Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Buren 2020-2024

Geldend van 19-10-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan Schuldhulpverlening gemeente Buren 2020-2024

Hoofdstuk 1 Leeswijzer

Sinds 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) van kracht. In die wet staat dat gemeenten een zorgplicht hebben op het gebied van schuldhulpverlening. Anders gezegd: alle gemeenten zijn wettelijk verplicht om inwoners met schulden te helpen. Het uiteindelijke doel is het bereiken van een ‘selectieve, gerichte en efficiënte schuldhulpverlening’

De wet verplicht de gemeenteraad om een plan vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan inwoners van de gemeente (artikel 2 Wgs lid 1). De gemeenteraad stel het plan telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vast (artikel 2 Wgs lid 2). Dit beleidsplan Schuldhulpverlening 2020 - 2024 gaat in op 1 juli 2020 voor een periode van vier jaar. Het beleidsplan geeft handvatten voor het uitvoeren van de schuldhulpverlening in de gemeente Buren.

In hoofdstuk 2 leest u een samenvatting van het beleidsplan. We geven in een schema enkele voorbeelden van schulden en oorzaken.

In hoofdstuk 3 stellen we vast wat we willen bereiken met schuldhulpverlening. We beschrijven hoe we de kwaliteit van ons werk garanderen.

In hoofdstuk 4 informeren wij u over de Wet Schuldhulpverlening en beschrijven wij kort wat onze zorgplicht inhoudt.

In hoofdstuk 5 verbinden we de andere beleidsvelden met onze schuldhulpverlening. We besteden ook aandacht aan de relatie en samenwerking met Stib.

In hoofdstuk 6 besteden we aandacht aan het voorkomen van schulden. We leggen uit wat we nu al doen en onze visie op de toekomst.

In hoofdstuk 7 gaat het over de mogelijkheden om schulden op te lossen. We geven aan hoe en wanneer we iemand wel en niet kunnen helpen en welke instrumenten we kunnen inzetten.

In hoofdstuk 8 gaan we in op de tijd nadat de schuld is opgelost. We geven aan hoe we inwoners helpen niet opnieuw in fianciële problemen te komen.

Hoofdstuk 2 Samenvatting

Iedere inwoner van de gemeente Buren met schulden kan ons vragen om hulp. Voorwaarde voor ondersteuning vanuit de gemeente is wel dat de inwoner met schulden meewerkt en gemotiveerd is. In de praktijk kunnen we niet iedereen met schulden helpen. We richten ons op inwoners met schulden die we wel kunnen helpen. Inwoners die we niet kunnen helpen verwijzen we door naar andere passende hulp. Op die manier willen we ervoor zorgen dat het financiële probleem niet groter wordt.

Onze schuldhulpverlening is gebaseerd op drie pijlers:

1. Schuldpreventie (het voorkomen van schulden)

2. Het oplossen van schulden

3. Nazorg

We willen bereiken dat een financieel probleem blijvend wordt opgelost. We willen niet dat er bij inwoners (nieuwe) schulden ontstaan of dat deze groter worden. Basis van onze dienstverlening is de hulp bij het oplossen van schulden. Inwoners met schulden kunnen dit vaak niet zonder professionele hulp. Het is ingewikkeld en tijdrovend werk om schulden daadwerkelijk op te lossen.

Nieuw in dit beleidsplan is het voornemen om schulden vaker te saneren in plaats van te bemiddelen. Voor zowel schuldenaren, schuldeisers als de gemeente (uitvoeringskosten) is saneren in bepaalde gevallen een betere optie.

Bij preventie en nazorg werken we samen met zowel inwoners als maatschappelijke organisaties in Buren. Dit sluit aan op onze denkwijze over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). We verbinden onze schuldhulpverlening met ons Wmo beleid. Via onder meer onze transitie en visie op het Sociaal domein proberen we om zoveel mogelijk een ‘integrale aanpak’ te realiseren waarbij juist de oorzaken van de financiele problemen worden aangepakt. We doen een beroep op de eigen kracht van de mensen en waar mogelijk zorgen we ervoor dat mensen in Buren elkaar helpen. Ook met het oplossen van financiële problemen.

