Regeling vervallen per 11-01-2023

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2022

Geldend van 01-01-2022 t/m 10-01-2023

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2022

De raad van de gemeente Groningen,

gelezen het voorstel van het college van 15 september 2021, inzake beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2022.

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarbij het uitsluitend recht tot begraven bij de gemeente berust;

  • b.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin geen andere lijken worden begraven dan die van levenloos geborenen en kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, met dien verstande dat de kistlengte niet meer mag bedragen dan 120 cm;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen Selwerderhof, Esserveld, Klein Selwerderhof I, Klein Selwerderhof II, de Zuiderbegraafplaats, de Noorderbegraafplaats en de gemeentelijke begraafplaatsen te Hoogkerk, Leegkerk, Middelbert en Noorddijk, de begraafplaatsen Eshof en de Harenerhof in Haren alsmede Begraafpark Ten Boer;

  • e.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • f.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Groningen;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

  • h.

    graf: een grondgraf, zandgraf of keldergraf bestaande uit een of meerdere grafruimtes;

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf/ gedenkplaats of bij de verstrooiingsplaats;

  • j.

    grafkelder: een constructie waarin één of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • k.

    grafruimte: een ruimte bestemd voor het begraven van een lijk, of van een of meerdere asbussen;

  • l.

    heffingsverordening: de Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen;

  • m.

    incidentele as verstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging op een nader daartoe aangegeven plek op de gemeentelijke begraafplaats of op een nadere aangewezen plek buiten de begraafplaats;

  • n.

    begraven van een lijk: het begraven van een lijk in een graf of het plaatsen van een asbus in of op een particulier graf;

  • o.

    particulier foetusgraf voor bepaalde tijd: graf waarin een foetus kan worden bijgezet van een levenloos geboren vrucht jonger dan 24 weken;

  • p.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/sierurnen.

  • q.

    particulier kindergraf: een particulier graf voor bepaalde tijd waarin door de rechthebbende geen andere lijken mogen worden begraven dan die van levenloos geborenen en kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, met dien verstande dat de kistlengte niet meer mag bedragen dan 120 cm;

  • r.

    particulier vrije veld graf: een graf op het vrije begraafveld (veld 12, vak 06) van begraafplaats Selwerderhof;

  • s.

    particulier graf voor bepaalde tijd: een particulier graf waarin door de rechthebbende mag worden begraven, doch slechts gedurende een bepaald aantal jaren;

  • t.

    particulier graf voor onbepaalde tijd: een particulier graf waarin door de rechthebbende mag worden begraven tot het tijdstip waarop de begraafplaats als gesloten wordt verklaard;

  • u.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor gedurende bepaalde tijd aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/sierurnen;

  • v.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor gedurende bepaalde tijd aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen/sierurnen;

  • w.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een particulier urnengraf of urnennis dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • x.

    (sier)urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • y.

    uitsluitend recht tot begraven: het recht om in een particulier graf één of meer lijken te doen begraven of begraven te houden;

  • z.

    urnenmuur: een muur met nissen waarin in een nis een sierurn kan worden geplaatst;

  • aa.

    urnennis: een nis waarin urnen kunnen worden geplaatst;

  • bb.

    verstrooiingsplaats, strooiveld of strooibos: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • cc.

    Vrij begraafveld: een veld waarop men, behoudens een minimale door de beheerder te bepalen afstand tot andere graven, vrij is in de keus van de locatie van het graf en het type monument (A, B of C);

  • dd.

    Partnergraf: een graf bestemd voor het begraven van twee met namen aangeduide overledenen, dan wel één overledene en één asbus/urn naast elkaar. In een partnergraf worden twee overledenen naast elkaar (en niet boven elkaar) begraven. Alleen de rechthebbende kan degene aanwijzen, die na overlijden in een partnergraf mogen worden begraven of bijgezet. Een partnergraf wordt uitgegeven met de uitvaart van één van de overledenen.

Artikel 2 Toepasselijkheid begrip particulier graf en bevoegdheid tot het vaststellen van nadere regels

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier urnengraf en particuliere urnennis.

  • 2. Het college is bevoegd nadere regels omtrent de uitvoering van deze verordening vast te stellen.

