Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende het Algemeen Mandaat- en machtigenbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2021

Geldend van 04-10-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende het Algemeen Mandaat- en machtigenbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2021

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 14 september 2021, kenmerk 74814 tot vaststelling van het Algemeen Mandaat - en machtigingen besluit gedeputeerde staten Zeeland 2021.

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • gelet op Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

  • gelet op artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • gelet op artikel 158, eerste lid sub d, van de Provinciewet;

  • gelet op artikel 25, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de ondernemingsraden;

besluiten vast te stellen het navolgende Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 gedeputeerde staten Zeeland 2021:

Artikel 1 Mandaat en machtiging

  • 1.

    Gedeputeerde staten verlenen volgens de bij dit besluit behorende bijlage toestemming tot de uitoefening in hun naam van:

    • a.

      Alle bevoegdheden in bijlage I aan de secretaris/algemeen directeur;

    • b.

      Alle bevoegdheden in bijlage I aan de directeur Programma's en projecten, voor zover betrekking hebbend op zijn portefeuille, zoals die is vastgelegd in het portefeuilleverdelingsbesluit van de directie als bedoeld in artikel 7 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021;

    • c.

      De afzonderlijke bevoegdheden in bijlage I aan de daarbij vermelde functionarissen, voor zover betrekking hebbend op de aan hen toegekende opdracht en of functie.

  • 2.

    Indien de uitoefening van een bevoegdheid betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij de gemandateerde een direct of indirect persoonlijk belang heeft, wordt de bevoegdheid uitgeoefend op het naastgelegen hogere niveau.

  • 3.

    Dit besluit heeft geen betrekking op mandaten of machtigingen met betrekking tot personele aangelegenheden.

  • 4.

    De uitoefening van een in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheid en een op grond van artikel 2 verstrekte bevoegdheid, geschiedt met inachtneming van het in de artikelen 3 tot en met 7 bepaalde.

Artikel 2 Ondermandaat en ondermachtiging

  • 1.

    De algemeen directeur en de directeur Programma’s en Projecten kunnen ter uitoefening van het aan hen verleende mandaat en machtiging, als bedoeld in artikel 1, schriftelijk ondermandaat en ondermachtiging verlenen aan de functionarissen als bedoeld in artikel 22 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021.

  • 2.

    Het verlenen van ondermandaat en ondermachtiging geschiedt zo nodig onder het stellen van aanvullende voorwaarden en beperkingen.

  • 3.

    Ondermandaat en ondermachtiging aan andere functionarissen dan die genoemd onder het eerste lid, alsmede externen, wordt slechts verleend indien dat voor de uitoefening van de opdracht, als bedoeld in het Sturingsconcept opgavengericht werken Provincie Zeeland, van de betreffende functionaris noodzakelijk is.

  • 4.

    Elk verleend ondermandaat en ondermachtiging wordt aangetekend op een als zodanig gewaarmerkte ondermandaatlijst die de verantwoordelijke directeur vaststelt en goedkeurt.

Artikel 3 Vervanging

Bij afwezigheid of ontstentenis van een gemandateerde functionaris vindt waarneming plaats conform hoofdstuk 7 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021. Waarneming als hiervoor bedoeld van de concerncontroller, vindt voor wat betreft de uitoefening van toegekende mandaten plaats door een afdelingsmanager.

Artikel 4 Geen gebruik mandaat

  • 1.

    De uitoefening van een bevoegdheid geschiedt slechts in gevallen die routinematig, administratief, procedureel of formeel van aard zijn.

  • 2.

    Een bevoegdheid wordt niet uitgeoefend, indien het een besluit betreft waarbij:

    • a.

      wordt afgeweken van adviezen;

    • b.

      sprake is van een zienswijze, bedenkingen of bezwaarschrift;

    • c.

      de mandaathouder een persoonlijk c.q. zakelijk belang heeft.

Artikel 5 Uitoefening Mandaten

  • 1.

    De uitoefening van de op basis van dit besluit gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen van de bij of krachtens de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021 vastgestelde taken, het sturingsconcept opgavegericht werken, het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021en met inachtneming van het ter zake geldende recht en provinciale beleids- en uitvoeringsregels.

  • 2.

    Het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op aangelegenheden met financiële of mogelijke financiële gevolgen, geschiedt met inachtneming van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019.

Artikel 6 Informatie- en rapportage

  • 1.

    De gemandateerde verschaft gedeputeerde staten tijdig die informatie die redelijkerwijs voor gedeputeerde staten van belang geacht moet worden.

  • 2.

    De functionarissen aan wie mandaat is verleend brengen periodiek via het directieberaad verslag uit aan Gedeputeerde Staten over de uitoefening van het mandaat. Die rapportage betreft een cijfermatig en inhoudelijk overzicht. Voor de frequentie van de rapportage wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij het stramien van rapportage binnen de planning- en controlcyclus.

Artikel 7 Ondertekening

  • 1.

    Het mandaat, bedoeld in artikel 1, omvat mede de bevoegdheid tot ondertekening van de besluiten namens gedeputeerde staten.

    Een besluit 'in mandaat' wordt als volgt ondertekend:

    gedeputeerde staten van Zeeland,

    namens deze,

    gevolgd door:

    de handtekening,

    de naam van gemandateerde, en

    de functieaanduiding

  • 2.

    Indien de ondertekenaar afwezig is, tekent de daarvoor bevoegde vervangende functionaris de brief onder de naam en de functieaanduiding van de afwezige functionaris. De vervangende functionaris zet bij zijn handtekening de aanduiding ‘b.a.’.

Artikel 8 Intrekking oude besluiten

Het Mandaatbesluit gedeputeerde staten van Zeeland 2019 wordt ingetrokken. Alle door de directeur Programma’s en Projecten op basis van dat besluit verleende ondermandaten en -machtigingen komen bij intrekking te vervallen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als "Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 14 september 2021.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Bijlage I Mandaatregister gedeputeerde staten Zeeland 2021

A. Algemeen

A.1 Algemene besluitvorming

­

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/voorwaarden

A.1.1

Correspondentie van uitsluitend procedurele, uitvoerende en/of informatieve aard

­

Afdelingsmanager;

Opgavemanager;

Unitmanager;

Programma- en projectmanager;

Poulemanager;

Projectleider;

Concerncontroller

­

A.1.2

Aangaan intentieovereenkomst of – verklaring voor deelname aan onderzoeksprogramma’s, uitsluitend binnen het ter beschikking gestelde budget

­

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

programma- en projectmanager in de hoedanigheid van budgethouder

Conform afstemming met adviseur Subsidies en Juridische Zaken

A.1.3

Vorderingen in handen deurwaarder stellen

incl. het opstellen van een gerechtelijk dwangbevel

­

Afdelingsmanager POJZ

­

A.1.4

Aanwijzen van ambtenaren die gedeputeerde staten vertegenwoordigen ter zitting van:

de Commissie voor de bezwaarschriften

de Rechtbank

de Raad van State

de Centrale Raad van Beroep en

het College van beroep voor het bedrijfsleven

Artikelen 8.23 en 8.24 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikelen 46 en 47 Wet op de Raad van State

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

De bevoegde manager wijst per wet of per geval een ambtenaar aan. Zo ja dan uitsluitend bevoegdheid in het kader van de betreffende zaak dan wel het betreffende project.

A.1.5

Het indienen van een verweerschrift conform de inhoud van het GS-besluit bij:

de Commissie voor de bezwaarschriften

de Rechtbank

de Raad van State

de Centrale Raad van Beroep en

het College van beroep voor het bedrijfsleven

­

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

­

A.2 Algemene wet bestuursrecht

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

A.2.1

Vaststellen van een formulier

Artikel 4:4

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

voor het indienen van de aanvraag en het verstrekken van gegevens

A.2.2

Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag en bekendmaking hiervan aan de aanvrager

Artikel 4:5

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager; Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.3

Afwijzen van een herhaalde aanvraag onder verwijzing naar de eerdere afwijzende beschikking (ne, bis, in -idem)

Artikel 4:6, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.4

In de gelegenheid stellen van de aanvrager tot het geven van een zienswijze

Artikel 4:7, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

voorbereiding

A.2.5

In de gelegenheid stellen van belanghebbenden tot het geven van een zienswijze

Artikel 4:8, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.6

Kennis geven van een nieuwe termijn aan de aanvrager

Artikel 4:14, eerste en derde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

beslistermijn

A.2.7

Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (Stb. 2009, 383)

 

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.8

Opschorten en het beëindigen van de opschorting van de beslistermijn

artikel 4:15

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.9

Besluiten op ingebrekestellingen

artikel 4:17

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

dwangsom

A.2.10

Vaststellen van de hoogte en de verschuldigdheid van dwangsommen

artikel 4:18

Afdelingsmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.11

Verlangen van een schriftelijke machtiging

Artikel 2:1, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.12

Doorzenden van geschriften bij kennelijke bevoegdheid van een ander bestuursorgaan en mededeling daarvan doen aan afzender.

Artikel 2:3, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.13

Het terugzenden van geschriften aan afzender

Artikel 2:3, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.14

Stellen van een termijn voor een advies

Artikel 3:6, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

advies

A.2.15

Ter beschikking stellen van gegevens aan een adviseur

Artikel 3:7, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.16

Besluiten om afd. 3.4 van toepassing te verklaren op de voorbereiding van besluiten

Artikel 3:10, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

uniforme openbare voorbereidingsprocedure

A.2.17

Besluiten om afd. 3.4 van toepassing te verklaren op de voorbereiding van besluiten inhoudende de afwijzing van een aanvraag tot intrekking of wijziging van een besluit

Artikel 3:10, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.18

Ter inzage leggen van een ontwerpbesluit

Artikel 3:11, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.19

Mededelen van het niet ter inzage leggen van stukken

Artikel 3:11, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.20

Kennisgeven van een ontwerpbesluit

Artikel 3:12, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.21

Toezenden van een ontwerpbesluit aan belanghebbenden

Artikel 3:13, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.22

Aanvullen van stukken met nieuwe gegevens

Artikel 3:14, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.23

Bepalen dat ook anderen dan belanghebbenden hun zienswijze naar voren kunnen brengen

Artikel 3:15, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.24

In de gelegenheid stellen van de aanvrager om te reageren op de ingebrachte zienswijzen

Artikel 3:15, derde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.25

In de gelegenheid stellen van degene, tot wie het te wijzigen of in te trekken besluit is gericht, te reageren op ingebrachte zienswijzen

Artikel 3:15, vierde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

­

A.2.26

Verlengen van de beslistermijn en hierover zienswijze vragen aan aanvrager

Artikel 3:18, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

zie voorwaarden in genoemd artikel­

A.2.27

Meedelen dat geen zienswijzen zijn ingebracht

Artikel 3:18, vierde lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

­

A.2.28

Bekendmaken van besluiten van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan, die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht

Artikel 3:42, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

bekendmaken en mededeling

A.2.29

Bekendmaken van besluiten van een niet tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan, die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht

Artikel 3:42, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.30

Mededeling doen van het besluit aan indieners van een zienswijze; in ieder geval aan een adviseur als bedoeld in artikel 3:5 als van het advies wordt afgeweken

Artikel 3:43, eerste lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

 

A.2.31

Mededeling doen van het besluit door toezending aan de indieners van een zienswijze

Artikel 3:43 en 3:44, eerste lid, sub b

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

­

A.2.32

Het meedelen van het besluit door andere wijze dan toezending aan indieners van zienswijzen

Artikel 3:44, tweede lid

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

­

A.2.33

Bevestigen ontvangst van (zuivere) ingebrekestellingen

­

Secretaris commissie bezwaar en beroep

In kader van termijnbewaking op grond van de Algemene wet bestuursrecht

A.3 Wet open overheid

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

A.3.1

Aanwijzen van één of meerdere contactpersoon/ -personen

Art. 4.7 Woo

Afdelingsmanager I&A

De functie van Woo-contactpersoon moet in de opdracht van de desbetreffende medewerker(s) geborgd worden.

A.3.2

Verstrekken informatie overeenkomstig wet

Art. 2.4, zesde lid, 2.5 en 4.5 Woo

Art. 19.1c Wet Milieubeheer

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager;

Algemene grondslag bevoegdheid

A.3.3

Verstrekken informatie op eenvoudige verzoeken en behulpzaam zijn bij het preciseren verzoek

Art. 2.4, zesde lid, 2.5, 4.5 en 4.7 Woo

Art. 19.1c Wet Milieubeheer

Aangewezen Woo-contactpersoon

Indien er geen uitzonderingsgronden van toepassing zijn of derde-belanghebbenden een rol spelen

A.3.4

Actieve openbaarmaking van informatie als inspanningsverplichting

Art. 3.1 Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager;

Projectleider

A.3.5

Verzoeken aan verzoeker zijn verzoek te preciseren

Art. 4.1, vijfde lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager;

Projectleider

A.3.6

Besluiten om een verzoek niet te behandelen, indien de verzoeker niet meewerkt aan een verzoek tot precisering

Art. 4.1, zesde lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.7

Doorzenden verzoek aan ander bestuursorgaan onder mededeling van doorzending aan verzoeker

Art. 4.2, eerste lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.8

Vorderen van informatie

Art. 4.2, tweede lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

Informatie die bij het bestuursorgaan van de Provincie had behoren te berusten.

A.3.9

Opleggen van last onder dwangsom ter handhaving van het vorderen van informatie

Art. 4.2 en 8.5 Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Een last onder dwangsom mag niet worden opgelegd als degene aan wie de last onder dwangsom is opgelegd, niet in staat is het document te verstrekken.

