Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR662005
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR662005/5
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende het Algemeen Mandaat- en machtigenbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2021
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende het Algemeen Mandaat- en machtigenbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2021Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 14 september 2021, kenmerk 74814 tot vaststelling van het Algemeen Mandaat - en machtigingen besluit gedeputeerde staten Zeeland 2021.
Gedeputeerde staten van Zeeland,
- •
gelet op Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;
- •
gelet op artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht;
- •
gelet op artikel 158, eerste lid sub d, van de Provinciewet;
- •
gelet op artikel 25, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de ondernemingsraden;
besluiten vast te stellen het navolgende Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 gedeputeerde staten Zeeland 2021:
Artikel 1 Mandaat en machtiging
- 1.
Gedeputeerde staten verlenen volgens de bij dit besluit behorende bijlage toestemming tot de uitoefening in hun naam van:
- a.
Alle bevoegdheden in bijlage I aan de secretaris/algemeen directeur;
- b.
Alle bevoegdheden in bijlage I aan de directeur Programma's en projecten, voor zover betrekking hebbend op zijn portefeuille, zoals die is vastgelegd in het portefeuilleverdelingsbesluit van de directie als bedoeld in artikel 7 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021;
- c.
De afzonderlijke bevoegdheden in bijlage I aan de daarbij vermelde functionarissen, voor zover betrekking hebbend op de aan hen toegekende opdracht en of functie.
- a.
- 2.
Indien de uitoefening van een bevoegdheid betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij de gemandateerde een direct of indirect persoonlijk belang heeft, wordt de bevoegdheid uitgeoefend op het naastgelegen hogere niveau.
- 3.
Dit besluit heeft geen betrekking op mandaten of machtigingen met betrekking tot personele aangelegenheden.
- 4.
De uitoefening van een in het eerste en tweede lid bedoelde bevoegdheid en een op grond van artikel 2 verstrekte bevoegdheid, geschiedt met inachtneming van het in de artikelen 3 tot en met 7 bepaalde.
Artikel 2 Ondermandaat en ondermachtiging
- 1.
De algemeen directeur en de directeur Programma’s en Projecten kunnen ter uitoefening van het aan hen verleende mandaat en machtiging, als bedoeld in artikel 1, schriftelijk ondermandaat en ondermachtiging verlenen aan de functionarissen als bedoeld in artikel 22 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021.
- 2.
Het verlenen van ondermandaat en ondermachtiging geschiedt zo nodig onder het stellen van aanvullende voorwaarden en beperkingen.
- 3.
Ondermandaat en ondermachtiging aan andere functionarissen dan die genoemd onder het eerste lid, alsmede externen, wordt slechts verleend indien dat voor de uitoefening van de opdracht, als bedoeld in het Sturingsconcept opgavengericht werken Provincie Zeeland, van de betreffende functionaris noodzakelijk is.
- 4.
Elk verleend ondermandaat en ondermachtiging wordt aangetekend op een als zodanig gewaarmerkte ondermandaatlijst die de verantwoordelijke directeur vaststelt en goedkeurt.
Artikel 3 Vervanging
Bij afwezigheid of ontstentenis van een gemandateerde functionaris vindt waarneming plaats conform hoofdstuk 7 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021. Waarneming als hiervoor bedoeld van de concerncontroller, vindt voor wat betreft de uitoefening van toegekende mandaten plaats door een afdelingsmanager.
Artikel 4 Geen gebruik mandaat
- 1.
De uitoefening van een bevoegdheid geschiedt slechts in gevallen die routinematig, administratief, procedureel of formeel van aard zijn.
- 2.
Een bevoegdheid wordt niet uitgeoefend, indien het een besluit betreft waarbij:
- a.
wordt afgeweken van adviezen;
- b.
sprake is van een zienswijze, bedenkingen of bezwaarschrift;
- c.
de mandaathouder een persoonlijk c.q. zakelijk belang heeft.
- a.
Artikel 5 Uitoefening Mandaten
- 1.
De uitoefening van de op basis van dit besluit gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen van de bij of krachtens de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021 vastgestelde taken, het sturingsconcept opgavegericht werken, het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021en met inachtneming van het ter zake geldende recht en provinciale beleids- en uitvoeringsregels.
- 2.
Het nemen van besluiten over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op aangelegenheden met financiële of mogelijke financiële gevolgen, geschiedt met inachtneming van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019.
Artikel 6 Informatie- en rapportage
- 1.
De gemandateerde verschaft gedeputeerde staten tijdig die informatie die redelijkerwijs voor gedeputeerde staten van belang geacht moet worden.
- 2.
De functionarissen aan wie mandaat is verleend brengen periodiek via het directieberaad verslag uit aan Gedeputeerde Staten over de uitoefening van het mandaat. Die rapportage betreft een cijfermatig en inhoudelijk overzicht. Voor de frequentie van de rapportage wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij het stramien van rapportage binnen de planning- en controlcyclus.
Artikel 7 Ondertekening
- 1.
Het mandaat, bedoeld in artikel 1, omvat mede de bevoegdheid tot ondertekening van de besluiten namens gedeputeerde staten.
Een besluit 'in mandaat' wordt als volgt ondertekend:
gedeputeerde staten van Zeeland,
namens deze,
gevolgd door:
de handtekening,
de naam van gemandateerde, en
de functieaanduiding
- 2.
Indien de ondertekenaar afwezig is, tekent de daarvoor bevoegde vervangende functionaris de brief onder de naam en de functieaanduiding van de afwezige functionaris. De vervangende functionaris zet bij zijn handtekening de aanduiding ‘b.a.’.
Artikel 8 Intrekking oude besluiten
Het Mandaatbesluit gedeputeerde staten van Zeeland 2019 wordt ingetrokken. Alle door de directeur Programma’s en Projecten op basis van dat besluit verleende ondermandaten en -machtigingen komen bij intrekking te vervallen.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2021.
Artikel 10 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als "Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021".
