Regeling vervallen per 01-10-2021

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Werk en Inkomen Lekstroom 2 (Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten WIL – Houten 2)

Geldend van 28-09-2021 t/m 30-09-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Werk en Inkomen Lekstroom 2 (Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten WIL – Houten 2)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten;

gelet op:

- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 35 Participatiewet;

overwegende dat:

- dat het college aparte, tijdelijke, beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten WIL (vanaf nu TONK 1 te noemen) heeft vastgesteld voor de periode 1 januari tot en met 30 juni 2021;

- dat het kabinet besloten heeft om de TONK te verlengen tot en met het derde kwartaal van 2021, waardoor het aanvragen van de TONK ook nog over de periode juli tot en met september 2021 mogelijk is;

- dat enkele van de eerder vastgestelde voorwaarden in de beleidsregels mogelijk zorgen voor minder aanvragen van potentiële klanten en dat deze voorwaarden voor de uitvoering tijdrovende onderzoeken opleveren;

- dat de verlenging van de tijdelijke noodmaatregel van 1 juli 2021 naar 1 oktober 2021 een goed moment is om de beleidsregels op enkele onderdelen aan te passen;

- dat nu nog niet duidelijk is of er nog meer verlengingen komen,

- dat het niet efficiënt is om steeds opnieuw (dezelfde) beleidsregels te moeten vaststellen en

- dat daarom in deze beleidsregels op een verdere verlenging geanticipeerd wordt;

besluit de volgende beleidsregel vast te stellen:

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten WIL – Houten 2

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. wet: Participatiewet;

b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten;

c. inkomen: totaal van het netto maandinkomen exclusief vakantiegeld van

de aanvrager en de eventuele partner;

d. partner: degene met wie de aanvrager een gezamenlijke huishouding voert in de zin van de wet;

e. inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen van minimaal 30% als gevolg van de coronacrisis;

f. peilmaand: de maand waarin de inkomensterugval voor het eerst 30% of meer bedraagt;

g. woning: een zelfstandige woning voorzien van een eigen toegang, alsmede een woonwagen op een erkende standplaats of een woonschip, waarbij geen wezenlijke woonfuncties zoals woon- en slaapruimte, was- en kookgelegenheid en toilet met andere woningen worden gedeeld, welke door de aanvrager als hoofdverblijf wordt gebruikt;

h. woonquote: percentage (%) woonkosten (huur/hypotheekrente) ten opzichte van het netto inkomen van de peilmaand.

2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze beleidsregel van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK 2 is bedoeld voor de aanvrager:

- die als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen;

- waarvan de inkomensterugval een terugval betreft van het inkomen uit arbeid en/of het inkomen uit onderneming;

- die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonkosten niet meer kan voldoen; en

- waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende uitkomst bieden.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

1. Het college kan een tegemoetkoming TONK 2 verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten uit het inkomen of de beschikbare geldmiddelen niet mogelijk is;

2. Er kan volstaan worden met een verklaring van de aanvrager, mits aannemelijk is dat de substantiële terugval in inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19);

3. De inkomensterugval van de peilmaand ten opzichte van januari 2020 is minimaal 30%;

4. De noodzakelijk kosten zijn minimaal 35% van het inkomen voor een gezin en minimaal 40% voor een alleenstaande;

5. Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager toereikende woonkostentoeslag als bedoeld in artikel 35 Participatiewet ontvangt of gebruik kan maken van een andere voorziening die passend en toereikend is voor de gevraagde kosten;

6. De beschikbare geldmiddelen niet meer bedragen dan € 100.000,-;

7. De ‘Beleidsregels individuele bijzondere bijstand WIL’ zijn niet van toepassing op de aanvragen TONK 2.

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK 2 kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke algemene kosten van bestaan:

a. kosten van huur (minus huurtoeslag);

b. kosten van de hypotheekrente voor de eigen woning, vermeerderd met de premie voor de opstalverzekering en de premie overlijdensrisicoverzekering (mits gekoppeld aan de hypotheek);

c. gemeentelijke belastingen, mits geen kwijtschelding hiervoor verkregen of verkregen kan worden.

Artikel 5 Aanvraag

1. De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt bij voorkeur digitaal ingediend via www.wil-lekstroom.nl. Indien dit voor aanvrager niet mogelijk is, kan de aanvraag schriftelijk worden ingediend.

