Subsidieverordening monumenten gemeente Laarbeek 2021

Geldend van 14-10-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening monumenten gemeente Laarbeek 2021

De raad van de gemeente Laarbeek;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Laarbeek van 31 augustus 2021

gelet op gelet op de Gemeentewet, de Monumentenwet en de Erfgoedwet;

gelet op de Erfgoedverordening gemeente Laarbeek 2021

Besluit:

vast te stellen de Subsidieverordening monumenten gemeente Laarbeek 2021

Inhoudsopgave Subsidieverordening monumenten

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2 Bevoegdheid

Artikel 3 Subsidieplafond

Hoofdstuk 2 Indiening

Artikel 4 Indiening subsidieaanvraag onderhoud

Artikel 5 Indiening subsidieaanvraag restauratie

Artikel 6 Indiening subsidieaanvraag isolatiemaatregelen

Artikel 7 Aanvullende gegevens

Hoofdstuk 3 Subsidiabele kosten

Artikel 8 Subsidiabele kosten voor rijksmonumenten

Artikel 9 Subsidiabele onderhoudskosten

Artikel 10 Subsidiabele restauratiekosten

Artikel 11 Subsidiabele kosten isolatiemaatregelen

Hoofdstuk 4 Subsidieverlening

Artikel 12 Percentage subsidie voor onderhoudskosten

Artikel 13 Percentage subsidie voor restauratiekosten

Artikel 14 Percentage subsidie voor isolatiemaatregelen

Artikel 15 Abonnement op monumentenwacht

Artikel 16 Subsidiemaximum

Artikel 17 Afwijzingscriteria

Hoofdstuk 5 Voorlopige toekenning subsidie

Artikel 18 Behandeling aanvragen

Hoofdstuk 6 Uitvoering

Artikel 19 Uitvoering onderhoud en restauratie

Artikel 20 Aanwijzing uitvoering

Hoofdstuk 7 Afhandeling en uitbetaling

Artikel 21 Gereedmelding

Artikel 22 Subsidievaststelling

Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23 Hardheidsclausule

Artikel 24 Overgangsrecht

Artikel 25 Intrekken oude verordening

Artikel 26 Inwerkingtreding

Artikel 27 Citeertitel

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Gemeentelijk monument: onroerende zaak die ingevolge de Erfgoedverordening gemeente Laarbeek 2021 als beschermd monument is aangewezen. Deze panden en objecten zijn opgenomen in het gemeentelijk erfgoedregister.

  • 2. Rijksmonument: monumenten die zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet.

  • 3. Eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar en/of zakelijk gerechtigde van een monument is ingeschreven.

  • 4. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek.

  • 5. Gemeentelijke adviescommissie: De door de raad ingestelde adviescommissie zoals bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en na inwerkingtreding van de Omgevingswet de door de raad ingestelde commissie zoals bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet).

  • 6. Monumentenwacht: de Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant.

  • 7. Onderhoud: werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. als zodanig in stand te houden en/of toekomstig onderhoud en kostbare restauraties te voorkomen of te verminderen. Hieronder valt bijvoorbeeld schilderwerk, het bijwerken van voegwerk, reparatie van daken en goten etc.

  • 8. Restauratie: het treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor het in stand houden (of verbeteren) van de cultuurhistorische waarde van het monument. Hieronder valt bijvoorbeeld het vervangen van onderdelen zoals kozijnen, metselwerk, goten en grotere werkzaamheden.

  • 9. Subsidie: een bijdrage in de kosten van onderhoud en restauratie voor een monument op grond van deze verordening.

  • 10. Redengevende omschrijving: een omschrijving van de monumentale waarde van een gemeentelijk monument op basis waarvan het gemeentelijk monument is aangewezen.

