Subsidieregeling GRRG 2021

Geldend van 06-10-2021 t/m 04-05-2023

Intitulé

Subsidieregeling GRRG 2021

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 21 september 2021, nr. 10 afdeling ECP, dossiernummer K21707 het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

Overwegende dat:

  • -

    de provincies met ingang van 2012 de taak hebben gekregen om de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten te verdelen. In februari 2012 hebben Rijk en IPO-afspraken gemaakt over de decentralisatie van de rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten van rijk naar de provincies;

  • -

    de taak behoort bij de verantwoordelijkheid die het ministerie van OCW, de Nationaal Coördinator Groningen, de aardbevingsgemeenten en de provincie Groningen in het Erfgoedprogramma voor het aardbevingsgebied zijn overeengekomen om budget beschikbaar te stellen voor restauratie en onderhoud van rijksmonumenten gelegen in de gemeenten die getroffen zijn door de gevolgen van de gaswinning. Dit vanuit de gedachte dat goed onderhoud de eerste stap in de versterking is;

  • -

    rijksmonumenten worden aangewezen in het algemeen belang en de kosten van instandhouding, in het bijzonder het onderhoud en de restauratie, van rijksmonumenten hoger kunnen zijn dan de kosten voor instandhouding van niet-monumentale gebouwen, vanwege de hogere eisen aan architectonische uitwerking, materiaalgebruik en detaillering;

  • -

    de provincie Groningen het van belang vind om naast de eigenaren van gebouwde rijksmonumenten ook de eigenaren van groene rijksmonumenten in staat te stellen subsidie aan te vragen voor de restauratie van hun groene monument;

  • -

    de Subsidieregeling GRRG 2020 met ingang van 6 oktober 2021 vervalt.

Gelet op:

  • -

    Groningen Erfgoedprogramma 2017-2021;

  • -

    Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen 2017-2021;

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017

  • -

    Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    Erfgoedwet;

  • -

    Besluit ruimtelijke ordening;

  • -

    Omgevingsverordening provincie Groningen 2016;

  • -

    Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten;

  • -

    AGVV: Verordening EU Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, PbEU L 187/1 van 26 juni 2014, Verordening EU 2017/1084 van de Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening EU Nr. 651/2014 wat betreft steun voor haven- en luchthaveninfrastructuur, aanmeldingsdrempels voor steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed en voor steun voor sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, en regelingen inzake regionale exploitatiesteun voor ultraperifere gebieden, en tot wijziging van Verordening EU Nr. 702/2014 wat betreft de berekening van de in aanmerking komende kosten, PbEU L 156/1 van 20 juni 2017, Verordening (EU) 2020/972 van de Commissie van 2 juli 2020 tot wijziging van de Verordening (EU) nr. 1407/2013 wat betreft de verlenging ervan en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 wat betreft de verlenging ervan en desbetreffende aanpassingen, PbEU L 215/3 van 7 juli 2020 en Verordening (EU) 2021/1237 van de Commissie van 23 juli 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PbEU L 270/39 van 29 juli 2021;

  • -

    LVV: Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PbEU L 193/1 van 1 juli 2014;

  • -

    Uitvoeringsprogramma Cultuur Provincie Groningen 2017-2020;

  • -

    de bestuurlijke afspraken tussen IPO en Rijk met betrekking tot de restauratie van rijksmonumenten en het ruimtelijk beleid voor erfgoed uit 2012, alsmede de aanvulling daarop uit 2015.

Besluiten:

Vast te stellende hetgeen volgt:

Regeling groot onderhoud en restauratie rijksmonumenten provincie Groningen 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AGVV: Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, PbEU L 187/1 van 26 juni 2014, laatstelijk gewijzigd bij Verordening EU 2021/1237 van de Europese Commissie van 23 juli 2021, PbEU L 270/39 van 29 juli 2021;

  • b.

    aardbevingsgemeenten: de gemeenten binnen het aardbevingsgebied zoals vastgelegd in de geldende versie van de Omgevingsverordening provincie Groningen;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    comfortverbetering of verfraaiing: werkzaamheden met betrekking tot het wooncomfort, decoratie en de leefbaarheid zoals het binnenklimaat of het verbeteren van functionaliteit;

  • e.

    de-minimisregelgeving: regelgeving omtrent staatssteun uit de Verordeningen van de Europese Commissie 1408/2013, PbEU L352/9, laatstelijk gewijzigd bij 2019/316, PbEU L 51 I/1 (landbouwsector) en 1407/2013, PbEU L352/1 (voor de overige sectoren);

  • f.

    eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het eigendomsrecht heeft op het rijksmonument;

  • g.

    energiebesparende maatregelen: vloer-, gevel-, dakisolatie, isolerende beglazing en het waterzijdig inregelen van de warmte-installatie;

  • h.

    exploitatieplan: een plan dat beschrijft hoe wordt gezorgd voor de exploitatie en het onderhoud van het rijksmonument in de vijf jaren volgend op het jaar waarin een subsidieaanvraag op grond van deze Subsidieregeling GRRG 2020 wordt ingediend. Ook wordt in dit plan de financiële onderbouwing hiervan weergegeven;

