Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR662329
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR662329/1
Regeling vervalt per 31-12-2026
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Damrak-Beursplein gebruikers 2022
Geldend van 01-01-2022 t/m 30-12-2026
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Damrak-Beursplein gebruikers 2022De raad van de gemeente Amsterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2021;
gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones; en gelet op de tussen de gemeente Amsterdam en de Ondernemersvereniging Damrak en Beursplein gesloten subsidieovereenkomst;
gehoord de beraadslaging in de commissie FED;
besluit de volgende verordening vast te stellen:
Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Damrak-Beursplein gebruikers 2022.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
BI-zone: het aangewezen en gearceerde gebied op de van deze verordening deel uitmakende, en als bijlage 1 toegevoegde, kaart.
- b.
de Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
- c.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
- d.
de uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Amsterdam en de Ondernemersvereniging Damrak en Beursplein gesloten Uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, lid 4 van de Wet.
- e.
BIZ-plan: het plan van aanpak dat door de Ondernemersvereniging Damrak en Beursplein is opgesteld waarin is aangegeven hoe de vereniging voornemens is de BIZ-subsidie te besteden.
Artikel 2 Aanwijzing vereniging
De Ondernemersvereniging Damrak en Beursplein (hierna: de vereniging) wordt aangewezen als vereniging als bedoeld in artikel 7 van de Wet.
Hoofdstuk 2 Belastingbepalingen
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
-
1. De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en die als bestemming hebben, dan wel in gebruik zijn als (detail)handel/winkel, kantoor, horeca, cultuur-/gemeenschapsgebouw, medische dienstverlening of sport/recreatie.
-
2. De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruiken.
-
3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
- a.
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
- b.
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
- a.
-
4. Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 5 Belastingobject
-
1. Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dient.
-
2. Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Maatstaf van heffing
-
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening.
-
2. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
-
3. De heffingsmaatstaf als bedoeld in het eerste lid geldt voor de gehele in artikel 4, eerste lid genoemde periode.
-
4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid wordt, indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
-
5. In afwijking van het eerste en het derde lid, wordt de BIZ-bijdrage van een onroerende zaak die binnen de BI-Zone gedurende de in artikel 4, eerste lid genoemde periode nieuw tot stand is gekomen, geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde vanaf het kalender jaar volgend op het kalenderjaar waarin de onroerende zaak in gebruik is genomen overeenkomstig zijn beoogde bestemming.
Artikel 7 Belastingtarief
De BIZ-bijdrage bedraagt bij een WOZ-waardeklasse van:
€ 0 t/m € 1.500.000 |
€ 650,- |
€ 1.500.001 t/m € 2.000.000 |
€ 850,- |
€ 2.000.001 en hoger |
€ 1.150,- |
Artikel 8 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede een maand later.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.
Hoofdstuk 3 Subsidiebepalingen
Artikel 11 Algemeen
Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 van toepassing.
Artikel 12 Subsidievaststelling
-
1. De subsidie wordt verstrekt aan de vereniging voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in het BIZ-plan.
-
2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten, die zijn vastgesteld op 2,5%.
-
3. In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 13 Inwerkingtreding en overgangsrecht
-
1. Deze verordening treedt in werking op een nader door het college te bepalen datum nadat is gebleken van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen als bedoeld in artikel 4 van de Wet.
-
2. Deze verordening eindigt op 31 december 2026 met dien verstande dat deze van kracht blijft voor belastbare feiten die zich voor de einddatum hebben voorgedaan.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
Artikel 14
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening BI-zone Damrak-Beursplein gebruikers 2022.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 15 september 2021.
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Jolien Houtman
Bijlage 1 Kaart BI-zone Damrak-Beursplein gebruikers 2022
Toelichting
Algemene toelichting
De gemeenteraad stelt op verzoek van de ondernemers de bedrijveninvesteringszone (biz) in. In een biz betalen alle ondernemers (huurders en/of eigenaren) jaarlijks een bedrag. Dit bedrag wordt door de gemeentelijke belastingdienst geïnd en, na aftrek van 2,5% heffingskosten, door de gemeente uitgekeerd aan de BIZ-vereniging. Dat gebeurt in de vorm van een subsidie. De BIZ-vereniging wordt speciaal opgericht om met dit subsidiegeld het BIZ-plan uit te voeren. De ondernemers bepalen in welk gebied zij een BIZ willen oprichten, welke activiteiten ze willen uitvoeren, wat dat kost en hoe de kosten moeten worden verdeeld over de deelnemers aan de BIZ.
Omdat het innen van de “contributie” geregeld is als belastingheffing moet de gemeenteraad voor iedere BIZ afzonderlijk een belastingverordening vaststellen (de BIZ-verordening).
Er zijn zes soorten verordeningen: op basis van vaste heffing of woz heffing voor een gebruikers biz, een eigenarenbiz of een gebruikers-eigenarenbiz.
Deze verordening is t.b.v. een gebruikersbiz met een heffing op basis van de woz waarde.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 4.1: voorbeelden van objectsoorten zijn horeca, (detail)handel/winkel, cultuur-/gemeenschapsgebouw, crèche/peuterspeelzaal, parkeergarage, sport/recreatie, kantoor
Artikel 12.2: de 2,5% heffingskosten komen ten gunste van Belastingen: volgens de wet mogen perceptiekosten worden geheven, uitsluitend ter dekking van de kosten van het heffen van de bijdrage.
Artikel 13.1: in het najaar vinden de draagvlakmetingen plaats. Hier kunnen de ondernemers zich uitspreken voor of tegen instelling van de biz. Als voldoende steun is verkregen voor instelling treedt de verordening in werking middels een B&W besluit. Als er onvoldoende steun is, wordt de verordening ingetrokken middels een raadsbesluit.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl