niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt.

    • j.

      Versieringen, mits:

      • i)

        de versiering zodanig wordt aangebracht dat zowel in hoogte als in breedte een vrije doorgang voor alle vervoersmiddelen mogelijk blijft;

      • ii)

        de doorrijdhoogte, gemeten over de gehele minimale doorrijdbreedte, minimaal 4,20 meter bedraagt.

    • k.

      Zonneschermen, mits:

      • i)

        zonneschermen uitsluitend worden aangebracht boven de voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg;

      • ii)

        het zonnescherm zich in het geheel meer dan 2,20 meter boven dat gedeelte van de weg bevindt;

      • iii)

        het zonnescherm, in welke stand het scherm ook staat, zich op meer dan 0,50 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt;

      • iv)

        het zonnescherm, in welke stand het scherm ook staat, zich op minder dan 1,50 meter van de gevel bevindt;

      • v)

        het zonnescherm niet voor commerciële doeleinden wordt gebruikt.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit aanwijzingsbesluit treedt in werking daags na bekendmaking.

Artikel 3 Vervallen oude aanwijzingsbesluit

Het Aanwijzingsbesluit voorwerpen op of aan de weg Bladel vastgesteld door burgemeester en wethouders van Bladel op 4 mei 2021 vervalt door de inwerkingtreding van dit aanwijzingsbesluit.

Artikel 4 Citeertitel

Dit aanwijzingsbesluit kan worden aangehaald als ‘Aanwijzingsbesluit voorwerpen op of aan de weg Bladel 2021’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 5 oktober 2021.

Het college voornoemd,

de secretaris, drs. E.L.C.M. Mol

de burgemeester, ir. R.P.G. Bosma