  • i.

    gebouwd rijksmonument: een gebouw of zelfstandig bouwkundige eenheid daarvan, of een anderszins vervaardigde onroerende zaak, die om zijn nationale cultuurhistorische waarde door de Rijksoverheid is aangewezen als beschermd monument en met eigen monumentnummer is opgenomen in het rijksmonumentenregister;

  • j.

    groen rijksmonument: rijksmonument of zelfstandig onderdeel daarvan, zijnde een aanleg die geheel of gedeeltelijk bestaat uit beplanting, zoals een park- of tuinaanleg, en die middels een monumentnummer is opgenomen in het rijksmonumentenregister zoals bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet;

  • k.

    groot onderhoud: werkzaamheden die behoren tot het normale onderhoud aan het rijksmonument waarmee verval van het monument wordt voorkomen, waarbij het gaat om omvangrijkere werkzaamheden in omvang of aantal;

  • l.

    herbestemming: het geven van een nieuwe gebruiksfunctie aan een gebouwd rijksmonument of een belangrijk deel van het oppervlak van het gebouwd rijksmonument of de zelfstandig bouwkundige eenheid waarvoor de aanvraag wordt ingediend;

  • m.

    instandhouding: het sober en doelmatig behouden of herstellen van het rijksmonument, waarmee verval van het monument kan worden voorkomen. Binnen deze regeling vallen uitsluitend werkzaamheden voor groot onderhoud, restauratie en vervangende dakbedekking onder instandhouding; klinkende onderdelen: beiaarden, orgels, luidklokken en uurwerken die medebepalend zijn voor de monumentale waarde van het rijksmonument waar zij bestanddeel van zijn;

  • n.

    Leidraad: de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, die beschrijft welke kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen aan een rijksmonument subsidiabel zijn, inclusief het daarbij behorende rekenmodel volgens STABU;

  • o.

    LVV: Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PbEU 2014, L 193/1 van 1 juli 2014;

  • p.

    onroerende zaken: onroerend zijn de grond, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken;

  • q.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • r.

    restauratie: werkzaamheden die het normale, reguliere onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor herstel van het rijksmonument, in het geval van klinkend erfgoed met inbegrip van kosten die samenhangen met het bestrijden en voorkomen van schade door loodcorrosie van orgelpijpen;

  • s.

    rijksmonument: een gebouw of ander object dat door cultuurhistorische waarde en schoonheid van nationaal belang is. De Rijksoverheid beschermt rijksmonumenten met als doel de monumentale waarde ervan te behouden. Rijksmonumenten vallen onder de Erfgoedwet en zijn met een eigen monumentnummer opgenomen in het rijksmonumentenregister;

  • t.

    rijksmonument met woonfunctie: gebouwd rijksmonument dat voor de helft of meer voor bewoning wordt gebruikt;

  • u.

    rijksmonument zonder woonfunctie: gebouwd rijksmonument dat voor minder dan de helft voor bewoning wordt gebruikt;

  • v.

    vervangende dakbedekking: noodzakelijke vervanging van de dakbedekking die geen restauratie is en die op grond van de Leidraad niet subsidiabel is;

  • w.

    zelfstandig bouwkundige eenheid: bouwwerk dat in zowel constructief als functioneel opzicht te onderscheiden is van de naastgelegen bouwwerken. Dat wil zeggen dat het geheel bouwkundig gescheiden moet zijn van aangrenzende bebouwing, een eigen toegang moet hebben en afzonderlijk te gebruiken moet zijn. Bij boerderijen gelden schuur, stal en woonhuis altijd als zelfstandige onderdelen, zelfs als ze aan elkaar zijn vast gebouwd;

  • x.

    zelfstandig onderdeel groen rijksmonument: één of meer delen van een groen rijksmonument, zijnde een aanleg die geheel of gedeeltelijk bestaat uit beplanting, zoals een park- of tuinaanleg, die aan één eigenaar behoren, en niet het gehele rijksmonument omvat.

Artikel 2 Doel

Het hoofddoel van deze regeling is om eigenaren van rijksmonumenten in de provincie Groningen in staat te stellen groot onderhoud en restauratie aan het rijksmonument uit te voeren, welke is gericht op de instandhouding van het monument en zijn monumentale waarden.

Daarnaast beoogt de regeling de herbestemming van gebouwde rijksmonumenten binnen de provincie Groningen en investeringen die een bijdrage leveren aan energiebesparing bij gebouwde rijksmonumenten te stimuleren.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    de eigenaar van een rijksmonument zonder woonfunctie;

  • b.

    de eigenaar van een rijksmonument met of zonder woonfunctie gelegen in een aardbevingsgemeente;

  • c.

    de eigenaar van een groen rijksmonument

  • d.

    de natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de instandhouding van het rijksmonument, als bedoeld onder a, b en c;

  • e.

    de toekomstige eigenaar van een rijksmonument, bedoeld onder a, b en c mits de subsidieaanvraag vergezeld gaat van een door beide partijen ondertekende koopovereenkomst voor het betreffende rijksmonument.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Openstelling

  • 1. Gedeputeerde Staten kunnen één of meer openstellingsbesluiten vaststellen.