Artikel 3 Gemeentelijke begraafplaatsen

  • 1. De gemeente Groningen houdt gemeentelijke begraafplaatsen in stand:

    • a.

      te Groningen, gelegen aan de Iepenlaan, genaamd 'Selwerderhof';

    • b.

      te Groningen, gelegen aan de Hereweg, genaamd 'Zuiderbegraafplaats';

    • c.

      te Groningen, gelegen aan de Moesstraat, genaamd 'Noorderbegraafplaats';

    • d.

      te Groningen, gelegen aan de Esserweg, genaamd 'Esserveld';

    • e.

      te Groningen, gelegen aan de Iepenlaan, genaamd 'Klein Selwerderhof I' en 'Klein Selwer-derhof II';

    • f.

      te Hoogkerk, gelegen aan de Kerkstraat, genaamd 'Oud Hoogkerk’;

    • g.

      te Hoogkerk, gelegen aan de Kerkstraat, genaamd 'Nieuw Hoogkerk’;

    • h.

      te Noorddijk, gelegen aan de Noorddijkerweg;

    • i.

      te Middelbert, een deel van de kerkelijke begraafplaats gelegen aan de Middelberterweg;

    • j.

      te Leegkerk, gelegen aan de Leegeweg;

    • k.

      te Haren, gelegen aan de Rijksstraatweg, genaamd ‘Eshof’;

    • l.

      te Haren, gelegen aan de Harenerhof, genaamd ‘Harenerhof’;

    • m.

      te Ten Boer, gelegen aan de Parklaan, genaamd ‘Begraafpark Ten Boer’.

  • 2. Het college heeft het beheer over de gemeentelijke begraafplaatsen.

  • 3. Op de Noorderbegraafplaats en Selwerderhof is een deel ingericht als Joodse begraafplaats. Het beheer over en de zorg hiervoor berust, tenzij daarin ten genoegen van het college op andere wijze is voorzien, bij de besturen van die gezindte.

  • 4. Op de begraafplaats 'Selwerderhof' is een Islamitische begraafplaats ingericht.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 4. Openstelling begraafplaats(en)

  • 1. De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten door de beheerder.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. De beheerder van de begraafplaats(en) kan ontheffing verlenen van dit verbod, indien hiervoor naar zijn oordeel zwaarwegende argumenten zijn.

Artikel 5 Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden buiten de daartoe aangewezen rijwegen en met een snelheid groter dan 15 km per uur.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het derde lid.

  • 5. Onverminderd het bepaalde in andere verordeningen is het niet toegestaan op de gemeentelijke begraafplaatsen:

    • a.

      te colporteren of goederen ten verkoop aan te bieden;

    • b.

      op enigerlei wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • c.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • d.

      één of meer honden mee te nemen, tenzij de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden;

    • e.

      gereedschappen, kleding, of andere niet tot de graven behorende voorwerpen neer te leggen of te laten liggen op de graven, de graftekens of de beplantingen;

    • f.

      zich te gedragen in strijd met de eerbied aan de doden verschuldigd.

  • 6. De beheerder is bevoegd degene die handelt in strijd met het bepaalde in het vijfde lid de toegang tot de begraafplaats te ontzeggen.

Artikel 6 Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats mogen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden, worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. De tijd en de plaats van de begraving wordt, in overleg met de uitvaartondernemer, bepaald door de beheerder.

  • 2. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis bij de daartoe door of namens het college aangewezen ambtenaar. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3. Het is niet toegestaan voorwerpen bij het lijk in de kist of het omhulsel of bij de asbus te doen die niet binnen de wettelijke grafrusttermijn vergaan, behoudens lijfsieraden of protheses.

  • 4. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden, waaronder ook het zelf dragen van de lijkkist, onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Dit ter beoordeling en onder toezicht en aanwijzing van het personeel, voor eigen risico en met uitsluiting van aansprakelijkheid voor de gemeente. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 8 Gebouwen en multimedia-installatie op Selwerderhof

  • 1. Het gebruik van de aula-entree, aula en familiekamer, de ontvangstruimte alsmede van de multimedia-installatie moet uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop hiervan gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2. Voor het gebruik van de aula-entree, aula, familiekamer, de ontvangstruimte worden voor iedere plechtigheid gedurende het eerste uur geen kosten in rekening gebracht, mits dit gebruik samenhangt met een begrafenis op een gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Groningen. Indien er langer gebruik gemaakt wordt van de ruimten, wordt voor elk kwartier of een deel daarvan een bedrag in rekening gebracht overeenkomstig het in de heffing verordening vastgesteld tarief.

