Regeling vervallen per 17-02-2024

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 28 september 2021, nr. UTSP-744160172-95, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen 2021-2023)

Geldend van 21-04-2022 t/m 24-11-2022

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 28 september 2021, nr. UTSP-744160172-95, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen 2021-2023)

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

Gelet op artikel 1.4, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 en het Programma Klimaatadaptatie 2020-2023 provincie Utrecht, zoals aangenomen door Provinciale Staten op 30 september 2020, 820ECB36, het Programma Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp van 18 mei 2021, 8225A5CA en het Innovatieprogramma Gezonde Leefomgeving van 21 september 2021 UTSP-1144628501-3967.

Overwegende dat de provincie Utrecht heeft besloten in te zetten op een financiële bijdrage voor activiteiten binnen het grondgebied van de provincie Utrecht die bijdragen aan het bevorderen, in stand houden of versterken van klimaatadaptie, biodiversiteit en gezonde leefomgeving in en rondom steden en dorpen.

Besluiten de volgende subsidieregeling vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022.

  • b.

    Biodiversiteit: De verscheidenheid van alle van nature in een gebied, in het wild, voorkomende dier- en plantsoorten.

  • c.

    Collectief van bewoners: Bewoners van minimaal 5 verschillende adressen met dezelfde of aangrenzende postcodes.

  • d.

    Gezonde leefomgeving: Een buitenruimte met voldoende water en een ruime biodiversiteit, toegankelijk voor verschillende doelgroepen die stimuleert tot bewegen, spelen en sporten en/of ontmoeting en/of plaats biedt voor rust en stilte.

  • e.

    Groenblauw schoolplein: Een groenblauw schoolplein is een klimaatbestendige, natuurrijke speel-leeromgeving die uitnodigt tot bewegen en waar kinderen spelenderwijs bekend en vertrouwd worden met de natuur door buiten te spelen én te leren.

  • f.

    Hoogwaardig groen dak: Een hoogwaardig groen dak is een dak -plat of hellend- bedekt met gevarieerde vegetatie en begroeiing. Het heeft plantsoorten die de biodiversiteit verhogen, heeft een waterbergende functie en draagt bij aan een gezonde leefomgeving door verlaging van hoge temperaturen in de zomer, een schonere lucht en geluidsdemping.

  • g.

    Inheems: Plantsoorten die van nature in een bepaalde geografische regio voorkomen.

  • h.

    Invasief: Plantsoorten die zich buiten hun oorspronkelijke verspreidingsgebied hebben gevestigd en door hun aanwezigheid een bedreiging vormen voor inheemse soorten en een bedreiging kunnen vormen voor de biodiversiteit.

  • i.

    Klimaatadaptatie: Aanpassen aan klimaatverandering door beleidsontwikkeling, inrichting, ontwerp en maatregelen, gericht op het verminderen of voorkomen van de negatieve gevolgen van klimaatverandering, zoals het tegengaan en/of voorkomen van hittestress, droogte, wateroverlast en overstromingen.

  • j.

    Innovatief: Een project dat of methodiek die vernieuwend en/of grensverleggend is door zaken anders of efficiënter aan te pakken of te benaderen.

Artikel 2 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling draagt bij aan de volgende drie hoofddoelen:

  • 1.

    Het bevorderen of versterken van klimaatadaptatie in en rond steden en dorpen.

  • 2.

    Het in stand houden of versterken van de biodiversiteit in en rond steden en dorpen.

  • 3.

    Het in stand houden of versterken van de gezonde leefomgeving in en rond steden en dorpen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      De voorbereiding en/of aanleg van een groenblauw schoolplein.

    • b.

      De voorbereiding en/of aanleg van een hoogwaardig groen dak en/of groene gevel.

    • c.

      Andere activiteiten die gericht zijn op het leveren van een bijdrage aan minimaal twee van de drie hoofddoelen zoals genoemd in artikel 2.

  • 2. Onder lid 1 c worden activiteiten verstaan als:

    • a.

      Ingrepen in de fysieke leefomgeving.

    • b.

      Stimuleren van gedragsverandering bij inwoners, bedrijven en organisaties.

