Beleidsregels gebiedsontzegging gemeente Gorinchem Met betrekking tot: de toepassing van artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gorinchem

Artikel 1: Begripsbepalingen

• a.

  Gebiedsontzegging: het bevel van de burgemeester aan een persoon waarbij deze een verbod krijgt zich in een bepaald gebied op te houden gedurende een bepaalde periode.

• b.

  Zich op te houden: zich in een bepaald gebied toegang verschaffen dan wel aanwezig te zijn.

• c.

  APV: de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gorinchem.

• d.

  Overlastgevend gedrag: gedragingen van een persoon bestaande uit het plegen van strafbare feiten of het plegen van openbare orde verstorende handelingen.

Artikel 2: Voorwaarden voor opleggen van een gebiedsontzegging

• 1.

  Een gebiedsontzegging APV wordt opgelegd aan een persoon die overlastgevend gedrag heeft vertoond. Een niet limitatieve lijst van strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen zijn opgenomen in de feitentabel in bijlage 1.

• 2.

  Een gebiedsontzegging wordt opgelegd voor het gebied waarbinnen het overlastgevend gedrag heeft plaats gevonden. Dit gebied wordt in de ontzegging omschreven.

• 3.

  Wanneer een persoon het overlastgevend gedrag vertoond en vrees bestaat dat de persoon dit gedrag pleegt in meerdere gebieden, dan kan de gebiedsontzegging worden opgelegd voor meerdere gebieden.

• 4.

  Wanneer een persoon het overlastgevend gedrag vertoond heeft en dit nogmaals in een ander gebied doet dan waar de persoon een schriftelijke waarschuwing heeft ontvangen, wordt voor beide gebieden een gebiedsontzegging opgelegd.

Artikel 3: Bestuurlijke waarschuwing

• 1.

  Voordat een gebiedsontzegging opgelegd wordt, waarschuwt de burgemeester de persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan het vertonen van overlastgevend gedrag.

• 2.

  De waarschuwing wordt éénmaal gegeven en geldt voor de gehele gemeente Gorinchem.

• 3.

  De waarschuwing geldt voor een periode van zes maanden vanaf de dag na verzending van de waarschuwing.

• 4.

  De waarschuwing wordt schriftelijk vastgelegd.

• 5.

  In de schriftelijke waarschuwing wordt verwezen naar de beleidsregels.

• 6.

  In geval van ernstige vrees voor voortzetting van overlastgevend gedrag, kan worden afgezien van een waarschuwing.

Artikel 4: Gebiedsontzegging ten hoogste 72 uur

• 1.

  Diegene die zich binnen 6 maanden na het ontvangen van de waarschuwing in hetzelfde gebied opnieuw schuldig maakt aan het vertonen van overlastgevend gedrag, wordt een gebiedsontzegging aan diegene opgelegd, om zich gedurende het in bijlage 2 genoemde tijdvak op te houden in de in de gebiedsontzegging aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan het overlastgevend gedrag heeft plaats gevonden.

• 2.

  Per situatie wordt in het besluit nader opgenomen of de gebiedsontzegging van 72 uur aaneengesloten wordt gehanteerd, of dat deze wordt opgesplitst in tijdvakken.

Artikel 5: Gebiedsontzegging gedurende ten hoogste 6 maanden

Diegene die zich binnen zes maanden na het opleggen van een gebiedsontzegging in hetzelfde gebied opnieuw schuldig maakt aan het vertonen van overlastgevend gedrag, wordt een gebiedsontzegging aan diegene opgelegd, om zich gedurende het in bijlage 2 genoemde tijdvak op te houden in de in de gebiedsontzegging aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan het overlastgevend gedrag heeft plaats gevonden.

Artikel 6: Uitzonderingsgrond gebiedsontzegging

Wanneer de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in de gebiedsontzegging daarmee rekening gehouden. Dit gebeurt door het gebied waarop de gebiedsontzegging van kracht is te beperken of een looproute aan te geven om de betreffende locatie te bereiken. Doorgaans gaat het hierbij om belangen in de persoonlijke levenssfeer, zoals wonen, werk, bezoeken van een arts, advocaat of een hulpverlenende instantie.

Artikel 7: Zienswijze

Voordat een gebiedsontzegging wordt opgelegd, wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze over het voorgenomen besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging kenbaar te maken. De zienswijze wordt schriftelijk vastgelegd, ook wanneer de betrokkene expliciet aangeeft geen gebruik te willen maken van het geven van zijn zienswijze.

Artikel 8: Uitreiking

Het besluit tot gebiedsontzegging wordt uitgereikt in persoon aan de betrokkene.