  • 11. Isolatiemaatregelen: isolatiemaatregelen: ingrepen aan of tegen de constructie van een bestaand gebouw, gericht op het verhogen van de thermische weerstand. Hierdoor ontstaat een beter binnenklimaat waar energiezuiniger wordt verwarmd en kou en tocht geweerd worden.

  • 12. Quickscan verduurzamingsmaatregelen: een beknopt rapport met voorstel voor gebouwspecifieke maatregelen voor energiebesparing en verduurzaming, opgesteld door een verduurzamingsspecialist met monumentenkennis.

  • 13. Monumentenglas: vensterglas met als voornaamste functie een isolerende werking, zonder de uitstraling van een monument aan te tasten.

  • 14. Rd-waarde: warmteweerstand van dichte constructies uitgedrukt in m2 KNV.

Artikel 2 Bevoegdheid

  • 1. Het college is bevoegd op grond van deze verordening subsidie te verlenen voor de kosten van onderhoud en restauratie van gemeentelijke monumenten en van rijksmonumenten.

  • 2. Het college is bevoegd tot het intrekken of wijzigen van de subsidieverleningbesluiten alsmede tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van subsidiegelden.

Artikel 3 Subsidieplafond

De gemeenteraad kan jaarlijks, tegelijk met het vaststellen van de jaarbegroting, een subsidieplafond vaststellen dat voor dat begrotingsjaar bestemd is voor de verlening van subsidie op grond van deze verordening aan natuurlijke- en rechtspersonen.

Hoofdstuk 2 Indiening

Artikel 4 Indiening subsidieaanvraag onderhoud

  • 1. Ten hoogste eenmaal in de 5 jaar kan een eigenaar voor een gemeentelijke monument een beroep doen op subsidie door middel van een aanvraag.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend door middel van een daartoe beschikbaar gesteld formulier via de gemeentelijke website.

  • 3. Voor een subsidieaanvraag voor onderhoud dient de aanvraag naast het onder lid 2 genoemde formulier de volgende bescheiden te bevatten:

    • a.

      Een gespecificeerde offerte van de met het onderhoud gemoeide kosten.

    • b.

      Een situatietekening met foto’s die het onderdeel van het monument betreffen dat onderhoud nodig heeft.

    • c.

      Naam en adres van de aannemer en uitvoerende bedrijven.

    • d.

      Een recent inspectierapport van de bouwkundige staat van Monumentenwacht of gelijkwaardig.

Artikel 5 Indiening subsidieaanvraag restauratie

  • 1. Ten hoogste eenmaal in de 5 jaar kan een eigenaar een beroep doen op subsidie door middel van een aanvraag.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend door middel van een daartoe beschikbaar gesteld formulier via de gemeentelijke website.

  • 3. Voor een subsidieaanvraag voor restauratie dient de aanvraag naast het onder lid 2 genoemde formulier de volgende bescheiden te bevatten:

    • a.

      Een gespecificeerde offerte voor de met de restauratie gemoeide kosten.

    • b.

      Een bestek c.q. werkomschrijving.

    • c.

      Naam en adres van de aannemers en uitvoerende bedrijven.

    • d.

      Een recent inspectierapport van de bouwkundige staat van Monumentenwacht of gelijkwaardig.

    • e.

      De verleende omgevingsvergunning voor de restauratiewerkzaamheden.

Artikel 6 Indiening subsidieaanvraag isolatiemaatregelen

  • 1. Ten hoogste eenmaal in de 5 jaar kan een eigenaar een beroep doen op subsidie door middel van een aanvraag.

  • 2. Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend door middel van een daartoe beschikbaar gesteld formulier via de gemeentelijke website.

  • 3. Voor een subsidieaanvraag voor isolatiemaatregelen dient de aanvraag naast het onder lid 2 genoemde formulier de volgende bescheiden te bevatten:

    • a.

      Een gespecificeerde offerte voor de met de maatregelen gemoeide kosten.

    • b.

      Een bestek c.q. werkomschrijving.

    • c.

      Naam en adres van de aannemers en uitvoerende bedrijven.