    • c.

      Bevorderen van betrokkenheid, kennis, draagvlak en beleving van inwoners en/of bedrijven, ondernemers of maatschappelijk organisaties.

    • d.

      Onderzoeken en ontwikkelen van innovaties binnen de woon- en werkomgeving.

    • e.

      Voorbereiding voor het organiseren, stimuleren en uitvoeren van een project.

Artikel 4 Hoogte subsidie

  • 1. Voor de in artikel 3, eerste lid onder a en c bedoelde activiteiten bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van € 2.000 en tot een maximum van € 50.000.

  • 2. Voor de in artikel 3, eerste lid onder b bedoelde activiteiten bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van € 2.000 en tot een maximum van € 25.000.

  • 3. Stapeling met subsidies afkomstig uit andere subsidieregelingen is toegestaan.

Artikel 5 Voorwaarden

Voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a tot en met c, wordt alleen subsidie verleend als de aanvrager voldoende kan onderbouwen dat wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    De activiteit wordt binnen 24 maanden na verstrekking van de subsidie uitgevoerd.

  • b.

    Waar het ingrepen in de fysieke leefomgeving betreft dient de binnen de activiteit aan te brengen beplanting niet invasief te zijn en voor minimaal 50% uit inheemse beplanting te bestaan en/of uit beplanting die aantoonbaar een bijdrage levert aan de biodiversiteit.

  • c.

    Waar het ingrepen in de fysieke leefomgeving betreft wordt het resultaat van de activiteit voor minimaal 5 jaar na oplevering onderhouden en in standgehouden.

  • d.

    Indien de subsidiabele activiteit (mede) op gronden van derden wordt uitgevoerd, dient er sprake te zijn van voorafgaande toestemming van deze partij.

  • e.

    Indien er sprake is van wetenschappelijk onderzoek, worden de resultaten van dit onderzoek open access beschikbaar gesteld.

Artikel 6 Subsidievorm

De subsidie kan uitsluitend worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 7 Subsidieontvanger

  • 1. Subsidie kan aangevraagd worden door rechtspersonen en collectieven van bewoners.

  • 2. In het geval van samenwerkende partijen, wordt de subsidie verstrekt aan de natuurlijke rechtspersoon of rechtspersoon die op grond van een samenwerkingsovereenkomst hiervoor is aangewezen om namens het samenwerkingsverband de subsidie in ontvangst te nemen en te beheren. Deze samenwerkingsovereenkomst dient bijgevoegd te worden.

  • 3. Ondernemingen met winstoogmerk die de gevraagde subsidie inzetten voor exploitatie van eigen commerciële activiteiten zijn uitgesloten van aanvragen.

Artikel 8 Subsidieaanvraag

  • 1. Aanvragen kunnen worden ingediend van:

    • a.

      11 oktober 2021 9:00 uur tot en met 1 december 2021 tot 17:00 uur

    • b.

      1 januari 2022 9:00 uur tot en met 31 november 2022 tot en met 23:59 uur

    • c.

      1 januari 2023 9:00 uur tot en met 31 november 2023 tot en met 23:59 uur

  • 2. Aanvragen worden ingediend door middel van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier via het web-portaal van de provincie Utrecht.

Artikel 9 Subsidieplafonds

  • 1. Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, bedraagt het subsidieplafond:

    • a.

      in 2021 € 175.262

    • b.

      in 2022 € 150.000

    • c.

      in 2023 € 150.000

    • d.

      in 2024 en daarna € 0

  • 2. Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid onder b, bedraagt het subsidieplafond:

    • a.

      in 2021 € 97.039

    • b.

      in 2022 € 100.000

    • c.

      in 2023 € 100.000

    • d.

      in 2024 en daarna € 0

  • 3. Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid onder c bedraagt het subsidieplafond:

    • a.

      in 2021 € 214.625

    • b.

      in 2022 € 500.000

    • c.

      in 2023 € 500.000

    • d.

      in 2024 en daarna € 0

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

Voor subsidie komen niet in aanmerking:

  • a.

    vergoedingen voor vrijwilligers

  • b.

    interne loonkosten

  • c.

    kosten voor benodigde vergunningen en/of ontheffing

  • d.

    kosten voor regulier onderhoud of vervanging

Artikel 11 Subsidieverlening

Gedeputeerde Staten verdelen het subsidieplafond op volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen op de wijze zoals beschreven in de Asv.