Als gemeente zijn we niet in staat / in de positie om schulden bij inwoners helemaal te voorkomen. We werken samen met onder andere woningcorporaties, kerken, verenigingen en andere organisaties in Buren. Met hen proberen wij financiële problemen bij inwoners vroeg in beeld te krijgen. Zo bieden wij inwoners met schulden onze hulp aan; zowel voor, tijdens als na een traject schuldhulpverlening. We werken aan een ‘logische volgorde’. Samen met onze maatschappelijke partners proberen we de stappen in de juiste volgorde te zetten. Zo willen we erin slagen een structurele oplossing te vinden.

Vroegsignalering van schulden wordt gezien als een goede oplossing om problematische schulden bij mensen te voorkomen. Op het moment dat schulden vroegtijdig opgespoord worden, zijn er meer mogelijkheden om hulp te bieden. Hiermee wordt voorkomen dat achterstanden verder oplopen en zich ontwikkelen tot een problematische schuldsituatie.

Nieuw in dit beleidplan is het voornemen om stevige afspraken te maken met onder meer woningcorporaties, nutsbedrijven en zorgverzekeraars over het doorgeven van betalingsachterstanden van inwoners in een vroeg statdium. Op basis van deze signalen bieden we de inwoners (schuld)hulpverlening aan.

Hoofdstuk 3 Doelstellingen en kwaliteitsborging

We helpen iedere inwoner die zich meldt met schulden. Dit kan zijn met een advies, een doorverwijzing of een aabod voor een (intensief) traject. We adviseren de inwoner dan of het zinvol is om een aanvraag te doen. In de praktijk leidt niet iedere melding tot een aanvraag schuldhulpverlening. Het is een voorwaarde dat de hulpvrager volledig meewerkt als de aanvraag is ingediend. We houden bij hoeveel inwoners zich melden met schulden en hoe vaak dit leidt tot een aanvraag.

We willen dat het traject bij tachtig procent van de aanvragen schuldhulpverlening succesvol is. Dit kan op verschillende manieren: bijvoorbeeld via een regeling met de schuldeisers of toelating tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp).

We houden de kwaliteit van onze schuldhulpverlening scherp in de gaten. We werken volgens de regels van de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK), onze beleidsregels en dit beleidsplan. De kwaliteit van onze schuldhulpverlening controleren we regelmatig met steekproeven via onze interne controle. Jaarlijks leggen we hierover verplicht verantwoording af aan het Rijk.

Hoofdstuk 4 De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is een kaderwet. Dit betekent dat de wet ons alleen verplicht dát we schuldhulpverlening moeten organiseren. Hoe we dat doen mogen we zelf bepalen. We moeten ons wel aan een aantal voorwaarden houden.

  • 4.1 Integrale aanpak

We pakken onze schuldhulpverlening integraal aan. Dit betekent dat wij niet alleen kijken naar de schuld zelf. We kijken ook naar de oorzaak van de schuld. Integraal betekent ook dat we kijken hoe we schulden in de toekomst kunnen voorkomen.

Er zijn verschillende soorten oorzaken van schulden. Zo zijn er onder andere:

  • 1.

    Overlevingsschulden: De maandelijkse kosten van iemand zijn hoger dan het inkomen. En dat terwijl iemand geen onnodige uitgaven doet. Iemand heeft bijvoorbeeld een heel laag inkomen, waardoor het al lastig is om de huur te betalen.

  • 2.

    Overbestedingsschulden: Iemand heeft een gat in de hand. Hij / zij geeft (veel) meer uit dan dat er aan geld binnenkomt.

  • 3.

    Compensatieschulden: Schulden zijn ontstaan door psychologische problemen, zoals een drugs- of gok- of koopverslaving.

  • 4.

    Aanpassingsschulden: Dit zijn schulden die ontstaan door een grote verandering in uitgaven of inkomsten. Bijvoorbeeld als iemand zijn baan kwijt raakt, of gaat scheiden en daardoor opeens een veel lager inkomen heeft.

