Algemeen mandaatbesluit gemeente Hardinxveld-Giessendam 2020

Geldend van 22-09-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2021

Intitulé

Algemeen mandaatbesluit gemeente Hardinxveld-Giessendam 2020

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam en de burgemeester van de gemeente Hardinxveld-Giessendam, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

gelet op artikel 6 van het organisatiebesluit van de Hardinxveld-Giessendam;

overwegende, dat in dit mandaatbesluit de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden worden toegekend aan resultaatverantwoordelijke medewerkers, teneinde hen in staat te stellen werkzaamheden aan hun reguliere werk, project, proces of programma zelfstandig uit te voeren;

gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de CAO Gemeente;

besluiten:

vast te stellen het volgende

Besluit mandaat, volmacht en machtiging gemeente Hardinxveld-Giessendam 2020

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

  • b.

    de burgemeester: de burgemeester van de gemeente Hardinxveld-Giessendam als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte;

  • c.

    de portefeuillehouders: de afzonderlijke leden van het college;

  • d.

    de gemeentesecretaris: de (loco-)gemeentesecretaris van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

  • e.

    de resultaatverantwoordelijke medewerkers: medewerkers als genoemd in artikel 6 van het organisatiebesluit van de Hardinxveld-Giessendam;

  • f.

    de gemeente: de gemeente als publiekrechtelijke rechtspersoon alsmede de gemeente als privaatrechtelijke rechtspersoon;

  • g.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

  • h.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen;

  • i.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • j.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2 Mandaat gemeentesecretaris

  • 1.

    Aan de gemeentesecretaris wordt mandaat verleend ten aanzien van de tot het college en de burgemeester behorende aangelegenheden met uitzondering van de aangelegenheden als vermeld in bijlage 1.

  • 2.

    De gemeentesecretaris is bevoegd om mandaten die bij dit besluit aan de resultaatverantwoordelijke medewerkers van de gemeente zijn verleend, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk, in te trekken. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd en ter informatie aan het college gezonden, tenzij het om een concrete, individuele aangelegenheid gaat.

Artikel 3 Mandaat resultaatverantwoordelijke medewerkers en budgethouders

  • 1.

    De aan de gemeentesecretaris gemandateerde bevoegdheden worden gemandateerd aan de resultaatverantwoordelijke medewerkers danwel budgethouders van de gemeente met uitzondering van:

    • a.

      de bevoegdheden die bij of krachtens de wet aan zijn functie zijn toegekend, en

    • b.

      de bevoegdheden, genoemd in bijlage 2;

    • c.

      de bevoegdheden, genoemd in bijlage 3.

  • 2.

    De resultaatverantwoordelijke medewerkers maken van het aan hen verleende mandaat slechts gebruik ten aanzien van aangelegenheden die behoren tot hun reguliere werk, project, proces of programma waarvoor zij resultaatverantwoordelijk zijn.

  • 3.

    De budgethouders stellen van het aan hen beschikbaar gestelde budget met de daaraan gerelateerde te leveren hun reguliere werk, project, proces of programma slechts ter beschikking indien de gerelateerde te leveren prestaties, taken of producten in overeenstemming zijn met hun reguliere werk, project, proces of programma waarvoor zij budgethouder zijn.

Artikel 4 Algemene uitzonderingen van mandaat

  • 1.

    Aan het college en de burgemeester blijft voorbehouden de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

    • c.

      de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • d.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

    • e.

      de vice-president van de Raad van State;

    • f.

      de president van de Algemene Rekenkamer;

    • g.

      de Nationale Ombudsman, voor zover het correspondentie betreft terzake van formele klachten;

    • h.

      enig bestuursorgaan van een provincie;

    • i.

      enig bestuursorgaan van een waterschap of een hoogheemraadschap.

  • 2.

    Naast het eerste lid en artikel 7 blijven aan het college en de burgemeester overigens voorbehouden de bevoegdheden als genoemd in bijlage 1.

  • 3.

    Onverminderd het gestelde in het eerste en tweede lid is het mandaat niet van toepassing:

    • a.

      indien de verantwoordelijke portefeuillehouder namens het college beslist dat de aangelegenheid door het college moet worden afgedaan en indien de burgemeester beslist dat de aangelegenheid door hem moet worden afgedaan. De portefeuillehouder wordt tijdig geïnformeerd over gevoelige kwesties;

    • b.

      indien de aangelegenheid tot negatieve berichtgeving in de media heeft geleid dan wel in verband met de aard van de aangelegenheid redelijkerwijs moet worden aangenomen dat dit zal gebeuren;

    • c.

      indien de aangelegenheid ingrijpende gevolgen kan hebben voor een groot aantal burgers, bedrijven, verenigingen of belangengroepen;

    • d.

      op het voeren van het overleg met de vakbonden (Georganiseerd Overleg).