In afstemming met de desbetreffende portefeuillehouder.

A.3.10

Nemen van deelbesluit op grond van overleg tussen bestuursorgaan en verzoeker

Art. 4.2a Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.11

Besluiten tot het toewijzen van een verzoek om (milieu-)informatie

Art. 4.3 Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.12

Besluiten tot het afwijzen van een verzoek om (milieu-)informatie

Art. 4.3, 5.1 en 5.2 Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

De bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) toewijzing verzoek impliceert ook de bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) afwijzing daarvan.

A.3.13

Verdagen beslissing op verzoek / gemotiveerd mededeling doen van verdaging aan verzoeker

Art. 4.4, tweede lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.14

Opschorten termijn voor geven beschikking

Art. 4.4, derde lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.15

Mededeling doen van einde opschorting aan verzoeker

Art. 4.4, vierde lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.16

Bekendmaken beslissing verstrekken informatie aan verzoeker en belanghebbende

Art. 4.4, vijfde lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.17

Mededeling doen aan derde van besluit tot verstrekken informatie die rechtstreeks betrekking heeft op een derde of die van een derde afkomstig is

Art. 4.4, zesde lid, Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.18

Besluit misbruik

Art. 4.6 Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.3.19

Besluiten op een bijzonder verzoek om informatie

Art. 5.5, 5.6 en 5.7 jo. 5.1 en 5. 2 Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

De bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) toewijzing verzoek impliceert ook de bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) afwijzing daarvan.

A.3.20

Het naar voren brengen van een zienswijze over openbaarmaking van informatie die betrekking heeft op gedeputeerde staten wanneer een ander bestuursorgaan hier gedeputeerde staten de gelegenheid toe biedt

Art. 3.1, derde lid, art. 3.3, vijfde lid, onder h en i en art. 4.4, derde lid Woo

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programmamanager;

Projectmanager

A.4 Schade

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

A.4.1

Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen ter zake van:

  • aansprakelijk stellen van degene door wiens rechtmatig of onrechtmatig handelen of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de provincie schade heeft geleden;

  • erkennen of afwijzen van aansprakelijkheid voor schade van een ander die te wijten zou zijn aan rechtmatig of onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel aan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie, tot een bedrag van € 25.000,-;

  • toekennen of afwijzen van schadevergoeding in verband met rechtmatig of onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie, tot een bedrag van € 25.000,-;

  • treffen van een minnelijke regeling, al dan niet door middel van een vaststellingsovereenkomst, in de onder a t/m c bedoelde gevallen, tot een bedrag van € 25.000,-.

Burgerlijk wetboek; Awb

Afdelingsmanager; Programmamanager;

Het bedrag van € 25.000,-betreft het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten.

Het mandaat bevat niet de bevoegdheid tot het beslissen in afwijking van een vastgesteld taxatierapport van een door GS ingeschakelde taxateur indien de schikking het bedrag dat is vastgesteld bij de taxatie met een bedrag van € 5.000 te boven gaat.

A.4.2

Aangaan van een vaststellings- overeenkomst in het kader van een verzekeringskwestie

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet;

Burgerlijk Wetboek;

Afdelingsmanager

 

A.4.3

Afwikkelen van schadeclaims van derden tot (het eigen risico van) € 5000,-

158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 6:162 BW

Afdelingsmanager

 

A.5 Algemene verordening gegevensbescherming

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

A.5.1

Aangaan van verwerkersovereenkomsten

Artikel 28, derde lid, AVG

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programma- en projectmanager;

Opgavemanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

 

A.5.2

Beslissen op verzoeken als bedoeld in hoofdstuk III van de AVG (uitoefenen van privacyrechten door betrokkenen)

Hoofdstuk III van de AVG (artikelen 15 t/m 22 AVG)

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder

 

A.5.3

Het melden van inbreuken i.v.m. persoonsgegevens (datalekken) aan de Autoriteit Persoonsgegevens en betrokkenen

Artikel 33 en 34 AVG

Afdelingsmanager I&A (Chief Information Officer)

 

A.5.4

Het nemen van besluiten tot voorafgaande raadpleging

Artikel 36 AVG

Secretaris/algemeen directeur

 

A.5.5

Opvragen van benodigde (persoons)gegevens voor uitvoering werkzaamheden binnen opdracht Provincie

Artikel 6 AVG; verwerkersovereenkomst

Afdelingsmanager;

Unitmanager;

Opgavemanager;

Programma- en projectmanager;

Enkel in overeenstemming met advies van senior jurist privacywetgeving/nieuwe ontwikkelingen

A.6 Kaderrichtlijn afvalstoffen

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

A.6.1

in het geval waarin op basis van door de afvalproducent per geval, productielocatie, toepassing en afnemer aantoonbaar bewijs is geleverd dat aan de algemene einde-afval-criteria uit de Kaderrichtlijn afvalstoffen wordt voldaan, besluiten of de in het advies van de RUD opgenomen stoffen gekwalificeerd kunnen worden als einde afvalstof.

Kaderrichtlijn afvalstoffen

Afdelingsmanager;

Programma- en projectmanager

 

A.7 MER

A.7.1 MER Algemeen

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

A.7.1.1

Verrichten van handelingen, onderzoeken en correspondentie ter voorbereiding van een MER, MER-beoordeling of MER-evaluatie;

artikel 16.36 Ow

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid

Voor zover voorzien in opgave

A.7.2 Plan-MER

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

A. 7.2.1

Besluiten inzake Plan-MER-beoordelingsplicht;

Artikel 11.1 Ob

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid

Voor zover voorzien in opgave

A.7.2.2

Advies Commissie m.e.r. in gelegenheid stellen tot adviseren

Artikel 16.39 Ow

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid

Voor zover voorzien in opgave

A.7.2.3

Ter inzage leggen en kennisgeving MER en ontwerpplan

Artikel 16.40 Ow

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid

Voor zover voorzien in opgave

A.7.3 Project-MER

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

A. 7.3.1

Aanhouden, buiten behandeling laten en afwijzen aanvraag besluit als bedoeld in artikel 16.43, eerste lid Ow

Artikel 16.49 Ow

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid

Voor zover voorzien in opgave

Indien de Provincie zowel de initiatiefnemer als de beoordelaar is, dient de beoordelaar een ander persoon te zijn dan de initiatiefnemer (scheiding van functies, art. 11.12 Ob)

A.7.3.2

Mogelijkheid tot advies Commissie m.e.r. in de gelegenheid te stellen advies uit te brengen

Artikel 16.47 Ow

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid

Voor zover voorzien in opgave

Indien de Provincie zowel de initiatiefnemer als de beoordelaar is, dient de beoordelaar een ander persoon te zijn dan de initiatiefnemer (scheiding van functies, art. 11.12 Ob)

A.7.3.3

Ter inzage leggen en kennisgeving MER en ontwerpbesluit

Artikel 16.50 Ow en artikel 11.15 Ob

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid

Voor zover voorzien in opgave

Indien de Provincie zowel de initiatiefnemer als de beoordelaar is, dient de beoordelaar een ander persoon te zijn dan de initiatiefnemer (scheiding van functies, art. 11.12 Ob)

A.8 Wet basisregistratie grootschalige topografie (BGT) en Wet basisregistratie ondergrond (BGO)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

A.8.1

Vaststellen van onderzoek als bedoeld in artikel 30 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie en artikel 9a van de Wet basisregistratie ondergrond

Art. 30 Wet BGT en art. 9a Wet BRO

Afdelingsmanager I&A (Chief Information Officer)

 

B. Inkoop en aanbesteding

B.1. Aanbesteden werken, leveringen en diensten; Inkoopproces

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag/beleidskader

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

B.1.1

Budgethoudersmandaten

 
 
 

B.1.1.1

Vaststellen raming opdrachtwaarde

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

Budgethouder

Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2

B.1.1.2

Besluiten tot het voeren van een inkoop/aanbestedingsprocedure (enkelvoudig, meervoudig, nationale en Europese procedures)

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

Budgethouder

Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2

B.1.1.3

Het uitvoeren van alle procedurele zaken in het tendersysteem op basis van een budgethoudersbesluit met betrekking tot enkelvoudige, meervoudige, nationale en Europese aanbestedingen

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland

Afdelingsmanager POJZ;

Beleidsspecialist Inkoop & Aanbesteding;

Door afdelingsmanager POJZ aangewezen inkoopadviseur

Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2

B.1.1.4

Publiceren enkel- en meervoudige onderhandse aanbestedingen

conform voorgeschreven procedure in Inkoopbeleid

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

Budgethouder;

Beleidsspecialist Inkoop & Aanbesteding;

Door afdelingsmanager POJZ aangewezen inkoopadviseur

Voor alle inkopen voor leveringen en diensten met een geraamde waarde van € 60.000 en hoger en voor Werken van € 180.000 en hoger is een inkoopadvies verplicht d.m.v. Inkoopstartformulier.

Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2

B.1.1.5

Afwijken van de Algemene Inkoopvoorwaarden bij het aangaan van overeenkomsten/verlenen opdrachten

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

Budgethouder

Conform advies senior jurist team Juridische Zaken;

B.1.1.6

Besluiten tot het onregelmatig of onaanvaardbaar verklaren van de inschrijving

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid

Budgethouder

Conform advies inkoopadviseur/beleidsspecialist team Inkoop & Aanbesteding

B.1.1.7

Besluiten tot het nemen van een afwijzingsbesluit

Aanbestedingswet

Budgethouder

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer

B.1.1.8

Besluiten tot het verlenen van een opdracht dan wel een privaatrechtelijke overeenkomst inzake levering, werk of dienst

Aanbestedingswet;

Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland

Budgethouder

Voorwaarden ver- bonden aan mandaat zie onder B.1.2. Na afstemming met Financiën en team Inkoop & Aanbesteding (POJZ)

B.1.1.9

Besluiten tot opdracht van meerwerk

≤ 10% van de oorspronkelijke opdrachtwaarde bij leveringen diensten en ≤15 % bij werken

Aanbestedingswet;

Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer;

Budgethouder

Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2

Conform advies team Inkoop & Aanbesteding (POJZ);

Conform vigerende Inkoop & Aanbestedingsbeleid

B.1.1.10

Aanwijzen directie

o.g.v. Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) voor de uitvoering van werken

 

Budgethouder

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer

B.1.1.11

Nemen van besluiten m.b.t. de uitvoering van contractmanagement bij een (raam)overeenkomst en verwerken in contractenbeheer (POJZ)

 

Budgethouder

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer

B.1.1.12

Besluiten tot verrichten van (overige) (rechts)handelingen

t.a.v. de aanbestedingsprocedure of uitvoering van de (raam)overeenkomst (bijv. nadere overeenkomst, tussentijdse vragen, mogelijkheid tot ingebrekestelling op grond van de Algemene Inkoopvoorwaarden)

Aanbestedingswet

Budgethouder

Zie beperkingenbesluit mandaat budgethouders onder B. Inkoop en aanbesteding.

Na advies team Inkoop & Aanbesteding (POJZ);

Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer

B.1.2 Voorwaarden

Voorwaarden verbonden aan de mandaten voor uitvoering inkoop en aanbesteding die onder B1 aan functionarissen zijn toegekend die zijn aangewezen als budgethouders op grond van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland:

  • I.

    Het mandaat inkoop en aanbesteding van unitmanagers en teamcoördinatoren die als budgethouder zijn aangewezen, is beperkt tot een bedrag van maximaal € 60.000,--;

  • II.

    Het mandaat inkoop en aanbesteding van andere budgethouders dan die genoemd onder I kent de volgende beperkingen:

    • Leveringen en diensten met een initiële contractwaarde* tot en met € 500.000,--;

    • Werken, met een initiële contractwaarde* tot met € 2.500.000,--;

    • op de voorwaarde dat jaarlasten passend zijn binnen het bestaande beleid en de daarvoor in de programma’s van de begroting en in de meerjarenraming opgenomen budgetten of investeringskredieten.

    • Op basis van deze voorvoorwaarden kan de initiële looptijd** van een contract op basis van dit mandaat maximaal 4 jaar zijn;

      * Met de term initiële contractwaarde wordt bedoeld de contractwaarde op basis van de looptijd van het contract zonder verlenging. De contractwaarde voor het bepalen van het aanbestedingsregime kan hoger liggen. Bij die contractwaarde wordt immers de waarde die verbonden is aan de mogelijkheid van verlenging, indien die in het kader van de aanbesteding is voorzien, meegerekend.

      ** Met de term initiële looptijd wordt gedoeld op de looptijd van het contract exclusief de looptijd van een mogelijkheid tot verlenging.

  • III.

    Mandaat voor inkoop en aanbesteding contracten met betrekking tot bedrijfsvoering of met betrekking tot de uitvoeringstrategieën voor het onderhoud van de infrastructuur met een looptijd van meer dan 4 jaar (inclusief verlengingsopties):

    • voor een contractwaarde tot maximaal € 500.000 per jaar,

    • op voorwaarde dat de jaarlasten vergelijkbaar zijn met de in de huidige begroting en meerjarenraming opgenomen jaarlasten voor deze activiteiten;

    • tot maximaal 5 jaar.

  • IV.

    Alle hiervoor genoemde beperkingen die zijn verbonden aan het budgethoudersmandaat gelden behoudens voorafgaande instemming van GS met afwijking van het mandaat en uiteraard binnen de kaders van de budgethoudersregeling. Het verzoek om instemming dient inhoudelijk bij GS te worden gemotiveerd, bij voorkeur door het voorleggen van een inkoopstartformulier.