2. Aanvrager en, indien van toepassing, partner verklaren bij de aanvraag:

a) dat de substantiële terugval in inkomen het gevolg is van de coronacrisis (Covid-19);

b) dat het vermogen, bestaande uit direct beschikbare geldmiddelen, niet meer bedraagt dan € 100.000,-;

c) wat de hoogte van het inkomen is in de peilmaand;

d) wat de hoogte van het inkomen is van de maand januari 2020;

e) wat de hoogte van de noodzakelijke (woon)kosten is, zoals bedoeld in artikel 4, in de peilmaand.

3. Aanvrager en, indien van toepassing, partner overleggen bij de aanvraag:

a) de bewijzen van het inkomen in de peilmaand;

b) de bewijzen van het inkomen van de maand januari 2020;

c) de bewijzen van de noodzakelijke kosten in de peilmaand;

d) bewijsstukken waaruit de hoogte van de huur of hypotheek, premie opstalverzekering en premie overlijdensrisicoverzekering blijkt en een bewijs van de aanslag gemeentelijke belastingen;

e) overige gegevens die nodig zijn om de identiteit, woonsituatie en financiële situatie vast te stellen.

4. Een aanvraag tegemoetkoming TONK 2 kan worden ingediend tot en met 31 oktober 2021, danwel – bij verdere verlenging van de tijdelijke noodmaatregel – tot en met een maand na de laatste dag dat de tijdelijke noodmaatregel van overheidswege blijft bestaan.

Artikel 6 Inlichtingenplicht en controle

1. De aanvrager en/of de partner doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet kunnen zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op de tegemoetkoming.

2. De aanvrager en/of de partner is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is om het recht op de tegemoetkoming te kunnen vaststellen.

3. Het college controleert steekproefsgewijs achteraf of inwoners die de tegemoetkoming TONK 2 hebben ontvangen hier ook daadwerkelijk recht op hadden. Bij deze controle worden in ieder geval de overlegde bewijzen betrokken als bedoeld in artikel 5 derde lid.

4. De controle kan leiden tot een terugvordering van de uitgekeerde tegemoetkoming.

Artikel 7 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK 2 kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 juli 2021. De tegemoetkoming gaat in vanaf 1 juli 2021 of vanaf de eerste dag van de peilmaand als deze peilmaand na 1 juli 2021 valt.

Artikel 8 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 juli tot en met 30 september 2021, dan wel – bij verlenging van de tijdelijke noodmaatregel – tot en met de laatste dag dat de tijdelijke noodmaatregel van overheidswege blijft bestaan.

Artikel 9 Inkomen

1. Voor het vaststellen van het inkomen sluiten wij aan bij de artikelen 31, 32 en 33 van de Participatiewet, met uitzondering van artikel 33 lid 4. De kostendelersnorm is niet van toepassing.

2. Voor het vaststellen van het inkomen uit onderneming sluiten wij aan bij de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).

Artikel 10 Vermogen bestaande uit beschikbare geldmiddelen

1. Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

2. Het betreft de beschikbare geldmiddelen van de aanvrager en het gezin van de aanvrager.

3. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

a. contant geld;

b. geld op betaal- en spaarrekeningen;

c. cryptovaluta (zoals bitcoins);

d. de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

4. Van de beschikbare geldmiddelen wordt een bedrag van € 100.000,- vrijgelaten.

5. Het overige vermogen wordt buiten beschouwing gelaten.

Artikel 11 Toekenning en hoogte tegemoetkoming

1. De toekenning en hoogte van de tegemoetkoming TONK 2 wordt bepaald op basis van de woonquote.

2. De voor de woonquote toepasselijke woonkosten worden als volgt bepaald:

a. bij huurwoning: kosten in de peilmaand van huur vermeerderd met de gemeentelijke belastingen huurdersdeel minus de huurtoeslag;

b. bij eigen woning: kosten in de peilmaand van de hypotheekrente voor de woning vermeerderd met de gemeentelijke belastingen en vermeerderd met de premie voor de opstalverzekering en de premie overlijdensrisicoverzekering (mits gekoppeld aan de hypotheek) .

3. Om in aanmerking te komen voor TONK 2 dient de woonquote van de aanvrager te voldoen aan een grenswaarde. De grenswaarden in Bijlage 1 bepalen aan welke woonquote minimaal moet worden voldaan.