Artikel 9: Inwerkingtreding en cumulatie gebiedsontzegging

• 1.

  Een gebiedsontzegging treedt in werking op het moment dat het besluit aan de betrokkene in persoon wordt uitgereikt.

• 2.

  Als een gebiedsontzegging wordt opgelegd terwijl er al een gebiedsontzegging geldt, gaat de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

• 3.

  In geval van een persoon die individueel of in groepsverband de openbare orde ernstig heeft verstoord of bij groepsgewijze ernstige verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, dan wel herhaaldelijk individueel of in groepsverband de openbare orde heeft verstoord of bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde, kan de burgemeester in afwijking van de gebiedsontzegging uit artikel 2:78 van de APV rechtstreeks toepassing geven aan artikel 172a en 172b van de Gemeentewet.

Artikel 10: Overig

Het uitgangspunt is dat de burgemeester overeenkomstig deze beleidsregel handelt. Hierop geldt één uitzondering. Wanneer de toepassing van deze beleidsregel voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die vanwege bijzondere omstandigheden, onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen. In dat geval is de burgemeester, hoewel gesproken wordt van een bevoegdheid, verplicht om van zijn beleidsregel af te wijken1.

Artikel 11: Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na publicatie in het Gemeenteblad.

Artikel 12: Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “beleidsregels gebiedsontzegging gemeente Gorinchem”.

Bijlage 1: Strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen

Wetboek van strafrecht:

• •

  Artikel 131 WvSr: Opruiing.

• •

  Artikel 137c WvSr: Belediging groep mensen.

• •

  Artikel 137d WvSr: Aanzetting tot haat.

• •

  Artikel 141 WvSr: Openlijke geweldpleging.

• •

  Artikel 180 WvSr: Wederspannigheid tegen ambtenaar in functie

• •

  Artikel 184 WvSr: Niet voldoen aan ambtelijk bevel.

• •

  Artikel 186 WvSr: samenscholing.

• •

  Artikel 267 WvSr: Belediging van ambtenaar in functie.

• •

  Artikel 285 WvSr: Bedreiging.

• •

  Artikel 300 WvSr: Mishandeling.

• •

  Artikel 306 WvSr: Deelname aan aanval of vechterij.

• •

  Artikel 350 WvSr: Vernieling.

• •

  Artikel 424 WvSr: Straatschenderij.

• •

  Artikel 426 WvSr: Verkeersbelemmering in staat van dronkenschap.

• •

  Artikel 453 WvSr: Openbare dronkenschap.

Opiumwet:

• •

  Artikel 2 Opiumwet: Verbodsbepaling omtrent lijst 1.

• •

  Artikel 3 Opiumwet: Verbodsbepaling omtrent lijst 2.

Wet wapens en munitie:

• •

  Artikel 13 WWM: Verbodsbepaling omtrent categorie 1.

• •

  Artikel 26 WWM: Verbodsbepaling omtrent categorie 2 en 3.

• •

  Artikel 27 WWM: Verbodsbepaling omtrent categorie 2, 3 en 4.

Algemene Plaatselijke Verordening Gorinchem:

• •

  Artikel 2:1 APV: Samenscholing en ongeregeldheden.

• •

  Artikel 2:26 APV: Ordeverstoring bij een evenement.

• •

  Artikel 2:31 APV: Verboden gedragingen openbare inrichtingen.

• •

  Artikel 2:41 APV: Betreden gesloten woning of lokaal.

• •

  Artikel 2:42 APV: Plakken en kladden.

• •

  Artikel 2:43 APV: Vervoer plakgereedschap en dergelijke.

• •

  Artikel 2:44 APV: Vervoer inbrekerswerktuigen.

• •

  Artikel 2:47 APV: Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen.

• •

  Artikel 2:47b APV: Verboden gebruik lachgas.

• •

  Artikel 2:48 APV: Verboden drankgebruik.

• •

  Artikel 2:48a APV: Verbod speelgoed- en nepwapens

• •

  Artikel 2:49 APV: Verboden gedrag bij of in gebouwen.

• •

  Artikel 2:50 APV: Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten.

• •

  Artikel 2:74 APV: Drugshandel op straat.

• •

  Artikel 2:74a APV: Openlijk drugsgebruik.

• •

  Artikel 3:9 APV: Straatprostitutie.

• •

  Artikel 4:6 APV: Overige geluidshinder.

• •

  Artikel 4:6a APV: (geluid) hinder in de openlucht.

• •

  Artikel 4:8 APV: Natuurlijke behoefte doen.

• •

  Artikel 5:34 APV: Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken.

Bijlage 2: Tabel tijd/ duur.