Artikel 5 Nadere regels en instructies

  • 1.

    Een resultaatverantwoordelijke medewerker blijft bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheid te allen tijde binnen de door bestuursorganen van de gemeente Hardinxveld-Giessendam vastgestelde beleidskaders.

  • 2.

    Een resultaatverantwoordelijke medewerker oefent de aan hem gemandateerde bevoegdheid uit met inachtneming van vigerende formele en materiële wet- en regelgeving.

  • 3.

    Een resultaatverantwoordelijke medewerker is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitstoets op zijn werk en neemt hierbij het 4-ogen principe in acht.

  • 4.

    Een krachtens dit algemeen mandaatbesluit gemandateerde bevoegdheid om een besluit te mogen nemen omvat tevens de bevoegdheid om dat besluit en de daarbij behorende correspondentie te mogen ondertekenen.

  • 5.

    Het college kan nadere regels stellen omtrent het opmaken en het ondertekenen van een document, waarin van het verleende mandaat gebruik wordt gemaakt.

  • 6.

    Het college respectievelijk de burgemeester kan instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.

Artikel 6 Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a.

    volmacht;

  • b.

    machtiging.

Artikel 7 Bezwaarschriften

  • 1.

    Ten aanzien van bezwaarschriften, gericht aan het college, die om advies in handen worden gesteld van een adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht of van een juridisch adviseur ambtelijk horen als bedoeld in het Reglement ambtelijk horen Hardinxveld-Giessendam blijft de beslissing op het bezwaarschrift voorbehouden aan het college met uitzondering van de beslissing op bezwaar als bedoeld in het tweede lid.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt de beslissing op bezwaar, waarbij de in het vorige lid bedoelde adviescommissie of de in dat lid bedoelde juridisch adviseur ambtelijk horen adviseert het bezwaar niet-ontvankelijk of ongegrond te verklaren en dat advies wordt overgenomen, opgedragen aan resultaatverantwoordelijke medewerker.

Artikel 8 Intrekken oude regeling

Het Algemeen mandaatbesluit maart 2016, Aanvulling mandaatbesluit inzake organisatiewijziging mei 2018 en de mandaatbesluiten welke op grond van het aanvullende mandaatbesluit (mei 2018) zijn genomen worden ingetrokken bij de inwerkingtreding van het Algemeen mandaatbesluit gemeente Hardinxveld-Giessendam 2020.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2021.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Algemeen mandaatbesluit gemeente Hardinxveld-Giessendam 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 juni 2021

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam,

de secretaris, de burgemeester,

Johan de Jager, Dirk Heijkoop

De burgemeester van Hardinxveld-Giessendam,

Dirk Heijkoop

Bijlage 1 Aangelegenheden welke ingevolge artikel 2, eerste lid, van het Algemeen mandaatbesluit Hardinxveld-Giessendam 2020 blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

Publiekrecht

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het vaststellen van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld.

  • 4.

    Het nemen van een besluit tot het al dan niet verlenen van inspraak op grond van de inspraakverordening.

  • 5.

    Het vaststellen van de inspraakprocedure voor een voorgenomen besluit.

  • 6.

    Het nemen danwel het intrekken van besluiten voor individuele gevallen, die niet onder een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel vallen, waaronder begrepen het toepassing geven aan hardheidsclausules in algemeen verbindende voorschriften die door de raad zijn vastgesteld.

  • 7.

    Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, die betrekking hebben op een ramp als bedoeld in de Wet veiligheidsregio's.

  • 8.

    Het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie.

  • 9.

    Het vaststellen van een subsidieplafond en de wijze van verdeling ervan.

  • 10.

    Het besluiten tot het aangaan van verplichtingen > € 150.000,= en welke buiten het beschikbaar gestelde budget valt.

Privaatrecht

A) Algemeen

  • 1.

    Het besluit tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen, bestuursovereenkomsten etc.

  • 2.

    Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:

    • i.

      op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

    • ii.

      op grond van de Gemeentewet de raad vooraf in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • iii.

      de raad terzake om informatie heeft gevraagd.

B) Contracten

  • 1.

    Het verstrekken van een opdracht en/of het aangaan van een overeenkomst voor een werk, levering of dienst met een waarde vanaf € 50.000,-- en welke buiten het beschikbaar gestelde budget valt.

  • 2.

    Het opleggen van sancties aan opdrachtnemers, anders dan kortingen en boetes die voortvloeien uit de bepalingen van het contract.

C) Civiele– en strafrechtelijke procedures

  • 1.

    Het besluit tot het aangaan van civiele procedures.