4. Bij een woonquote op of hoger dan de van toepassing zijnde grenswaarde in Bijlage 1 wordt bepaald of er sprake is van TONK Laag of TONK Hoog:

a. bij een woonquote op of hoger dan de lage grenswaarde en lager dan de hoge grenswaarde, is sprake van TONK Laag;

b. bij een woonquote op of hoger dan de hoge grenswaarde is sprake van TONK Hoog.

5. De tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt bij TONK Laag:

a. € 750,- per huishouden bij toekenning voor zes maanden;

b. € 625,- per huishouden bij toekenning voor vijf maanden;

c. € 500,- per huishouden bij toekenning voor vier maanden;

d. € 375,- per huishouden bij toekenning voor drie maanden;

e. € 250,- per huishouden bij toekenning voor twee maanden;

f. € 125,- per huishouden bij toekenning voor een maand.

6. De tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt bij TONK Hoog:

a. € 1.350,- per huishouden bij toekenning voor zes maanden;

b. € 1.125,- per huishouden bij toekenning voor vijf maanden;

c. € 900,- per huishouden bij toekenning voor vier maanden;

d. € 675,- per huishouden bij toekenning voor drie maanden;

e. € 450,- per huishouden bij toekenning voor twee maanden;

f. € 225,- per huishouden bij toekenning voor een maand.

7. Bij een woonquote onder het van toepassing zijnde percentage in Bijlage 1 wordt de aanvraag afgewezen.

8. De uitbetaling vindt eenmalig plaats ter hoogte van de volledige tegemoetkoming naar rato. De volledige tegemoetkoming heeft enkel betrekking op de maanden waarin sprake is van de inkomensterugval.

9. Het uitbetaalde bedrag is een betaling om niet, mits er geen sprake is van tekortschietend besef in de verantwoordelijkheid van het bestaan. In dit geval wordt de tegemoetkoming in de vorm van een lening verstrekt.

Artikel 12 Voorliggende voorzieningen

1. De aanvrager en/of de partner die aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening die toereikend is om de woonlasten te kunnen betalen kan niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming TONK 2.

2. Een voorliggende voorziening is in ieder geval:

a. een huurtoeslag van de Belastingdienst op grond van de Wet op de huurtoeslag;

b. een woonkostentoeslag op grond van de wet;

c. een huurverlaging op grond van de Wet op de eenmalige huurverlaging.

3. Een verkregen betaalpauze voor de hypotheek wordt beschouwd als een voorliggende voorziening.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Als de aanvrager gelet op alle omstandigheden - waaronder in ieder geval een terugval in inkomen als gevolg van de coronacrisis - bij onverkorte toepassing van de bepalingen in deze beleidsregels niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK 2 en de situatie daartoe noodzaakt, kan het college besluiten dat aanvrager desondanks een tegemoetkoming TONK 2 krijgt toegekend.

Artikel 14 Inwerkingtreding en duur beleidsregel

1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2021.

2. De beleidsregel wordt ingetrokken op 1 november 2021, danwel – bij verlenging van de tijdelijke noodmaatregel – op de eerste van de tweede maand volgend op de laatste dag dat de tijdelijke noodmaatregel van overheidswege blijft bestaan.

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten WIL – Houten 2.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten van 31 augustus 2021,

de loco-secretaris,

R. Oonk

de burgemeester,

G.P. Isabella

Bijlage 1 - Woonquote

De woonquote betreft de vaste woonkosten als percentage van het netto inkomen in de peilmaand. Dat wil zeggen de verhouding tussen enerzijds de toepasselijke woonkosten en anderzijds het netto-inkomen, uitgedrukt in een percentage.

woonkosten x 100

inkomen peilmaand

Voor twee type huishoudens is een grenswaarde per inkomensgroep bepaald. Bij een woonquote op of hoger dan de lagere grenswaarde in onderstaande tabel kan recht bestaan op TONK Laag. Bij een woonquote op of hoger dan de hogere grenswaarde in onderstaande tabel kan recht bestaan op TONK Hoog.

grenswaarde woonquote per huishoudtype

Alleenstaand

Gezin

netto inkomen peilmaand t/m

TONK Laag

TONK Hoog

TONK Laag

TONK Hoog

€2.500

40%

50%

35%

45%

€3.000

40%

50%

40%

50%

€5.000

45%

55%

40%

50%

> € 5.000

50%

60%

50%

60%

Toelichting bij Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten WIL – Houten 2

Algemeen

Vanuit de wens om huishoudens te ondersteunen waarvoor de bestaande steunmaatregelen geen of onvoldoende ondersteuning bieden, heeft het kabinet de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) geïntroduceerd. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De TONK 2 is bedoeld voor woonkosten en geldt voor de periode juli tot en met september 2021.