  • 2. Een openstellingsbesluit bevat een aanvraagperiode en drie deelsubsidieplafonds.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden uit artikel 4:25, tweede lid en 4:35 Awb en artikel 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a.

    voor de subsidiabele kosten van het project, waarop de aanvraag betrekking heeft, reeds een andere subsidie is verstrekt door Rijk of provincie Groningen voor de instandhouding van het rijksmonument, dit met uitzondering van een aanvraag voor een klinkend onderdeel zoals bedoeld in artikel 1 onder m van een rijksmonument waarvoor tevens een bijdrage uit de landelijke subsidieregeling voor klinkend erfgoed is verstrekt;

  • b.

    voor de subsidiabele kosten van het project, waarop de aanvraag betrekking heeft, al een lening is verstrekt door het Nationaal Restauratiefonds of een andere geldverstrekker waarbij geen rekening is gehouden met een bijdrage uit deze Subsidieregeling;

  • c.

    voor zover bij schade de subsidiabele kosten van het project op grond van een verzekering worden gedekt;

  • d.

    in het geval van een gebouwd rijksmonument de omvang van de subsidiabele kosten voor instandhouding binnen de totale projectkosten minder dan € 35.000,- bedraagt;

  • e.

    in het geval van een groen rijksmonument de omvang van de subsidiabele kosten voor instandhouding binnen de totale projectkosten minder dan € 20.000,- bedraagt;

  • f.

    in het geval van een aanvraag voor een klinkend onderdeel de subsidiabele kosten minder bedragen dan € 35.000 ingeval van een beiaard of orgel en minder dan € 5.000 ingeval van een luidklok of uurwerk;

  • g.

    de aanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert als bedoeld in artikel 2, lid 18, van de AGVV;

  • h.

    de aanvrager een onderneming is tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de AGVV;

  • i.

    het rijksmonument in het bezit is van de overheid met uitzondering van de Zelfstandige Bestuursorganen, tenzij er sprake is van indiening van een aanvraag door een toekomstige eigenaar als bedoeld in artikel 3, onder e en deze toekomstige eigenaar geen overheid is;

  • j.

    er geen sluitende begroting en geen dekkingsplan is waaruit blijkt dat alle subsidiabele kosten van het project voor instandhouding, vervangende dakbedekking, herbestemming en energiebesparende maatregelen kunnen worden gefinancierd;

  • k.

    er alleen subsidie wordt aangevraagd voor herbestemming of het nemen van energiebesparende maatregelen, zonder de combinatie met een aanvraag voor groot onderhoud en restauratie;

  • l.

    er alleen subsidie wordt aangevraagd voor vervangende dakbedekking, zonder de combinatie met een aanvraag voor groot onderhoud en restauratie, tenzij uit het inspectierapport blijkt dat er geen andere werkzaamheden groot onderhoud of restauratie aan het rijksmonument nodig zijn;

  • m.

    niet is voldaan aan de bepalingen, verplichtingen en vereisten zoals die zijn gesteld in deze regeling.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn:

  • a.

    kosten in het kader van het groot onderhoud en de restauratie van een gebouwd rijksmonument. Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt en gespecificeerd in de Leidraad.

  • b.

    kosten in het kader van de restauratie van een groen rijksmonument. Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt en gespecificeerd in de Leidraad;

  • c.

    kosten die nodig zijn voor de herbestemming van het gebouwd rijksmonument. Dit betreft de sober en doelmatige investeringskosten die noodzakelijk zijn om de met het ingediende project specifiek beoogde herbestemming mogelijk te maken, en die rechtstreeks verband houden met het rijksmonument;

  • d.

    kosten voor het nemen van energiebesparende maatregelen in het gebouwd rijksmonument;

  • e.

    kosten voor vervangende dakbedekking van het gebouwd rijksmonument, indien het vervangen van de dakbedekking aantoonbaar technisch noodzakelijk is, en het ten tijde van de aanvraag niet mogelijk is de huidige dakbedekking te restaureren zoals bedoeld in de Leidraad.

  • f.

    Kosten gemaakt voorafgaand aan de subsidieaanvraag komen niet voor subsidie in aanmerking, met uitzondering van kosten gemaakt ter voorbereiding van de subsidieaanvraag, bestaande uit aanbestedingskosten, leges, en kosten voor inspectie, onderzoek, planvorming of rapporten.

Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten

Naast het bepaalde in artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten van doe-het-zelf-werk of kosten die door niet-deskundigen worden gemaakt;

  • b.

    kosten voor het uitvoeren van herstelwerkzaamheden als gevolg van schade veroorzaakt door een derde of de eigenaar van het rijksmonument;

  • c.

    kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn;

  • d.

    kosten voor werkzaamheden die zijn gericht op comfortverbetering of verfraaiing.

Artikel 9 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie voor het groot onderhoud en restauratie aan gebouwde rijksmonumenten inclusief eventuele kosten voor vervangende dakbedekking en energiebesparende maatregelen bedraagt maximaal € 400.000,-.