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 14 september 2021.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Bijlage I Mandaatregister gedeputeerde staten Zeeland 2021
A. Algemeen
A.1 Algemene besluitvorming
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/voorwaarden |
A.1.1 |
Correspondentie van uitsluitend procedurele, uitvoerende en/of informatieve aard |
|
Afdelingsmanager; Opgavemanager; Unitmanager; Programma- en projectmanager; Poulemanager; Projectleider; Concerncontroller |
|
A.1.2 |
Aangaan intentieovereenkomst of – verklaring voor deelname aan onderzoeksprogramma’s, uitsluitend binnen het ter beschikking gestelde budget |
|
Afdelingsmanager; Unitmanager; programma- en projectmanager in de hoedanigheid van budgethouder |
Conform afstemming met adviseur Subsidies en Juridische Zaken |
A.1.3 |
Vorderingen in handen deurwaarder stellen incl. het opstellen van een gerechtelijk dwangbevel |
|
Afdelingsmanager POJZ |
|
A.1.4 |
Aanwijzen van ambtenaren die gedeputeerde staten vertegenwoordigen ter zitting van: de Commissie voor de bezwaarschriften de Rechtbank de Raad van State de Centrale Raad van Beroep en het College van beroep voor het bedrijfsleven |
Artikelen 8.23 en 8.24 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikelen 46 en 47 Wet op de Raad van State |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
De bevoegde manager wijst per wet of per geval een ambtenaar aan. Zo ja dan uitsluitend bevoegdheid in het kader van de betreffende zaak dan wel het betreffende project. |
A.1.5 |
Het indienen van een verweerschrift conform de inhoud van het GS-besluit bij: de Commissie voor de bezwaarschriften de Rechtbank de Raad van State de Centrale Raad van Beroep en het College van beroep voor het bedrijfsleven |
|
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2 Algemene wet bestuursrecht
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
A.2.1 |
Vaststellen van een formulier |
Artikel 4:4 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
voor het indienen van de aanvraag en het verstrekken van gegevens |
A.2.2 |
Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag en bekendmaking hiervan aan de aanvrager |
Artikel 4:5 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.3 |
Afwijzen van een herhaalde aanvraag onder verwijzing naar de eerdere afwijzende beschikking (ne, bis, in -idem) |
Artikel 4:6, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.4 |
In de gelegenheid stellen van de aanvrager tot het geven van een zienswijze |
Artikel 4:7, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
voorbereiding |
A.2.5 |
In de gelegenheid stellen van belanghebbenden tot het geven van een zienswijze |
Artikel 4:8, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.6 |
Kennis geven van een nieuwe termijn aan de aanvrager |
Artikel 4:14, eerste en derde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
beslistermijn |
A.2.7 |
Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (Stb. 2009, 383) |
|
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.8 |
Opschorten en het beëindigen van de opschorting van de beslistermijn |
artikel 4:15 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.9 |
Besluiten op ingebrekestellingen |
artikel 4:17 |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
dwangsom |
A.2.10 |
Vaststellen van de hoogte en de verschuldigdheid van dwangsommen |
artikel 4:18 |
Afdelingsmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.11 |
Verlangen van een schriftelijke machtiging |
Artikel 2:1, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.12 |
Doorzenden van geschriften bij kennelijke bevoegdheid van een ander bestuursorgaan en mededeling daarvan doen aan afzender. |
Artikel 2:3, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.13 |
Het terugzenden van geschriften aan afzender |
Artikel 2:3, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.14 |
Stellen van een termijn voor een advies |
Artikel 3:6, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
advies |
A.2.15 |
Ter beschikking stellen van gegevens aan een adviseur |
Artikel 3:7, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.16 |
Besluiten om afd. 3.4 van toepassing te verklaren op de voorbereiding van besluiten indien dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald |
Artikel 3:10, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
uniforme openbare voorbereidingsprocedure |
A.2.17 |
Besluiten om afd. 3.4 van toepassing te verklaren op de voorbereiding van besluiten inhoudende de afwijzing van een aanvraag tot intrekking of wijziging van een besluit, tenzij bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan anders is bepaald |
Artikel 3:10, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.18 |
Ter inzage leggen van een ontwerpbesluit |
Artikel 3:11, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.19 |
Mededelen van het niet ter inzage leggen van stukken |
Artikel 3:11, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.20 |
Verstrekken van een afschrift van ter inzage gelegde stukken |
Artikel 3:11, derde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.21 |
In kennis geven van een ontwerpbesluit |
Artikel 3:12, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.22 |
Toezenden van een ontwerpbesluit aan belanghebbenden |
Artikel 3:13, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.23 |
Aanvullen van stukken met nieuwe gegevens |
Artikel 3:14, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.24 |
Bepalen dat ook anderen dan belanghebbenden hun zienswijze naar voren kunnen brengen |
Artikel 3:15, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.25 |
In de gelegenheid stellen van de aanvrager om te reageren op de ingebrachte zienswijzen |
Artikel 3:15, derde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.26 |
In de gelegenheid stellen van degene, tot wie het te wijzigen of in te trekken besluit is gericht, te reageren op ingebrachte zienswijzen |
Artikel 3:15, vierde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.27 |
Verlengen van de beslistermijn en hierover zienswijze vragen aan aanvrager |
Artikel 3:18, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.28 |
Meedelen dat geen zienswijzen zijn ingebracht |
Artikel 3:18, vierde lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.29 |
Bekendmaken van besluiten van een tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan, die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht |
Artikel 3:42, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
bekendmaken en mededeling |
A.2.30 |
Bekendmaken van besluiten van een niet tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan, die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht |
Artikel 3:42, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.31 |
Mededeling doen van het besluit aan indieners van een zienswijze; in ieder geval aan een adviseur als bedoeld in artikel 3:5 als van het advies wordt afgeweken |
Artikel 3:43, eerste lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.32 |
Mededeling doen van het besluit door toezending aan de indieners van een zienswijze |
Artikel 3:44, eerste lid 1, sub b |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.33 |
Het meedelen van het besluit door andere wijze dan toezending aan indieners van zienswijzen |
Artikel 3:44, tweede lid |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.2.34 |
Bevestigen ontvangst van (zuivere) ingebrekestellingen |
|
Secretaris commissie bezwaar en beroep |
In kader van termijnbewaking op grond van de Algemene wet bestuursrecht |
A.3 Wet open overheid
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
|
A.3.1 |
Aanwijzen van één of meerdere contactpersoon/ -personen |
Art. 4.7 Woo |
Afdelingsmanager I&A |
De functie van Woo-contactpersoon moet in de opdracht van de desbetreffende medewerker(s) geborgd worden. |
A.3.2 |
Verstrekken informatie overeenkomstig wet |
Art. 2.4, zesde lid, 2.5 en 4.5 Woo Art. 19.1c Wet Milieubeheer |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; |
Algemene grondslag bevoegdheid |
A.3.3 |
Verstrekken informatie op eenvoudige verzoeken en behulpzaam zijn bij het preciseren verzoek |
Art. 2.4, zesde lid, 2.5, 4.5 en 4.7 Woo Art. 19.1c Wet Milieubeheer |
Aangewezen Woo-contactpersoon |
Indien er geen uitzonderingsgronden van toepassing zijn of derde-belanghebbenden een rol spelen |
A.3.4 |
Actieve openbaarmaking van informatie als inspanningsverplichting |
Art. 3.1 Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Projectleider |
|
A.3.5 |
Verzoeken aan verzoeker zijn verzoek te preciseren |
Art. 4.1, vijfde lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager; Projectleider |
|
A.3.6 |
Besluiten om een verzoek niet te behandelen, indien de verzoeker niet meewerkt aan een verzoek tot precisering |
Art. 4.1, zesde lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.7 |
Doorzenden verzoek aan ander bestuursorgaan onder mededeling van doorzending aan verzoeker |
Art. 4.2, eerste lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.8 |
Vorderen van informatie |
Art. 4.2, tweede lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
Informatie die bij het bestuursorgaan van de Provincie had behoren te berusten. |
A.3.9 |
Opleggen van last onder dwangsom ter handhaving van het vorderen van informatie |
Art. 4.2 en 8.5 Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; |