B.2 Klachten

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

B.2.1

Afhandelen klachten aanbestedingsprocedure.

(Klachtenmeldpunt aanbestedingen)

Flankerend beleid betreffende de per 1 juli 2016 gewijzigde Aanbestedingswet 2012 en vigerende Inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland

Afdelingsmanager POJZ

 

C. Bedrijfsvoering en dienstverlening

C.1 Facilitaire zaken

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

C.1.1

In bruikleen geven van ruimten en terreinen binnen het Abdijcomplex.

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 7a:1777 Burgerlijk wetboek (BW)

Afdelingsmanager FAC;

Binnen door GS vastgestelde kaders;

Voor gebruik in het provinciaal belang;

Mits met de activiteit waarvoor deze provinciale eigendommen in bruikleen worden gegeven geen commerciële belangen worden nagestreefd.

C.1.2

Aangaan van bruikleenovereenkomsten roerende zaken

158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 7a:1777 BW

Afdelingsmanager FAC;

Binnen door GS vastgestelde kaders

C.1.3

Aansprakelijk stellen + kosten verhaal bij schade aan provincie eigendommen

158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 6:162 en 6:174 BW

Afdelingsmanager FAC

 

C.1.4

Het indienen van declaraties i.v.m. het leveren van energie aan derden.

 

Afdelingsmanager FAC;

 

C.1.5

Vaststellen jaarlijkse huurverhoging voor door provincie verhuurde panden.

Nota Grondbeleid Zeeland 2022

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

C.1.6

Afspraken en handelingen, vastpinnen prijzen in verband met beheer van lopende onderhoudsovereenkomsten.

 

Afdelingsmanager FAC

 

C.2 Financiën

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

C.2.1

Goedkeuren begrotingen en rekeningen voorafgaand aan de garantieverlening (door provinciale staten)

Artikel 216, tweede lid, sub c, Provinciewet

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.2

Het indienen van declaraties bij derden.

 

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.3

Het verzenden aan het ministerie van BZK van door provinciale staten vastgestelde begrotingen/-begrotingswijzigingen/jaarrekeningen.

Artikel 195, tweede lid Provinciewet

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.4

Verzoek doen teruggave dividendbelasting.

Wet Dividendbelasting

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.5

Doen van aangifte en afdragen omzetbelasting en opgave BTW compensatiefonds.

Wet Omzetbelasting

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.6

Doen van aangifte en afdragen vennootschapsbelasting.

Wet VPB

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.7

Financieel afwikkelen van schadeclaims van derden indien gedekt door verzekering.

 

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.8

Taxaties laten uitvoeren i.v.m. verzekeringen.

 

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.9

Financieel afwikkelen van claims op derden bij schade aan provinciale eigendommen.

 

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.10

Accepteren/sluiten verzekeringscontracten.

Artikel 158 Provinciewet

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.11

Brieven vaststellen inzake administratieve organisatie of administratieve procedures in de uitvoerende sfeer.

Artikel 216 Provinciewet

Afdelingsmanager Financiën;

 

C.2.12

Verzenden aanmaningen tot betaling van openstaande vorderingen.

 

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.13

Vaststellen rekening-courant percentages.

Artikel 216 Provinciewet

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.14

Verrichten van betalingen.

 

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën;

Medewerkers Financiën

Medewerkers Financiën indien dat in hun opdracht is opgenomen.

C.2.15

Gebruik creditkaart.

 

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.16

Het maken van betalingsafspraken met debiteuren.

Artikel 216 Provinciewet

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

Zie Debiteurenbeleid provincie Zeeland

C.2.17

Besluiten inzake financieringen en uitzettingen voor de periode van max. 1 jaar.

Artikel 216 Provinciewet

Afdelingsmanager Financiën;

Unitmanager Financiën

 

C.2.18

Besluiten inzake financieringen uitzettingen binnen de kaders van het Actieplan uitzetting ZEH dividend 2024, inclusief het aangaan van meerjarige geldleningsovereenkomsten met een looptijd van meer dan een jaar.

Artikel 216 Provinciewet;

Artikel 3.2.3 van het Besluit Financieringsstatuut Provincie Zeeland 2022

Afdelingsmanager Financiën

Zie Algemeen Mandaatbe sluit cvdK Zeeland 2021

C.2.19

Aangaan gebruikers- en beheerovereenkomsten voor rekeningen en autorisatie voor gebruik en beheer van digitale financiële systemen en van rekeningen, mede ten behoeve van functionarissen die met het beheer daarvan zijn belast.

 

Afdelingsmanager Financiën

 

C.3 Informatie en automatisering

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

C.3.1

Aanbieden van gegevens, informatie etc., waaronder open data (verkeersinformatie, enz.)

 

Afdelingsmanager I&A;

Unitmanager I&A

 

C.3.2

Besluiten tot het aangaan van ICT overeenkomsten om niet, benodigd voor het aansluiten op landelijke ICT basisvoorzieningen, bruikleenovereenkomsten medewerkers provincie.

158, eerste lid, sub d Provinciewet

Afdelingsmanager I&A

Unitmanager I&A en behandelend ambtenaar op basis van opdracht in personeelsdossier /AFAS

Op basis van volmacht in Algemeen Mandaatbesluit cvdK Zeeland 2021

C.3.3

Het afgeven van een vrijwaringsbewijs na inleveren ICT-apparatuur bij beëindiging bruikleenovereenkomst

158, eerste lid, sub d Provinciewet

Afdelingsmanager I&A;

Unitmanager I&A en behandelend ambtenaar op basis van opdracht in personeelsdossier /AFAS

Op basis van volmacht in Algemeen Mandaatbesluit cvdK Zeeland 2021

C.3.4

Bevestigen ontvangst van brieven, verzoeken, aanvragen, besluiten e.d.

 

Medewerkers InformatieBeheer;

Receptionist/portier

Ontvangstbevestiging postregistratiesysteem

C.4 Communicatie

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

C.4.1

Besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot overdracht van auteursrechten en het verlenen van een gebruiksrecht op auteursrechten

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet

Afdelingsmanager BOS

Wordt o.a. gehanteerd bij het aangaan van (raam)overeenkomsten met fotografen, vormgevers, filmmakers

C.4.2

Besluit tot toekenning en afwijzing van verzoeken voor het gebruik van het wapen van Zeeland en het woordmerk Zeeland Land in Zee

 

Afdelingsmanager BOS

Voor het al dan niet toestaan voor het gebruik van het Wapen van Zeeland wordt getoetst aan de regels uit de circulaire van BZK ‘wapen gebruik provincies’.

C.4.3

Publicatie van besluiten van bestuursorganen van de provincie Zeeland

Artikel 2 jo. artikel 6 Bekendmakingswet

Afdelingsmanager BOS;

Aangewezen medewerkers Digitale Media uitsluitend systeemmandaat

Aanwijzing via opdracht in AFAS

D. Bestuurlijke organisatie en toezicht

D.1 Notificatie Formele stukken

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

D.1.1

Besluiten stukken voor notificatie aan te nemen en deze ter archivering aan te bieden aan de InformatieBeheer

 

Afdelingsmanager BOS

 

D.2 Financieel Bestuurlijk Toezicht

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

D.2.1

Goedkeuring van begrotingen, begrotingswijzigingen en toestemming voor het doen van uitgaven betreffende gemeenten, gemeenschappelijke regelingen e.d. ten aanzien waarvan preventief toezicht geldt.

Artikel 203 + 208 Gemeentewet, artikel 33, Wet Gemeenschappelijke regelingen

Afdelingsmanager BOS

 

D.2.2

Bij goedkeuring begroting bepalen dat soorten van wijzigingen geen goedkeuring van GS behoeven.

Artikel 207, tweede lid, Gemeentewet

Afdelingsmanager BOS

 

D.2.3

Mededelingen aan bestuur gemeenten en gemeenschappelijke regelingen dat voor begrotingsjaar repressief toezicht van toepassing is.

Artikel 203 Gemeentewet, artikel 33, Wet gemeenschappelijke regeling

Afdelingsmanager BOS

 

D.2.4

Goedkeuring art. 43, lid 3, Boek 3 BW/ontheffing art 15, lid 2, Gemeentewet

Artikel 3:43, BW, artikel 15, tweede lid, Gemeentewet

Afdelingsmanager BOS

Voor wat betreft verkoop aan burgemeester: cvdK (zie bijlage bij Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 cvdK Zeeland 2021)

D.2.5

Goedkeuren van besluiten van gemeentebesturen, die kunnen leiden tot nieuwe uitgaven, tot verhoging van bestaande dan wel tot verlaging van bestaande inkomsten of tot vermindering van vermogen in die gevallen, waarin gemeentebesturen zijn onderworpen aan het financieel-bestuurlijk toezicht.

Artikel 21, Wet algemene regels herindeling

Afdelingsmanager BOS

 

D.2.6

Verdagen van aanvraag tot goedkeuring van begroting en/of begrotingswijzigingen van gemeenten of gemeentelijke regelingen die door GS onder preventief toezicht zijn geplaatst.

Artikel 10.31 Algemene wet bestuursrecht

Afdelingsmanager BOS

 

D.2.7

Correspondentie van procedurele aard over besluit tot uitnodigen waterschapsbestuur voor overleg op grond van artikel 3 en 4 Waterschapswet.

Artikel 3 en 4 Waterschapswet

Afdelingsmanager BOS

 

D.2.8

Toezenden besluit inzake reglement, opheffen of instellen waterschap ter goedkeuring aan Minister.

Artikel 4, derde lid Waterschapswet

Afdelingsmanager BOS

 

D.2.9

Toezenden advies inzake benoeming dijkgraaf aan Minister.

Artikel 46, derde lid Waterschapswet

Afdelingsmanager BOS

 

D.2.10

Correspondentie met gemeenten i.v.m. verstrekken van informatie, toezenden rapportages in het kader van indeplaatsstelling dan wel vernietiging of schorsing besluit.

Artikel 124 e.v + artikel 273a Gemeentewet

Afdelingsmanager BOS

Interbestuurlijk toezicht

D.2.11

Meedelen van besluit of voornemen van indeplaatsstelling in dagblad.

Artikel 124, 4e lid, Gemeentewet

Afdelingsmanager BOS

Interbestuurlijk toezicht

D.2.12

Aanwijzing toezichtambtenaren.

Artikel 124, Gemeentewet

Afdelingsmanager BOS

Interbestuurlijk toezicht

D.2.13

Correspondentie met gemeenten i.v.m. verstrekking van informatie, toezenden rapportages in het kader van de huisvesting statushouders

Huisvestingswet

Afdelingsmanager BOS; Programmamanager Fysieke Leefomgeving alsmede;

 

D.3 Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

D.3.1

Het verrichten van eigen onderzoek naar feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, tweede tot en met zesde lid en artikel 9, tweede en derde lid wet Bibob

Artikel 7a, eerste lid, artikel 5, tweede lid, artikel 5a en artikel 6 tweede lid Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Conform Beleidsregel Bibob Provincie Zeeland 2024 inzake omgevingsvergunningen, subsidies, vastgoedtransacties en overheidsopdrachten en het vigerende beleidsplan Toepassing Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, Provincie Zeeland

D.3.2

Een betrokkene verzoeken om gegevens en bescheiden over te leggen voor het eigen onderzoek middels bij ministeriële regeling vastgestelde formulieren

Artikel 7a, eerste tot en met derde en vijfde lid, en artikel 4 Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem;

Op basis van artikel 4 Wet Bibob dient de weigering om het formulier volledig in te vullen als ernstig gevaar aangemerkt te worden

D.3.3

Het verwerken van gegevens uit openbare bronnen ten behoeve van het eigen onderzoek

Artikel 7b Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.4

Het opvragen van justitiële gegevens betreffende de in het tweede lid van artikel 15 van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens genoemde personen

Artikel 15, eerste lid, sub b, en tweede lid Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.5

Het opvragen van politiegegevens omtrent betrokkene

Artikel 4:3, eerste lid, sub l, Besluit politiegegevens

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.6

Het opvragen van gegevens over een vergrijpboete die is opgelegd aan de in het tweede lid van artikel 7c van de Wet Bibob genoemde personen

Artikel 7c, eerste en tweede lid, Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.7

Het in individuele gevallen opvragen van de in de registratie opgenomen persoonsgegevens als bedoeld in het Besluit controle op rechtspersonen

Artikel 6, eerste lid, sub a, en artikelen 1 en 2 Wet controle op rechtspersonen jo. artikel 6, sub g Besluit controle op rechtspersonen jo. artikel 1, eerste lid, onder 2° Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.8

Het raadplegen van het Bureau of in de afgelopen vijf jaren in een advies van het Bureau of in bevindingen van eigen onderzoek strafbare feiten zijn gepleegd door dezelfde (rechts)personen als naar wie het orgaan eigen onderzoek verricht, die ten grondslag zijn gelegd aan de conclusie van een ernstig gevaar of mindere mate van gevaar. Het Bureau bericht dan eveneens of er in de afgelopen vijf jaar een melding is gedaan vanwege het terugtrekken uit de procedure

Artikel 11a Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.9

Het verrichten van een eigen onderzoek naar feiten en omstandigheden, ingeval een tip van het Bureau of van de officier van justitie, een bestuursorgaan of een rechtspersoon met overheidstaak wordt ontvangen, en daarna het Bureau eventueel om advies vragen

Artikelen 11 en 26 jo. artikel 7a Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.10

Een ander bestuursorgaan of rechtspersoon met overheidstaak wijzen op de mogelijkheid om eigen onderzoek te doen

Artikel 26 Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.11

Het Bureau vragen om advies over de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid Wet Bibob of over feiten en omstandigheden, als bedoeld in artikel 3, zesde lid Wet Bibob

Artikel 9 Wet Bibob en:

Artikel 5, lid 2 Wet Bibob [overheidsopdrachten]

Artikel 5a Wet Bibob [vastgoedtransacties]

Artikel 6, lid 2 Wet Bibob [subsidies]

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem;

Portefeuillehouder vooraf informeren bij het vragen van advies aan het Bureau

D.3.12

Het toezenden van de door betrokkene verstrekte gegevens en bescheiden, tezamen met de bevindingen van het eigen onderzoek aan het Bureau, teneinde het Bureau in staat te stellen onderzoek te verrichten

Artikel 7a, vierde lid Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.13

Het in verband met een andere beslissing kunnen gebruiken van het advies van het Bureau, bevindingen van eigen onderzoek en/of gegevens die daaraan ten grondslag liggen gedurende vijf jaar nadat het is uitgebracht.