  • 4.2 Termijnen

Zonder hulp kunnen schulden snel groter worden. Daarom moeten we binnen vier weken aktie ondernemen als iemand met schulden zich meldt. Dit staat in de wet. Soms is een financieel probleem zo ernstig dat het grote gevolgen heeft. Bijvoorbeeld als iemand uit zijn huis gezet wordt. Of als electriciteit / gas of water wordt afgesloten omdat de rekeningen niet betaald zijn. Dit noemen we zogenaamde ‘bedreigende schulden’. Als hier sprake van is moeten we binnen drie dagen na melding actie ondernemen. Ook dat staat in de wet.

Welke actie we moeten ondernemen staat niet in de wet. Bij schuldhulpverlening van de gemeente Buren betekent ‘actie’ een persoonlijk gesprek met de inwoner (binnen vier weken of drie dagen). We brengen dan de oorzaken, mogelijkheden en gevolgen in kaart en maken een plan.

  • 4.3 Doelen en resultaten

De wet wil ook dat we aandacht hebben voor gezinnen met minderjarige kinderen. De doelstelling is dat minderjarige kinderen niet mogen lijden onder de schulden van hun ouders. We leggen bij hoofstuk 7.1 uit hoe we daar zo goed mogelijk voor zorgen.

De wet wil ook dat we doelen en resultaten aan ons beleid koppelen. Wij evalueren onze doelen en resultaten. Dit beschreven we in hoofdstuk 3 van dit plan.

Hoofdstuk 5 Schuldhulpverlening bij andere beleidsvelden

  • 5.1 Jeugdzorg

Het hebben van schulden heeft in potentie een ontwrichtend effect op het gezin. Binnen het beleidsveld jeugd zien we bijvoorbeeld terug dat in veel gezinnen met jeugdhulpverlening er ook sprake is van schuldenproblematiek. Het stabiliseren van de financiële situatie draagt bij (of is randvoorwaardelijk) aan de mogelijkheden andere problematiek binnen het gezin op te lossen.

  • 5.2 Participatie

Het moeten rondkomen van een laag inkomen of het hebben van schulden werkt belemmerend voor maartschappelijke participatie en/of het deelnemen aan de arbeidsmarkt. Voor werkgevers brengen medewerkers met schulden een extra investering met zich mee, omdat zij vaak geconfronteerd worden met loonbeslag. Omdat dit een extra administratieve last met zicht meebrengt voor de werkgever, kan dit een belemmering zijn om iemand in dienst te nemen. Gezinnen waar sprake is van een beperkte financiële draagkracht, zijn bovendien geneigd te bezuinigen op zaken die niet behoren tot de eerste levensbehoefte, zoals sportieve en culturele activiteiten. Dit levert voor alle gezinsleden het risico op dat de maatschappelijke participatie onder druk komt te staan.

  • 5.3 Minimabeleid

Een deel van de doelgroep Schuldhulpverlening, komt langdurig rond van een minimuminkomen uit een uitkering of werk. Ook kunnen inwoners met een hoger inkomen door schuldsanering / invordering van schulden op bijstandsniveau uitkomen. Minima die budgetbeheer of beschermingsbewind (zie hoofdstuk 7) nodig hebben, krijgen de kosten daarvan vergoed via de bijzondere bijstand.

  • 5.4 De Wmo

We maken beleidskeuzes op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). We sluiten hierop aan met onze gemeentelijke schuldhulpverlening.

Er zijn meerdere oplossingen voor een probleem. Dat is kern van ons Wmo beleidskader. Inwoners kijken eerst zelf hoe zij hun probleem kunnen oplossen. Dit noemen we ‘eigen kracht’. De inwoner vraag in zijn omgeving om steun als dat nodig is. De steun kan zijn hulp van anderen, verenigingen, organisaties etc. Ook de gemeente heeft hierin een rol. We zijn verantwoordelijk voor goede zorg voor en ondersteuning van onze inwoners. We werken daarin nauw samen met vrijwilligers en maatschappelijke partners in onze gemeente. Zij kunnen ook onze inwoners met schulden helpen.

Wij zien bij het oplossen van schulden verschillende verantwoordelijkheden. Sommige problemen kan iemand zelf oplossen. Soms heeft hij daarbij hulp nodig uit zijn omgeving. Voor ingewikkelde problemen is professionele hulp vereist. We zetten alleen professionals in als dat nodig is. Ondersteuning is daarom afgestemd op wat de inwoner zelf kan. De de kwaliteit van het sociale netwerk speelt daarbij een rol.