Een last onder dwangsom mag niet worden opgelegd als degene aan wie de last onder dwangsom is opgelegd, niet in staat is het document te verstrekken. In afstemming met de desbetreffende portefeuillehouder. |
A.3.10 |
Nemen van deelbesluit op grond van overleg tussen bestuursorgaan en verzoeker |
Art. 4.2a Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.11 |
Besluiten tot het toewijzen van een verzoek om (milieu-)informatie |
Art. 4.3 Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.12 |
Besluiten tot het afwijzen van een verzoek om (milieu-)informatie |
Art. 4.3, 5.1 en 5.2 Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
De bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) toewijzing verzoek impliceert ook de bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) afwijzing daarvan. |
A.3.13 |
Verdagen beslissing op verzoek / gemotiveerd mededeling doen van verdaging aan verzoeker |
Art. 4.4, tweede lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.14 |
Opschorten termijn voor geven beschikking |
Art. 4.4, derde lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.15 |
Mededeling doen van einde opschorting aan verzoeker |
Art. 4.4, vierde lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.16 |
Bekendmaken beslissing verstrekken informatie aan verzoeker en belanghebbende |
Art. 4.4, vijfde lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.17 |
Mededeling doen aan derde van besluit tot verstrekken informatie die rechtstreeks betrekking heeft op een derde of die van een derde afkomstig is |
Art. 4.4, zesde lid, Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.18 |
Besluit misbruik |
Art. 4.6 Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
|
A.3.19 |
Besluiten op een bijzonder verzoek om informatie |
Art. 5.5, 5.6 en 5.7 jo. 5.1 en 5. 2 Woo |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programmamanager; Projectmanager |
De bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) toewijzing verzoek impliceert ook de bevoegdheid tot (gehele of gedeeltelijke) afwijzing daarvan. |
A.4 Schade
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
A.4.1 |
Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen ter zake van:
|
Burgerlijk wetboek; Awb |
Afdelingsmanager; Programmamanager; |
Het bedrag van € 25.000,-betreft het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten. Het mandaat bevat niet de bevoegdheid tot het beslissen in afwijking van een vastgesteld taxatierapport van een door GS ingeschakelde taxateur indien de schikking het bedrag dat is vastgesteld bij de taxatie met een bedrag van € 5.000 te boven gaat. |
A.4.2 |
Aangaan van een vaststellings- overeenkomst in het kader van een verzekeringskwestie |
Artikel 158, eerste lid, sub d; Burgerlijk Wetboek; |
Afdelingsmanager |
|
A.4.3 |
Afwikkelen van schadeclaims van derden tot (het eigen risico van) € 5000,- |
158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 6:162 BW |
Afdelingsmanager |
|
A.5 Algemene verordening gegevensbescherming
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
A.5.1 |
Aangaan van verwerkersovereenkomsten |
Artikel 28, derde lid, AVG |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programma- en projectmanager; Opgavemanager; Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder |
|
A.5.2 |
Beslissen op verzoeken als bedoeld in hoofdstuk III van de AVG (uitoefenen van privacyrechten door betrokkenen) |
Hoofdstuk III van de AVG (artikelen 15 t/m 22 AVG) |
Afdelingsmanager; Unitmanager; Opgavemanager; Programma- en projectleider in hoedanigheid van budgethouder |
|
A.5.3 |
Het melden van inbreuken i.v.m. persoonsgegevens (datalekken) aan de Autoriteit Persoonsgegevens en betrokkenen |
Artikel 33 en 34 AVG |
Afdelingsmanager I&A (Chief Information Officer) |
|
A.5.4 |
Het nemen van besluiten tot voorafgaande raadpleging |
Artikel 36 AVG |
Secretaris/algemeen directeur |
|
A.6 Kaderrichtlijn afvalstoffen
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
A.6.1 |
in het geval waarin op basis van door de afvalproducent per geval, productielocatie, toepassing en afnemer aantoonbaar bewijs is geleverd dat aan de algemene einde-afval-criteria uit de Kaderrichtlijn afvalstoffen wordt voldaan, besluiten of de in het advies van de RUD opgenomen stoffen gekwalificeerd kunnen worden als einde afvalstof. |
Kaderrichtlijn afvalstoffen |
Afdelingsmanager; Programma- en projectmanager |
|
A.7 MER
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
A.7.1 |
|
|
Afdelingsmanager; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programmamanager grote Projecten; Programma- en projectmanager grote Projecten; Afdelingsmanager POJZ |
Voor zover voorzien in opgave |
B. Inkoop en aanbesteding
B.1. Aanbesteden werken, leveringen en diensten; Inkoopproces
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag/beleidskader |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
B.1.1 |
Budgethoudersmandaten |
|
|
|
B.1.1.1 |
Vaststellen raming opdrachtwaarde |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland |
Budgethouder |
Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2 |
B.1.1.2 |
Besluiten tot het voeren van een inkoop/aanbestedingsprocedure (enkelvoudig, meervoudig, nationale en Europese procedures) |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland |
Budgethouder |
Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2 |
B.1.1.3 |
Het uitvoeren van alle procedurele zaken in het tendersysteem op basis van een budgethoudersbesluit met betrekking tot enkelvoudige, meervoudige, nationale en Europese aanbestedingen |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland |
Afdelingsmanager POJZ; Beleidsspecialist Inkoop & Aanbesteding; Door afdelingsmanager POJZ aangewezen inkoopadviseur |
Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2 |
B.1.1.4 |
Publiceren enkel- en meervoudige onderhandse aanbestedingen conform voorgeschreven procedure in Inkoopbeleid |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland |
Budgethouder; Beleidsspecialist Inkoop & Aanbesteding; Door afdelingsmanager POJZ aangewezen inkoopadviseur |
Voor alle inkopen voor leveringen en diensten met een geraamde waarde van € 50.000 en hoger en voor Werken van € 150.000 en hoger is een inkoopadvies verplicht d.m.v. Inkoopstartformulier. Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2 |
B.1.1.5 |
Afwijken van de Algemene Inkoopvoorwaarden bij het aangaan van overeenkomsten/verlenen opdrachten |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland |
Budgethouder |
Conform advies senior jurist team Juridische Zaken; |
B.1.1.6 |
Besluiten tot het onregelmatig of onaanvaardbaar verklaren van de inschrijving |
Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid |
Budgethouder |
Conform advies inkoopadviseur/beleidsspecialist team Inkoop & Aanbesteding |
B.1.1.7 |
Besluiten tot het nemen van een afwijzingsbesluit |
Aanbestedingswet |
Budgethouder |
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer |
B.1.1.8 |
Besluiten tot het verlenen van een opdracht dan wel een privaatrechtelijke overeenkomst inzake levering, werk of dienst |
Aanbestedingswet; Provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland |
Budgethouder |
Voorwaarden ver- bonden aan mandaat zie onder B.1.2. Na afstemming met Financiën en team Inkoop & Aanbesteding (POJZ) |
B.1.1.9 |
Besluiten tot opdracht van meerwerk ≤ 10% van de oorspronkelijke opdrachtwaarde bij leveringen diensten en ≤15 % bij werken |
Aanbestedingswet; Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer; |
Budgethouder |
Voorwaarden verbonden aan mandaat zie onder B.1.2 Conform advies team Inkoop & Aanbesteding (POJZ); Conform vigerende Inkoop & Aanbestedingsbeleid |
B.1.1.10 |
Aanwijzen directie o.g.v. Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) voor de uitvoering van werken |
|
Budgethouder |
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer |
B.1.1.11 |
Nemen van besluiten m.b.t. de uitvoering van contractmanagement bij een (raam)overeenkomst en verwerken in contractenbeheer (POJZ) |
|
Budgethouder |
Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer |
B.1.1.12 |
Besluiten tot verrichten van (overige) (rechts)handelingen t.a.v. de aanbestedingsprocedure of uitvoering van de (raam)overeenkomst (bijv. nadere overeenkomst, tussentijdse vragen, mogelijkheid tot ingebrekestelling op grond van de Algemene Inkoopvoorwaarden) |
Aanbestedingswet |
Budgethouder |
Zie beperkingenbesluit mandaat budgethouders onder B. Inkoop en aanbesteding. Na advies team Inkoop & Aanbesteding (POJZ); Conform de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer |
B.1.2 Voorwaarden
Voorwaarden verbonden aan de mandaten voor uitvoering inkoop en aanbesteding die onder B1 aan functionarissen zijn toegekend die zijn aangewezen als budgethouders op grond van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer provincie Zeeland:
- I.
Het mandaat inkoop en aanbesteding van unitmanagers en teamcoördinatoren I&V die als budgethouder zijn aangewezen, is beperkt tot een bedrag van maximaal € 50.000,--;
- II.
Het mandaat inkoop en aanbesteding van andere budgethouders dan die genoemd onder I kent de volgende beperkingen:
- –
Leveringen en diensten met een initiële contractwaarde* tot en met € 500.000,--;
- –
Werken, met een initiële contractwaarde* tot met € 2.500.000,--;
- –
op de voorwaarde dat jaarlasten passend zijn binnen het bestaande beleid en de daarvoor in de programma’s van de begroting en in de meerjarenraming opgenomen budgetten of investeringskredieten.