Artikel 12 Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden in de Asv, kunnen Gedeputeerde Staten de subsidie weigeren indien:

  • a.

    het activiteiten of ingrepen betreft die voortkomen uit een wettelijke verplichting;

  • b.

    de activiteit negatieve gevolgen heeft voor een van de andere hoofdoelen zoals genoemd in artikel 2;

  • c.

    de activiteit al gerealiseerd, dan wel gestart is, voordat de subsidie aangevraagd is;

  • d.

    voor een vergelijkbare activiteit op hetzelfde perceel in het verleden een subsidie is verkregen op basis van een gemeentelijke, provinciale of rijksregeling met een gelijke doelstelling;

  • e.

    de verleende subsidie ingezet wordt voor regulier herstel of onderhoudswerkzaamheden;

  • f.

    er geen vergunning of ontheffing is verleend voor een project waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • g.

    er geen sluitende begroting is.

Artikel 14 Algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger

De subsidieontvanger dient:

  • a.

    de opgedane ervaringen en kennis op verzoek van de provincie Utrecht te delen met de Provincie Utrecht, binnen de grenzen van het redelijke;

  • b.

    de provincie Utrecht toe te staan in overleg publicitair gebruik te maken van de met de activiteit behaalde resultaten;

  • c.

    foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project aan te leveren, die rechtenvrij door de partners die financieel bijdragen aan het project kunnen worden gebruikt;

  • d.

    in alle communicatie over de gesubsidieerde activiteit te vermelden dat het mede mogelijk is gemaakt door een subsidie van de provincie Utrecht.

Artikel 15 Europese regelgeving

Indien subsidie wordt verstrekt aan een onderneming wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van Verordening (EU) Nr. 1407/2013, betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.

Artikel 16 Evaluatie

Onverminderd artikel 4.24 van de Algemene wet bestuursrecht zal de subsidieregeling gedurende de looptijd op hoofdlijnen worden geëvalueerd. De resultaten hiervan komen terug in de reguliere voortgangsrapportages van de programma’s aan Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten. Verantwoording over de financiële voortgang vindt plaats via de reguliere P&C cyclus.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen 2021-2023.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 28 september 2021.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter

Mr. J.H. Oosters

Secretaris

Mr. drs, A.G. Knol-van Leeuwen

TOELICHTING

Algemeen

Deze uitvoeringsverordening vormt de juridische basis voor de uitvoering van het Programma Klimaatadaptatie (2020 t/m 2023), de Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp (2021) en het Innovatieprogramma Gezonde Leefomgeving (2021).

In 2050 wil de provincie Utrecht klimaatbestendig en waterveilig zijn. Samen met de waterschappen, gemeenten en andere partners in de regio nemen we maatregelen tegen wateroverlast, overstromingen, droogte en hitte. Daarbij benutten we ook de kansen die dit biedt om van Utrecht een veilige, vitale, gezonde en mooie provincie te maken.

In het Programma Klimaatadaptatie 2020-2023 ‘Op weg naar een klimaatbestendig Utrecht’ werkt de provincie Utrecht aan haar ambitie en de te nemen stappen voor de komende jaren. Samen met bewoners, waterschappen, gemeenten, bedrijven en maatschappelijke organisaties willen we aan de slag, zodat Utrecht ook in de toekomst een veilige en mooie provincie blijft. Hiertoe zijn de inrichting en samenleving aangepast aan de risico’s en kansen die ontstaan door de gevolgen van klimaatverandering, zoals wateroverlast, droogte, hitte en overstroming.

De subsidieregeling sluit aan en draagt bij aan het bereiken van vier van de vijf hoofddoelen van het Programma Klimaatadaptatie:

  • 1.

    Het bevorderen van bewustwording en het stimuleren van gedragsverandering ten aanzien van klimaatadaptatie.