Artikel 29 Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.14

Een betrokkene informeren dat het Bureau om advies is verzocht en dat de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, wordt opgeschort bij aanvraag van het advies

Artikel 32 en 31 Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.15

Het verstrekken van een afschrift van gegevens en bevindingen uit eigen onderzoek of van een advies van het Bureau aan een van de genoemde (rechts)personen, als bedoeld in artikel 28 lid 2 Wet Bibob en het schriftelijk wijzen op de geheimhoudingsplicht.

Artikel 28, tweede lid, en artikel 7a, zesde lid, Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.16

Het in gelegenheid stellen om een zienswijze naar voren te brengen alvorens een beslissing wordt genomen en daarbij een afschrift van het advies van het Bureau verstrekken, inclusief het schriftelijk wijzen op de geheimhoudingsplicht

Artikel 33 en artikel 28, derde lid, Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

D.3.17

Het doen van aangifte namens het bestuursorgaan indien dat op grond van de wet verplicht is.

Artikel 162 en 163 Wetboek van Strafvordering

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Portefeuillehouder vooraf informeren;

Met volmacht cvdK

D.3.18

Het onverwijld doen van een melding met vermelding van de benodigde gegevens bij het Bureau, indien zonder advies van het Bureau wordt geconcludeerd tot een ernstig gevaar of mindere mate van gevaar

Artikel 7a, zevende lid, en artikel 11a, tweede lid, Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Conform Beleidsregel Bibob Provincie Zeeland 2024 inzake omgevingsvergunningen, subsidies, vastgoedtransacties en overheidsopdrachten en het vigerende beleidsplan Toepassing Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, Provincie Zeeland

D.3.19

Het onverwijld doen van een melding bij het Bureau indien redelijkerwijs wordt vermoed dat een betrokkene zich vanwege het toepassen van de Wet Bibob terugtrekt uit de procedure

Artikel 7a, achtste lid, Wet Bibob

Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat

Idem

E. Subsidies

E.1. Algemene Subsidieverordening/ Algemeen subsidiebesluit

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

E.1.1

Besluiten tot het afwijzen van de subsidieaanvraag

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Afdelingsmanager;

Programma- en projectmanager;

Dit mandaat ligt bij de functionaris die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is.

De betreffende portefeuillehouder wordt geïnformeerd

E.1.2

Besluiten tot het tussentijds wijzigen van een subsidiebeschikking

binnen de gestelde voorwaarden in de Asv en het Asb

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

Betreft: afwijken PR-bepaling (art. 1.6.6 Asb); verlenen van extra voorschotten op verleende subsidies (art. 1.8.3 en 1.9.3 Asb)

E.1.3

Besluiten tot het tussentijds wijzigen van prestatieafspraken, prestatiebewijzen en/of instemmen met herziene begroting

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

Uitsluitend van toepassing indien de aard van het project niet wordt gewijzigd

E.1.4

Besluiten tot het afwijken van de bij de subsidiebeschikking opgelegde verplichtingen

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

Uitsluitend van toepassing indien de aard van het project niet wordt gewijzigd

E.1.5

Besluiten tot het wijzigen van de looptijd van een verleende subsidie

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

 

E.1.6

Besluiten tot het wijzigen van de gestelde termijn voor het indienen van een aanvraag tot vaststelling

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

 

E.1.7

Besluiten tot het intrekken van verleende subsidies

Awb

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

 

E.1.8

Beslissen op en ondertekenen van stukken

betreffende aanvragen om subsidie en het verrichten van betalingen in het kader van hoofdstuk 11 Asb (Bijzondere bepalingen voor het nalaten van verjaging van beschermde inheemse ganzen in ganzenrustgebieden)

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Directeur BIJ12 en plaatsvervanger

Extern mandaat; De directeur van BIJ12 kan ter uitoefening van zijn gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan de onder hem ressorterende unitmanagers en afdelingshoofden

E.1.9

Besluiten tot het (gewijzigd) vaststellen, intrekken en terugvorderen van subsidies

Awb

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

 

E.1.10

Besluiten op basis van een steekproef of de instelling wel of niet een aanvraag tot vaststelling moet indienen

Artikel 1.7.4, eerste lid, Asb 2013/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

 

E.1.11

Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om (kleinere) verkeerseducatieve subsidies op grond van een door GS jaarlijks vastgesteld ROVZ Werkplan

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder

 

E.1.12

Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidie op basis van een door GS vastgestelde openstelling subsidies in het kader van hoofdstuk 19 Asb (Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie ten behoeve van het aanleggen van een groen dak)

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder

 

E.1.13

Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidies op grond van een door GS jaarlijks vastgesteld Uitvoeringsprogramma Cultuur, met uitzondering van de integrale kosten subsidies

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder

 

E.1.14

Toekenning en afwijzing van aanvragen om subsidies in het kader van hoofdstuk 8 Asb (Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie in het kader van de Provinciale Impuls Wonen) op basis van een door GS vastgesteld overzicht van toekenningen en afwijzingen

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Programmamanager In de hoedanigheid van budgethouder

 

E.1.15

Subsidieaanvragen afhandelen en subsidie verlenen binnen de kaders van het vigerende uitvoeringsprogramma ‘Four Freedoms door het jaar heen’

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Programmamanager Cultuur, Erfgoed, Leefbaarheid en Sport

Conform afstemming met de verantwoordelijke portefeuillehouder

E.1.16

Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidie op basis van een door GS vastgestelde openstelling subsidies in het kader van hoofdstuk 10 Asb (Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van subsidies voor kavelaanvaardingswerken)

Asv 2013/Asb 2013

Asv 2023/Asb 2023

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

Conform afstemming met de verantwoordelijke portefeuillehouder

E.1.17

Beslissen op verzoeken tot afwijken van de verplichting de activiteit binnen 24 maanden te realiseren

Artikel 10.8, tweede lid, Asb 2013/Asb 2023

Afdelingsmanager POJZ

 

E.2 Subsidieregeling kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

E.2.1

Vaststellen of lager vaststellen en terugvorderen investeringssubsidie natuur en landschap

Art. 14c SKNL juncto afd 4.2.5 en art. 4:57 Awb

Afdelingsmanager POJZ

Na afstemming met portefeuillehouder door programmamanager die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is.

E.2.2

Vaststellen van de subsidie functieverandering

Art. 20 SKNL juncto afd. 4.2.5 Awb

Afdelingsmanager POJZ

idem

E.2.3

Ambtshalve wijziging bij kennelijke onjuistheden van subsidie- en voorschotbeschikkingen

Subsidieregeling kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL)

Programmamanager Landelijk gebied, Landbouw en natuur

Portefeuillehouder in kennis stellen;

Enkel wijzigingen met geringe financiële impact

E.2.4

Verlengen van de subsidietermijn

Subsidieregeling kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL)

Programmamanager Landelijk gebied, Landbouw en natuur

Na afstemming met portefeuillehouder door programmamanager die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is.

E.2.5

Verlenen en uitbetalen van voorschotten

Art. 14b SKNL

Afdelingsmanager POJZ

Idem

E.3 Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer (SNVL)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

E.3.1

Ambtshalve wijziging bij kennelijke onjuistheden van subsidie- en voorschotbeschikkingen

Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer Zeeland (SVNL)

Programmamanager Landelijk gebied, Landbouw en natuur

Portefeuillehouder in kennis stellen;

Enkel wijzigingen met geringe financiële impact

E.3.2

Vaststellen of lager vaststellen en terugvorderen

Art. 2.14 SVNL

Afdelingsmanager POJZ

Na afstemming met portefeuillehouder door programmamanager die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is

E.3.3

Verlenen en uitbetalen van voorschotten

Art. 2.12 SVNL

Afdelingsmanager POJZ

Na afstemming met portefeuillehouder door programmamanager die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is

F. Vastgoed

F.1 Vastgoed

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

F.1.1

Besluiten tot de aankoop van onroerende zaken (aankoopbesluit), behoudens opstallen, en daaruit voortvloeiend het besluiten tot het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst op het gebied van grondverwerving en eigendomsbeheer

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

  • Uitsluitend voor zover dit geschiedt binnen het daarvoor beschikbaar gestelde krediet e/o budget;

  • Altijd op basis van een taxatierapport van een deskundige (Als uitvloeisel van de nota grondbeleid zijn er aanvullende richtlijnen van gs inzake taxatierapporten, vastgelegd in de werkprocessen);

  • Aankoop van strategische (niet-taakgebonden) gronden van € 1 miljoen of hoger wordt altijd aan GS voorgelegd en valt dus buiten het mandaat

F.1.1.1

Voorbereiding en uitvoering van het aankoopbesluit

 

Teamcoördinator Vastgoed

 

F.1.2

Besluiten tot de verkoop van provinciale eigendommen, behoudens opstallen, en het bezwaren van provinciale eigendommen alsmede het besluiten tot het vestigen van beperkte rechten, alsmede het vestigen van kwalitatieve verplichtingen voor vastgoed en kavelruiltransacties.

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

  • Altijd op basis van een taxatierapport van een deskundige. (Als uitvloeisel van de nota grondbeleid zijn er aanvullende richtlijnen van gs inzake taxatierapporten, vastgelegd in de werkprocessen);

  • Verkoop van strategische (niet-taakgebonden) gronden van € 1 miljoen of hoger wordt altijd aan GS voorgelegd en valt dus buiten het mandaat

F.1.2.1

Voorbereiding en uitvoering van het verkoopbesluit

 

Teamcoördinator Vastgoed

 

F.1.3

Besluiten tot aan- en verkoop van provinciale eigendommen die onderdeel uitmaken van een (kavel)ruil, behoudens opstallen.

Artikel158, eerste lid, sub d Provinciewet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

  • Altijd op basis van een taxatierapport van een deskundige. (Als uitvloeisel van de nota grondbeleid zijn er aanvullende richtlijnen van gs inzake taxatierapporten, vastgelegd in de werkprocessen);

  • het saldo van de aan- en verkoop van strategische (niet-taakgebonden) gronden van € 1 miljoen of hoger wordt altijd aan GS voorgelegd en valt dus buiten het mandaat

F.1.3.1

Voorbereiding en uitvoering van het besluit

 

Teamcoördinator Vastgoed

 

F.1.4

Besluiten tot het verpachten en/of verhuren provinciale eigendommen (inclusief de ontbinding van deze overeenkomsten)

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

F.1.4.1

Afhandeling op basis van door de afdelingsmanager geaccordeerd en geregistreerd Uitgifteplan.

 

Teamcoördinator Vastgoed

 

F.1.5

Kennisgeving op provinciale website en provinciaal blad van informatie over het vergeven van onroerende zaken (verkoop, erfpacht, verhuur en verpachting en grondruil etc.) en daarop betrekking hebbende selectieprocedures

3:14 BW,

Art. 158, eerste lid, sub d Provinciewet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

Teamcoördinator Vastgoed

Op basis van criteria uit Nota Grondbeleid of op basis van voorafgaand aan kennisgeving door GS vastgestelde criteria.

F.2 Kavelruil

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

F.2.1

Besluiten tot kavelruil cf. een positief advies van de commissie kavelruilbureau Zeeland op een kavelruilvoorstel, genomen bij gewone meerderheid van stemmen

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet;

Regelement commissie Kavelruilbureau Zeeland

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

F.2.2

het innen van de kavelruilbijdrage van derden

 

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

Teamcoördinator Vastgoed

 

F.2.3

het vergoeden van notaris- en kadasterkosten

 

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

Teamcoördinator Vastgoed

 

F.3 Procedurele zaken

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden n

F.3.1

Het indienen van een bezwaar- en/of beroepschrift tegen een belastingaanslag / WOZ-beschikking

Artikel 158, eerste lid sub f Provinciewet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

F.3.2

Het indienen van een bezwaar- en/of beroepschrift tegen de uitslag van een kadastrale meting

Artikel 158, eerste lid sub f Provinciewet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

F.3.3

Het laten verrichten van een hertaxatie van de marktwaarde van grond voor de beoordeling van een subsidieaanvraag

Artikel 32.4, tweede lid jo. 32.1, onder i Asb 2023

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

F.4 Wettelijke instrumenten

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

F.4.1

Volmacht c.q. machtiging voor het verrichten van procedurele handelingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige rechtshandelingen bij minnelijke verwerving van grond en daarbij behorende opstallen, op basis van een besluit van GS tot volledige schadeloosstelling

Hoofdstuk 11 Omgevingswet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

In afstemming met de portefeuillehouder Vastgoed.