- –
Op basis van deze voorvoorwaarden kan de initiële looptijd** van een contract op basis van dit mandaat maximaal 4 jaar zijn;
* Met de term initiële contractwaarde wordt bedoeld de contractwaarde op basis van de looptijd van het contract zonder verlenging. De contractwaarde voor het bepalen van het aanbestedingsregime kan hoger liggen. Bij die contractwaarde wordt immers de waarde die verbonden is aan de mogelijkheid van verlenging, indien die in het kader van de aanbesteding is voorzien, meegerekend.
** Met de term initiële looptijd wordt gedoeld op de looptijd van het contract exclusief de looptijd van een mogelijkheid tot verlenging.
- –
- III.
Mandaat voor inkoop en aanbesteding contracten met betrekking tot bedrijfsvoering of met betrekking tot de uitvoeringstrategieën voor het onderhoud van de infrastructuur met een looptijd van meer dan 4 jaar (inclusief verlengingsopties):
- –
voor een contractwaarde tot maximaal € 500.000 per jaar,
- –
op voorwaarde dat de jaarlasten vergelijkbaar zijn met de in de huidige begroting en meerjarenraming opgenomen jaarlasten voor deze activiteiten;
- –
tot maximaal 5 jaar.
- –
- IV.
Alle hiervoor genoemde beperkingen die zijn verbonden aan het budgethoudersmandaat gelden behoudens voorafgaande instemming van GS met afwijking van het mandaat en uiteraard binnen de kaders van de budgethoudersregeling. Het verzoek om instemming dient inhoudelijk bij GS te worden gemotiveerd, bij voorkeur door het voorleggen van een inkoopstartformulier.
B.2 Klachten
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
B.2.1 |
Afhandelen klachten aanbestedingsprocedure. (Klachtenmeldpunt aanbestedingen) |
Flankerend beleid betreffende de per 1 juli 2016 gewijzigde Aanbestedingswet 2012 en vigerende Inkoop- en aanbestedingsbeleid provincie Zeeland |
Afdelingsmanager POJZ |
|
C. Bedrijfsvoering en dienstverlening
C.1 Facilitaire zaken
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
C.1.1 |
In bruikleen geven van ruimten en terreinen binnen het Abdijcomplex. |
Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 7a:1777 Burgerlijk wetboek (BW) |
Afdelingsmanager FAC; |
Binnen door GS vastgestelde kaders; Voor gebruik in het provinciaal belang; Mits met de activiteit waarvoor deze provinciale eigendommen in bruikleen worden gegeven geen commerciële belangen worden nagestreefd. |
C.1.2 |
Aangaan van bruikleenovereenkomsten roerende zaken |
158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 7a:1777 BW |
Afdelingsmanager FAC; |
Binnen door GS vastgestelde kaders |
C.1.3 |
Aansprakelijk stellen + kosten verhaal bij schade aan provincie eigendommen |
158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 6:162 en 6:174 BW |
Afdelingsmanager FAC |
|
C.1.4 |
Het indienen van declaraties i.v.m. het leveren van energie aan derden. |
|
Afdelingsmanager FAC; |
|
C.1.5 |
Vaststellen jaarlijkse huurverhoging voor door provincie verhuurde panden. |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
C.1.6 |
Afspraken en handelingen, vastpinnen prijzen in verband met beheer van lopende onderhoudsovereenkomsten. |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
C.2 Financiën
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
C.2.1 |
Goedkeuren begrotingen en rekeningen voorafgaand aan de garantieverlening (door provinciale staten) |
Artikel 216, tweede lid, sub c, Provinciewet |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.2 |
Het indienen van declaraties bij derden. |
|
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.3 |
Het verzenden aan het ministerie van BZK van door provinciale staten vastgestelde begrotingen/-begrotingswijzigingen/jaarrekeningen. |
Artikel 195, tweede lid Provinciewet |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.4 |
Verzoek doen teruggave dividendbelasting. |
Wet Dividendbelasting |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.5 |
Doen van aangifte en afdragen omzetbelasting en opgave BTW compensatiefonds. |
Wet Omzetbelasting |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.6 |
Doen van aangifte en afdragen vennootschapsbelasting. |
Wet VPB |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.7 |
Financieel afwikkelen van schadeclaims van derden indien gedekt door verzekering. |
|
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.8 |
Taxaties laten uitvoeren i.v.m. verzekeringen. |
|
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.9 |
Financieel afwikkelen van claims op derden bij schade aan provinciale eigendommen. |
|
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.10 |
Accepteren/sluiten verzekeringscontracten. |
Artikel 158 Provinciewet |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.11 |
Brieven vaststellen inzake administratieve organisatie of administratieve procedures in de uitvoerende sfeer. |
Artikel 216 Provinciewet |
Afdelingsmanager Financiën; |
|
C.2.12 |
Verzenden aanmaningen tot betaling van openstaande vorderingen. |
|
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.13 |
Vaststellen rekening-courant percentages. |
Artikel 216 Provinciewet |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.14 |
Verrichten van betalingen. |
|
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën; Medewerkers Financiën |
Medewerkers Financiën indien dat in hun opdracht is opgenomen. |
C.2.15 |
Gebruik creditkaart. |
|
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.16 |
Het maken van betalingsafspraken met debiteuren. |
Artikel 216 Provinciewet |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
Zie Debiteurenbeleid provincie Zeeland |
C.2.17 |
Besluiten inzake financieringen en uitzettingen voor de periode van max. 1 jaar. |
Artikel 216 Provinciewet |
Afdelingsmanager Financiën; Unitmanager Financiën |
|
C.2.18 |
Aangaan gebruikers- en beheerovereenkomsten voor rekeningen en autorisatie voor gebruik en beheer van digitale financiële systemen en van rekeningen, mede ten behoeve van functionarissen die met het beheer daarvan zijn belast. |
|
Afdelingsmanager Financiën |
|
C.3 Informatie en automatisering
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
C.3.1 |
Aanbieden van gegevens, informatie etc., waaronder open data (verkeersinformatie, enz.) |
|
Afdelingsmanager I&A; Unitmanager I&A |
|
C.3.2 |
Besluiten tot het aangaan van ICT overeenkomsten om niet, benodigd voor het aansluiten op landelijke ICT basisvoorzieningen, bruikleenovereenkomsten medewerkers provincie. |
158, eerste lid, sub d Provinciewet |
Afdelingsmanager I&A; Unitmanager I&A |
|
C.3.3 |
Bevestigen ontvangst van brieven, verzoeken, aanvragen, besluiten e.d. |
|
DIV-medewerkers; Receptionist/portier |
Ontvangstbevestiging postregistratiesysteem |
C.4 Communicatie
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
C.4.1 |
Besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot overdracht van auteursrechten en het verlenen van een gebruiksrecht op auteursrechten |
Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet |
Afdelingsmanager BOS |
Wordt o.a. gehanteerd bij het aangaan van (raam)overeenkomsten met fotografen, vormgevers, filmmakers |
C.4.2 |
Besluit tot toekenning en afwijzing van verzoeken voor het gebruik van het wapen van Zeeland en het woordmerk Zeeland Land in Zee |
|
Afdelingsmanager BOS |
Voor het al dan niet toestaan voor het gebruik van het Wapen van Zeeland wordt getoetst aan de regels uit de circulaire van BZK ‘wapen gebruik provincies’. |
C.4.3 |
Publicatie van besluiten van bestuursorganen van de provincie Zeeland |
Artikel 2 jo. artikel 6 Bekendmakingswet |
Afdelingsmanager BOS; Aangewezen medewerkers Digitale Media uitsluitend systeemmandaat |
Aanwijzing via opdracht in AFAS |
D. Bestuurlijke organisatie en toezicht
D.1 Notificatie Formele stukken
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
D.1.1 |
Besluiten stukken voor notificatie aan te nemen en deze ter archivering aan te bieden aan de DIV |
|
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2 Financieel Bestuurlijk Toezicht
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
D.2.1 |
Goedkeuring van begrotingen, begrotingswijzigingen en toestemming voor het doen van uitgaven betreffende gemeenten, gemeenschappelijke regelingen e.d. ten aanzien waarvan preventief toezicht geldt. |
Artikel 203 + 208 Gemeentewet, artikel 33, Wet Gemeenschappelijke regelingen |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.2 |