De tegemoetkoming TONK 2 is een vorm van bijzondere bijstand in het kader van de Participatiewet. Vanwege de zeer bijzondere situatie waarin grote delen van het economische leven stilliggen door de coronamaatregelen, is er aanleiding om tijdelijk af te wijken van regels die normaal gesproken worden gehanteerd bij de bijzondere bijstand. Gemeenten kunnen hiervoor in deze periode de regels van de bijzondere bijstand op onderdelen tijdelijk aanpassen. Met deze beleidsregel TONK 2 geeft het college hieraan invulling voor de gemeente Houten.

De uitvoering van de Participatiewet (en daarmee ook de TONK) is door het college overgedragen aan het openbaar lichaam Werk en Inkomen Lekstroom. In de beleidsregels wordt desondanks steeds de term college gebruikt en niet de term dagelijks bestuur. Het gebruik van deze terminologie is bewust en volgt uit de systematiek van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Uit de systematiek van deze wet volgt dat bij overdracht het bestuursorgaan waaraan de bevoegdheid is overgedragen automatisch bevoegd is. In casu op grond van artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen in combinatie met artikel 5, lid 1 van de GR WIL. Een overdracht kan in theorie altijd weer gewijzigd of ongedaan worden gemaakt. In dat laatste geval is het college automatisch weer bevoegd en hoeven de beleidsregels niet aangepast te worden.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Inkomensterugval

De inkomensterugval wordt bekeken per huishouden, dus niet per persoon. Bij een terugval van minimaal 30% van het gezamenlijke inkomen is er mogelijk recht op TONK.

Peilmaand

De peilmaand is de maand waarin voor het eerst een inkomensterugval van minimaal 30% bestaat ten opzichte van het netto inkomen van januari 2020.

Woning

Het begrip woning dat voor de TONK wordt gehanteerd wijkt af van het begripdat de Participatiewet hanteert. Voor de TONK gaat het enkel om zelfstandige woonruimte, dus bijvoorbeeld geen kamerhuur of inwoning.

Het moet bij de TONK dus gaan om huishoudens met een zelfstandige woning (huur in de vrije sector of in eigendom); dit kan ook een woonschip zijn of woonwagen. Dat het moet gaan om een zelfstandige woonruimte is ook de hoofdregel bij de huurtoeslag. Het ligt niet voor de hand dat de overheid een tegemoetkoming biedt voor het betalen van hoge kosten van onzelfstandige woonruimte. Wanneer iemand een onzelfstandige woonruimte huurt en de kosten daarvan als gevolg van een inkomensterugval in de coronacrisis niet meer kan betalen, is wellicht een beroep mogelijk op coulance van de verhuurder of hoofdbewoner.

Artikel 2 Doelgroep TONK

Coronagerelateerd

Om in aanmerking te komen voor TONK moet de inkomensterugval het gevolg zijn van de coronacrisis. Bij een inkomensterugval door bijvoorbeeld met pensioen gaan of verwijtbaar ontslag is er geen recht op TONK.

Werkgerelateerd

Om in aanmerking te komen voor TONK moet de inkomensterugval met het werk te maken hebben. Dan gaat het bijvoorbeeld om werknemers die hun werk hebben verloren, minder uren werken of die een lager uurtarief betaald krijgen. Huishoudens met minder inkomen door bijvoorbeeld een echtscheiding komen niet in aanmerking voor TONK.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

Aanvragers kunnen een tegemoetkoming aanvragen voor de periode 1 juli 2021 tot 1 oktober 2021. Binnen deze periode moet er sprake zijn van een inkomensterugval van minimaal 30% ten opzichte van januari 2020. Voor een deel van de doelgroep zal zo een inkomensdaling in 2020 al zijn ontstaan. Zij kunnen, met terugwerkende kracht, een tegemoetkoming aanvragen per 1 juli 2021.

Hoewel de tegemoetkoming geldt tot 1 oktober , kan er in oktober 2021 nog wel een aanvraag ingediend worden met terugwerkende kracht, bijvoorbeeld als de inkomensdaling in september 2021 heeft plaatsgevonden.

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

Toelichting huurwoning

Bij de woonkosten wordt uitgegaan van de kale huur en de servicekosten zoals dit ook gehanteerd wordt bij de huurtoeslag.