    • a.

      de subsidie voor groot onderhoud en restauratie bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten;

    • b.

      de subsidie voor energiebesparende maatregelen bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 5.000,-;

    • c.

      de subsidie voor vervangende dakbedekking bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2. De subsidie voor herbestemming bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000,-.

  • 3. De subsidie voor restauratie van groene rijksmonumenten bedraagt maximaal 400.000,- en maximaal 70% van de subsidiabele kosten;

  • 4. De subsidie voor klinkend erfgoed bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten. Indien voor het ingediende project ook een aanvraag is ingediend voor de landelijke subsidieregeling klinkend erfgoed, bedraagt de subsidie maximaal 40% van de subsidiabele kosten.

  • 5. Onverminderd het bepaalde in het vierde lid wordt, indien ter zake van de te subsidiëren activiteiten reeds door een ander bestuursorgaan of door de Europese Commissie steun is verstrekt, de hoogte van de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan 80% van het totaal van de voor subsidie in aanmerking komende kosten met een maximum van € 1.000.000,-.

Artikel 10 Staatssteun

  • 1. Indien de subsidie voor groot onderhoud, restauratie, vervangende dakbedekking en herbestemming staatssteun vormt als omschreven in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt de subsidie verleend onder de voorwaarden van de AGVV. In dat geval wordt toepassing gegeven aan artikel 53 van de AGVV ('Steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed').

  • 2. Indien de subsidie voor groot onderhoud, restauratie, vervangende dakbedekking en herbestemming staatssteun vormt als omschreven in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de subsidieontvanger een bedrijf in de sector van primaire landbouwproductie betreft, wordt de subsidie verleend onder de voorwaarden van de LVV. In dat geval wordt toepassing gegeven aan artikel 29 van de LVV ('Steun voor investeringen voor de instandhouding van cultureel en natuurlijk erfgoed op landbouwbedrijven').

  • 3. Indien de subsidie voor energiebesparende maatregelen staatssteun vormt als omschreven in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt de subsidie verleend onder de voorwaarden van de de-minimisregelgeving.

Artikel 11 Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. In aanvulling op artikel 2.1 van de Procedureregeling bevat een subsidieaanvraag:

    • a.

      een door een deskundige opgesteld plan voor het groot onderhoud of een restauratieplan conform artikel 12 voor het rijksmonument met een actuele beschrijving van de werkzaamheden;

    • b.

      indien ook subsidie voor herbestemming, energiebesparende maatregelen of vervangende dakbedekking wordt aangevraagd, een door een deskundige opgesteld projectplan waarin naast de werkzaamheden van groot onderhoud en restauratie ook een actuele beschrijving van de werkzaamheden herbestemming, energiebesparende maatregelen of vervangende dakbedekking zijn opgenomen;

    • c.

      indien de aanvraag wordt ingediend door de natuurlijke of rechtspersoon die belast is met de instandhouding van het rijksmonument, niet zijnde de eigenaar, stukken waaruit blijkt dat de aanvrager volledig verantwoordelijk is voor de instandhouding en dat deze natuurlijke of rechtspersoon hiervoor is aangewezen door de eigenaar;

    • d.

      de benodigde vergunningen voor de werkzaamheden aan het betreffende monument waarvoor subsidie wordt aangevraagd, dan wel een schriftelijke verklaring van het bevoegd gezag dat een vergunning voor de in het project opgenomen werkzaamheden niet is vereist. Deze moet binnen 6 weken na sluitingsdatum van de tender worden ingediend;

    • e.

      een begroting van het gehele ingediende project inclusief eventuele onderdelen ten behoeve van herbestemming, energiebesparende maatregelen en vervangende dakbedekking, opgemaakt in het door Gedeputeerde Staten vastgestelde format;

    • f.

      een dekkingsplan waaruit blijkt met welke financiële middelen het gehele ingediende project gedekt wordt, inclusief bewijsstukken waaruit blijkt dat de in het dekkingsplan opgenomen financiële middelen reeds toegezegd dan wel beschikbaar zijn;

    • g.

      een toelichting op alle wegingsfactoren, genoemd in artikel 13;

    • h.

      een tijdsplanning van de werkzaamheden;

    • i.

      in het geval een aanvraag wordt gedaan voor herbestemming: een exploitatieplan voor de vijf jaren volgend op het jaar waarin een subsidieaanvraag voor de GRRG 2021 wordt ingediend;

    • j.

      indien er sprake is van kosten voor het aanbrengen van energiebesparende maatregelen: een beschrijving van de voorgenomen maatregelen en een offerte of kostenraming opgemaakt door een ter zake deskundige onder vermelding van naam en datum;

    • k.

      indien er sprake is van kosten voor vervangende dakbedekking: een toelichting waarin onderbouwd wordt dat er sprake is van vervangende dakbedekking zoals bedoeld in artikel 1, onder v, en een offerte of kostenraming onder vermelding van naam en datum, opgemaakt door een ter zake deskundige;

    • l.

      indien er sprake is van vervangende dakbedekking zonder dat er sprake is van groot onderhoud en restauratie: een technisch rapport van het rijksmonument waaruit blijkt dat groot onderhoud en restauratie niet noodzakelijk is;

    • m.

      indien er sprake is van kosten voor het aanbrengen van energiebesparende maatregelen: een door de aanvrager ingevulde en ondertekende verklaring de-minimissteun;

    • n.

      bij een aanvraag van een vereniging van eigenaren: een uitdraai van de Kamer van Koophandel van de vereniging en een splitsingsakte;

    • o.

      bij een gezamenlijke aanvraag van meerdere eigenaren: een splitsingsakte.