Bij goedkeuring begroting bepalen dat soorten van wijzigingen geen goedkeuring van GS behoeven. |
Artikel 207, tweede lid, Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.3 |
Mededelingen aan bestuur gemeenten en gemeenschappelijke regelingen dat voor begrotingsjaar repressief toezicht van toepassing is. |
Artikel 203 Gemeentewet, artikel 33, Wet gemeenschappelijke regeling |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.4 |
Goedkeuring art. 43, lid 3, Boek 3 BW/ontheffing art 15, lid 2, Gemeentewet |
Artikel 3:43, BW, artikel 15, tweede lid, Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
Voor wat betreft verkoop aan burgemeester: cvdK (zie bijlage bij Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 cvdK Zeeland 2021) |
D.2.5 |
Goedkeuren van besluiten van gemeentebesturen, die kunnen leiden tot nieuwe uitgaven, tot verhoging van bestaande dan wel tot verlaging van bestaande inkomsten of tot vermindering van vermogen in die gevallen, waarin gemeentebesturen zijn onderworpen aan het financieel-bestuurlijk toezicht. |
Artikel 21, Wet algemene regels herindeling |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.6 |
Verdagen van aanvraag tot goedkeuring van begroting en/of begrotingswijzigingen van gemeenten of gemeentelijke regelingen die door GS onder preventief toezicht zijn geplaatst. |
Artikel 10.31 Algemene wet bestuursrecht |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.7 |
Correspondentie van procedurele aard over besluit tot uitnodigen waterschapsbestuur voor overleg op grond van artikel 3 en 4 Waterschapswet. |
Artikel 3 en 4 Waterschapswet |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.8 |
Toezenden besluit inzake reglement, opheffen of instellen waterschap ter goedkeuring aan Minister. |
Artikel 4, derde lid Waterschapswet |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.9 |
Toezenden advies inzake benoeming dijkgraaf aan Minister. |
Artikel 46, derde lid Waterschapswet |
Afdelingsmanager BOS |
|
D.2.10 |
Correspondentie met gemeenten i.v.m. verstrekken van informatie, toezenden rapportages in het kader van indeplaatsstelling dan wel vernietiging of schorsing besluit. |
Artikel 124 e.v + artikel 273a Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
Interbestuurlijk toezicht |
D.2.11 |
Meedelen van besluit of voornemen van indeplaatsstelling in dagblad. |
Artikel 124, 4e lid, Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
Interbestuurlijk toezicht |
D.2.12 |
Aanwijzing toezichtambtenaren. |
Artikel 124, Gemeentewet |
Afdelingsmanager BOS |
Interbestuurlijk toezicht |
D.2.13 |
Correspondentie met gemeenten i.v.m. verstrekking van informatie, toezenden rapportages in het kader van de huisvesting statushouders |
Huisvestingswet |
Afdelingsmanager BOS; Programmamanager Fysieke Leefomgeving alsmede; |
|
D.3 Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
D.3.1 |
Een betrokkene verzoeken om een vragenformulier volledig in te vullen ofwel aanvullende gegevens aan te leveren, teneinde een eigen onderzoek te kunnen uitvoeren |
Artikel 7a wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Conform beleidsplan Toepassing Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, Provincie Zeeland 2021 – 2023 en conform Beleidsregel Bibob Provincie Zeeland 2021 inzake omgevingsvergunningen, subsidies, vastgoedtransacties en overheidsopdrachten |
D.3.2 |
Het verwerken van gegevens uit openbare bronnen ten behoeve van het eigen onderzoek |
Artikel 7b Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.3 |
Het opvragen van justitiële gegevens uit het justitiële documentatie systeem t.b.v. de Bibob. |
Artikel 15 lid 1 sub b jº lid 2 Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.4 |
Het opvragen van informatie over betrokkene uit de politiesystemen |
Besluit politiegegevens artikel 4:3, eerste lid, onder L |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.5. |
Het opvragen van informatie over betrokkene uit de Belastingdienst systemen |
Artikel 43c, eerste lid aanhef en onder m, uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.6 |
Het opvragen van informatie ter controle op rechtspersonen |
Besluit controle op rechtspersonen, artikel 6, onderdeel g. |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.7 |
Opvragen of er over de betrokkene, in de afgelopen twee jaren een advies van het Bureau is uitgebracht dan wel een adviesaanvraag in behandeling is genomen. |
Artikel 11a Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.8 |
Op aangeven van de officier van Justitie een eigen onderzoek te doen en daarna eventueel het Bureau om een advies te vragen. |
Artikel 7a lid 1, 26 Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.9 |
Het Bureau vragen om een advies en het gedurende vijf jaar gebruiken van een advies van het Bureau, in verband met een andere beslissing. |
Artikel 5 lid 2, 5a, 6 lid 2, 9 en 29 Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem Portefeuillehouder vooraf informeren. |
D.3.10 |
Het Bureau de door betrokkene verstrekte gegevens en bescheiden, inclusief de bevindingen van het eigen onderzoek toesturen. |
Artikel 7a lid 4 Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.11 |
Een betrokkene informeren dat het Bureau BIBOB om advies is verzocht. |
Artikel 32 Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.12 |
Een betrokkene informeren dat de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking dient te worden gegeven, wordt opgeschort. |
Artikel 31 Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.13 |
Het verstrekken van een afschrift van het advies van het Bureau aan een in dat lid genoemde partij, evenals het verstrekken van het advies van het bureau aan betrokkene. |
Artikel 28, lid 2 en lid 3 Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.14 |
Een betrokkene in de gelegenheid brengen zijn zienswijze naar voren te brengen |
Artikel 33 Wet Bibob |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Idem |
D.3.15 |
Het doen van aangifte namens het bestuursorgaan indien dat op grond van de wet verplicht is. |
Artikel 162 en 163 Sv |
Afdelingsmanager BOS, met toestemming voor ondermandaat |
Portefeuillehouder vooraf informeren; Met volmacht cvdK |
D.3.16 |
Het aanwijzen van een Inspectieview (IV) coördinator |
|
Afdelingsmanager BOS |
Onder de voorwaarde dat alleen informatie gedeeld wordt die gedeeld kan worden en alleen daartoe bevoegde personen de informatie te zien krijgen. Conform de Uitgangspunten autorisatie en Kaders Inspectieview Gebruiksvoorwaarden Inspectieview. |
E. Subsidies
E.1. Algemene Subsidieverordening/ Algemeen subsidiebesluit
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
E.1.1 |
Besluiten tot het afwijzen van de subsidieaanvraag |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager; Programma- en projectmanager; |
Dit mandaat ligt bij de functionaris die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is. De betreffende portefeuillehouder wordt geïnformeerd |
E.1.2 |
Besluiten tot het tussentijds wijzigen van een subsidiebeschikking binnen de gestelde voorwaarden in de Asv en het Asb |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
Betreft: afwijken PR-bepaling (art. 1.6.6 Asb); verlenen van extra voorschotten op verleende subsidies (art. 1.8.3 en 1.9.3 Asb) |
E.1.3 |
Besluiten tot het tussentijds wijzigen van prestatieafspraken, prestatiebewijzen en/of instemmen met herziene begroting |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
Uitsluitend van toepassing indien de aard van het project niet wordt gewijzigd |
E.1.4 |
Besluiten tot het afwijken van de bij de subsidiebeschikking opgelegde verplichtingen |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
Uitsluitend van toepassing indien de aard van het project niet wordt gewijzigd |
E.1.5 |
Besluiten tot het wijzigen van de looptijd van een verleende subsidie |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.6 |
Besluiten tot het wijzigen van de gestelde termijn voor het indienen van een aanvraag tot vaststelling |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.7 |
Besluiten tot het intrekken van verleende subsidies |
Awb Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.8 |
Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidie en het verrichten van betalingen in het kader van hoofdstuk 11 Asb (Bijzondere bepalingen voor het nalaten van verjaging van beschermde inheemse ganzen in ganzenrustgebieden) |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Directeur BIJ12 en plaatsvervanger |