    • d.

      Een recent inspectierapport van de bouwkundige staat van Monumentenwacht of gelijkwaardig.

    • e.

      De verleende omgevingsvergunning voor de isolatiemaatregelen, indien de maatregelen worden uitgevoerd aan of bij de monumentale waarden van het pand.

Artikel 7 Aanvullende gegevens

  • 1. Indien de aanvraag niet volledig is of niet voorzien is van de in artikel 4, 5 en 6 bedoelde gegevens dan wel wanneer deze gegevens onvoldoende duidelijk zijn om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen binnen een termijn van 4 weken.

  • 2. De aanvrager dient binnen de vastgestelde termijn zijn aanvraag aan te vullen of te verduidelijken. Indien de gevraagde gegevens niet binnen deze termijn zijn verstrekt, kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de aanvraag ontvangt de aanvrager schriftelijk een besluit.

Hoofdstuk 3 Subsidiabele kosten

Artikel 8 Subsidiabele kosten rijksmonumenten

  • 1. Voor rijksmonumenten kan subsidie verleend worden voor de volgende onderdelen:

    • a.

      Abonnement op Monumentenwacht.

    • b.

      Inspectierapport van monumentenwacht.

  • 2. Het subsidiepercentage voor de in lid 1 genoemde onderdelen bedraagt 100% met een maximum van € 1500 per aanvraag.

  • 3. Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend door middel van een daartoe beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 9 Subsidiabele onderhoudskosten

  • 1. Subsidiabele onderhoudskosten zijn kosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om een gemeentelijk monument, op sobere en doelmatige wijze, als zodanig in stand te houden.

  • 2. Subsidie kan verleend worden voor de volgende onderhoudskosten:

    • a.

      Het opstellen van een onderhoudsplan in relatie met werkzaamheden die genoemd zijn onder lid 2c.

    • b.

      Het voor de aanvraag benodigde inspectierapport.

    • c.

      Onderhoud aan de buitenzijde van een monument: daken, goten, schoorstenen, ornamenten, dakkapellen, gevels, kozijnen en ramen, glas, luiken, buitenschilderwerken.

    • d.

      Materiaalkosten in geval van zelfwerkzaamheid bij de onder lid 2c genoemde onderdelen.

Artikel 10 Subsidiabele restauratiekosten

  • 1. Subsidiabele restauratiekosten zijn kosten die naar het oordeel van het college gemaakt worden om (bouwtechnische) gebreken aan een monument te herstellen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het monument.

  • 2. Subsidie kan verleend worden voor de volgende restauratiekosten:

    • a.

      Het verrichten van een bouwhistorisch onderzoek of een haalbaarheidsonderzoek.

    • b.

      Het opstellen van een restauratieplan in relatie met de werkzaamheden die genoemd zijn in lid 2d tot en met lid 2g.

    • c.

      Het voor de aanvraag benodigde inspectierapport.

    • d.

      Herstel van het casco.

    • e.

      Herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen aan de gevel.

    • f.

      Herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen van het interieur die noodzakelijk voortvloeien uit het herstel van het casco of nadrukkelijk omschreven zijn in de redengevende omschrijving van het monument.

    • g.

      Reconstructies van verdwenen of gewijzigde onderdelen indien en voor zover deze verdwijning en wijziging afbreuk doet aan de monumentale waarde van het monument.

    • h.

      Materiaalkosten in geval van zelfwerkzaamheid bij de onder lid 2d tot en met 2g genoemde onderdelen.

Artikel 11 Subsidiabele kosten isolatiemaatregelen

  • 1. Subsidiabele isolatiekosten zijn kosten die naar het oordeel van het college gemaakt worden om een monument te isoleren met oog op verduurzaming zonder het aantasten van de monumentale waarde van het monument.

  • 2. Subsidie kan verleend worden voor de volgende isolatiekosten:

    • a.

