Eenmalige regeling afbouw piket voor Centralisten en Calamiteitencoördinatoren Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant’

Geldend van 07-10-2021 t/m heden

Intitulé

Eenmalige regeling afbouw piket voor Centralisten en Calamiteitencoördinatoren Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant’

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant,

Gelet op artikel 3.16 van de Regeling arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant;

Gelet op de eerder bereikte overeenstemming in het Georganiseerd Overleg met de vakbonden alsmede na nader gevoerd overleg met een afvaardiging van het Georganiseerd Overleg;

Besluit:

Vast te stellen de volgende ‘Eenmalige regeling afbouw piket voor Centralisten en Calamiteitencoördinatoren Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant’

Ondertekening

Artikel 1.

Deze regeling is van toepassing op de ambtenaar, werkzaam als Centralist of Calamiteitencoördinator op het OCB te Bergen op Zoom, die voor 1 januari 2020 in dienst was van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en tot juni 2020 recht had op een vergoeding piketdienst ingevolge art. 20:1:1 RAVMWB.

Artikel 2.

In afwijking van de limitatieve opsomming van toelagen in art. 3:16, lid 1 RAVMWB hebben de ambtenaren als bedoeld onder lid 1. met toepassing van artikel 9.2 lid 2 Doorlopend Sociaal Plan 2018 eenmalig recht op de Afbouwtoelage overeenkomstig art. 3:16 RAVMWB over de piketvergoeding als bedoeld in artikel 20:1:3, met dien verstande dat de drempel van 3% zoals opgenomen in artikel 3.16 lid 1 tweede bullet RAV MWB niet wordt gehanteerd.

Artikel 3.

De Afbouwtoelage wordt berekend over de uitbetaalde piketvergoeding gedurende de periode van 1 juni 2019 tot 31 mei 2020, zijnde de laatste 12 volle maanden doorgebracht in piket.

Artikel 4.

Voor de berekening van de Afbouwtoelage wordt uitgegaan van de som van de gewerkte piketuren, blijkende uit de administratie van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant.

Artikel 5.

Het aantal piketuren waarover de afbouwtoelage wordt toegepast bedraagt forfaitair 40% van de som als bedoeld onder lid 4, zijnde het aantal in geld uitbetaalde uren.

Artikel 6.

Het onder lid 5 berekende aantal uren wordt vermenigvuldigd met het uurloon van de ambtenaar per 1 mei 2020 en gedeeld door 12 en vormt de grondslag voor de vaststelling van de maandelijkse Afbouwtoelage.

Artikel 7.

Wanneer blijkt dat de referteperiode onder lid 3 geen representatief beeld geeft van de tijd doorgebracht in piket, kan de algemeen directeur/regionaal commandant na een gemotiveerd verzoek van de medewerker een andere referteperiode vaststellen.

Artikel 8

De ‘Eenmalige regeling afbouw piket voor Centralisten en Calamiteitencoördinatoren’ vastgesteld op 24 juni 2021 wordt met terugwerkende kracht tot 24 juni 2021 ingetrokken

Aldus besloten door het Dagelijks bestuur,

Tilburg, 15 september 2021

De voorzitter, Th.L.N. Weterings

De secretaris, J. Trijselaar

Toelichting:

Lid 1.

Door de samenvoeging van de meldkamers van de VRMWB en VRZ in de loop van juni 2020 is noodzaak tot het werken in piket in de loop van juni 2020 komen te vervallen. Medewerkers die vanuit VR Zeeland in dienst zijn gekomen, hebben geen recht op de afbouwregeling piket, omdat ze die via de voormalige werkgever al hebben ontvangen.

Lid 2.

De Afbouwtoelage is toentertijd niet toegepast omdat deze ziet op toelagen in hoofdstuk 3 RAVMWB. Het meldkamerpiket was gebaseerd op Hoofdstuk 20 en valt daarom niet binnen de werkingssfeer van de afbouwregeling. Nadere uitleg van het vigerende doorlopend sociaal plan het Georganiseerd Overleg heeft er toe geleid dat alsnog toepassing gegeven wordt aan de afbouwregeling overeenkomstig artikel 3.16 RAV MWB voor medewerkers die voor 1 januari 2020 in dienst waren bij Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. De drempelwaarde van 3% wordt daarbij als onderdeel van de uitkomst van (nader) overleg met een afvaardiging van het Georganiseerd Overleg in deze specifieke situatie niet gehanteerd, tegen de achtergrond dat de organisatie er forfaitair vanuit moest gaan dat 38%, afgerond 40%, van de piketvergoeding werd uitbetaald, zie ook de toelichting bij lid 4 en 5.

Lid 4 en 5.

Bij de uitwerking deed zich het praktische probleem voor dat piket samen met overwerk op de looncomponent ‘overwerk’ werd geboekt, met als gevolg dat een 1 op 1 herrekening van de piketvergoeding praktisch niet mogelijk bleek. Dit werd in het Georganiseerd Overleg onderkend waarna overeenkomstig het voorstel van een paritair samengestelde werkgroep een forfaitaire berekeningsmethode is overeengekomen. Onderzoek wees uit dat de vergoeding voor de combinatie overwerk en piket een verhouding kende van 38% betaald versus 62% verlof/tijd. Het aantal gewerkte piketuren is bekend. Omdat enkel de uitbetaalde uren in aanmerking komen voor afbouw is besloten 40% (afronding van 38%) van deze piketuren over een referteperiode van 12 maanden als uitgangspunt te nemen, en hier de Afbouwtoelage op toe te passen.

Lid 6.

Door deze uren te vermenigvuldigen met het uurloon van de medewerker per 1 mei 2020 en te delen door 12 maanden wordt het maandelijkse inkomstenverlies als gevolg van het verlies van de Piketvergoeding vastgesteld.