  • 3. Een beschikking tot subsidieverlening wordt gegeven binnen 16 weken na afloop van de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend.

Artikel 12 Restauratieplan

Een restauratieplan of plan voor groot onderhoud bestaat uit:

  • a.

    een beknopte omschrijving van de maatregelen groot onderhoud of restauratie die worden genomen;

  • b.

    een rapport met een beschrijving van de technische staat of een inspectierapport van het gehele rijksmonument niet ouder dan 30 maanden, waarin de gebreken van het rijksmonument nauwkeurig worden beschreven; in het geval van een aanvraag voor een beiaard of orgel een actueel inspectierapport over de technische staat van het klinkend onderdeel en van de zelfstandige bouwkundige eenheid waar het deel van uitmaakt;

  • c.

    afbeeldingen waarop de bestaande toestand van het rijksmonument gedetailleerd wordt weergegeven, waarbij in het geval van een aanvraag met constructieve wijzigingen tekeningen van de bestaande toestand, en waarbij in het geval van een aanvraag voor klinkende onderdelen ook de situering in het gebouw en van de aanwezige gebreken;

  • d.

    afbeeldingen van de voorgenomen herstelwerkzaamheden aan en wijzigingen van het rijksmonument, waarbij in het geval van wijzigingen aan het rijksmonument ook gedetailleerde tekeningen en in het geval van een groen monument een uitvoeringstekening;

  • e.

    een gespecificeerd bestek en werkbeschrijving;

  • f.

    een tuinhistorisch of bouwhistorisch onderzoek zoals/indien gevraagd voor de monumentenvergunning voor een groen rijksmonument;

  • g.

    een kap- en rooiplan en een beplantingsplan in geval van een groen rijksmonument;

  • h.

    Wanneer relevant voor de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd; rapporten inzake bouwfysische, bouwhistorische, constructieve, cultuurhistorische, decoratieve, materiaaltechnische of preventieve aspecten.

  • i.

    de in de onderdelen a tot en met g genoemde beschrijvingen, tekeningen en rapportages dienen te zijn opgemaakt door een aantoonbaar deskundige op dit vlak overeenkomstig de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten van de rijkssubsidieregeling Subsidieregeling instandhouding monumenten.

Artikel 13 Wegingsfactoren

  • 1.

    De volgende factoren zijn bij de weging van alle aanvragen van toepassing:

    • a.

      de mate van cofinanciering;

    • b.

      de staat van onderhoud van het rijksmonument;

  • 2.

    Voor aanvragen voor gebouwde rijksmonumenten waarbij sprake is van herbestemming geldt daarnaast de volgende factor: de mate waarin de herbestemming bijdraagt aan de instandhouding in de toekomst door een verbetering van de exploitatiemogelijkheden van het monument. De mate waarin aan deze factor wordt voldaan moet blijken uit een exploitatieplan inclusief inhoudelijke toelichting voor vijf jaren volgend op het jaar waarin de subsidieaanvraag is ingediend.

  • 3.

    Voor aanvragen voor gebouwde rijksmonumenten uit de aardbevingsgemeenten geldt daarnaast de volgende factor: de mate waarin er sprake is van groot onderhoud en restauratie in combinatie met schadeherstel of versterking in relatie met aardbevingsschade. Indien sprake is van herstel aardbevingsschade en/of versterking in verband met aardbevingsschade, die voorafgaand of ten tijde van het ingediende project is of wordt uitgevoerd, dienen de relevante stukken, waaronder schaderapporten, aan de subsidieaanvraag te worden toegevoegd.

Artikel 14 Verdeelsystematiek

  • 1. De beschikbare gelden worden volgens de tendersystematiek verdeeld in volgorde van rangschikking van de aanvragen, waarbij een aanvraag hoger wordt gerangschikt naarmate deze meer voldoet aan de wegingsfactoren genoemd in artikel 13 en op deze wegingsfactoren meer punten scoort, zoals nader beschreven in bijlage 1 'Uitwerking Wegingsfactoren GRRG' van deze regeling.