      Quickscan verduurzamingsmaatregelen;

    • b.

      Het aanbrengen van vloerisolatie met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 2,5 m2 K/VV;

    • c.

      Het aanbrengen van dakisolatie met een isolatiewaarde (Rd-waarde) van minimaal 2,5 m2 KAN, waarbij isolatie van de vloer van niet-verwarmde vliering wordt beschouwd als dakisolatie;

    • d.

      het aanbrengen van muurisolatie door middel van:

    • e.

      het aanbrengen van spouwmuurisolatie in de bestaande spouw;

    • f.

      het aanbrengen van andere gevelisolatie waarbij de Rd-waarde minimaal 2,5 m2 K/VV is;

    • g.

      het vervangen van bestaand enkel glas door warmte-isolerend monumentenglas;

    • h.

      Materiaalkosten in geval van zelfwerkzaamheid bij de onder lid 2b tot en met 2g genoemde onderdelen.

Hoofdstuk 4 Subsidieverlening

Artikel 12 Percentage subsidie voor onderhoudskosten

  • 1. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele onderhoudskosten genoemd in artikel 9, lid 2 sub a met een maximum van € 500,00 per aanvraag.

  • 2. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele onderhoudskosten genoemd in artikel 9, lid 2 sub b met een maximum van € 500,00 per aanvraag.

  • 3. De subsidie bedraagt 25% van de subsidiabele onderhoudskosten genoemd in artikel 9, lid 2c en lid 2d.

Artikel 13 Percentage subsidie voor restauratiekosten

  • 1. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele restauratiekosten genoemd in artikel 10, lid 2a en lid 2b, met een maximum van € 2.500,00 per aanvraag.

  • 2. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele onderhoudskosten genoemd in artikel 10, lid 2 sub d met een maximum van € 500,00 per aanvraag.

  • 3. De subsidie bedraagt 25% van de subsidiabele restauratiekosten genoemd in artikel 10, lid 2d tot en met lid 2h.

Artikel 14 Percentage subsidie voor isolerende maatregelen

  • 1. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele restauratiekosten genoemd in artikel 11, lid 2 sub a, met een maximum van € 1.000,00 per aanvraag.

  • 2. De subsidie bedraagt 25% van de subsidiabele isolatiekosten genoemd in artikel 11, lid 2b tot en met lid 2g, met een maximum van € 5.000,00 per aanvraag.

Artikel 15 Abonnement van Monumentenwacht

De subsidie op een abonnement van Monumentenwacht bedraagt 100%.

Artikel 16 Subsidie maximum

Het totale subsidiebedrag per aanvraag is maximaal € 10.000,00, waarvan maximaal de helft (€ 5.000,00) subsidiabele isolatiekosten zijn conform Artikel 14 lid 2.

Artikel 17 Afwijzingscriteria

De subsidie wordt niet verleend indien een of meerdere van de navolgende situaties zich voordoen:

  • 1.

    Wanneer door het verlenen van subsidie het in artikel 3 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden.

  • 2.

    Wanneer een voor de werkzaamheden vereiste vergunning op grond van de Erfgoedverordening Laarbeek dan wel een anderszins vereiste vergunning niet is verleend.

  • 3.

    Wanneer de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat.

  • 4.

    Wanneer met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat hiervoor van de gemeente een aanvraag voor subsidie is ingediend.

  • 5.

    Wanneer een gedeelte van de kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt of voor het gedeelte waarvoor de btw verhaalbaar is.

  • 6.

    Wanneer de monumentale waarde van een pand wordt aangetast.

  • 7.

    Wanneer het pand waaraan de voorzieningen worden getroffen is bestemd om binnen een periode van 10 jaar te worden afgebroken.

  • 8.

    Wanneer het bedrijf dat de voorzieningen zal treffen niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel tenzij er sprake is van zelfwerkzaamheid.