Er wordt geen mandaat verstrekt om tot onteigening over te gaan.

F.4.2

Voorbereiding en uitvoering F.4.1

Hoofdstuk 11 Omgevingswet

Teamcoördinator Vastgoed

 

F.4.3

Volmacht en machtiging voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met het vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden bij het verwerven bij minnelijke overeenkomst van de op grond van de Onteigeningswet te onteigenen hertogin Hedwigepolder

 

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Beleidsmedewerker grondverwerving

 

F.4.4

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard op grond van de Omgevingswet: kostenverhaal bij bouwactiviteiten en activiteiten vanwege gebruikswijzigingen langs privaatrechtelijke of publiekrechtelijke weg

Afdeling 13.6. Ow

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

F.4.5

Handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard op grond van hoofdstuk 9 Ow

Hoofdstuk 9 Omgevingswet

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

G. Infrastructuur

G.1 Beheer & Onderhoud

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

G.1.1

Vaststellen van beheerregelingen en aangaan van beheerovereenkomsten.

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet; Burgerlijk Wetboek

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.1.2

Het aansprakelijk stellen + kosten van verhaal bij schade aan provincie eigendommen (bijv. bij modder op de weg, olie op de weg, enzovoort)

Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 6:162 en 6:174 BW en artikel 185 Wegenverkeerswet

Afdelingsmanager Infrastructuur

Unitmanager

Teamcoördinator uitsluitend bevoegd voor kleine bedragen

G.1.3

Vaststellen en wijzigen bedieningstijden Zeelandbrug

beheertaak Provincie

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.1.4

Toezicht en handhaving in het kader van wetten, waarvan de uitvoering aan het onderdeel Beheer & Onderhoud is opgedragen: Schriftelijke waarschuwing/vooraankondiging, alsmede het besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.24 Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.1.5

Besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in spoedeisende gevallen

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, eerste lid

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.1.6

Ondertekenen van begeleidende brief bij besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in spoedeisende gevallen

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, eerste lid Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.1.7

Op schrift stellen en bekendmaken van besluit als bedoeld in artikel 5.31, eerste lid, Awb

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, tweede lid Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur

Slechts in zeer spoedeisende gevallen

G.1.8

Feitelijke uitvoering van bestuursdwang

 

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.1.9

Besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom.

Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.32 Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.2 ctiviteiten op provinciale wegen (Omgevingsverordening Zeeland)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.2.1

Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften

Artikel 2.8

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.2.2

Omgevingsvergunning aanbrengen, snoeien of verwijderen van beplanting

Artikel 2.11, derde en vierde lid

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.2.3

Omgevingsvergunning veranderen van bermsloten

Artikel 2.12, eerste lid

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

 

G.2.4

Omgevingsvergunning uitwegen

Artikel 2.13

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.2.5

Omgevingsvergunning duikers, goten, kabels, leidingen en vergelijkbare werken

Artikel 2.14

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

 

G.2.6

Omgevingsvergunning borden en vergelijkbare objecten

Artikel 2.15

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

Onder toepassingsbereik valt ook toeristische bewegwijzering (borden)

G.2.7

Afhandelen melding middelen vrijheid van meningsuiting

Artikel 2.17

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

Tevens bevoegd tot stellen maatwerkvoorschriften op grond van G.2.1

G.2.8

Omgevingsvergunning bebouwingsvrije stroken

Artikel 2.19

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

 

G.2.9

Omgevingsvergunning gedenktekens

Artikel 2.20

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

 

G.2.10

Omgevingsvergunning standplaatsen en verkooppunten

Artikel 2.21

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

 

G.2.11

Omgevingsvergunning vangnetartikel (veranderen van het werk of werken maken of behouden en vaste stoffen of voorwerpen plaatsen)

Artikel 2.22

Afdelingsmanager Infrastructuur;

 

G.2.12

Aanwijzen van toezichthouders welke zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften

Artikel 18.6 Ow juncto 5:11 Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur

Mandaat betreft uitsluitend aanwijzing van mdw btd als toezichthouder op provinciale wegen

G.2.13

Aanslagen opleggen op benzineverkoop

Recht van opstal

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.3 Wegenwet

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

G.3.1

Aan een weg de bestemming van openbare weg geven

Artikel 4, eerste lid, sub 3 Wegenwet

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.3.2

Onttrekking aan het openbaar verkeer van provinciale wegen

Artikel 7 juncto artikel 8, tweede lid Wegenwet

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.3.3

Onttrekking aan het openbaar verkeer van waterschapswegen

Artikel 7 juncto artikel 8, tweede lid Wegenwet

Afdelingsmanager Infrastructuur

Deze bevoegdheid is door provinciale staten, middels statenbesluit op 16 mei 2008, gedelegeerd aan gedeputeerde staten

G.3.4

Goedkeuring verlenen aan overdracht (beheer en) onderhoud van een weg door de gemeente of waterschap aan een gemeente of waterschap.

Artikel 18a Wegenwet

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

met goedkeuring Afdelingsmanager Infrastructuur

G.3.5

Het onderhoud van een weg, welke door de provincie wordt onderhouden, ten laste te brengen van de gemeente, waarin de weg is gelegen

Artikel 19 lid 1 Wegenwet

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.3.6

Vaststellen/wijzigen wegenlegger

Artikel 39 Wegenwet

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.4 Wegenverkeerswet

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.4.1

Tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen

Artikel 17 Wegenverkeerswet 1994 juncto artikelen 34 en 37 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.4.2

Tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen

Artikel 17 Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 35 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

Rayonmedewerker

 

G.4.3

Het nemen van verkeersbesluiten

Artikel 18 (en artikel 15 Wegenverkeerswet juncto artikel 12 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

Afdelingsmanager Infrastructuur

De bevoegdheden van Gedeputeerde Staten voor de Westerscheldetunnel c.a. (zie Tunnelwet) zijn gemandateerd aan de directeur van de NV Westerscheldetunnel

G.4.4

Vergunning wegwedstrijden verlenen

Artikel 148, eerste lid, sub b, juncto artikel 10, eerste lid

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.4.5

Verlenen ontheffingen bijzondere transporten (zoals voor landbouwvoertuigen) Voertuigreglement

Artikel 149, eerste lid, sub b, Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

Gedeputeerde Staten hebben op 28 januari 2003, nr. 030333/16, mandaat verleend aan Rijksdienst voor Wegverkeer voor het nemen van besluiten inzake de aanvraag van ontheffingen voor exceptionele wegtransporten

G.4.6

Verlenen ontheffingen

Artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.5 Verkeersregels & verkeerstekens

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.5.1

Verlenen ontheffingen Zeelandbrug / Oesterdam (invalidenvoertuigen, brommobielen, etc.)

Artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.5.2

Plaatsen en verwijderen verkeerstekens, dan wel het publiceren van een bekendmaking met eenzelfde strekking

Artikel 2 juncto artikel 13

Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (behorend bij Binnen-vaartpolitiereglement)

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.5.3

Plaatsen tijdelijke verkeerstekens, dan wel het publiceren van een bekendmaking met eenzelfde strekking bij dringende omstandigheden

Artikel 10 juncto artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (behorend bij Binnen-vaartpolitiereglement)

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6 Activiteiten op provinciale vaarwegen (Omgevingsverordening Zeeland)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.6.1.

Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften

Artikel 2.27

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6.2

Omgevingsvergunning scheepvaartafmetingen en diepgang van schepen

Artikel 2.29

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6.3

Omgevingsvergunning slepen van schepen

Artikel 2.30

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6.4

Omgevingsvergunning duwstellen van schepen

Artikel 2.31

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6.5

Omgevingsvergunning veranderen van het werk of werken maken of behouden

Artikel 2.32

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6.6

Omgevingsvergunning vaste stoffen of voorwerpen plaatsen en houtgewas

Artikel 2.33

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6.7

Omgevingsvergunning om op andere wijze enige belemmering of hinder voor de scheepvaart te veroorzaken

Artikel 2.34

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6.8

Omgevingsvergunning ligplaats innemen en meren

Artikel 2.35

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.6.9

Omgevingsvergunning ankeren

Artikel 2.37

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager;

 

G.6.10

Omgevingsvergunning drijven van handel of het afleveren van koopwaar

Artikel 2.38

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.6.11

Omgevingsgunning gebruik van kunstwerken belemmeren of beletten

Artikel 2.39

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.6.12

Opdracht om te voorzien in onderhoudsplicht

Artikel 4.3

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.6.13

Aanwijzen van toezichthouders welke zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften

Artikel 18.6 Ow juncto 5:11 Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur

Mandaat betreft uitsluitend aanwijzing van mdw btd als toezichthouder op provinciale vaarwegen

G.7 Nautisch beheer op provinciale vaarwegen (Verordening nautisch beheer Zeeland)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.7.1

Verlenen, intrekken of wijzigen ontheffing maximumsnelheden

Artikel 5, tweede, derde en vierde lid

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.7.2

Aanwijzing tot verhaal en kennisgeving voorgenomen werkzaamheden in verband met verhaalplicht

Artikel 6

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.7.3

Vaststellen, wijzigen of intrekken bedieningstijden van bruggen en sluizen

Artikel 7

Afdelingsmanager Infrastructuur;

 

G.7.4

Onttrekken van een vaarweg aan het openbaar scheepvaartverkeer

Artikel 8

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.8 Wrakkenwet

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.8.1

Besluit tot opruimen object

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.8.2

Aankondiging ter plaatse

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.8.3

Mededeling rechthebbende

Artikel 2, eerste lid

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.8.4

Vergunning verwijdering voorwerpen

Artikel 2, tweede lid

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.8.5

Zekerheidstelling ten genoegen van de beheerder

Artikel 2, derde lid

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.8.6

Publicatie tijdstip opruiming

Artikel 3, eerste lid

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.8.7

Vergunning toegang/verblijf op schip/voorwerp

Artikel 4

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.8.8

Termijn van betaling stellen

Artikel 6

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.9 Waterstaatswet 1900

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.9.1

Schriftelijke aanzegging m.b.t. het dulden van voorbereidingswerkzaamheden

Artikel 10.4

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.9.2

Opmaken proces-verbaal/raming kosten etc. bij schade aan waterstaatswerken

Hoofdstuk 15 Omgevingswet

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.9.3

Het toewijzen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het kader van NEN-EN 501101-1, NEN-EN 50110-2 en NEN 3140 in verband met bedrijfsvoering van elektrische installaties (infrastructuur) in beheer bij de provincie Zeeland aan medewerkers van de afdeling Infrastructuur

 

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.10 Omgevingswet en Omgevingsbesluit

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.10.1

Advies

Artikel 16.15 en 16.15a Ow

Afdelingsmanager Infrastructuur

  • 1.

G.10.2

Advies en instemming door gedeputeerde staten bij meervoudige vergunningen

Artikel 4.25 lid 1, onder f en lid 3 Ob

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

G.10.3

Het voeren van overleg met het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een:

  • (wijziging van een) Omgevingsplan

  • een omgevingsvergun-ning voor een Buitenplanse omgevingsplansactiviteit, of

  • Projectbesluit

Artikel 2.2 Ow

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid;

Programmamanager Energie & Klimaat;

Afdelingsmanager Infrastructuur;

met bevoegdheid tot verlenen van ondermandaat aan ondergeschikte functionarissen voor overleg aan de omgevingstafel.

In het kader van afstemming tussen bestuursorganen’; omvat o.a. deelname aan omgevingstafels;

Dit mandaat ziet niet op toezeggingen en betreft niet de bevoegdheid tot advies en instemming

G.11 Telecommunicatiewet

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

G.11.1

Instemmen met c.q. overeenstemming hebben over plaats, tijdstip en wijze van aanleg, instandhouding of opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

Artikel 5.3, 5.7 en 5.8

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.11.2

Vergoeden van schade en verdelen van kosten, één en ander voortvloeiende uit de gedoogplicht.

Artikel 5.2

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Unitmanager

 

G.12 Wet Basisregistratie Grootschalige Topografie

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/voorwaarden

G.12.1

Werkzaamheden in het kader van de Wet basisregistratie:

Ondergrond

grootschalige topografie.