  • 2. Indien één van de twee deelsubsidieplafonds voor gebouwde rijksmonumenten zonder woonfunctie buiten het aardbevingsgebied of voor gebouwde rijksmonumenten met of zonder woonfunctie in het aardbevingsgebied niet geheel wordt bereikt door verlening van subsidies, vloeit het resterende budget van het ene naar het andere subsidieplafond in de betreffende tender.3. In het geval dat er onvoldoende budget beschikbaar is voor het honoreren van alle volledige aanvragen, en na de weging van de aanvragen, zoals bedoeld in lid 1, blijkt dat het subsidieplafond bereikt wordt binnen twee of meer aanvragen met hetzelfde aantal punten, wordt door middel van loting door een notaris een rangschikking aangebracht in de aanvragen met dezelfde score;

Artikel 15 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig het ingediende projectplan en restauratieplan, en overeenkomstig het bepaalde in de beschikking tot subsidieverlening;

  • 2. Onvoorziene wijzigingen in het project of projectplan die het detailniveau overstijgen worden direct schriftelijk ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten voorgelegd.

  • 3. Zodra de werkzaamheden starten, dient dit te worden gemeld aan Gedeputeerde Staten, waarbij ook wordt aangegeven of de planning ongewijzigd is. Indien de planning van de werkzaamheden is gewijzigd, moet de aanleiding daarvan worden toegelicht en een aangepaste planning worden meegestuurd.

  • 4. Met de werkzaamheden voor gebouwde rijksmonumenten wordt gestart binnen zes maanden na de datum van de subsidieverlening, met de werkzaamheden voor groene rijksmonumenten binnen één jaar na de datum van de subsidieverlening.

  • 5. De werkzaamheden aan een rijksmonument mogen alleen worden uitgevoerd onder leiding van een architect of deskundige met voldoende ervaring met groot onderhoud dan wel restauratie, rekening houdend met de Erfgoedwet en andere relevante wet- en regelgeving.

  • 6. Bij de uitvoering van de werkzaamheden dienen de uitvoeringsrichtlijnen vastgesteld door de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg te worden gevolgd.

  • 7. Gedeputeerde Staten kunnen toestemming verlenen af te wijken van het vijfde lid, indien naar hun oordeel blijkt dat het groot onderhoud onder begeleiding van een organisatie plaatsvindt, waarvan de deskundigheid op dit terrein genoegzaam is gebleken.

  • 8. Voor gebouwde rijksmonumenten dienen de werkzaamheden te zijn voltooid binnen twee jaar na de datum van de start, voor groene rijksmonumenten binnen drie jaar na de datum van de start.

  • 9. Verlenging van de termijnen, bedoeld in het vierde en achtste lid, is alleen mogelijk indien vóór het aflopen van de termijn een schriftelijk verzoek hiertoe bij Gedeputeerde Staten wordt ingediend. Dit verzoek bevat een toelichting op de reden van de vertraging of de voortgang van de activiteit, en de verwachte duur van de vertraging. Deze verlenging is eenmalig en bedraagt maximaal één jaar.

  • 10. Gedeputeerde Staten kunnen in afwijking van lid 9 instemmen met verlenging van de termijnen als de vertraging van het project het gevolg is van overmacht of indien er sprake is van aardbevingsschade aan het rijksmonument.

  • 11. De subsidieontvanger van een subsidie tot € 25.000,- doet onverwijld schriftelijk melding van de afronding van het project.

  • 12. In afwijking van artikel 2.11, tweede lid, van de Procedureregeling levert de subsidieontvanger bij subsidies van boven de € 25.000,- halverwege de uitvoering van het project een tussentijdse rapportage aan. In deze rapportage wordt de inhoudelijke en financiële voortgang van het project beschreven, gerelateerd aan het bij de aanvraag ingediende restauratieplan en de begroting en met inachtneming van de berekende subsidiabele kosten.

  • 13. Indien sprake is van verstrekking van opdrachten voor werken, leveringen of diensten, wordt voldaan aan de wet- en regelgeving voor aanbesteden, waarbij de geldende drempels en procedures van de Aanbestedingswet 2012 in acht worden genomen.

  • 14. Van bouw- en directieverslagen van de uitvoering van het project dienen per e-mail afschriften te worden verzonden aan de ambtelijke contactpersoon.

  • 15. Indien sprake is van het vervangen van de dakbedekking als bedoeld in artikel 7 onder e, moet het materiaal waarmee de bestaande dakbedekking wordt vervangen aansluiten bij de monumentale waarde van het rijksmonument.

  • 16. De subsidieontvanger wordt, indien mogelijk, verzocht het groot onderhoud of de restauratie aan te melden als leerlingwerkplaats bij het Restauratie Opleidingsproject Noord.

  • 17. Alleen bij aanvragen ingediend door de toekomstige eigenaar, bedoeld in artikel 3 onder e, moet binnen 6 weken na subsidieverlening de levering van het rijksmonument hebben plaatsgevonden en Gedeputeerde Staten daarvan op de hoogte zijn gesteld.

Artikel 16 Vaststelling subsidies tot € 25.000

  • 1. Subsidies tot € 25.000 die niet zijn verstrekt met toepassing van de AGVV en LVV als bedoeld in artikel 10 worden ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2. Een aanvraag tot subsidievaststelling van subsidies tot € 25.000 die zijn verstrekt met toepassing van de AGVV en LVV als bedoeld in artikel 10, wordt ingediend uiterlijk 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3. Bij de aanvraag tot vaststelling van subsidies tot € 25.000 die zijn verstrekt met toepassing van de AGVV en LVV als bedoeld in artikel 10 is een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten vereist. Indien er sprake is van het gecombineerd uitvoeren van restauratie/groot onderhoud en aardbevingsschade herstel wordt bij een aanvraag tot vaststelling een document bijgevoegd waaruit blijkt welke schade erkend is als bevingsschade.