  • 2.

    Het in de praktijk brengen van klimaatadaptatie door het ondersteunen van concrete fysieke maatregelen, pilots, voorbeeldprojecten en innovaties; het kan gaan om activiteiten die regio-overstijgend zijn of die spelen op het schaalniveau van de provincie (bijvoorbeeld de bouwsector).

  • 3.

    Het participeren bij activiteiten in de werkregio’s en de ontwikkeling en uitvoering van regionale klimaatadaptatiestrategieën voor elke werkregio.

  • 4.

    Het benutten en versterken van de cyclus van kennis en monitoring op het gebied van klimaateffecten en klimaatadaptatiemaatregelen.

De Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp heeft als centrale ambitie het behouden, versterken en uitbreiden van biodiversiteit in de gebouwde omgeving, zowel binnen de wettelijke provinciale verantwoordelijkheid (flora en fauna) als daarbuiten (natuurinclusief ontwikkelen en groen beleving). Hierbij houden we tegelijkertijd de uitvoerbaarheid van de provinciale ambities op het gebied van o.a. energietransitie en woningbouw in het oog, daar waar zij raken aan algemene biodiversiteitsdoelen en onze opgaven uit de Wnb.

We richten ons hierbij o.a. op het “beleven en betrekken” van en door onze inwoners bij natuur in de gebouwde omgeving. Hierbij staan laagdrempelige, toegankelijke initiatieven voorop die als vliegwiel kunnen dienen in bewustwording en vergroening.

De subsidieregeling sluit aan en draagt bij aan het bereiken van de hoofddoelstelling van de Aanpak Biodiversiteit in Stad en Dorp, zijnde het behouden, versterken en uitbreiden van biodiversiteit in de gebouwde omgeving. Deze regeling is specifiek van toepassing op de processen en activiteiten beschreven in de onderdelen “Natuurinclusief Bouwen” en “Samen voor Natuur”. De doelstellingen hierbij zijn onder meer:

  • 1.

    Het in de praktijk ontwikkelen en toetsen van methoden en innovaties die biodiversiteit in de gebouwde omgeving kunnen bevorderen, zowel op project- als overkoepelend provinciaal niveau, en het ondersteunen van de toepassing daarvan.

  • 2.

    Het bevorderen van het draagvlak voor biodiversiteit in de gebouwde omgeving bij inwoners en ondernemers waardoor kleinschalige vergroening plaatsvindt.

Het Innovatieprogramma Gezonde Leefomgeving heeft als doel dat de provincie Utrecht in 2050 de gelukkigste en gezondste regio van Nederland is. Samen met onze partners willen wij een regio zijn waarin alle inwoners nu en in de toekomst gezond en gelukkig kunnen wonen, werken en ontspannen. Samen maken we de provincie Utrecht gezonder. We streven daarbij naar een brede welvaart voor iedereen. Dit bereiken we door impulsen te geven aan innovatieve initiatieven die de leefomgeving gezonder maken en gezond gedrag stimuleren. Met deze subsidieregeling stimuleren we innovatieve, in potentie herhaalbare, initiatieven gericht op een integrale aanpak voor een gezonde groenblauwe omgeving. Met deze initiatieven willen we zichtbaar maken hoe een gezonde groenblauwe omgeving in de praktijk bijdraagt aan bewegen, ontspannen en ontmoeten. We inspireren anderen door de goede voorbeelden van gezond leven te delen, zo bouwen we samen aan de provincie Utrecht als proeftuin voor gezond leven in stad en dorp. De subsidieregeling sluit aan en draagt bij aan het bereiken van de volgende doelen van het innovatieprogramma:

  • a.

    Faciliteren en stimuleren van onderzoeken en projecten (living labs) t.b.v. gezond inrichten & gezond gedrag bevorderen in onze gemeenten.

  • b.

    Samen innovatieve tools (door)ontwikkelen en toepassen, t.b.v. gezond inrichten & gezond gedrag bevorderen.

  • c.

    Samen met onze collega’s en partners een lerend netwerk/leeromgeving gezonde leefomgeving ontwikkelen.