  • 3. Voor het gebruik van de multimedia installatie worden kosten in rekening gebracht overeenkomstig het in de heffing verordening vastgesteld tarief.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven en het registratieformulier (art. 8, lid 1 van de Wet op de Lijkbezorging) is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. Begraven of asbezorging is m.u.v. algemeen erkende feestdagen mogelijk:

    • a.

      In de periode van maart t/m oktober op werkdagen en zaterdag tussen 9.00 en 16.00 uur;

    • b.

      In de periode nov t/m februari op werkdagen en zaterdag tussen 9.00 en 15.00 uur;

    • c.

      Op zondag tussen 9.00 en 12.00 uur.

  • 2. Het college geeft goedkeuring aan het tijdstip van begraven of as bezorging.

  • 3. Het college kan in bijzondere gevallen toestemming geven tot begraven of as bezorgen buiten de in lid 1 genoemde tijden.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen graven worden uitgegeven volgens onderstaande matrix:

    Matrix grafsoorten

    Selwerderhof

    Esserveld

    Nieuw Hoogkerk

    Noorddijk

    Harenerhof / Eshof

    Begraafpark Ten Boer

    a. particulier graf voor onbepaalde tijd

    X

    -

    X

    -

    -

    -

    b. particulier graf voor bepaalde tijd

    X

    X

    X

    -

    X

    X

    c. particulier urnengraf

    X

    X

    X

    X

    X

    X

    d. een nis in een urnenmuur

    -

    -

    -

    X

    X

    X

    e. particulier vrije veld graf

    X

    -

    -

    -

    -

    -

    f. algemeen graf

    X

    -

    X

    -

    X

    X

    g. algemeen kindergraf

    X

    -

    X

    -

    X

    X

    h. particulier foetusgraf

    X

    -

    -

    -

    -

    X

    i. particulier kindergraf voor bepaalde tijd

    X

    -

    X

    -

    X

    X

    j. partnergraf

    -

    -

    X

    -

    -

    X

  • 2. Op de begraafplaatsen Klein Selwerderhof I, Klein Selwerderhof II, Middelbert, Noorderbegraafplaats, Zuiderbegraafplaats, Leegkerk, Noorddijk en Oud Hoogkerk worden geen graven meer uitgegeven.

Artikel 12 Aantal overledenen in particuliere graven

  • 1. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen/sierurnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven.

  • 2. Het college bepaalt tevens bij nader vast te stellen regels de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 13 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. Het uitsluitend recht tot begraven in de algemene graven en de algemene kindergraven berust bij de gemeente.

  • 2. In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

Artikel 14 Volgorde van uitgifte

  • 1. De particuliere graven worden voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. Uitzondering hierop zijn de zogenaamde ‘partnergraven’ op de begraafplaats Hoogkerk en het begraafpark Ten Boer. Partnergraven worden desgewenst uitgegeven tegelijkertijd met de uitvaart van één van de partners.

  • 2. Het college kan op verzoek een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, voor zover de capaciteit van de begraafplaats dit naar het oordeel van het college toelaat en voor zover dit niet nadelig is voor een efficiënte bedrijfsvoering.

  • 3. De aanduiding van het graf geschiedt door vermelding van letters en/of nummers.

Artikel 15 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 16 Termijnen Particuliere graven voor bepaalde tijd

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van maximaal 30 jaar recht op een particulier graf. De particuliere urnengraven worden uitgegeven voor 5, 10, 15, 20 of 30 jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het verleende recht op een particulier graf voor bepaalde tijd wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

    Het verleende recht op een particulier urnengraf wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met 5 of 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3. Bij een begrafenis in een particulier graf, waarvan het beschikbare aantal huurjaren minder dan 10 jaar is, dient er tenminste verlengd te worden met de nodige restjaren, welke nodig zijn voor de wettelijk vereiste grafrusttermijn van 10 jaar. De periode van verlenging wordt naar boven afgerond op hele jaren.

Artikel 17 Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf voor onbepaalde tijd vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen nadere regels.

Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3. Overschrijven ten name van een ander dan de in lid 1 en 2 van dit artikel bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daar naar het oordeel van het college gewichtige redenen voor bestaan.

  • 4. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van een jaar, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 5. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 6. Het uitsluitend recht tot begraven in een particuliere graf vervalt als de begraafplaats wordt gesloten en als de rechthebbende het grafrecht niet tijdig verlengd.