Extern mandaat; De directeur van BIJ12 kan ter uitoefening van zijn gemandateerde bevoegdheden schriftelijk ondermandaat verlenen aan de onder hem ressorterende unitmanagers en afdelingshoofden |
E.1.9 |
Besluiten tot het (gewijzigd) vaststellen, intrekken en terugvorderen van subsidies |
Awb Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.10 |
Besluiten op basis van een steekproef of de instelling wel of niet een aanvraag tot vaststelling moet indienen |
Artikel 1.7.4, eerste lid, Asb 2013/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.1.11 |
Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om (kleinere) verkeerseducatieve subsidies op grond van een door GS jaarlijks vastgesteld ROVZ Werkplan |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder |
|
E.1.12 |
Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidie op basis van een door GS vastgestelde openstelling subsidies in het kader van hoofdstuk 19 Asb (Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie ten behoeve van het aanleggen van een groen dak) |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder |
|
E.1.13 |
Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidies op grond van een door GS jaarlijks vastgesteld Uitvoeringsprogramma Cultuur, met uitzondering van de integrale kosten subsidies |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder |
|
E.1.14 |
Toekenning en afwijzing van aanvragen om subsidies in het kader van hoofdstuk 8 Asb (Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie in het kader van de Provinciale Impuls Wonen) op basis van een door GS vastgesteld overzicht van toekenningen en afwijzingen |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Programmamanager In de hoedanigheid van budgethouder |
|
E.1.15 |
Subsidieaanvragen afhandelen en subsidie verlenen binnen de kaders van het uitvoeringsprogramma 2021 ‘Four Freedoms door het jaar heen’ |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Programmamanager Cultuur, Erfgoed, Leefbaarheid en Sport |
Conform afstemming met de verantwoordelijke portefeuillehouder |
E.1.16 |
Beslissen op en ondertekenen van stukken betreffende aanvragen om subsidie op basis van een door GS vastgestelde openstelling subsidies in het kader van hoofdstuk 10 Asb (Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van subsidies voor kavelaanvaardingswerken) |
Asv 2013/Asb 2013 Asv 2023/Asb 2023 |
Afdelingsmanager I&V |
Conform afstemming met de verantwoordelijke portefeuillehouder |
E.1.17 |
Beslissen op verzoeken tot afwijken van de verplichting de activiteit binnen 24 maanden te realiseren |
Artikel 10.8, tweede lid, Asb 2013/Asb 2023 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
E.2 Subsidieregeling kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL)
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
E.2.1 |
Vaststellen of lager vaststellen en terugvorderen investeringssubsidie natuur en landschap |
Art. 14c SKNL juncto afd 4.2.5 en art. 4:57 Awb |
Afdelingsmanager POJZ |
Na afstemming met portefeuillehouder door programmamanager die beleidsinhoudelijk verantwoordelijk is. |
E.2.2 |
Vaststellen van de subsidie functieverandering |
Art. 20 SKNL juncto afd. 4.2.5 Awb |
Afdelingsmanager POJZ |
idem |
E.3 Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL)
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
E.3.1 |
Ambtshalve wijziging bij kennelijke onjuistheden van subsidie- en voorschotbeschikkingen |
Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer Zeeland Subsidieregeling kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) |
Programmamanager Landelijk gebied, Landbouw en natuur |
Portefeuillehouder in kennis stellen; Enkel wijzigingen met geringe financiële impact |
F. Vastgoed
F.1 Vastgoed
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
F.1.1 |
Besluiten tot de aankoop van onroerende zaken (aankoopbesluit), behoudens opstallen, en daaruit voortvloeiend het besluiten tot het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst op het gebied van grondverwerving en eigendomsbeheer |
Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.1.1.1 |
Voorbereiding en uitvoering van het aankoopbesluit |
|
Teamcoördinator I&V |
|
F.1.2 |
Besluiten tot de verkoop van provinciale eigendommen, behoudens opstallen, en het bezwaren van provinciale eigendommen alsmede het besluiten tot het vestigen van beperkte rechten, alsmede het vestigen van kwalitatieve verplichtingen voor vastgoed en kavelruiltransacties. |
Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.1.2.1 |
Voorbereiding en uitvoering van het verkoopbesluit |
|
Teamcoördinator |
|
F.1.3 |
Besluiten tot aan- en verkoop van provinciale eigendommen die onderdeel uitmaken van een (kavel)ruil, behoudens opstallen. |
Artikel158, eerste lid, sub d Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.1.3.1 |
Voorbereiding en uitvoering van het besluit |
|
Teamcoördinator I&V |
|
F.1.4 |
Besluiten tot het verpachten en/of verhuren provinciale eigendommen (inclusief de ontbinding van deze overeenkomsten) |
Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.1.4.1 |
Afhandeling op basis van door de afdelingsmanager geaccordeerd en geregistreerd Uitgifteplan. |
|
Teamcoördinator I&V |
|
F.1.5 |
Kennisgeving op provinciale website en provinciaal blad van informatie over het vergeven van onroerende zaken (verkoop, erfpacht, verhuur en verpachting en grondruil etc.) en daarop betrekking hebbende selectieprocedures |
3:14 BW, Art. 158, eerste lid, sub d Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
Op basis van criteria uit Nota Grondbeleid of op basis van voorafgaand aan kennisgeving door GS vastgestelde criteria. |
F1.5.1 |
Kennisgeving op provinciale website van informatie over het vergeven van onroerende zaken (verkoop, erfpacht, verhuur en verpachting en grondruil etc.) en daarop betrekking hebbende selectieprocedures |
3:14 BW, Art. 158, eerste lid, sub d Provinciewet |
Teamcoördinator I&V |
Op basis van criteria uit Nota Grondbeleid of op basis van voorafgaand aan kennisgeving door GS vastgestelde criteria. |
F.2 Kavelruil
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
F.2.1 |
Besluiten tot kavelruil cf. een positief advies van de commissie kavelruilbureau Zeeland op een kavelruilvoorstel, genomen bij gewone meerderheid van stemmen |
Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet; Regelement commissie Kavelruilbureau Zeeland |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.2.2 |
het innen van de kavelruilbijdrage van derden |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
F.2.3 |
het vergoeden van notaris- en kadasterkosten |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
F.3 Procedurele zaken
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden n |
F.3.1 |
Het indienen van een bezwaar- en/of beroepschrift tegen een belastingaanslag / WOZ-beschikking |
Artikel 158, eerste lid sub f Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.3.2 |
Het indienen van een bezwaar- en/of beroepschrift tegen de uitslag van een kadastrale meting |
Artikel 158, eerste lid sub f Provinciewet |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.4 Wettelijke instrumenten
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
F.4.1 |
Volmacht c.q. machtiging voor het verrichten van procedurele handelingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige rechtshandelingen bij minnelijke verwerving van grond en daarbij behorende opstallen, op basis van een besluit van GS tot volledige schadeloosstelling |
Onteigeningswet |
Afdelingsmanager I&V; |
In afstemming met de portefeuillehouder Vastgoed. Er wordt geen mandaat verstrekt om tot onteigening over te gaan. |
F.4.1.1 |
Voorbereiding en uitvoering F.4.1 |
Onteigeningswet |
Teamcoördinator I&V |
|
F.4.2 |
Vertegenwoordiging Provincie Zeeland op hoorzitting |
Onteigeningswet |
Afdelingsmanager I&V; Beleidsmedewerker grondverwerving c.a. |
|
F.4.3 |
Volmacht en machtiging voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met het vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden bij het verwerven bij minnelijke overeenkomst van de op grond van de Onteigeningswet te onteigenen hertogin Hedwigepolder |
|
Afdelingsmanager I&V; Beleidsmedewerker grondverwerving |
|
F.4.4 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard op grond van de Wet ruimtelijke ordening: Grondexploitatie (exploitatieplan en overeenkomst grondexploitatie) |