  • d.

    Samen verder bouwen aan de provincie Utrecht als nationale en internationale proeftuin voor gezond leven in een stedelijke regio, in stad en dorp.

  • e.

    Inspireren via het delen van de goede voorbeelden en door zelf voorbeeld organisatie en regio te zijn.

Deze drie programma’s hebben ieder andere doelen en ambities, maar de weg er naartoe loopt deels gelijk. Om de beschikbare middelen optimaal in te kunnen zetten, wordt gekozen voor één gezamenlijk subsidieregeling om zo een integrale werkwijze bij aanvragen te stimuleren. De drie programma’s werken met een meerjarig programmaplan met doelen en ambities en daarbinnen concrete acties en resultaten. Op deze wijze kunnen de acties op de korte termijn (voor zover zij passen binnen de lange termijn doelen) afgestemd worden op datgene wat op dat moment actueel is en/of aandacht behoeft. De opzet van deze subsidieregeling volgt ook deze werkwijze. Het is een subsidieregeling op hoofdlijnen om zo op basis van maatwerk, binnen de jaarplannen, het beschikbare budget zo efficiënt mogelijk in te kunnen zetten.

Artikelsgewijs

Artikel 2 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling kent een integrale insteek en wil projecten stimuleren die bijdragen aan tenminste twee van de genoemde doelen. Deze liggen deels in elkaars verlengde en vaak dragen projecten op logische wijze vanzelfsprekend bij aan meerdere doelen. Aanvullend hierop heeft de provincie uiteraard doelen die anders van aard zijn zoals de energietransitie, woningbouw, circulariteit, mobiliteit, sport en bewegen en sociale cohesie. Vanuit onze integrale aanpak als organisatie zien wij graag in aanvragen terug op welke wijze projecten mogelijk ook bijdragen aan deze andere provinciale ambities.

Wat wordt er met het gebied binnen in en rond steden en dorpen bedoeld?

Deze subsidieregeling richt zich primair op de gebouwde omgeving. Hieronder valt in de eerste instantie het gebied binnen de rode contouren, maar ook bebouwd gebied in de kernrandzones en lintbebouwing buiten de bebouwde kom.

Welk soort projecten voldoen aan twee van de drie hoofdoelen voldoen?

Met projecten die voldoen aan de twee doelen van klimaatadaptatie en biodiversiteit wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • -

    voorbereiding en uitvoering van een hoogwaardig groen dak, gevelgroen of groene bermen met een hoogwaardige biodiversiteitsmix;

  • -

    voorbereiding en uitvoering van andere maatregelen die als wateropvang en infiltratie dienen, zoals een regenwatersystem, wadi, regenwatervijver of infiltratiekratten. De beplanting dragen bij aan een hogere biodiversiteit in het gebied en de wateropvang biedt ruimte aan specifieke fauna;

  • -

    tegels vervangen door groen (inheemse beplanting);

  • -

    aanplanting van (inheemse) bomen;

  • -

    onderzoek naar of aanleg van innovatieve klimaatadaptieve planten in het stedelijk gebied die aan de biodiversiteit bijdragen.

Met projecten die voldoen aan de twee doelen van klimaatadaptatie en gezonde leefomgeving wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • -

    uitwerking van een lokaal hitteplan;

  • -

    aanleg van schaduwplekken met zitmogelijkheden in een wijk;

  • -

    aanleg van klimaatadaptieve sportvelden (openbaar toegankelijk)., die bijvoorbeeld gebruikt worden voor het opvangen van hemelwater.

Met projecten die bijvoorbeeld voldoen aan de twee doelen van biodiversiteit en gezonde leefomgeving wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • -

    projecten die de aanwezigheid van groen dat uitnodigt tot beweging en de biodiversiteit in de stad vergroten;

  • -

    aanplanting van bomen en groen en dit bruikbaar maken: wandelpaden, fietspaden en bankjes in het groen.