Hoe sterker de ‘eigen kracht’ van de hulpvrager en hoe beter het netwerk, hoe minder hulp er van de gemeente nodig is. De nadruk ligt op de motivatie van de klant. Als iemand vraagt om hulp bij schulden, kijken we wat de vrager zelf kan en waarmee we kunnen helpen.

We pakken de schuldhulpverlening integraal, dat wil zeggen ‘in zijn geheel’ aan. We kijken naar zowel de oorzaak van de schuld als de schuld zelf. We zoeken daar hulp bij van anderen, zoals bijvoorbeeld verslavingszorg, GGZ, vrijwilligersorganisaties, kerken en verenigingen.

Mensen die behoefte hebben aan zorg of ondersteuning melden zich in Buren bij de gemeente. Medewerkers die werken in het Sociaal domein voeren het gesprek met de inwoner. Samen met de inwoner bepalen zij welke zorg of ondersteuning nodig en passend is. Vaak gaat het om ondersteuning in het kader van de Wmo of de Jeugdwet. Maar soms zijn er ook andere vragen, bijvoorbeeld op het terrein van (passend) onderwijs, Werk & inkomen en schuldhulpverlening.

We streven ernaar om de samenwerking te versterken en de contacten tussen de verschillende (beleids)terreinen te verbeteren. Onze visie op het Sociaal domein blijft zich ontwikkelen. Zo kunnen we meer bereiken bij de preventie van schulden bij inwoners, bijvoorbeeld door voorlichting en vroegsignalering. Maar ook voor mensen of gezinnen met complexe problemen, omdat we ‘multidisciplinair’ kunnen werken. Dat betekent dat we de situatie integraal bespreken en een gezamenlijk plan maken.

Omdat er vaak afhankelijkheden zijn, is het belangrijk om een plan in de juiste volgorde uit te voeren. Eerst inkomen regelen, pas daarna met de schulden aan de slag et cetera. Maar ook in geval van problematische schulden waarbij een schuldenregeling niet mogelijk is, kunnen we samen werken aan een stabilisatie van de schulden. Op die manier proberen we te voorkomen dat problemen groter worden.

Hoofdstuk 6 Schuldpreventie

Het voorkomen van schulden noemen we schuldpreventie. Met schuldpreventie houden mensen hun financiën op orde. We willen invloed hebben op het gedrag van mensen die vragen om schuldhulpverlening. Daarbij maken we verschil tussen het ‘afdwingen’ en ‘aanmoedigen’ van bepaald gedrag.

Schuldpreventie kan op verschillende manieren. Zo kan de huur worden ingehouden op de uitkering en worden doorbetaald. Dat ‘dwingt dan af’ dat er geen huurachterstand ontstaat. Dat is een andere schuldpreventie dan een budgettraining, die mensen ‘aanmoedigt’. Mensen leren daar zelf om genoeg geld over te houden voor de huur.

Wij zetten in op het vroeg signaleren van schulden, maar houden ook een vinger aan de pols in de periode nadat de schulden zijn opgelost. We willen voorkomen dat inwoners weer hulp vragen omdat ze opnieuw financiele problemen hebben.

  • 6.1 Vroegsignalering

Het is belangrijk om vroeg schulden bij inwoners te signaleren. Daarom hebben we afspraken met verschillende maatschappelijke organisaties zoals woningcorporaties Thius en Kleurrijk wonen, Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk (STMR), de GGD en de nutsbedrijven. We hebben zo een netwerk waarmee we vroeg schulden bij inwoners ontdekken.

Een voorbeeld hiervan is onze afspraak met de woningcorporaties. Bij een achterstand van twee maanden huur, maakt de verhuurder een afspraak met de huurder. Wij krijgen bericht als het betalingsprobleem daarmee niet is opgelost. Wij nodigen deze huurders dan uit en bieden hun schuldhulpverlening aan. Zo proberen we de huurschuld in een vroeg stadium op te lossen. We nemen echter het probleem van de inwoner niet zomaar over. Als de inwoner niet volledig wil meewerken, kunnen we niet helpen. Het is dan een eigen keuze van de inwoner als huurschuld leidt tot huisuitzetting.