  • 4. In de verklaring als bedoeld in het vorige lid geeft de subsidieontvanger aan:

    • a.

      dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht, voorzien van een korte toelichting;

    • b.

      dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;

    • c.

      het totale bedrag van alle gerealiseerde subsidiabele kosten;

    • d.

      in voorkomend geval, de stand van de egalisatiereserve;

    • e.

      het totale bedrag van de gerealiseerde opbrengsten, inclusief bijdragen van derden, en;

    • f.

      het totale bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage.

Artikel 17 Vaststelling subsidies van € 25.000 tot € 125.000

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. Bij een subsidie van € 25.000 tot € 125.000 wordt bij de aanvraag tot vaststelling een activiteitenverslag overgelegd, waaruit genoegzaam blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening zijn verricht en aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 3. Bij een subsidie van € 25.000 tot € 125.000 wordt bij de aanvraag tot vaststelling een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten overgelegd zoals bedoeld in artikel 16, vierde lid.

  • 4. Indien er sprake is van het gecombineerd uitvoeren van restauratie/groot onderhoud en aardbevingsschade herstel wordt bij de aanvraag tot vaststelling een document bijgevoegd waaruit blijkt welke schade erkend is als bevingsschade.

Artikel 18 Vaststelling subsidies van € 125.000 of meer

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. Subsidies van € 125.000 of meer worden vastgesteld op basis van de werkelijke uitgaven en inkomsten van de activiteiten waarvoor zij zijn verleend, tenzij in de subsidieverleningsbeschikking anders is bepaald.

  • 3. Bij een subsidie van € 125.000 of meer wordt bij de aanvraag tot vaststelling overgelegd:

    • a.

      een activiteitenverslag waaruit blijkt dat de activiteit, waarvoor subsidie is verstrekt, overeenkomstig het besluit tot subsidieverlening is verricht en aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een financieel verslag, waarin in ieder geval is opgenomen:

      • i.

        een opgave van het bedrag van de werkelijke subsidiabele kosten;

      • ii.

        een opgave van het bedrag van de gerealiseerde opbrengsten, met inbegrip van bijdragen van derden, en een opgave van het bedrag van de gerealiseerde eigen bijdrage;

    • c.

      een controleverklaring van een accountant over het financieel verslag, waarbij geldt dat Gedeputeerde Staten een controleprotocol kunnen vaststellen.

  • 4. Indien er sprake is van het gecombineerd uitvoeren van restauratie/groot onderhoud en aardbevingsschade herstel wordt bij de aanvraag tot vaststelling een document bijgevoegd waaruit blijkt welke schade erkend is als bevingsschade

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt in het Provinciaal Blad en treedt in werking op 6 oktober 2021.

Artikel 20 Intrekking en Overgangsrecht

De subsidieregeling GRRG 2020 wordt met ingang van 6 oktober 2021 ingetrokken met dien verstande dat de subsidieregeling GRRG 2020 van toepassing blijft op subsidies die voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd of verleend, en op daarop betrekking hebbende bezwaar- of beroepschriften.

Artikel 21 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling GRRG 2021.

Ondertekening

Groningen, 21 september 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas

Voorzitter

J. Schrikkema

secretaris

Bijlage 1 behorend bij de Subsidieregeling GRRG 2021

UITWERKING WEGINGSFACTOREN RESTAURATIEPROJECTEN

Bijlage behorende bij en onderdeel uitmakende van de Subsidieregeling GRRG 2021

ALLE PROJECTEN:

  • 1.

    Mate van cofinanciering

Mate waarin sprake is van cofinanciering op het onderdeel groot onderhoud / restauratie.

Score:

0 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 65%

1 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 60% tot 65%

2 - gevraagd wordt een bijdrage vanaf 55% tot 60%

3 - gevraagd wordt een bijdrage onder de 55%

  • 2.

    Staat van onderhoud van het monument (telt twee keer mee)

Dit betreft de onderhoudstoestand en constructieve toestand van het rijksmonument of de onderdelen van het rijksmonument waarop de werkzaamheden betrekking hebben.

De gegevens uit het inspectierapport c.q. de rapportage van het monument is leidend voor de bepaling van deze score.

Score:

0 - Het monument c.q. het deel / de delen waarvoor wordt aangevraagd is in een goede staat van onderhoud.

1 - Het monument c.q. het deel / de delen waarvoor wordt aangevraagd is in een redelijke staat van onderhoud.

2 - Het monument c.q. het deel / de delen waarvoor wordt aangevraagd is in een matige staat van onderhoud.

3 - Het monument c.q. het deel / de delen waarvoor wordt aangevraagd is in een slechte staat van onderhoud.

4 - Het monument c.q. het deel / de delen waarvoor wordt aangevraagd zijn in dermate slechte staat van onderhoud dat er een onveilige situatie ontstaat.