Met projecten die voldoen aan de alle drie doelen van biodiversiteit en gezonde leefomgeving en klimaatadaptatie wordt bijvoorbeeld bedoeld:

  • -

    inhuur van deerde voor ondersteunging van voorbereiding en uitvoering van natuurinclusieve en klimaatadaptieve buurten en bedrijventerreinen;

  • -

    vergroening van parkeerplaatsen met bomen en struiken;

  • -

    ontwikkelen van lesmateriaal voor scholen voor meer bewustwording van biodiversiteit, gezonde leefomgeving en klimaatadaptatie.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Lid 1

Onder a: De voorbereiding en aanleg van een groenblauw schoolplein

De provincie Utrecht hecht veel waarde aan een duurzame toekomst voor haar inwoners. Het betrekken van burgers hierbij en het vergroten van de bewustwording van hen over groene en blauwe maatregelen in hun eigen buurt speelt hierbij een grote rol. Bewustwording begint op jonge leeftijd en scholen spelen een centrale plek hierin. Schoolpleinen bestaan vaak nog steeds uit een grote hoeveelheid verhard oppervlak. Groene maatregelen dragen, naast het verminderen van hittestress, ook bij aan biodiversiteit (vergroening van de speel-leeromgeving, aanleg van voedselbosjes, vleermuizenkasten). Blauwe maatregelen geven vooral invulling aan klimaatadaptatie (tegels uit- groen erin, hemelwateropvang, hoogwaardige groene daken).

De subsidieregeling voor groenblauwe schoolpleinen is gericht op onderwijsinstellingen zoals basis- en het voortgezet onderwijs. Een gemeente, bedrijf of maatschappelijke organisatie kan ook in aanmerking komen voor deze subsidie, bijvoorbeeld voor de ondersteuning van de voorbereiding en de uitvoering. Aanvragen kunnen ingediend worden voor zowel voor de voorbereiding als de aanleg van een groenblauw schoolplein.

Onder b: De voorbereiding en aanleg van een hoogwaardig groen dak

Bij groene daken kan een onderscheid gemaakt worden tussen extensieve en intensieve groene daken. Een intensief groen dak is een daktuin waarin beloopbare zones (zoals terrassen en paden) en groenzones gecombineerd worden. Een extensief groen dak is niet bedoeld om te bewandelen, maar biedt louter een begroeiing. Voor beide type daken kan een aanvraag ingediend worden, met als voorwaarde dat het onder andere voldoet aan twee van de drie doelen van de subsidieregeling. Voor biodiversiteit voegt bijvoorbeeld een regulier sedumdak weinig waarde toe aan de biodiversiteit, hiervoor is bijvoorbeeld minimaal een sedumdak met kruidenmix noodzakelijk. Indien de dakconstructie het toelaat is het aan te raden hier voor kwalitatief hoogwaardige mix als bedekking te kiezen om te voldoen aan de voorwaarden.

Verder kan een sterke dakconstructie ervoor zorgen dat een groen dak ook als wateropvang kan dienen en tegelijkertijd het gebouw koel kan houden. Hiernaast is het mogelijk een groen dak te combineren met andere functie, zoals het opwekken van duurzame energie door het plaatsen van zonnepanelen.

Wat wordt onder ‘voorbereiding’ verstaan?

Onder voorbereiding wordt de voorfase van een project en/of ontwerp verstaan zoals de verkenning, ontwerp, overleg met de omgeving en belanghebbenden, et cetera.

Onder c: Andere activiteiten die gericht zijn op het bereiken van minimaal twee van de drie hoofddoelen zoals genoemd in artikel 2

De initiatieven die onder deze categorie vallen (niet zijnde groenblauwe schoolpleinen en groene daken) dienen de centrale doelen van minimaal twee van de drie programma’s en dragen bij aan onderlinge verbinding van een gezonde, klimaatbestendige, groenblauwe omgeving. Een project met als hoofddoel vanuit klimaatadaptatie het tegengaan van hittestress (ont-stenen), heeft als meekoppel-kans het creëren van een plus voor biodiversiteit (de juiste bomen op de betreffende plek) én het nodigt uit tot gezond gedrag (leefbaar maken, klimroute). De combinatie tussen de verschillende ambities werkt cumulatief in de beoordeling.