  • 6.2 Preventie bij werkzoekenden

Inwoners die werk zoeken en / of een uitkering vragen melden zich bij het UWV Werkbedrijf in Tiel of bij de gemeente. Werkgevers en werkzoekenden kunnen daar elkaar vinden. We werken samen met het UWV werkbedrijf en het Regionaal Werkbedrijf. We proberen om werkzoekenden zo snel mogelijk aan werk te helpen. Vaak gaat het om inwoners die achteruit zijn gegaan in inkomen of een minimuminkomen hebben. We geven deze inwoners voorlichting. Daarmee verkleinen we de kans dat er schulden ontstaan en dat inwoners vragen om schuldhulpverlening.

  • 6.3 Preventie en Wmo

We moeten een goede bron van informatie, advies en cliëntondersteuning zijn voor onze inwoners. Dit staat beschreven onder prestatieveld 3 van de Wmo. De gemeente is voor onze inwoners het eerste aanspreekpunt voor voor informatie, advies en steun aan inwoners. We nemen daarbij ook onze informatie- en adviestaak over schuldpreventie en hulpverlening mee.

Schuldpreventie is een onderdeel van schuldhulpverlening. Informatie en advies over geldzaken is belangrijk. Schulden kunnen zo worden voorkomen of opgelost. Op internet kunnen burgers anoniem veel informatie vinden. Voorbeelden hiervan zijn ‘schuldenforum.nl’ en ‘zelfjeschuldenregelen.nl’. Met informatie en advies stimuleren we onze burgers om zoveel mogelijk zelf hun problemen op te lossen. Een ander raakvlak tussen de Wmo en schulpreventie zijn de vrijwilligers.

Bij de uitvoering van de Wmo in Buren spelen vrijwilligers een belangrijke rol. Zij doen dit al op het gebied van sport, vrije tijd en cultuur. Zij kunnen ook inwoners helpen bij financiële problemen. Van oudsher spelen ook kerken een rol bij armoedebestrijding. We zien een taak weggelegd voor de kerken bij het signaleren van schulden. Ook kunnen zij steun bieden tijdens een traject schuldhulpverlening.

We maken het niet alleen mogelijk voor organisaties en verenigingen om te helpen met schuldhulpverlening. Ook individuele burgers kunnen bijdragen. We geven hun daarvoor alle nodige informatie en advies. Daarnaast stimuleren we inwoners die zelf een traject schuldhulpverlening hebben doorlopen. Aan het einde van het traject vragen we geschikte kandidaten of zij buddy willen zijn van anderen. De buddy begeleidt andere burgers bij een traject. Uit eigen ervaring kan de buddy steun bieden als er problemen dreigen tijdens een traject. Daarbij verbinden we de gescheiden rol van de professionele- met de vrijwillige hulp. Dit sluit aan op onze Wmo gedachte: we stimuleren actieve, gezonde burgers om anderen met een beperking te helpen.

Hoofdstuk 7 Oplossen van schulden

We lossen schulden op door te bemiddelen tussen de burger met schulden en zijn schuldeisers. Bemiddelen is ingewikkeld. Er zijn vaak veel schuldeisers bij betrokken. Zij hebben verschillende rechten en bevoegdheden. Zo is de Belastingdienst een andere schuldeiser dan een thuiszorgorganisatie. Omdat er zoveel partijen en factoren betrokken zijn, kost het bemiddelen bij schulden ook veel tijd. Wij helpen daarom alleen inwoners met bemiddeling als daardoor hun financiele probleem opgelost kan worden.

We kunnen niet iedereen helpen. Bij een vraag om schuldhulpverlening onderzoeken we daarom eerst hoe de situatie is. De uitvoering van onze schuldhulpverlening hebben we vastgelegd in beleidsregels. Het eerste onderzoek gaat in twee stappen.

  • 7.1 Stap 1: Toetsing op toelatingscriteria

    Bij stap 1 kijken we of het zinvol is om een traject schuldhulpverlening aan te bieden. Inwoners die al eerder schuldhulpverlening kregen worden niet zomaar opnieuw toegelaten. We geven wel advies hoe zij hun financiele problemen kunnen oplossen. Onze schuldhulpverlening is een eenmalige voorziening die problematische schulden oplost.