  • 2.

    Het besluit hoger beroep of cassatie aan te tekenen namens de gemeente of het gemeentebestuur in civiele procedures.

  • 3.

    Het nemen van besluiten t.a.v. alternatieve geschillenbeslechting, niet zijnde arbitrage of het voorleggen van geschillen aan scheidslieden voorzover afspraken daarover vooraf schriftelijk zijn vastgelegd.

  • 4.

    Het treffen van een schikking in een strafzaak.

D) Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

  • 1.

    Het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

  • 2.

    Het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang hoger dan € 10.000,--, niet zijnde vorderingen in het kader van belastingheffing.

  • 3.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen en legaten.

  • 4.

    Het besluit tot aanvaarding of afwijzing van schenkingen.

  • 5.

    Het besluit tot het doen van een schenking.

  • 6.

    Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

  • 7.

    Het afgeven van borgstellingen, met dien verstande dat de raad met betrekking tot borgstellingen voor meer dan € 500.000,-- vooraf in de gelegenheid wordt gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

  • 8.

    Het nemen van besluiten over het opnemen van geldleningen op de kapitaalmarkt met een looptijd van een jaar of langer.

  • 9.

    Het nemen van besluiten over het verstrekken van geldleningen via de kapitaalmarkt.

  • 10.

    Het nemen van besluiten over het doen van beleggingen op de kapitaalmarkt.

  • 11.

    Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan, waarbij de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, met dien verstande dat in dat geval de burgemeester een machtiging kan verlenen aan een portefeuillehouder.

  • 12.

    Het verwerven dan wel anderszins verkrijgen of in gebruik nemen van onroerende zaken.

  • 13.

    Het vervreemden van onroerende zaken met een waarde > € 20.000,-, daaronder mede te verstaan het in erfpacht uitgeven, verhuren, in gebruik geven, verpachten, in economisch eigendom overdragen en het vestigen van beperkte genotsrechten, dan wel het wijzigen, verlengen, opzeggen of anderszins beëindigen van de desbetreffende rechten.

  • 14.

    Het nemen van besluiten ten aanzien van het ontzeggen van de toegang tot gebouwen die in eigendom of gebruik zijn bij de gemeente voor zover de ontzegging geldt voor een langere periode dan 24 uur.

B. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het sluiten van een arbeidsovereenkomst.

  • 2.

    Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst.

  • 3.

    Het uitvoeren van de wachtgeldregeling en de suppletieregeling.

C. Overige aangelegenheden

  • 1.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente Hardinxveld-Giessendam in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke- en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 2.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 3.

    Het benoemen van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet.

  • 4.

    Het benoemen van personen in commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet.

  • 5.

    Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet.

  • 6.

    Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet.

Bijlage 2 Aangelegenheden welke ingevolge artikel 3, eerste lid, sub b, van het Algemeen mandaatbesluit Hardinxveld-Giessendam 2020 blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris

A. Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

Publiekrecht

  • 1.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, indien het verzoek om informatie geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd.

  • 2.

    Het nemen van besluiten in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming, indien het verzoek om informatie geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd.

  • 3.

    Het nemen van het besluit om bezwaar of (administratief) beroep aan te tekenen of een verzoek om (wijziging of opheffing van) een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen namens de gemeente of het gemeentebestuur in administratiefrechtelijke procedures.

  • 4.

    Het aangaan van verplichtingen ≥ € 50.000,- ≤ € 150.000,- en welke buiten het beschikbaar gestelde budget valt.

Privaatrecht

A) Civiele procedures

  • 1.

    Het bij de rechtbank aanhangig maken van een vordering tot het betalen van een geldsom ≥€ 5.000,--.

  • 2.

    De beslissing dat de gemeente zich voegt in een strafzaak.

  • 3.

    Het besluit tot het voeren van verweer in civiele- en strafrechtelijke procedures, met de instructie dat de betreffende portefeuillehouder hierover vooraf dient te worden geïnformeerd.

B. Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het jaarlijks aanwijzen van verplichte brugdagen.

    Het toekennen van een schaal.

  • 3.

    Het toekennen van een waarnemingsvergoeding in bijzondere situaties.

  • 4.

    Het vaststellen van een overwerkvergoeding.

  • 5.

    Het verlenen van ontslag op eigen verzoek.

  • 6.

    Het weigeren van toestemming om nevenwerkzaamheden te verrichten.

  • 7.

    Het overplaatsen naar een ander organisatieonderdeel.

  • 8.

    Het opdragen van andere werkzaamheden onder andere in tijden van oorlog.

  • 9.

    Het toepassen van hardheidsclausules van alle door het college vastgestelde (uitvoerings)regelingen, inclusief CAO Gemeenten.