Doel is ook om een beweging op gang te brengen bij partijen en bewonerscollectieven van bewustwording en gedragsverandering. Daarnaast willen we als provincie initiatieven stimuleren die inspirerend en innovatief zijn en als voorbeeld kunnen dienen om ook elders in de provincie uit te rollen. Hierdoor wordt tevens de ruimte gecreëerd om initiatieven te stimuleren en mogelijk te maken in verschillende fasen (onderzoek, planvorming of uitvoering) en op verschillende schaalniveaus.

Lid 2

Vanwege de diversiteit aan organisaties en activiteiten, die kunnen bijdragen aan het realiseren van de provinciale doelstellingen voor klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezonde leefomgeving, geven we in het volgende deel voor de beeldvorming een aantal voorbeelden van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen.

Onder a: Ingrepen in de fysieke leefomgeving

Hierbij gaat het om de uitvoering van fysieke maatregelen zoals bijvoorbeeld de aanleg van een groene berm, groen geveltuin, wadi, het planten van bomen en struiken, et cetera. De inrichting van de openbare ruimte en natuurinclusief en klimaatbestendig bouwen valt ook hieronder.

Onder b: Stimuleren van gedragsverandering bij inwoners, bedrijven en organisaties

Voorbeelden die onder deze activiteiten vallen zijn: het ontwikkelen van een communicatiecampagne; de organisatie van een tentoonstelling over groene en blauwe maatregelen in een stad, de organisatie van evenementen, bijeenkomsten, participatietrajecten, presentaties, et cetera.

Onder c: Bevorderen van betrokkenheid, kennis, draagvlak en beleving van inwoners en/of bedrijven, ondernemers of maatschappelijk organisaties

Denk hierbij aan het starten van een buurtinitiatief voor de vergroening van een buurt door aanleg geveltuinen of boomspiegels, een gezamenlijk buurttuin, “adopteren” van bermen of perkjes et cetera.

Onder d: Onderzoeken en ontwikkelen van innovaties binnen de woon- en werkomgeving

Hieronder vallen onder andere activiteiten, omgevingsanalyses, locatiestudies, haalbaarheidsstudies en financiële analyses voor innovatieve maatregelen, pilot- en/of uitvoeringsprojecten die hieruit voortvloeien, et cetera.

Onder e: Voorbereiding voor het organiseren, stimuleren en uitvoeren van een project

Hieronder valt bijvoorbeeld het inhuren van een adviesbureau ter ondersteuning voor de uitvoering van een project, communicatie met de omgeving en andere belanghebbenden, begeleiding van klankbord- of gebruikersgroepen, het maken van een ontwerp of een schets, et cetera.

Subsidie kan verleend worden voor enkele activiteiten of een samenhangend geheel van activiteiten, die gedurende een bepaalde tijd wordt/worden uitgevoerd om de doelstellingen van de subsidieregeling te bereiken.

Artikel 4 Hoogte subsidie

Voor de in artikel 3, eerste lid onder a en c bedoelde activiteiten bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van € 2.000 en tot een maximum van € 50.000.

Voor de in artikel 3, eerste lid onder b bedoelde activiteiten bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van € 2.000 en tot een maximum van € 25.000.

De provincie Utrecht wil de drempel zo laag mogelijk houden en sterk stimuleren zodat projecten snel en concreet uitgevoerd kunnen worden. In overleg met de aanvrager wordt bepaald hoeveel middelen exact benodigd zijn en uiteindelijk beschikbaar gesteld worden. Op deze manier is het mogelijk om extra maatwerk in de beoordeling te bieden en middelen maximaal in te zetten.

Stapeling van subsidies, van de provincie of andere organisaties, is toegestaan mits deze op andere onderdelen van het initiatief c.q. project ingezet worden en het totale subsidiebedrag nooit meer dan 100% van de kosten bedraagt.