    We vinden het belangrijk dat onze inspanning succes heeft. Daarom bieden we alleen schuldhulpverlening aan inwoners die we ook echt kunnen helpen. Als meteen al duidelijk is dat we de schulden niet kunnen oplossen, bieden we geen traject schuldhulpverlening. We leggen uit waarom we niet kunnen helpen en geven advies. Als er beslag is gelegd door een deurwaarder controleren we of dit volgens de regels is gegaan. We helpen zo deze inwoners om hun problemen in de hand te houden.

    Als we de schulden van een gezin met minderjarige kinderen niet kunnen oplossen zoeken we contact met andere hulpverleners. We controleren of het gezin bekend is bij de leerplichtambtenaar. We kijken of er nog andere hulpverlening mogelijk is via Stib of vanuit het Jeugd Preventie Netwerk (JPN) In het JPN zitten veel (maatschappelijke) organisaties zoals o.a. jeugdzorg, maatschappelijk werk, politie, scholen, gemeente etc.. Zo willen we voorkomen dat minderjarige kinderen de dupe zijn van de financiele problemen van hun ouders.

  • 7.2 Stap 2: Screening op motivatie

Als we iemand kunnen helpen met schulden, kijken we daarna naar het gedrag. We kijken naar motivatie, vaardigheden en mogelijke belemmeringen. Onze hulp moet leiden tot het blijvend oplossen van de schulden.

We willen dat de inwoner zich (met hulp) houdt aan afspraken. We bieden onze schuldhulpverlening alleen aan inwoners die onze hulp ook echt willen. Alleen dan kunnen we samen het schuldenpakket oplossen.

Soms wil de klant wel geholpen worden, maar zijn er belemmeringen. Bij beperkingen, psychische problemen, verslavingen etc. zoeken we naar een oplossing. We proberen dan met hulp van anderen zoals familie of professionele begeleiding de schulden op te lossen.

  • 7.3 Eigen kracht: motivatie is de sleutel

Een schuldhulpverleningstraject is intensief. Samen met de inwoner werken we aan het oplossen van de schulden. Het vereist volledige medewerking van de vrager. Wij proberen om tot een akkoord te komen met de schuldeisers. Ook de oorzaak van het financiële probleem moet worden opgelost.

Eigen kracht is de combinatie van motivatie en vaardigheden. We stellen vast wat de eigen kracht is van de hulpvrager. Op grond hiervan bepalen we welke hulp we aanbieden. De eigen kracht van de inwoner is dus heel belangrijk.

Wat verstaan wij onder motivatie? We willen dat de vrager gemaakte afspraken nakomt. Hij reageert op uitnodigingen en verstrekt juiste en volledige informatie. De vrager probeert meer inkomsten te krijgen en maakt geen nieuwe schulden. Hij doet alles wat nodig is om de schuldhulpverlening te laten slagen. Als de hulpvrager niet gemotiveerd is, bieden wij geen schuldhulpverlening. De kans dat een traject slaagt is dan klein. De kans dat er nieuwe schulden ontstaan is dan groot.

Beperkte vaardigheden zijn geen reden om iemand niet te helpen. Als iemand niet kan lezen, is de eigen kracht minder groot. Er is hulp nodig bij het lezen van brieven, rekeningen etc.. We helpen dan om vaardigheden te leren. Bijvoorbeeld met een taalcursus of de inzet van een vrijwilliger.

Meestal kunnen we burgers helpen met financiële problemen. We willen de financiële redzaamheid van onze inwoners vergroten. Waar mogelijk helpen we om de schulden op te lossen.

  • 7.4 Het instrumentarium voor schuldhulpverlening

Inwoners met een financiële hulpvraag kunnen terecht bij de medewerkers Schuldhulpverlening van de gemeente Buren. Een deel van de mensen kan met informatie en advies zelf verder. Is dat niet het geval dan ondersteunen we de inwoner met schuldhulpverlening. Afhankelijk van de hulpvraag wordt budgetbegeleiding, een betalingsregeling of een schuldregeling aangeboden.