Artikel 19 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding, kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van een dergelijke verklaring ontvangt de rechthebbende een schriftelijke bevestiging van het college.

Artikel 20 Vervallen en vervallen verklaren van grafrechten

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het grafrecht niet binnen zes maanden na aanvang van de gestelde termijn is voldaan en/of andere financiële verplichtingen betreffende het graf of de begraafplaatsen niet zijn voldaan binnen de gestelde termijnen;

    • b.

      indien de rechthebbende, ondanks een aanmaning, in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een graf is overleden en het recht niet binnen één jaar is overgeschreven.

  • 3. In geen van de gevallen als bedoeld in het eerste en in het tweede lid vindt terugbetaling plaats van (een deel van) de kosten van het grafrecht of van eventuele andere kosten. Evenmin kan aanspraak worden gemaakt op enige vergoeding. Het doen van afstand ontslaat evenmin van de verplichting tot het betalen van de kosten voor de lopende termijn.

  • 4. Indien het grafrecht is vervallen en geen andere bestemming voor de eventueel in het graf aanwezige menselijke resten en/of as(-bussen) kenbaar is gemaakt, worden de resten begraven onderin het zelfde graf of op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaats. De in het graf aanwezige as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen; op een door de beheerder te bepalen tijdstip.

  • 5. De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking of beplanting mag vóór het vervallen van een grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kan hij geen aanspraken hierop doen gelden.

Artikel 21 Incidentele as verstrooiing

  • 1. Het is verboden zonder toestemming van het college de as uit een asbus op een gemeentelijke begraafplaats te verstrooien.

  • 2. Incidentele as verstrooiing kan worden toegestaan op een namens het college aan te wijzen plek op een gemeentelijke begraafplaats.

  • 3. Geen as verstrooiing mag plaatsvinden als er sprake is van de volgende omstandigheden:

    • a.

      als de grond bevroren is;

    • b.

      bij harde wind;

    • c.

      op sneeuw.

  • 4. As uit een asbus die op een begraafplaats wordt verstrooid, dient verstrooid te worden onder toezicht van een medewerker van de begraafplaats.

  • 5. Op de plek van een incidentele as verstrooiing mag geen blijvend herdenkingsteken in welke vorm dan ook worden geplaatst of in of aan een boom worden opgehangen of bevestigd. Hierbij kan worden gedacht aan blijvende beplanting, grafmonumenten, plaquettes, naambordjes, bloempotten, vazen, herdenkingslichtjes/-lampjes, etc.

  • 6. Op Selwerderhof, Harenerhof en begraafpark Ten Boer mag op een door de beheerder aangewezen locatie na een as verstrooiing een herdenkingsplaatje worden aangebracht. De afmetingen daarvan in overleg met de beheerder.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 22 Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. De rechthebbende van een particulier graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3. Het college kan nadere regels vaststellen over de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en daarop geplaatste bloemen, planten en andere losse onderdelen, de wijze van aanbrengen en het verwijderen en herplaatsen van grafbedekkingen.

  • 4. Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5. De vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden ingetrokken, indien de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen niet worden nagekomen.

Artikel 23 Onderhoud door de gemeente

  • 1. Op Selwerderhof geschiedt het onderhoud aan graven uitsluitend door de gemeente. Op de overige begraafplaatsen voert de gemeente onderhoud aan graven voor tenminste vijf jaren uit indien de rechthebbende daartoe schriftelijk verzoekt.

  • 2. Het onderhoud door de gemeente vindt plaats tegen betaling door de rechthebbende van het daartoe verschuldigde recht.

  • 3. Onder het onderhoud van de graven wordt onder meer verstaan: het schoonhouden van de op de particuliere graven geplaatste grafmonumenten - het vastzetten van losse onderdelen daaronder begrepen - en het onderhouden van de daarop aanwezige beplantingen.

  • 4. Bij niet-betaling van het in het tweede lid bedoelde recht wordt de op het desbetreffende graf aanwezige grafbedekking door de gemeente verwijderd, echter niet eerder dan na verloop van vier weken nadat de rechthebbende een schriftelijke waarschuwing hierover is gezonden. De grafbedekking is dan volledig ter beschikking van de gemeente, die het recht heeft deze na verloop van minstens twee jaar te vernietigen.

  • 5. Onder het begrip verwijdering wordt verstaan het moment waarop de in lid 4 genoemde termijn waarop tot verwijdering zal worden overgegaan, is verstreken. De fysieke verwijdering kan op een later tijdstip plaatsvinden.

  • 6. Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kan het college toestemming verlenen tot het wegnemen van de grafbedekking.

Artikel 24 Onderhoud door rechthebbende of op de begraafplaatsen met uitzondering van Selwerderhof

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende.

  • 2. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, zulks ter beoordeling van de beheerder.

  • 3. Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kan het onderhoud en herstel van de grafbedekking voor tenminste vijf jaren worden opgedragen aan de gemeente tegen betaling van het daarvoor ingevolge de heffingsverordening verschuldigde recht.

  • 4. Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten onderhoud te plegen of een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien het onderhoud of de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, wordt de rechthebbende middels een op het graf geplaatste sticker verzocht contact op te nemen met de gemeente. Wanneer aan dat verzoek geen gehoor wordt gegeven, wordt een sticker op het graf geplaatst met de mededeling dat de grafbedekking binnen de door het college gestelde termijn wordt verwijderd.

  • 5. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

  • 6. De verwijdering vindt niet eerder plaats dan na verloop van de in lid 4 bedoelde door het college gestelde termijn.

  • 7. Na verwijdering blijft het verwijderde gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Onder het begrip verwijdering wordt verstaan het moment waarop de in lid 4 genoemde termijn is verstreken. De fysieke verwijdering kan op een later tijdstip plaatsvinden.

Artikel 25 Niet-blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen dienen door nabestaanden te worden verwijderd binnen uiterlijk 6 weken. Indien dit binnen 6 weken niet is gedaan, dan worden deze – voor zover ze naar het oordeel van de beheerder ontsierend zijn – door de beheerder verwijderd.

Artikel 26 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 3. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken na verwijdering ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. Onder het begrip verwijdering wordt verstaan het moment waarop de in lid 2 genoemde termijn waarop tot verwijdering zal worden overgegaan, is verstreken. De fysieke verwijderding kan op een later tijdstip plaatsvinden.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 27 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd. Bij de ruiming zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden herbegraven onderin hetzelfde graf of in een daartoe bestemd verzamelgraf en de as van de in het graf geplaatste asbus(sen) wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om, bij ruiming, op eigen kosten de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraven elders.

  • 5. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in het zelfde graf te doen plaatsen dan wel om deze op eigen kosten te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om op eigen kosten elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Artikel 28 Opgraven, schudden en ruimen op verzoek van rechthebbende

  • 1. Een aanvraag voor het opgraven van een lijk of het ruimen en/of schudden van een graf wordt door de rechthebbende bij de burgemeester ingediend.

  • 2. De kosten voor het opgraven, ruimen en/of schudden en alle overige hiermee samenhangende kosten komen voor rekening van de rechthebbende. De rechthebbende dient zelf een erkend en gespecialiseerd bedrijf voor deze handelingen in te schakelen.

  • 3. Opgraven om elders te kunnen cremeren of begraven geschiedt niet eerder dan na het verstrijken van de termijn van grafrust (tien jaar).

  • 4. Opgraven voordat de grafrusttermijn is verstreken is alleen mogelijk in uitzonderlijke gevallen, zulks ter beoordeling van de burgemeester.

  • 5. Bij het opgraven van lijken en het ruimen en/of schudden van graven mogen geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 29 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1. Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op een ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van een begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens artikel 4, eerste lid, artikel 12, artikel 15 en artikel 22, derde lid, van deze verordening.

  • 2. Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

Hoofdstuk 8 Inrichting register

Artikel 30 Voorschriften

  • 1. Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 31 Intrekking oude regeling

De Beheesrverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2020, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 november 2019, wordt vervallen verklaard.

Artikel 32 Geschillen

In gevallen waarin, ten aanzien van verkregen rechten en vergunningen, deze verordening en/of de nadere regels niet voorzien, of bij twijfel over de toepassing van de bepalingen, beslist het college.

Artikel 33 Overgangsbepaling

Rechten op particuliere graven en vergunningen, onder eerdere verordeningen verkregen, blijven van kracht, doch daarvan mag slechts gebruik worden gemaakt met inachtneming van de bij deze verordening gestelde regels, voor zover die op deze rechten en vergunningen van toepassing kunnen worden gebracht.

Artikel 34 Strafbepaling

Overtreding van enige in deze verordening voorkomende bepaling kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 35 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel 36 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Groningen 2022.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 oktober 2021.

De griffier,

De voorzitter,