 

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Medewerker landmeten en cartografie

 

H. Personenvervoer

H.1 Concessie busvervoer

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

H.1.1

Het nemen van besluiten inzake het beheer van de op 1 augustus 2014 verleende 'Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland 2015-2024'. M.n. te noemen het maken van beheerafspraken met de concessiehouder over:

  • De ontwikkeltaak van de concessiehouder

  • Het vervoerplan en de dienstregeling

  • De inzet van voertuigen en personeel

  • De uitvoeringskwaliteit,

  • Tarieven en kaartsoorten,

  • Reisinformatie,

  • Sociale veiligheid, communicatie en marketing,

  • Extern relatiebeheer

De op basis van artikel 20 lid 2 Wet personenvervoer 2000 verleende 'Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland 2015-2024'

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid;

Senior beleidsmedewerker openbaar vervoer, die belast is met het concessiemanagement

Bestuurlijke aandachtspunten agenda van het concessiebeheer overleg, algemene ledenvergadering CV DOVA en DOVA- managersoverleg worden geannoteerd afgestemd met de verantwoordelijke gedeputeerde

I. Water

I.1 Omgevingswet (Ow) en Omgevingsbesluit (Ob) en Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

I.1.1

Correspondentie aan het rijk omtrent voorbereiding van een nationaal programma als bedoeld in artikel 3.9, tweede lid Ow (o.a. nationaal waterprogramma)

Artikel 3.9 lid 2 Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.1.2

Ter inzage leggen en kennis geven van ontwerp regionaal waterprogramma

Artikel 3.8 lid 2 Ow en 16.27 Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.1.3

Toezenden vastgesteld regionaal waterprogramma aan minister en betrokken instanties

Artikel 16.27 Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.1.4

Uitbrengen advies aan waterbeheerder over aanvraag omgevingsvergunning

Artikel 16.15 en 16.65 Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.2 Gegevensverstrekking en correspondentie waterbeheer en waterveiligheid

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

I.2.1

Gegevensverstrekking t.b.v. opstellen Stroomgebiedbeheerplan aan Minister

Artikel 10.33 Ob

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.2.2

Gegevensverstrekking resultaten analyses en beoordelingen als bedoeld in de Kaderrichtlijn Water (KRW) aan Minister

Artikel 10.33a Ob

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.2.3

Gegevensverstrekking omtrent voortgang uitvoering maatregelen als bedoeld in de KRW aan Minister

Artikel 10.33b Ob

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.2.4

Gegevensverstrekking t.b.v. toezicht op waterbeheer aan Minister

Artikel 58 lid 2 Waterschapswet

PProgrammamanager Energie & Klimaat

 

I.2.5

Correspondentie omtrent onderzoeken m.b.t grondwaterbeleid en schade

Artikel 13.4b lid 1 onder b Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.2.6

Gegevensverstrekking aan de (door provincies ingestelde) Adviescommissie Schade Grondwater t.b.v. advisering over een aanvraag tot schadevergoeding.

Instellingsbesluit ACSG.

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.3 Bevoegdheden primaire waterkeringen

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan:

Opmerkingen/Voorwaarden

I.3.1

Correspondentie omtrent voorbereiding projectprocedure waterschap tot aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkering

Artikel

5.45 lid 1 en 2 Ow,

5.46 lid 2 Ow en

16.7 Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.3.2

Correspondentie omtrent coördinatie van besluiten ter uitvoering van een projectbesluit tot aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkeringen

Artikel 5.45 lid 1 en 2 Ow en 16.7 Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.3.3

Goedkeuren projectplan tot aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkering (in samenhang met mer-beoordeling)

Artikel 16.72 Ow juncto 16.43 Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.4 Bevoegdheden Waterschapswet

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

I.4.1

Correspondentie van procedurele aard over besluit tot uitnodigen waterschapsbestuur voor overleg op grond van artikel 3 en 4 Waterschapswet.

Artikel 3 en 4 Waterschapswet

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.5 Hygiëne en veiligheid bad- en zwemgelegenheden

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

I.5.1

Gegevensverstrekking aangewezen zwemwaterlocaties aan landelijk orgaan.

Art. 16.28 Ow en 3.2 Bkl

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.5.2

Toezenden van relevante informatie voor zwemwaterlocatie, zoals negatief zwemadvies, aan landelijk orgaan.

Art. 2.38 Ow

Programmamanager Energie & Klimaat

 

I.6 Omgevingswet (Ow)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

I.6.1

Het voeren van overleg met het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een:

  • (wijziging van een) Omgevingsplan

  • een omgevingsvergun-ning voor een Buitenplanse omgevingsplansactiviteit of

  • Projectbesluit

Artikel 2.2 Ow

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Energie & Klimaat;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid;

Programmamanager Energie & Klimaat;

Afdelingsmanager Infrastructuur

met bevoegdheid tot verlenen van ondermandaat aan ondergeschikte functionarissen voor overleg aan de omgevingstafel

In het kader van afstemming tussen bestuursorganen’; omvat o.a. deelname aan omgevingstafels;

Dit mandaat ziet niet op toezeggingen en betreft niet de bevoegdheid tot advies en instemming.

J. Milieu

J.1 Wet luchtvaart; Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

J.1.1

Heffen van recht t.b.v aanvraag om schadevergoeding

Artikel 8.56, tweede lid, juncto art. 8.31, tweede lid, Wet luchtvaart

Afdelingsmanager POJZ

 

J.1.2

Niet-ontvankelijk verklaren aanvraag om schadevergoeding bij niet betalen heffing

Artikel 8.56, tweede lid juncto artikel. 8.31, tweede lid Wet luchtvaart

Afdelingsmanager POJZ

 

J.2 Omgevingswet (Ow)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

J.2.1

Het voeren van overleg met het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een:

  • (wijziging van een) Omgevingsplan

  • een omgevingsvergun-ning voor een Buitenplanse omgevingsplansactiviteit of

  • Projectbesluit

Artikel 2.2 Ow

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid;

Programmamanager Energie & Klimaat;

Afdelingsmanager Infrastructuur;

met bevoegdheid tot verlenen van ondermandaat aan ondergeschikte functionarissen voor overleg aan de omgevingstafel

In het kader van afstemming tussen bestuursorganen’; omvat o.a. deelname aan omgevingstafels;

Dit mandaat ziet niet op toezeggingen en betreft niet de bevoegdheid tot advies en instemming.

K. Natuur

K.1 Omgevingswet (Ow)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

K.1.1

Het voeren van overleg met het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een:

  • (wijziging van een) Omgevingsplan

  • een omgevingsvergun-ning voor een Buitenplanse omgevingsplansactiviteit of

  • Projectbesluit

artikel 2.2 Ow

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid;

Programmamanager Energie & Klimaat;

Afdelingsmanager Infrastructuur

met bevoegdheid tot verlenen van ondermandaat aan ondergeschikte functionarissen voor overleg aan de omgevingstafel

In het kader van ‘afstemming tussen bestuursorganen’; dit omvat o.a. deelname aan omgevingstafels;

Dit mandaat ziet niet op toezeggingen en betreft niet de bevoegdheid tot advies en instemming

K.1.2

Verstrekken van gegevens over

1) genomen besluiten die betrekking hebben op de staat van instandhouding van habitats en soorten aan Minister en

2) de staat van instandhouding van soorten en habitats zoals genoemd in de Vogel- en Habitatrichtlijn.

Artikel 10.36a Ob

Afdelingsmanager POJZ

Minister dient overeenkomstig vereisten Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn gegevens te verstrekken aan Europese Commissie

K.1.3

Besluiten tot het (laten) verrichten van feitelijke handelingen gelet op instandhoudingsdoelstellingen voor een N2000-gebied

Artikel 10.10b, eerste lid, Ow juncto artikel 3.59, aanhef en onder b, onder 2°, Bkl

Afdelingsmanager POJZ;

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.4

Aanbrengen kentekenen in en rondom een N2000-gebied

Artikel 3.59, aanhef en onder b, onder 3°, Bkl

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.5

Mededeling aan rechthebbenden omtrent voornemen tot (laten) verrichten feitelijke handelingen of aanbrengen kentekenen

Artikel 10.10b, tweede lid, Ow

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.6

Besluiten op verzoek om omgevingsvergunning voor het verrichten van een Natura 2000-activiteit

Artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder e, Ow

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.7

Besluiten op aanvraag omgevingsvergunning voor het verrichten van een flora- en fauna-activiteit verboden als bedoeld in artikel 11.37, eerste lid en 11.39 eerste en tweede lid onder a, Bal (aangewezen soorten Vogelrichtlijn)

Artikel 5.1 tweede lid, aanhef en onder g Ow jo. Artikel 4.6 lid 1 onder e Ob. 11.37, eerste lid, en artikel 11.39 eerste en tweede lid onder a, Bal

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.8

Besluiten op aanvraag omgevingsvergunning voor het verrichten van een flora- en fauna-activiteit verboden als bedoeld in artikel 11.40, eerste lid, Bal (middelen voor het vangen of doden van Vogelrichtlijnsoorten)

Artikel 5.1 tweede lid, aanhef en onder g Ow jo. Artikel 4.6 lid 1 onder e Ob jo. artikel 11.40, eerste lid, Bal

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.9

Besluiten op aanvraag omgevingsvergunning voor het verrichten van een flora- en fauna-activiteit verboden als bedoeld in artikelen 11.46, eerste lid, en 11.47, eerste lid sub b, Bal (aangewezen soorten Habitatrichtlijn)

Artikel 5.1 tweede lid, aanhef en onder g Ow jo. Artikel 4.6 lid 1 onder e Ob jo. artikel 11.46 eerste lid en 11.47 eerste lid, sub b, Bal

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.10

Besluiten op aanvraag omgevingsvergunning voor het verrichten van een flora- en fauna-activiteit verboden als bedoeld in artikel 11.48 Bal (middelen voor het vangen of doden van Habitatrichtlijnsoorten)

Artikel 5.1 tweede lid, aanhef en onder g Ow jo. Artikel 4.6 lid 1 onder e Ob jo. Artikel 11.48 Bal

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.11

Besluiten op aanvraag omgevingsvergunning voor het verrichten van een flora- en fauna-activiteit verboden als bedoeld in artikel 11.54, eerste lid, Bal (andere soorten)

Artikel 5.1 tweede lid, aanhef en onder g Ow jo. Artikel 4.6 lid 1 onder e Ob jo. Artikel 11.54, eerste lid, Bal

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.12

Besluiten op aanvraag omgevingsvergunning ter beperking van de omvang van een populatie

Artikel 5.1 tweede lid, aanhef en onder g Ow jo. Artikel 4.6 lid 1 onder e Ob jo. Artikel 8.74j, tweede lid Bkl (vogels), 8.74k, tweede lid, Bkl (soorten habitatrichtlijn), 8.74l, tweede lid, Bkl (andere soorten)

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.13

Besluiten tot sluiten of heropenen jacht in geval van bijzondere weersomstandigheden

Artikel 11.29 lid 2 juncto 11.68 en 11.69 Bal

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.14

Besluit op aanvraag omgevingsvergunning voor een flora en fauna activiteit verboden als bedoeld in artikel 11.60 Bal (bijvoederen hoefdieren)

Artikel 5.1 aanhef en tweede lid onder g Ow jo. 8.74m Bkl

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.15

Besluit op aanvraag omgevingsvergunning voor een flora en fauna activiteit verboden als bedoeld 11.61 Bal (uitzetten van (eieren van) dieren)

Artikel 5.1 aanhef en tweede lid onder g Ow jo. 8.74n Bkl Artikel

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.16

Besluiten op een verzoek tot het treffen van een maatwerkvoorschrift vanwege de verplichting tot herbeplanten als bedoeld in artikel 11.129 Bal

Artikel 11.129 Bal

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.1.17

Verlengen beslistermijn van acht weken met zes weken en het mededelen van deze verlenging aan aanvrager

Afdeling 16.5 Omgevingswet

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.2 Bevoegdheden bij advies met instemming

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

K.2.1

Besluiten op verzoek om advies met instemming N2000- en flora- en fauna-activiteiten en het geven van een advies met instemming

Artikel 16.15 jo. 16.16 Ow jo. artikel 4.25, derde lid Ob

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

K.2.2

Verzoek tot wijziging of (gedeeltelijke) intrekking van de omgevingsvergunning waarvoor een advies met instemming of een advies is afgegeven

Artikel 5.41 Ow

Afdelingsmanager POJZ

Voor zover Gedeputeerde Staten bevoegd zijn

L. Ruimte

L.1 Omgevingswet (Ow)

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

L.1.1

Het voeren van overleg met het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een:

  • (wijziging van een) Omgevingsplan

  • een omgevingsvergunning voor een Buitenplanse omgevingsplansactiviteit of

  • Projectbesluit

Artikel 2.2 Ow

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied;

Programmamanager Regionale Bereikbaarheid;

Programmamanager Energie & Klimaat;

Afdelingsmanager Infrastructuur;

met bevoegdheid tot verlenen van ondermandaat aan ondergeschikte functionarissen voor overleg aan de omgevingstafel.

In het kader van afstemming tussen bestuursorganen’; dit omvat o.a. deelname aan omgevingstafels;

Dit mandaat ziet niet op toezeggingen en betreft niet de bevoegdheid tot advies en instemming

M. Cultuur

M.1 Archeologie

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

M.1.1

De bij of voorafgaand aan de uitvoering van de ontgrondingswerkzaamheden te nemen selectiebesluiten archeologische monumentenzorg

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0;

Voor zover van toepassing: Omgevingswet (Ow);

Voor zover van toepassing: voorschriften verbonden aan de ontgrondingen- of omgevings-vergunning;

De vigerende provinciale Cultuurnota/-agenda

Programmamanager Cultuur, Erfgoed, Leefbaarheid en Sport

Binnen de kaders van de Cultuurnota/-agenda

M.2 Erfgoed

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

M.2.1

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard (uitgezonderd selectiebesluiten)

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0;

Voor zover van toepassing: Omgevingswet (Ow);

Voor zover van toepassing: voorschriften verbonden aan de ontgrondingen- of omgevings-vergunning;

De vigerende provinciale Cultuurnota/-agenda

Programmamanager Cultuur, Erfgoed, Leefbaarheid en Sport

Het toetsen/beoordelen van archeologische rapportages (= correspondentie in aanloop naar het nemen van het selectie-besluit);

Het paraferen van Programma's van Eisen voor archeologisch onderzoek;

Binnen de kaders van de Cultuurnota/-agenda

M.2.2

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voortvloeiende uit artikel 5.7 van de Erfgoedwet

Artikel 5.7 van de Erfgoedwet

Programmamanager Cultuur, Erfgoed, Leefbaarheid en Sport

Eigendom van archeologische vondsten;

Binnen de kaders van de Cultuurnota/-agenda

M.2.3

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voortvloeiende uit de uitvoering van de depotbeheerstaken zoals genoemd in KNA, versie 4.1, protocol 4010

Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.1, protocol 4010

Erfgoed Zeeland (de depotbeheerder)

Betreft extern mandaat in verband met Prestatieafspraak.