Er wordt rekening gehouden met de aanslag gemeentelijke belastingen voor wat betreft het huurdersgedeelte, zoals afvalstoffenheffing, onroerende zaakbelasting niet-woning en rioolheffing, tenzij recht op kwijtschelding bestaat.

De ontvangen huurtoeslag wordt op dit bedrag in mindering gebracht.

Toelichting koopwoning

Bij de woonkosten wordt uitgegaan van de hypotheekrente. De hypotheekaflossing wordt niet meegenomen in de berekening, aangezien het hier om afbetaling van schulden gaat. Er wordt rekening gehouden met de aanslag gemeentelijke belastingen voor wat betreft het eigendomsdeel, tenzij recht op kwijtschelding bestaat en met de premie opstalverzekering en de premie overlijdensrisicoverzekering (mits gekoppeld aan de hypotheek).

Overige gemeentelijke belastingen zoals hondenbelasting en toeristenbelasting zijn uitgesloten van de regeling TONK.

Artikel 5 Aanvraag

Digitale aanvraag

Voor de tegemoetkoming TONK 2 geldt een beperkte aanvraagperiode (tot en met 31 oktober 2021). Hiervoor wordt een elektronisch aanvraagformulier beschikbaar gesteld op www.wil-lekstroom.nl waarvoor aanvragers kunnen inloggen met hun DigiD. Dit wordt ook gedaan zodat de toekenning, het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming en de uitbetaling zo veel mogelijk automatisch kunnen plaatsvinden. Daarbij wordt zo veel mogelijk afgegaan op de inlichtingen en verklaringen die de aanvrager verstrekt. Bij een eventuele verlenging van de tegemoetkoming wordt opnieuw een aanvraagperiode opengesteld.

Artikel 6 Inlichtingenplicht en controle

Controle via steekproef

We gaan uit van het vertrouwensprincipe en baseren de toekenning zoveel mogelijk op grond van verklaringen. We behouden ons het recht voor om steekproefsgewijs controle te doen door bijvoorbeeld de ingeleverde bewijsstukken te controleren, nadere bewijsstukken op te vragen of het Inlichtingenbureau (SUWI-net) te raadplegen.

Indien achteraf blijft dat er geen recht was op de tegemoetkoming TONK 2, moet het uitgekeerde bedrag terugbetaald worden.

Artikel 7 Terugwerkende kracht

Aanvragers kunnen een tegemoetkoming aanvragen voor de periode 1 juli 2021 tot en met 30 september 2021.

Artikel 8 Duur

Hoewel de tegemoetkoming geldt tot en met 30 september 2021, kan er in oktober 2021 (tot 1 november 2021) nog wel een aanvraag ingediend worden met terugwerkende kracht, bijvoorbeeld als de inkomensdaling in september 2021 heeft plaatsgevonden. Dan wel – bij verlenging van de tijdelijke noodmaatregel – tot en met een maand na de laatste dag dat de tijdelijke noodmaatregel van overheidswege blijft bestaan.

Artikel 9 Inkomen

Inkomen

Bij de TONK wordt bij de bepaling van het recht het inkomen voor de coronacrisis vergeleken met het huidige inkomen. Daarbij wordt gekeken naar het inkomen zoals vastgelegd in de artikelen 31, 32 en 33 van de Participatiewet.

De inkomsten van overige medebewoners (naast de partner) worden niet meegeteld. De kostendelersnorm is ook niet van toepassing.

Het inkomen uit onderneming bepalen we op dezelfde wijze als waarop dat bij de Tozo gebeurt. Daar hebben we ervaring mee opgedaan en geconstateerd dat dat uitvoerbaar is. Voor ondernemers die te maken hebben met zowel TONK als Tozo is het prettig dat in de beide regelingen dezelfde werkwijze gehanteerd wordt.

Tevens kunnen we daarmee de gegevensuitvraag voor aanvragers die op moment van aanvraag TONK 2 reeds TONK 1 en/of Tozo ontvangen verminderen. Gegevens die we al kennen hoeven ze niet nog een keer op te geven. Dat geldt ook voor bijstandsgerechtigden en huishoudens die recentelijk bijzondere bijstand hebben ontvangen.

Voor de tegemoetkoming TONK 2 is, net als bij de Tozo, het niveau van de netto inkomsten van ondernemers van belang. Bij bruto inkomsten vindt een correctie plaats voor de verwachte belastingen en premies die daarover verschuldigd zijn. Hiervoor wordt conform het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen een percentage van 17% gehanteerd. Bij huurinkomsten vindt eenzelfde correctie plaats, in verband met te betalen belasting en gemaakte kosten.