Hoofdstuk 5 Voorlopige toekenning subsidie

Artikel 18 Behandeling aanvragen

  • 1. Aanvragen voor subsidie op grond van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst behandeld, voor zover ze het subsidieplafond (artikel 3) niet te boven gaan.

  • 2. Aanvragen die niet in behandeling genomen kunnen worden omdat het subsidieplafond van artikel 3 overschreden is worden automatisch in het daarop volgende jaar in behandeling genomen.

  • 3. Burgemeester en wethouders nemen op een aanvraag ingevolge de artikelen 4, 5 en 6 van deze verordening binnen 13 weken na de ontvangst van de aanvraag een besluit.

  • 4. Ten aanzien van een aanvraag als bedoeld in artikel 5 en 6 kan het college haar beslissing over de voorlopige toekenning eenmaal ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 5. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.

Hoofdstuk 6 Uitvoering

Artikel 19 Uitvoering onderhoud, restauratie en isolerende maatregelen

  • 1. Met de uitvoering van het onderhoud mag niet eerder worden begonnen dan dat er een besluit genomen is zoals bedoeld in artikel 18 lid 3.

  • 2. De werkzaamheden, ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend, mogen niet afwijkend van de verstrekte gegevens worden uitgevoerd, tenzij met schriftelijke toestemming van het college

Artikel 20 Aanwijzing uitvoering

Het college kan aanwijzingen geven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden. Daartoe dient een door het college aangewezen deskundige desgewenst de gelegenheid te krijgen voor controle op de wijze van onderhoud.

Hoofdstuk 7 Afhandeling en uitbetaling

Artikel 21 Gereedmelding

  • 1. Na gereedkomen van de onderhouds- en restauratiewerkzaamheden dan wel isolatiemaatregelen dient de aanvrager, met gebruikmaking van een daartoe door het college beschikbaar gesteld formulier, te verklaren dat de werkzaamheden zijn voltooid. Dit gereedmeldingsformulier dient volledig te zijn ingevuld en vergezeld te gaan van alle gegevens, facturen en betalingsbewijzen als bedoeld in artikel 22, lid 1.

  • 2. Indien de gereedmelding naar het oordeel van het college niet voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, doen zij daarvan na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens.

  • 3. De aanvrager dient binnen de in de mededeling aangegeven termijn zijn gereedmelding aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken.

  • 4. De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling van de definitieve subsidie en uitbetaling van de subsidie.

  • 5. Het recht op vaststelling en uitbetaling vervalt, indien niet is voldaan aan het bepaalde in het lid 1 of lid 3. De aanvrager ontvangt hiervan een schriftelijk besluit.

Artikel 22 Subsidievaststelling

  • 1. De definitieve vaststelling van de hoogte van een op grond van deze verordening verleende subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden conform artikel 18 schriftelijk gereed zijn gemeld onder de indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;

    • b.

      de onder lid 1 bedoelde werkzaamheden zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de rekeningen en betalingswijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in de in artikel 4, 5 en 6 bedoelde offerte is gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2. De definitieve subsidie is gelijk aan de voorlopige subsidie, tenzij de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan geraamd dan wel minder voorzieningen zijn getroffen dan in de subsidieaanvraag is aangegeven.

  • 3. Het besluit tot subsidievaststelling wordt na indiening van de gereedmelding en het verzoek tot subsidievaststelling door het college genomen.

Hoofdstuk 8 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 23 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen en in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 24 Overgangsrecht

Aanvragen voor subsidie die zijn ingediend voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de Subsidieverordening Monumenten Laarbeek 2008.

Artikel 25 Intrekken oude verordening

De Subsidieverordening monumenten gemeente Laarbeek 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 27 Citeertitel

De verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening monumenten gemeente Laarbeek 2021”.

Ondertekening

De raad voornoemd,

Plv. griffier,

J. van den Berg

de burgemeester van Laarbeek

F.L.J. van der Meijden