M.2.4

Het aangaan en beëindigen van bruikleenovereenkomsten en alle daarmee samenhangende handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voor archeologische objecten die eigendom zijn van de provincie die gedeponeerd zijn in het Zeeuws Archeologisch depot

 

Erfgoed Zeeland (de depotbeheerder)

Betreft extern mandaat in verband met Prestatieafspraak;

Mandaat uitoefenen conform afspraken met de provincie Zeeland inzake verstrekken in bruikleen/ Prestatieafspraak.

M.2.5

Het aannemen van schenkingen van archeologische objecten en het aangaan en beëindigen van bruikleenovereenkomsten, alsmede alle daarmee samenhangende handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard

Programmamanager Cultuur, Erfgoed, Leefbaarheid en Sport;

De Depothouder

N. Grote projecten

N.1 Algemeen

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

N.1.1

Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard t.b.v. projecten en programma's, waaronder:

  • het aanvragen van vergunningen, ontheffingen en wettelijke adviezen,

  • het doen van meldingen en het machtigen van een contractspartij of medewerker op het project om die activiteiten namens de provincie uit te voeren,

voortvloeiend uit maatschappelijke opgaven en binnen de opdracht;

rekening houdend met de bevoegdheden van de diverse taakgebieden/afdelingen/opgaven.

Voor wat betreft vertegenwoordigingshandelingen het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 cvdK Zeeland 2021

Projectleider

Programmamanager;

Projectmanager;

Afdelingsmanager

Betreft functionarissen werkzaam op een groot project

O. Nadeelcompensatie

O.1 Titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Verordening nadeelcompensatie provincie Zeeland 2024

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen/Voorwaarden

O.1.1

Ontvangst bevestiging op een binnengekomen verzoek

Artikel 4:3a en 4:130 Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.2

Heffen van een recht

Artikel 4

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.3

In gelegenheid stellen verzuim te herstellen

Artikel 4:5 Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.4

Besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag en de bekendmaking hiervan.

Artikel 4:5 en 4:130 Awb

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

Om administratieve redenen. Met informatie aan portefeuillehouder.

O.1.5

Besluit tot vereenvoudigde behandeling van het verzoek

Artikel 5

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.6

Het eenmalig verlengen van de in artikel 4:130 lid 2 Awb juncto artikel 10, lid 7 van de verordening genoemde termijn.

Artikel 4:130, lid 2 Awb juncto artikel 10, lid 7

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.7

Benoemen adviescommissiedeskundige(n) .

Artikel 6

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.8

Aanvrager in kennis stellen van voornemen adviescommissie te benoemen

Artikel 7, lid 1

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.9

Besluiten op wrakingsverzoek

Artikel 7, lid 3

AAfdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

In overleg met portefeuillehouder.

O.1.10

Het beschikbaar stellen van gegevens aan de adviescommissie

Artikel 9, lid 1

AAfdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.11

Instemmen met inwinnen van inlichtingen en adviezen bij derden door adviescommissie

Artikel 9, lid 2

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.12

Vertegenwoordigen bij mondelinge toelichting

Artikel 10, lid 2

Afdelingsmanager Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

Of door afdelingsmanager per geval aan te wijzen behandelend ambtenaar.

O.1.13

Bedenkingen maken tegen het conceptadvies aan deskundige(n)

Artikel 10, lid 6

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

O.1.15

Op verzoek adviescommissie beslistermijn voor het definitieve advies verlengen met ten hoogste 5 maanden.

Artikel 10, lid 7

Afdelingsmanager Infrastructuur;

Programmamanager Fysieke Leefomgeving;

Afdelingsmanager POJZ;

Programmamanager Programmabureau Landelijk Gebied

 

Toelichting behorende bij het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021

1. ALGEMEEN

Onderscheid mandaat, machtiging en volmacht

Bijna dagelijks moeten er allerlei beslissingen door gedeputeerde staten (hierna te noemen: gs) worden genomen. Het zou niet werkbaar zijn als die beslissingen steeds in de vergadering van gs moeten worden genomen. Daarom bestaat al sinds jaar en dag de mogelijkheid dat gs aan een ander de bevoegdheid toekennen om dit namens hen te doen. Er is dus sprake van vertegenwoordiging van het bestuursorgaan. Er zijn verschillende vormen van vertegenwoordiging (mandaat, machtiging en volmacht). Hieronder wordt uitleg gegeven over het onderscheid tussen de begrippen mandaat, machtiging en volmacht.

Mandaat

In de Algemene wet bestuursrecht is een algemene regeling opgenomen over mandaat, en wel in afdeling 10.1.1. In artikel 10.1 van deze Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder mandaat verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (lees in casu: gs) besluiten te nemen. Met andere woorden: degene aan wie mandaat wordt verleend (= de gemandateerde) krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend. De functionaris heeft dan 'mandaat' van gs. Het door de gemandateerde genomen besluit geldt dan ook als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische gevolgen als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit.

Mandaat heeft alleen betrekking op het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In deze wet wordt onder besluit verstaan “een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling”. Het gaat hier om typische overheidsbeslissingen, zoals het verlenen van een vergunning of het nemen van een besluit op een subsidieaanvraag.

Het bestuursorgaan dat mandaat heeft verleend (= de mandaatgever) blijft volledig verantwoordelijk voor het besluit dat in mandaat is genomen.

Machtiging

Van machtiging is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Feitelijke handelingen zijn geen privaatrechtelijke handelingen of besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.

Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie of het voeren van het woord in een juridische procedure. De functionaris aan wie de machtiging is verleend noem je de 'gemachtigde'.

De schakelbepaling van artikel 10:12 van de Awb bepaalt dat de bepalingen in de Awb die betrekking hebben op mandaat (afdeling 10.1.1) tevens van toepassing zijn indien het bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Soms wordt het begrip machtiging ook wel gebruikt als verzamelbegrip voor de verschillende vormen van vertegenwoordiging.

Volmacht

Volgens het Burgerlijk wetboek wordt onder volmacht verstaan: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (artikel 3:60 lid 1 Burgerlijk wetboek). Een door de gevolmachtigde "binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de volmachtgever" (artikel 3:61 lid 1 Burgerlijk wetboek). Volmacht heeft altijd betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals bijvoorbeeld het ondertekenen van een overeenkomst of convenant of het verrichten van betalingen. Evenals bij machtiging geldt dat de mandaatregeling van afdeling 10.1.1 van de Awb van overeenkomstige toepassing is wanneer een bestuursorgaan volmacht verleent. Het Algemeen mandaatbesluit gs Zeeland 2021 kent in een aantal gevallen bevoegdheden toe die een volmacht behelzen. De bevoegdheid van de gemandateerde wordt in dat geval niet ontleend aan het mandaatbesluit van GS, maar aan het Algemeen mandaatbesluit van de cdvK die in zijn besluit een volmacht toekent terzake van de betreffende door GS verleende mandaten. Het mandaat besluit is in dat geval de instemming van GS om de betreffende bevoegdheid uit te oefenen.

Het aangaan van een overeenkomst

Het aangaan van een overeenkomst is een privaatrechtelijke rechtshandeling waarbij in de regel de provincie partij is. Het gaat daarbij om de provincie als privaatrechtelijke rechtspersoon en niet om gs of de commissaris van de Koning(hierna: cvdK) als bestuursorganen. Omdat de provincie als bestuursorgaan niet bestaat, zijn gs op grond van de Provinciewet bevoegd om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 158, eerste lid sub d). Gs zullen dus moeten besluiten om een bepaalde overeenkomst aan te willen gaan. Vervolgens is bepaald dat de cvdK de provincie in en buiten rechte vertegenwoordigt (artikel 176 Provinciewet). Dit houdt zowel formele procesvertegenwoordiging (in rechte) als vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (buiten rechte). De cvdK is daarom degene die de overeenkomst namens de provincie ondertekent.

Voor het aangaan van een overeenkomst is dus zowel een mandaat nodig van gs (voor het beslissen om een overeenkomst aan te gaan) als een volmacht van de cvdK om de overeenkomst te ondertekenen. De volmacht van de cvdK is geregeld in het 'Algemeen Mandaatbesluit cvdK Zeeland 2021' met bijbehorend register.

Naast het contracteren inzake privaatrechtelijke bevoegdheden kan ook sprake zijn van het middels privaatrechtelijke overeenkomst vastleggen van afspraken inzake (het gebruik van) publiekrechtelijke bevoegdheden door het bestuursorgaan. In dat geval komt de bevoegdheid tot ondertekening van de bedoelde overeenkomst toe aan het bestuursorgaan. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.

Uitgangspunten

Algemeen

De Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2021 is de algemene 'kapstok' waarin het organisatorische uitgangspunt wordt uitgewerkt dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd. In de regeling wordt in dat verband een link gelegd naar het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 en de regeling de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019 (de budgethoudersregeling). Er is voorzien in een algemene vervangingsregeling voor leidinggevenden. Daarnaast geldt een specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder. De grondslag voor het aanwijzen van budgethouders is de budgethoudersregeling. Toereikende mandaten voor deze functionarissen zijn vervolgens opgenomen in het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021.

Gemandateerde functionarisssen

De ambtelijke organisatiestructuur van de organisatie is beschreven in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2021. Aan functionarissen die de rol van opgave-, afdelings-, programma-, project- en poulemanager vervullen komen specifieke bevoegdheden toe ter uitvoering van hun leidinggevende taken in de betreffende opgave of poule, of het betreffende programma of project. Daar waar in het mandatenregister staat dat het mandaat wordt toegekend aan opgave-, afdelings- en programma- en projectmanagers, wordt uitsluitend gedoeld op de functionarissen in de rol genoemd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2021.

In het Mandaatregister, zijn de mandaten onder Inkoop en Aanbesteding toegekend aan de budgethouders. Dit zijn de functionarissen die gedeputeerde staten in de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer van de provincie (verder ook te noemen: de budgethoudersregeling) als budgethouder hebben aangewezen. De onderbudgethouders als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de budgethoudersregeling vallen voor wat betreft de aan hen toegekende mandaten tevens onder het begrip budgethouder in het Algemeen Mandaatbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2021. Als budgethouder zijn zij bevoegd binnen de grenzen van het toegewezen budget, de budgethoudersregeling en de mandaatregelingen van GS en de cvdK al datgene te doen en te besluiten ter uitvoering van de opgave, het programma of project waarvoor zij op grond van de vigerende Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris van hun ambtelijk opdrachtgever opdracht hebben verkregen. Indien de budgethouder geen mandaat heeft voor het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst of het verstrekken van een subsidie (maar wel een beleidsdoelstelling), dan dient die zich te wenden tot de functionaris die het uitvoeringsmandaat op basis de bestuurlijke opdracht (afdelings-, project-, opgaveplan) heeft toegewezen gekregen.

Daar waar in het mandatenregister de hoedanigheid van budgethouder is toegevoegd als vereiste, wordt het mandaat alleen toegekend aan de functionaris die tevens als budgethouder is aangewezen. De programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder, is dus niet elke programmamanager, maar alleen de programmamanager die voor budget waar het besluit betrekking op heeft verantwoordelijk is. Daar waar in het mandatenregister een mandaat is toegekend aan een unitmanager een teamcoördinator, wordt het mandaat uitsluitend toegekend aan de unitmanager of teamcoördinator die op basis van de toegewezen opdracht verantwoordelijk is voor de activiteit waarop het mandaat betrekking heeft. Bij afwezigheid kan de unitmanager of teamcoördinator dus niet in de uitoefening van het mandaat worden vervangen door een andere team coördinator, maar conform de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris door de verantwoordelijke manager.

Het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 GS geeft een algemeen kader waarbinnen kan worden beoordeeld of een bevoegdheid namens gs kan worden uitgeoefend. In de bij dit besluit behorende bijlagen wordt concreet aangegeven om welke bevoegdheden het gaat. Of deze besluiten c.q. (rechts)handelingen inderdaad 'in mandaat' kunnen worden afgedaan, kan worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 2 genoemde criteria.

Er wordt in het besluit en register geen onderscheid gemaakt tussen mandaten, volmachten en machtigingen, omdat dit voor de werkwijze geen consequenties heeft. Te meer ook omdat het merendeel van de bevoegdheden mandaten betreffen, hanteren we als verzamelnaam het begrip ‘mandaat’ maar wanneer wordt gesproken over mandaat zou het dus best kunnen zijn dat het in feite een volmacht (b.v. het doen van betalingen) of machtiging (b.v. het voeren van het woord in een juridische procedure; het verstrekken van informatie) betreft.

Op grond van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019 (de budgethoudersregeling) kan een budgethouder zijn budget aanwenden om een (beleids)doelstelling te realiseren. In die regeling is meer concreet geregeld wat dat omvat en welke regels gelden voor de registratie van verplichtingen en financiële afwikkeling.