  • -

    Budgetbegeleiding

    Met budgetbegeleiding leert de inwoner op een verantwoorde manier met zijn geld om te gaan. Budgetbegeleiding heeft tot doel het verkrijgen van inzicht in de inkomsten en uitgaven, het voeren van een overzichtelijke administratie en het afstemmen van de uitgaven op het beschikbare budget. Er wordt dus ook gewerkt aan gedragsverandering. Budgetbegeleiding wordt geboden door de consulent schuldhulpverlening en/of vrijwilligers.

  • -

    Betalingsregeling

    Een betalingsregeling wordt getroffen met één of enkele schuldeisers wanneer de schulden nog niet problematisch zijn. In principe wordt 100% van de schulden afbetaald.

  • -

    Schuldregeling

    Een schuldregeling is er in twee vormen, namelijk:

    1) Schuldbemiddeling

    De schuldenaar spaart maandelijks geld voor de schuldeisers. Periodiek wordt het gespaarde geld overgemaakt naar de schuldeisers. Na drie jaar wordt het restant van de schulden kwijtgescholden.

    2) Schuldsanering

    De schulden worden met een saneringskrediet gedeeltelijk afbetaald aan de de schuldeisers. De rest van de schulden wordt door de schuldeisers kwijtgescholden. De schuldenaar betaalt in drie jaar het krediet terug aan de Kredietbank.

    Bij een deel van de aanmelders zijn de problemen zo groot (of is de aflossingscapaciteit zo klein) dat onderhandeling met schuldeisers door de consulent schuldhulpverlening geen zin heeft. Deze mensen zjn aangewezen op

    - de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) of

    - (als ook de rechter geen oplossing ziet) op een jarenlang bestaan met schulden en een inkomen op de beslagvrije voet.

    Ook in dat geval bieden we hulp, bijvoorbeeld in de vorm van budgetbeheer, beschermingsbewind of de bewaking dat de beslagvrije voet door de schuldeisers goed wordt berekend.

  • -

    Budgetbeheer

    Inkomsten en uitgaven worden beheerd door een schuldhulpverlener

  • -

    Beschermingsbewind

    Net als bij budgetbeheer worden inkomsen en uitgaven beheerd. De bewindvoerder heeft daarbij meer bevoegdheden dan de schuldhulpverlener. Het wordt opgelegd door de rechter en vaak uitgevoerd door commerciële partijen.

    Andere instrumenten die de schuldhulpverlener nog kan inzetten:

  • -

    Het moratorium

    De rechter kan op verzoek van de gemeente bij schuldeisers afdwingen dat gedurende zes maanden de huur niet wordt opgezegd, de levering van gas, water en elektra niet wordt beëindigd en/of de zorgverzekering niet wordt opgezegd. Ook mogen er geen incasso- en renteverhogende maatregelen worden genomen. Dit gebeurt in de fase waarin een minnelijke schuldregeling wordt voorbereid.

  • -

    Het dwangakkoord

    Wanneer een enkele schuldenaar niet wil meewerken aan de minnelijke schuldregeling kan de rechter de inwoner daartoe dwingen.

Hoofdstuk 8 Nazorg

We willen niet dat er opnieuw schulden ontstaan als de financiële problemen zijn opgelost. Goede nazorg aan gemotiveerde mensen voorkomt herhaling.

  • 8.1 Cursussen

    Tijdens het traject schuldhulpverlening verwijzen wij de klant naar Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland (STMR). Zij geven de budgetcursus ‘omgaan met weekgeld’. Deze cursus helpt mensen in budgetbeheer te wennen aan hun nieuwe situatie. Daarna melden we de klanten aan voor de cursus ‘Uitkomen met je inkomen’. Hier leren inwoners om na het traject zelf hun financiën te beheren.

  • 8.2 Andere maatregelen

    Een cursus helpt niet als leren een probleem is. In dat geval zoeken we naar andere oplossingen, zoals bijvoorbeeld beschermingsbewind.

  • 8.3 Nazorggesprek

    We spreken de klant binnen drie maanden nadat de schuldenregeling is afgerond. Dit is het nazorggesprek. We kijken dan hoe het gaat met het beheer van de financiën door de klant. Waar nodig geven we advies. Het gesprek is niet vrijblijvend en is onderdeel van ons traject schuldhulpverlening.