Afdeling 6.4 Wro |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.4.5 |
Handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten: Provinciaal voorkeursrecht |
WVG |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.4.6 |
Advisering minister van Infrastructuur en Milieu |
Belemmeringenwet Privaatrecht |
Afdelingsmanager I&V |
|
F.4.7 |
Aanwijzen plaats zitting, voorzitter zitting, opmaken proces-verbaal |
Artikel 2 Belemmeringenwet Privaatrecht |
Afdelingsmanager; I&V Beleidsmedewerker grondverwerving c.a. |
Of door afdelingsmanager per geval aan te wijzen behandelend ambtenaar |
G. Infrastructuur
G.1 Beheer & Onderhoud
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.1.1 |
Vaststellen van beheerregelingen en aangaan van beheerovereenkomsten. |
Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet; Burgerlijk Wetboek |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.2 |
Het aansprakelijk stellen + kosten van verhaal bij schade aan provincie eigendommen (bijv. bij modder op de weg, olie op de weg, enzovoort) |
Artikel 158, eerste lid, sub d Provinciewet juncto artikel 6:162 en 6:174 BW en artikel 185 Wegenverkeerswet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.2.1 |
Kleine bedragen |
|
Teamcoördinator |
|
G.1.3 |
Toezicht en handhaving in het kader van wetten, waarvan de uitvoering aan het onderdeel Beheer & Onderhoud is opgedragen: Schriftelijke waarschuwing/vooraankondiging, alsmede het besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.24 Awb |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.4 |
Besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in spoedeisende gevallen |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.5 |
Ondertekenen van begeleidende brief bij besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang in spoedeisende gevallen |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.6 |
Op schrift stellen en bekendmaken van besluit als bedoeld in artikel 5.31, eerste lid, Awb |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.31, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V |
Slechts in zeer spoedeisende gevallen |
G.1.7 |
Feitelijke uitvoering van bestuursdwang |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
G.1.8 |
Besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom. |
Artikel 122 Provinciewet juncto artikel 5.32 Awb |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.2 Vaarwegen (omgevingsverordening Zeeland 2018)
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.2.1 |
Zorg dragen dat overzichtskaart in overeenstemming is met de beheersituatie |
Artikel 5.19, derde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.2.2 |
Besluiten tot verlenen ontheffing snelheden |
Artikel 5.22 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.2.3 |
Besluiten tot ontheffing voor afmetingen en diepgang van schepen |
Artikel 5.23 juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.2.4 |
Besluiten tot ontheffing voor samenstellen, een gekoppeld samenstel en een duwstel |
Artikel 5.24 juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.2.5 |
Besluiten tot ontheffing om in, langs, boven, onder of over een vaarweg stoffen of voorwerpen te brengen die schade toebrengen aan de vaarweg en de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer |
Artikel 5.27, sub a, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.6 |
Besluiten tot ontheffing voor houtgewas of takken van bomen in of boven de vaarweg te laten hangen die hinder veroorzaken voor de scheepvaart |
Artikel 5.27, sub b, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.7 |
Besluiten tot ontheffing om op andere wijze enige belemmering of hinder voor de scheepvaart te veroorzaken |
Artikel 5.27, sub c, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.8 |
Besluiten tot ontheffing voor het wijzigen van de vaarweg |
Artikel 5.28, sub a, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.9 |
Besluiten tot ontheffing voor het gebruik van kunstwerken te beletten of te belemmeren. |
Artikel 5.28, sub b, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.10 |
Besluiten tot ontheffing voor werken aan te brengen, te houden, te veranderen of te verwijderen boven, op, in onder of langs de vaarweg, binnen tien meter, horizontaal gemeten vanuit de oeverlijn. |
Artikel 5.28, sub c, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.11 |
Besluiten tot ontheffing voor het maken, hebben of veranderen van een ligplaats of enige andere voorziening bestemd voor het meren van schepen. |
Artikel 5.28, sub d, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.12 |
Besluiten tot ontheffing voor het drijven van handel of het afleveren van koopwaar (parlevinkers). |
Artikel 5.28, sub e, juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.13 |
Besluiten tot ontheffing voor ligplaats nemen (ankeren en meren). |
Artikel 5.29 juncto artikel 5.31 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.2.14 |
Opdracht om te voorzien in onderhoudsplicht |
Artikel 5.34 |
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.2.15 |
Aanwijzen van toezichthouders welke zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften |
Artikel 8.1 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.2.16 |
Besluiten omtrent openingstijden objecten vaarwater (bruggen en sluizen) Kanaal door Walcheren en Zeelandbrug. |
|
Afdelingsmanager I&V; |
|
G.3 Wegenwet
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.3.1 |
Aan een weg de bestemming van openbare weg geven |
Artikel 4, eerste lid, sub 3 Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.3.2 |
Onttrekking aan het openbaar verkeer van provinciale wegen |
Artikel 7 juncto artikel 8, tweede lid Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.3.3 |
Onttrekking aan het openbaar verkeer van waterschapswegen |
Artikel 7 juncto artikel 8, tweede lid Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
Deze bevoegdheid is door provinciale staten, middels statenbesluit op 16 mei 2008, gedelegeerd aan gedeputeerde staten |
G.3.4 |
Goedkeuring verlenen aan overdracht (beheer en) onderhoud van een weg door de gemeente of waterschap aan een gemeente of waterschap. |
Artikel 18a Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
met goedkeuring Afdelingsmanager |
G.3.5 |
Het onderhoud van een weg, welke door de provincie wordt onderhouden, ten laste te brengen van de gemeente, waarin de weg is gelegen |
Artikel 19 lid 1 Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.3.6 |
Vaststellen/wijzigen wegenlegger |
Artikel 39 Wegenwet |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.4 Wegenverkeerswet
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.4.1 |
Tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen |
Artikel 17 Wegenverkeerswet 1994 juncto artikelen 34 en 37 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.4.2 |
Tijdelijke plaatsing of toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen |
Artikel 17 Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 35 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD; Rayonmedewerker |
|
G.4.3 |
Het nemen van verkeersbesluiten |
Artikel 18 (en artikel 15 Wegenverkeerswet juncto artikel 12 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
Afdelingsmanager I&V |
De bevoegdheden van Gedeputeerde Staten voor de Westerscheldetunnel c.a. (zie Tunnelwet) zijn gemandateerd aan de directeur van de NV Westerscheldetunnel |
G.4.4 |
Vergunning wegwedstrijden verlenen |
Artikel 148, eerste lid, sub b, juncto artikel 10, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.4.5 |
Verlenen ontheffingen bijzondere transporten (zoals voor landbouwvoertuigen) Voertuigreglement |
Artikel 149, eerste lid, sub b, Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Gedeputeerde Staten hebben op 28 januari 2003, nr. 030333/16, mandaat verleend aan Rijksdienst voor Wegverkeer voor het nemen van besluiten inzake de aanvraag van ontheffingen voor exceptionele wegtransporten |
G.4.6 |
Verlenen ontheffingen |
Artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.5 Verkeersregels & verkeerstekens
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.5.1 |
Verlenen ontheffingen Zeelandbrug / Oesterdam (invalidenvoertuigen, brommobielen, etc.) |
Artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.5.2 |
Plaatsen en verwijderen verkeerstekens, dan wel het publiceren van een bekendmaking met eenzelfde strekking |