Voor het voeren van een inkoop- en aanbestedingsprocedure hebben gs bepaalde bevoegdheden gemandateerd aan budgethouders. Dat zijn functionarissen die op grond van de Budgethoudersregeling zijn aangewezen en budget voor de realisatie van de aan hen toegewezen opdracht hebben ontvangen. De budgethouder heeft uitsluitend mandaat om conform de door gs vastgestelde regels en procedures in het door GS vastgestelde Inkoop & Aanbestedingsbeleid te handelen. De vervanging van budgethouders wordt geregeld in hoofdstuk 7 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2021 (hierna: budgethoudersregeling).

De bevoegdheid om de provincie privaatrechtelijk te binden is aan strikte regels gebonden.

Op grond van de budgethouders regeling is de budgethouder bevoegd tot het aangaan van verplichtingen voor het lopende begrotingsjaar. Het aangaan van meerjarige verplichtingen en/of verplichtingen die het beschikbare budget in het lopende begrotingsjaar overstijgen dient plaats te vinden met inachtneming van de kaders van de vigerende Financiële verordening provincie Zeeland (art. 2.1.3 lid 10 t/m 12).

Aan het budgethoudersmandaat zijn onder B.1.2 van het mandaatregister de volgende voorwaarden voor uitvoering inkoop en aanbesteding opgenomen:

  • I.

    Het mandaat inkoop en aanbesteding van unitmanagers en teamcoördinatoren Vastgoed die als budgethouder zijn aangewezen, is beperkt tot een bedrag van maximaal € 60.000,--;

  • II.

    Het mandaat inkoop en aanbesteding van andere budgethouders dan die genoemd onder I kent de volgende beperkingen:

    • Leveringen en diensten met een initiële contractwaarde* tot en met € 500.000,--;

    • Werken, met een initiële contractwaarde* tot met € 2.500.000,--;

    • op de voorwaarde dat jaarlasten passend zijn binnen het bestaande beleid en de daarvoor in de programma’s van de begroting en in de meerjarenraming opgenomen budgetten of investeringskredieten.

  • Op basis van deze voorvoorwaarden kan de initiële looptijd** van een contract op basis van dit mandaat maximaal 4 jaar zijn;

    • *

      Met de term initiële contractwaarde wordt bedoeld de contractwaarde op basis van de looptijd van het contract zonder verlenging. De contractwaarde voor het bepalen van het aanbestedingsregime kan hoger liggen. Bij die contractwaarde wordt immers de waarde die verbonden is aan de mogelijkheid van verlenging, indien die in het kader van de aanbesteding is voorzien, meegerekend.

    • **

      Met de term initiële looptijd wordt gedoeld op de looptijd van het contract exclusief de looptijd van een mogelijkheid tot verlenging.

  • III.

    Mandaat voor inkoop aanbesteding contracten met betrekking tot bedrijfsvoering of met betrekking tot de uitvoeringstrategieën voor het onderhoud van de infrastructuur met een looptijd van meer dan 4 jaar (inclusief verlengingsopties):

    • voor een contractwaarde tot maximaal € 500.000 per jaar,

    • op voorwaarde dat de jaarlasten vergelijkbaar zijn met de in de huidige begroting en meerjarenraming opgenomen jaarlasten voor deze activiteiten;

    • tot maximaal 5 jaar.

  • IV.

    Alle hiervoor genoemde beperkingen die zijn verbonden aan het budgethoudersmandaat gelden behoudens voorafgaande instemming van GS met afwijking van het mandaat en uiteraard binnen de kaders van de budgethoudersregeling. Het verzoek om instemming dient inhoudelijk bij GS te worden gemotiveerd, bij voorkeur door het voorleggen van een inkoopstartformulier.

De wijze waarop contracten ter zake van inkoop en aanbesteding moeten worden aangegaan is vastgelegd in het vigerende provinciale inkoop- en aanbestedingsbeleid. De budgethouder moet zich er steeds van vergewissen dan hij volgens de regels van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid handelt, dat omvat dat hij zowel in de voorbereidingsfase de financieel adviseur en de inkoopadviseur betrekt, maar ook in andere fases omdat de inkoop- en aanbestedingsregels moeten worden bewaakt. Bijvoorbeeld bij het verstrekken van een opdracht tot meerwerk. Dan moet de budgethouder laten toetsen of er nog conform de aanbestedingsregels wordt gehandeld.

Voor wat betreft andere privaatrechtelijke overeenkomsten dan die voor een werk, een levering of dienst geldt dat die alleen kunnen worden aangegaan door de functionaris die het mandaat daarvoor heeft verkregen in het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 GS Zeeland 2021 en of het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 cvdK Zeeland 2021voor de uitvoering van de betreffende taak. Indien de budgethouder niet tevens over het mandaat beschikt, dan dient de budgethouder zich te wenden tot de eenheid van de provinciale organisatie waar die taak is belegd. Als het bijvoorbeeld over een vastgoedovereenkomst zou gaan, dan is het Programmabureau Landelijk Gebied, het programma waarbij de budgethouder zich moet voegen. In samenspraak met die afdeling moeten verdere stappen worden ondernomen. In geval er in het geheel geen geheel geen mandaat hebben verleend voor het aangaan van de betreffende privaatrechtelijke overeenkomst, dient het bevoegde bestuursorgaan in te stemmen met het aangaan van de overeenkomst.

De wettelijke grondslag voor het aangaan van overeenkomsten naar privaatrecht is artikel 158, eerste lid sub d Provinciewet. De bevoegdheid tot ondertekening van privaatrechtelijke overeenkomsten waarbij de provincie Zeeland partij is, is wettelijk toegekend aan de cvdK, die op zijn beurt in het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 cvdK Zeeland 2021, onder de daarin opgenomen voorwaarden, toestemming heeft gegeven aan één of meerdere provinciale functionaris(sen) om dit namens hem te doen. Dit laatste is mogelijk op grond van artikel 176, tweede lid Provinciewet. Dit betreft een volmacht van de cvdK aan een functionaris. Dit laat onverlet dat de bevoegdheid tot ondertekening van overeenkomsten over het gebruik van publiekrechtelijke bevoegdheden aan het bestuursorgaan toekomt. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.

2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Mandaat en machtiging en onder mandaat en -machtiging

  • Uitgangspunt is het toekennen van meervoudig mandaat (=de bevoegdheid komt aan meerdere functionarissen toe). De secretaris/algemeen directeur heeft conform de algemene uitgangspunten ter zake van mandatering zijn bevoegdheden (vangnetfunctie). Om die reden worden aan de secretaris/algemeen directeur alle bevoegdheden uit het in bijlage I op genomen mandaatregister toegekend. Aan de directeur Programma’s en Projecten zijn de bevoegdheden toegekend in het mandaatregister die betrekking hebben op zijn portefeuille. Die portefeuilleverdeling is vastgelegd in een besluit van de directie die wordt bekendgemaakt en terug te vinden is op de website van de provincie en het provinciaal blad. Daarnaast worden mandaten verleend aan de functionaris in de organisatie die daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van die bevoegdheid gebruik maakt: afdelingsmanager, unitmanager, poulemanager en in sommige gevallen opgave-, programma-en projectmanager (in de hoedanigheid van budgethouder). In een enkel geval worden op verzoek van de verantwoordelijke manager ook bevoegdheden toegekend aan andere dan de hiervoor genoemde functionarissen. Die functionarissen stemmen het gebruik van de aan hun gemandateerde bevoegdheden - vooraf - af met hun manager of directeur.

  • Ondermandaat en -machtiging is op grond artikel 2 toegestaan.

  • Het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 GS Zeeland 2021 heeft geen betrekking op privaatrechtelijke overeenkomsten en rechtshandelingen met betrekking tot personele aangelegenheden. Ook niet op machtigingen en vertegenwoordigingen met betrekking tot personele aangelegenheden. Die bevoegdheidsregelingen zijn separaat geregeld. Die bevoegdheidsregelingen zijn separaat geregeld in het Volmacht- en machtigingsbesluit personele aangelegenheden commissaris van de Koning Zeeland 2021.

Artikel 3. Vervanging

In de Budgethoudersregeling is in hoofdstuk 7 voorzien in een algemene vervangingsregeling voor leidinggevenden en een specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder. De vervanging van de Concerncontroller is tijdelijk geregeld in artikel 3 van het mandaatbesluit van GS Zeeland 2021.

Artikel 4 en 5 Beperkingen

Naast de wettelijke beperking die artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht aangeeft somt dit artikel criteria op waardoor het voor de gemandateerde mogelijk wordt om te beoordelen of hij een bevoegdheid c.q. beslissing in mandaat kan uitoefenen en/of nemen.

Mandaat kan enkel worden gebruikt indien het gevallen betreft die routinematig (waarvan onomstotelijk vaststaat dat zij passen binnen het vastgestelde beleid), administratief, procedureel of formeel van aard zijn. Bij zaken die het routinematig karakter te boven gaan valt te denken aan gevallen waarin het besluit leidt tot afwijking of aanvulling van het vastgestelde beleid, en/of er precedentwerking te verwachten is, of indien het nemen van het besluit politiek gevoelige of bestuurlijk gevoelige consequenties zal hebben. Van dit laatste is bijvoorbeeld sprake wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat een gedeputeerde door de pers aangesproken kan worden over een genomen beslissing. Bij twijfel overlegt de gemandateerde met de portefeuillehouder(s).

In ieder geval kan een bevoegdheid niet worden gebruikt indien het een besluit betreft dat genomen moet worden nadat in een voorbereidingsprocedure is gebleken dat tegen het ontwerp besluit bedenkingen, zienswijzen of bezwaren zijn ingediend óf waarbij wordt afgeweken van adviezen. Bij twijfel of een te nemen besluit valt onder deze uitzondering dient de gemandateerde te overleggen met de portefeuillehouder(s).

Indien de uitoefening van een bevoegdheid betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij de gemandateerde een direct of indirect persoonlijk/zakelijk belang heeft, wordt de bevoegdheid uitgeoefend op het naastgelegen hogere niveau. De mandaat mag in dat geval dus niet door de betrokken functionaris worden gebruikt.

Artikel 6. Informatie- en rapportageverplichting

Omdat gs, ook al hebben zij mandaat verleend, verantwoordelijk blijven voor de 'in mandaat' genomen beslissing is het van belang dat zij op de hoogte worden gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming door hen van belang is.

Daarnaast hebben gemandateerden een verplichting de om via het directieberaad periodiek te rapporteren de cvdK over de uitoefening van het mandaat. Die rapportageverplichting is gekoppeld aan de p&c cyclus. Dat biedt flexibiliteit aan de verschillende teams om binnen een op te maken planning van de rapportage aan die verplichting tegemoet te komen.

Artikel 7. Ondertekening

In dit artikel wordt concreet aangeven hoe de ondertekening plaats dient te vinden. In het onderhavige Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 en –register wordt er wanneer mandaat aan een ambtelijk functionaris wordt verleend, vanuit gegaan dat die zowel het besluit neemt als ondertekent. Het besluit en register gaan derhalve uit van zgn. 'afdoeningsmandaten'. Kenbaarheid speelt hierbij een rol, dat wil zeggen dat naar buiten toe duidelijk is wie de beslissing 'in mandaat' heeft genomen. In dit artikel wordt ook aangegeven hoe er moet worden ondertekend bij afwezigheid van de gemandateerde. Die instructie dient strikt te worden opgevolgd.

Een praktisch 'stappenplan':

Stap 1

Kijk in het mandaatregister in de kolom “omschrijving bevoegdheid” en kijk of het besluit of de (rechts)handeling die je wilt (laten) nemen of verrichten of wordt genoemd.

Er zijn twee mogelijkheden:

  • 1.

    De bevoegdheid wordt niet genoemd. Dit betekent dat je je tot gs dient te richten om toestemming tot het namens hen mogen uitoefenen van de bevoegdheid. Het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 en -register is dan niet meer van toepassing.

  • 2.

    De bevoegdheid wordt wel genoemd. Ga dan naar stap 2.

Stap 2

Kijk in de kolom “namens gs uitgeoefend door”. Hier staan de functionaris(sen) genoemd die de bevoegdheid mogen uitoefenen. Vaak is dat het nemen van een besluit. Deze functionarissen mogen tevens ondertekenen. Naast de daarin genoemde functionaris(sen) is altijd de betreffende directeur of de secretaris/algemeen directeur bevoegd tenzij het een uitzondering betreft. (zie hiervoor onder: ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, Artikel 1. Verlenen mandaat).

Bij ontstentenis of afwezigheid van de desbetreffende functionaris: raadpleeg de vervangingsregeling uit in hoofdstuk 7 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021.

Stap 3

* Stel een conceptbesluit/brief op en maak gebruik van het model uit het Zaaksysteem.

* Zorg voor een juiste ondertekening.

* Let op dat poulemanagers HR-managers zijn. De poulemanager tekent dus geen brieven die in het kader van de uitvoering binnen programma’s, opgaven, projecten en afdelingen moeten worden verzonden. Dat doet de programmamanager, de opgavemanager, kortom de manager die verantwoordelijk is voor de inhoud.

Toelichting gebruikte afkortingen afdelingen en verwijzing naar teams

FIN - Afdeling Financiën

BOS - Afdeling Bestuursondersteuning

POJZ - Afdeling Personeel, Omgeving & Juridische Zaken

I&A - Afdeling Informatie & Automatisering

FAC – Afdeling Facilitair

(Team) inkoop en aanbesteding – onderdeel van POJZ

(Team) Juridische zaken – onderdeel van POJZ

(Team) Subsidies – onderdeel van POJZ

GS – gedeputeerde staten van Zeeland

cvdK – commissaris van de Koning in Zeeland