  • 10.

    Het toekennen van overwerkvergoeding in bijzondere situaties.

  • 11.

    Het (over)plaatsen van een medewerker in het belang van de ambtelijke organisatie.

  • 12.

    Het opleggen van een verplichting tot het vergoeden van door de gemeente geleden schade.

  • 13.

    Het opleggen van een verbod om de werkzaamheden te vervullen in verband met het in contact staan of kort geleden heeft gestaan met een persoon met een infectieziekte.

  • 14.

    Het verlenen van een schadeloosstelling en vergoeding van kosten in niet elders voorziene gevallen.

  • 15.

    Het toepassen van een schorsing als ordemaatregel als bedoeld artikel 11.4 CAO Gemeenten

  • 16.

    Het uitvoeren van de rechtspositieregeling bijzondere groepen ambtenaren.

  • 17.

    Het nemen van beslissingen ten aanzien van jubileumgratificaties.

  • 18.

    Het verlenen van onbetaald verlof als bedoeld in artikel 6:13 CAO Gemeenten.

  • 19.

    Het nemen van beslissingen omtrent het wel of niet doorbetalen van de volledige bezoldiging in individuele gevallen van terminale ziekte.

  • 20.

    Het verminderen en uitbreiden van de formele arbeidsduur.

  • 21.

    De inschaling van de ambtenaar.

  • 22.

    Het overeenkomen van het salaris en de feitelijke arbeidsduur per week.

  • 23.

    Het overeenkomen van een salaristoelagen, zoals bedoeld in § 3 van hoofdstuk 3 CAO Gemeenten.

  • 24.

    Het overeenkomen van extra salarisverhoging en het wijzigen van de periodiekdatum, eventueel met terugwerkende kracht.

  • 25.

    Het overeenkomen van een andere schaal bij bevordering.

  • 26.

    Het overeenkomen van vergoedingen, zoals bedoeld in § 4 van hoofdstuk 3 CAO Gemeenten.

  • 27.

    Het toepassen van de voorschriften met betrekking tot arbeidsongeschiktheid.

  • 28.

    Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst eigen verzoek van de werknemers.

  • 29.

    Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst wegens het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd als bedoeld in artikel 2.10 CAO Gemeenten.

  • 30.

    Het verplicht volgen van een opleiding.

  • 31.

    Het toekennen van een buitengewone verhoging van de bezoldiging.

  • 32.

    Het nemen van beslissingen ter uitvoering van de Vervoersregeling.

  • 33.

    Het overeenkomen van een afloopregeling van vaste toelagen.

  • 34.

    Het toepassen van het cafetariamodel.

  • 35.

    Het omzetten van extra arbeidsuren in vakantie.

  • 36.

    Het verlenen van vakbondsverlof.

  • 37.

    Het verlenen van verlof, zoals bedoeld in § 2 van hoofdstuk 6 CAO Gemeenten.

  • 38.

    Het toekennen van een vergoeding voor scholingskosten.

Bijlage 3 Aangelegenheden welke ingevolge artikel 3, eerste lid, sub c, van het Algemeen mandaatbesluit Hardinxveld-Giessendam 2020 gemandateerd worden aan niet-ondergeschikten

Drechtsteden

Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden

De mandaten, volmachten en machtigingen, met toestemming voor ondermandaat, die zijn genoemd in het besluit van burgemeester en wethouders van 1 januari 2018.

Openbaar lichaam Drechtsteden Zelfstandigen

De mandaten, volmachten en machtigingen, met toestemming voor ondermandaat, die zijn genoemd in het besluit van burgemeester en wethouders van 1 januari 2018.

Servicecentrum Drechtsteden / Gemeentebelasting en Basisinformatie Drechtsteden

De mandaten, volmachten en machtigingen, met toestemming voor ondermandaat, die zijn genoemd in het besluit van burgemeester en wethouders van 11 juli 2018.

Sociale dienst Drechtsteden

Mandaat- en aanwijzingsbesluit toezichthouders 2015, die zijn genoemd in het besluit van burgemeester en wethouders van 1 januari 2018

Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland

de directeur van de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid mandaat te verlenen om personen werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid te benoemen tot toezichthouder behoeve van de uitvoering van artikel 8.1.3. van de Jeugdwet, alsmede artikel 11 van de Gewijzigde verordening Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid zoals genoemd in het besluit van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2017;

Overig

Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

De mandaten, volmachten en machtigingen, met toestemming voor ondermandaat, die zijn genoemd in het besluit van burgemeester en wethouders van 15 januari 2019.

SVHW

De mandaten, volmachten en machtigingen, met toestemming voor ondermandaat, die zijn genoemd in het besluit van burgemeester en wethouders van 8 december 2015.