Artikel 5 Voorwaarden

Lid b: Bij de aanvraag moet door middel van een aanplantingsplan aangetoond worden dat de gebruikte beplanting niet invasief is, het voor minimaal 50% uit zuivere inheemse beplanting bestaat en/of een aantoonbare bijdrage levert aan de biodiversiteit. Planten kunnen een aantoonbare bijdrage leveren aan de biodiversiteit door te voorzien in voedsel, schuil- en verblijfplaatsen, nestgelegenheid en hierdoor specifieke diersoorten (met name insecten) aantrekken (bijvoorbeeld vlinderstruiken, lavendel, helenium etc.).

Voeg hiervoor bijvoorbeeld een per soort specificeerde offerte van een hovenier bij.

Zowel zaadmengsels als vaste planten mogen geen pesticiden bevatten en mogen geen uitheemse mengsels (zogenaamde carnavalsmengsels) zijn. Zadenmengsel mogen niet alleen uit eenjarige planten bestaan. Een geschikt dak zadenmengsel met biologische gekweekte zaden en/of biologisch geteelde vaste inheemse planten zijn verkrijgbaar bij bijvoorbeeld biologische kwekerijen.

Onder e: Met open acces wordt bedoeld het beschikbaar stellen van de gegevens zoals beschreven onder het beleid van NWO https://www.nwo.nl/open-access-publiceren

Artikel 7 Subsidieontvanger

Met samenwerkende partijen worden ook collectieven van bewoners bedoeld. Een collectief van bewoners bestaat uit minimaal 5 huishoudens met dezelfde of aangrenzende postcodes. Om aan te tonen dat het om een collectief van bewoners gaat zijn zij verplicht om de volgende documenten aan te leveren:

  • 1.

    Een ingevulde en ondertekende samenwerkingsovereenkomst.

  • 2.

    Een uittreksel basisregistratie personen (BRP). Deze kunt u bij uw eigen gemeente aanvragen. Het BRP is een bewijs van registratie van uw eigen adresgegevens en persoonsgegevens opvragen. Hierop staat vermeld, uw naam, geboortedatum, geboorteplaats en huidige adres. Op deze manier kunnen wij controleren op welk adres u ingeschreven staat in de gemeente. De aanvragen worden gedaan via DigiD, de gemeente brengt hiervoor kosten in rekening. Let op: Alle deelnemers aan het collectief moeten een BRP aanvragen. De uittreksels dienen als bijlage meegestuurd te worden met het aanvraagformulier. Een gratis alternatief voor het BRP is gebruik te maken van de ‘IRMA app’ (gratis). Via deze website is het mogelijk bij uw eigen gemeente inloggen om uw basisgegevens op te halen en een QR-code te genereren.

  • 3.

    Een kaart of luchtfoto waarop de deelnemende woningen staan aangegeven. De woningen moeten dezelfde of aangrenzende postcodes (geografisch en/of alfabetisch) hebben.

Naast collectieven van bewoners kunnen ook andere partijen subsidie aanvragen, zoals bijvoorbeeld:

  • -

    vereniging van eigenaren

  • -

    bedrijven

  • -

    woningcorporaties

  • -

    maatschappelijke organisaties

  • -

    stichtingen

  • -

    sport, onderwijs en kennisinstellingen

  • -

    gemeenten

  • -

    GGD

Artikel 8 Subsidieaanvraag

Na indienen van de aanvraag kan er een aanvullend gesprek plaatsvinden tussen aanvrager en provincie. Tijdens dit gesprek kan indien gewenst een extra toelichting gegeven worden op het project c.q. initiatief, de doelstelling, het tijdspad en de te bereiken resultaten.

In de aanvraag wordt puntsgewijs benoemd aan welke doelen en ambities het project bijdraagt en wordt in elk geval een projectplan met gespecificeerde begroting toegevoegd.

Artikel 13 Weigeringsgronden

Onder b: Met wettelijke verplichting wordt bijvoorbeeld de Wet Natuurbescherming bedoeld.

Artikel 15 Algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger

Om de door ons verstrekte middelen een zo groot mogelijke impact te laten hebben, hechten wij aan projecten die een voorbeeldfunctie kunnen vervullen en/of opschaalbaar zijn. Om anderen te laten leren van opgedane ervaringen, kunnen wij subsidieontvangers vragen om mee te werken aan het actief delen van de kennis met als doel een bredere toepassing binnen de provincie.