EXTRA VOOR PROJECTEN t.b.v. GEBOUWDE RIJKSMONUMENTEN met HERBESTEMMING:

  • 3.

    Mate waarin de herbestemming bijdraagt aan het behoud c.q. de exploitatie van het monument na de realisatie van het project:

Bij het beoordelen van aanvragen waarbij sprake is van herbestemming van het monument wordt een score toegekend op dit onderdeel.

Voor deze projecten moet de aanvrager een bijlage bijvoegen met een inhoudelijke beschrijving en financiële onderbouwing van de manier waarop in de periode van vijf jaren na het jaar van indiening van de subsidieaanvraag wordt voorzien in de exploitatie van het rijksmonument en / of in de benodigde onderhoudswerkzaamheden om het rijksmonument in een goede staat te houden. We willen hiermee antwoord op de vragen krijgen:

  • o

    1. Hoeveel financiële middelen er in de komende periode binnenkomt voor het benodigde onderhoud aan het rijksmonument, en

  • o

    2. Of de herbestemming daar een gunstige invloed op heeft.

Hierbij wordt gekeken naar drie aspecten: a. het financiële (zoals opgenomen in het exploitatieplan, b. het economische (is het economische toekomstperspectief voor de betreffende functie(s) op de locatie gunstig) en c. het organisatorische (betreft het een solide organisatie).

Score:

0 - Het benodigde onderhoud voor de komende zes jaren kan, blijkend uit het exploitatieplan, nèt worden betaald uit de inkomsten dan wel aanwezige middelen (financieel perspectief);

1 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende is (er worden voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en het economische en organisatorische perspectief ook voldoet;

2 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende tot goed is (er worden ruim voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en het economische of organisatorische perspectief ook voldoende is;

3 - Het project levert een exploitatie op waarbij het financiële perspectief voldoende tot goed is (er worden ruim voldoende inkomsten verwacht voor toekomstig onderhoud), en daarnaast zowel het economische en organisatorische perspectief goed tot zeer goed is.

PROJECTEN t.b.v. GEBOUWDE RIJKSMONUMENTEN GELEGEN BINNEN DE TIEN AARDBEVINGSGEMEENTEN VAN HET ERFGOEDPROGRAMMA 2017-2020

  • 4.

    Urgentie (telt twee keer mee)

De mate waarin er sprake is van groot onderhoud in combinatie met schadeherstel of versterking in relatie met aardbevingsschade. Het herstel van de schade hoeft hierbij niet in de ingediende projectaanvraag te zijn opgenomen, maar het project groot onderhoud / restauratie wordt wel in combinatie met schadeherstel en/of versterking uitgevoerd.

Score:

0 - Er is geen sprake van een combinatie van groot onderhoud / restauratie en schadeherstel en/of versterking c.q. de schade is in het verleden al geheel hersteld en/of wordt in de toekomst herstel buiten dit ingediende GRRG project om.

1 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud / restauratie en schadeherstel.

2 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud / restauratie en versterking.

3 - Er is sprake van een combinatie van groot onderhoud / restauratie, schadeherstel èn versterking.

Bepaling totaalscore:

Om projecten groen erfgoed en gebouwd erfgoed met en zonder herbestemming onderling te kunnen vergelijken, wordt de totaalscore in punten gedeeld door het maximaal aantal te behalen punten op de wegingsfactoren die van toepassing zijn en vermenigvuldigd met 100. De berekende score heeft twee cijfers achter de komma.

Alle aanvragen worden aan de hand van de van toepassing zijnde wegingsfactoren gewogen. Dit levert een rangschikking aan scores op. Aan de hand van deze rangschikking wordt het beschikbare budget aan de projecten toegewezen totdat het subsidieplafond dat van toepassing is wordt bereikt.

Voorbeelden:

  • Een herbestemmingsproject in het bevingsgebied: Hiervoor gelden alle wegingsfactoren (alle vier dus). Aangezien twee wegingsfactoren dubbel tellen is de maximale score 20. Het voorbeeldproject behaalt in totaal een score van 12. {13/20}*100 = 65,00.

  • Een project voor de instandhouding van een groen rijksmonument:

  • Hiervoor gelden alleen de eerste twee wegingsfactoren. Omdat de tweede factor twee keer meetelt is de maximale score 11. Het voorbeeldproject behaalt in totaal een score van 7 {7/11}*100 = 63,64.

FORMULIER WEGINGSFACTOREN GRRG 2020

Wegingsfactoren:

Toelichting

Score

Voor alle projecten

 
 
  • 1.

    Mate van cofinanciering

 

….

  • 2.

    Staat van onderhoud van het monument (telt twee keer mee)

 

... x 2

=

....

Alleen voor gebouwde monumenten met herbestemming:

  • 3.

    Bijdrage aan de herbestemming van het monument

 

….

Voor gebouwde monumenten gelegen binnen de aardbevingsgemeenten

  • 4.

    Urgentie (telt twee keer mee)

 

... x 2 =

....

Totaalscore

Totaal aantal punten /

Maximaal aantal te behalen punten = .… * 100 =

....