Artikel 10 Vermogen

Vermogensgrens

Er wordt een vermogensgrens gehanteerd van € 100.000,-. Het gaat hier om direct beschikbare geldmiddelen in het privévermogen. Het vermogen dat vast ligt (bijvoorbeeld onroerend goed, pensioen en auto) is uitgezonderd.

Gedachten hierachter is om aanvragers die het goed hebben gedaan voor de Coronacrisis niet af te straffen voor successen die zijn eerder behaald hebben en hebben omgezet in (on)roerende zaken.

Artikel 11 Toekenning en hoogte tegemoetkoming

De woonquote

In samenspraak met het NIBUD is een tabel ontwikkeld, waarin wordt vastgesteld wanneer de woonkosten niet meer zijn op te brengen door de inwoner. In deze tabel wordt onderscheid gemaakt naar gezinssamenstelling (eenpersoons- of meerpersoonshuishoudens) en naar hoogte van het actuele inkomen. Wanneer de woonkosten de norm overschrijden bestaat er recht op een TONK-uitkering.

In de woonkostentabel onderscheiden we een lage norm en een hoge norm. Voor een gezin dat bijvoorbeeld 35% of meer van hun gezamenlijke inkomen van € 2.000 kwijt is aan woonkosten geldt de lage norm. Dit gezin kan aanspraak maken op een TONK-uitkering van € 375,- (peilmaand juli 2021). Indien dit gezin echter meer dan 45% van het inkomen spendeert aan woonkosten bestaat er recht op een TONK-uitkering van € 675,- (peilmaand juli 2021). Voor de exacte normen zie Bijlage 1.

Artikel 12 Voorliggende voorzieningen

Voorliggende voorzieningen

TONK betreft een vorm van bijzondere bijstand. Dat betekent dat er alleen sprake kan zijn van recht als andere regelingen, die hetzelfde beogen, geen toegang bieden. Voorliggend op de TONK zijn bijvoorbeeld:

- huurtoeslag:

de huurtoeslag is een bijdrage in de huurkosten van de woning, waarbij normen zijn gesteld t.a.v. de hoogte van de huur, inkomen en vermogen;

- woonkostentoeslag:

woonkostentoeslag (WKT) is een bijdrage in de woonkosten als het inkomen plotseling is gedaald waardoor er problemen ontstaan bij het voldoen van de woonkosten. WKT is een vorm van bijzondere bijstand, waarbij de reguliere inkomens- en vermogensnormen worden gehanteerd en wordt gefinancierd vanuit de bijzondere bijstand. De duur van de WKT is maximaal 12 maanden. Bij de WKT is sprake van een bijdrage op maat voor huishoudens met een laag inkomen en beperkt vermogen;

- huurverlaging op grond van Wet eenmalige huurverlaging:

huurders die een te hoge huur betalen voor hun inkomen krijgen in 2021 mogelijk een eenmalige huurverlaging via de woningcorporatie. Deze regeling geldt alleen voor huishoudens die een (zelfstandige) sociale woning van een woningcorporatie huren. Tevens moet worden voldaan aan bepaalde huur- en inkomensgrenzen.

De Participatiewet kent bredere werking qua voorliggende voorzieningen. Voor de TONK zien alleen voorzieningen waaruit de woonkosten kunnen worden voldaan als voorliggend. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat we kijken naar een eventuele bij de hypotheekverstrekker verkregen pauze van de hypotheeklasten. De woonkosten zijn dan opgeschort of gedaald. Alleen de daadwerkelijk betaalde woonkosten in de peilmaand tellen mee voor de berekening van de woonquote.

Banken zijn door het Rijk opgeroepen om te kijken naar hypotheekpauzes voor huishoudens die minder inkomen hebben door de coronacrisis. We vragen voor het recht op TONK, omwille van de snelheid van de toekenning, niet aan aanvragers om eerst te onderzoeken of ze een hypotheekpauze kunnen krijgen.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het kan voorkomen, dat de gevolgen van de Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten WIL – Houten 2 vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. In dat geval kan gemeente op basis van artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht toch een tegemoetkoming TONK 2 toekennen, ook al bestaat. Er op basis van het gemeentelijk beleid geen recht. Voor de duidelijkheid voor de aanvrager is een hardheidsclausule opgenomen in de Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten WIL – Houten 2.

Ondertekening