Artikel 2 juncto artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (behorend bij Binnen-vaartpolitiereglement) |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.5.3 |
Plaatsen tijdelijke verkeerstekens, dan wel het publiceren van een bekendmaking met eenzelfde strekking bij dringende omstandigheden |
Artikel 10 juncto artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (behorend bij Binnen-vaartpolitiereglement) |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.6 Onderhoud wegen (Omgevingsverordening Zeeland 2018)
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan : |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.6.1 |
Ontheffing voor het aanbrengen en snoeien of verwijderen van beplanting op een weg |
Artikel 5.5 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Voor het verwijderen van beplanting op een weg, voor zover er sprake is van het vellen of doen vellen van een houtopstand, is een omgevingsvergunning vereist. Een omgevingsvergunning is ook vereist als sprake is van een combinatie van beide. Zie ook artikel 2.2 lid 1 sub g van de Wabo |
G.6.2 |
Ontheffing voor het wijzigen en aantasten van een weg (zoals een weg op een bestaande weg aan te sluiten, etc) |
Artikel 5.6 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Voor het hebben, maken of veranderen van een uitweg en / of de aanleg van een weg (voor zover er tevens een verbod geldt als bedoeld in artikel 2.1 sub b van de Wabo) is een omgevingsvergunning vereist. Zie ook artikel 2.2. lid 1 sub d en e. |
G.6.3 |
Ontheffing voor zaken op, in en boven wegen (zoals masten, palen, afrasteringen en andere terreinafscheidingen, borden, spandoeken, vlaggen of andere voorwerpen te plaatsen of te hebben en kabels en leidingen te leggen of te hebben) |
Artikel 5.7 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Voor het maken of voeren van handelsreclame is een omgevingsvergunning vereist. Zie artikel 2.2 lid 1 sub h en i. |
G.6.4 |
Ontheffing gebruik van een weg en activiteiten op een weg (zoals een weg anders dan voor verkeersdoeleinden te gebruiken, op een weg een standplaats in te nemen of in te richten voor het aanbieden en leveren van producten) |
Artikel 5.8 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.5 |
Ontheffing voor zaken en activiteiten langs wegen (zoals het aanbrengen of hebben van masten, palen, borden, et cetera, binnen een afstand van 1,80 meter uit de verkeersbaan, niet zijnde een fietspad of ander pad, dan wel binnen een afstand van 0,60 meter uit een fietspad of ander pad) |
Artikel 5.9 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.6 |
Ontheffing met betrekking tot uitzichtstroken (zoals op of langs een weg buiten de bebouwde kom, ter plaatse van kruisingen, aansluitingen, uitwegen en bochten, bouwwerken, wallen, beplanting, gewassen, terreinafscheidingen en andere uitzicht belemmerende voorwerpen te maken, waardoor het vrije uitzicht wordt belemmerd |
Artikel 5.11 juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
Hierbij ook rekening houden met het Uitvoeringsbesluit uitzichtstroken wegen (Provinciaal Blad, nr. 36 van 2010) |
G.6.7 |
Ontheffing bebouwingsvrije stroken (zoals langs een weg buiten de bebouwde kom een bouwwerk te maken of te hebben binnen een afstand uit de as van de hoofdverkeersbaan of, indien de weg twee hoofdverkeersbanen heeft, uit de as van de dichtbijzijnde gelegen hoofdverkeersbaan, van 40 meter voor wegen die in beheer zijn bij de provincie. |
Artikel 5.12, eerste lid juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.8 |
Ontheffing bestaande bouwwerken binnen de in artikel 5.12 lid 1 bedoelde stroken, te vernieuwen, te wijzigen of uit te breiden. |
Artikel 5.12, tweede lid juncto artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.9 |
Het verlenen van een ontheffing van het bepaalde in afdeling 5.2 en het stellen van voorschriften |
Artikel 5.13, tweede lid, Artikel 5.3, derde lid en Artikel 5.5, derde lid |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.6.10 |
Het uitbrengen van een advies over: de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag of de bij de beslissing op de aanvraag te betrekken gegevens of aan de vergunning te verbinden voorschriften. |
Artikel 5.13, vijfde lid juncto artikel 2.26, derde en vierde lid Wabo |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.6.11 |
Het voeren van overleg inzake afwijken van het in artikel 5.13 lid 5 bedoelde advies |
Artikel 5.13, zesde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.6.12 |
Het besluiten tot verlenen van ontheffing tot het plaatsen van toeristische bewegwijzering conform artikel 5 lid 14 |
Artikel 5.14 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.6.13 |
Aanwijzen van toezichthouders welke zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wettelijke voorschriften |
Artikel 5.18, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.6.14 |
Aanslagen opleggen op benzineverkoop |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
G.7 Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting (Omgevingsverordening Zeeland 2018)
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan : |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.7.1 |
Het in ontvangst nemen van een melding Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting |
Nadere uitwerking van artikel 5.7, lid 3 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.7.2 |
Het geven van instructies Uitvoeringsbesluit vrijheid van meningsuiting |
idem |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.8 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ( Wabo ): De omgevingsvergunning
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan : |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.8.1 |
Uitbrengen advies over de aanvraag of ontwerp beschikking op aanvraag |
Artikel 2.26, derde lid Wabo juncto artikel 13, vijfde lid, Wegenverordening Zeeland 2010 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
De Wegenverordening Zeeland 2010 integreert in de omgevingsvergunning voor zover het betreft de activiteiten genoemd in artikel 2.2 lid 1 sub d, e, en g van de Wabo. |
G.8.2 |
Uitbrengen advies naar aanleiding van aanvraag om omgevingsvergunning |
Artikel 2.26, vierde lid Wabo juncto artikel 13, vijfde lid Wegenverordening Zeeland 2010 |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
De Wegenverordening Zeeland 2010 integreert in de omgevingsvergunning voor zover het betreft de activiteiten genoemd in artikel 2.2 lid 1 sub d, e, en g van de Wabo |
G.9 Wrakkenwet
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan : |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.9.1 |
Besluit tot opruimen object |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.2 |
Aankondiging ter plaatse |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.3 |
Mededeling rechthebbende |
Artikel 2, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.4 |
Vergunning verwijdering voorwerpen |
Artikel 2, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.5 |
Zekerheidstelling ten genoegen van de beheerder |
Artikel 2, derde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.6 |
Publicatie tijdstip opruiming |
Artikel 3, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.7 |
Vergunning toegang/verblijf op schip/voorwerp |
Artikel 4 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.9.8 |
Termijn van betaling stellen |
Artikel 6 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.10 Waterstaatswet 1900
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.10.1 |
Schriftelijke aanzegging m.b.t. het dulden van voorbereidingswerkzaamheden |
Artikel 9 |
Afdelingsmanager |
|
G.10.2 |
Opmaken proces-verbaal/raming kosten etc. bij schade aan waterstaatswerken |
Artikel 12c |
Afdelingsmanager I&V; Teamcoördinator |
|
G.10.3 |
Het toewijzen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het kader van NEN-EN 501101-1, NEN-EN 50110-2 en NEN 3140 in verband met bedrijfsvoering van elektrische installaties (infrastructuur) in beheer bij de provincie Zeeland aan medewerkers van de afdeling Beheer |
|
Afdelingsmanager I&V |
|
G.11 Telecommunicatiewet
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.11.1 |
Instemmen met c.q. overeenstemming hebben over plaats, tijdstip en wijze van aanleg, instandhouding of opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. |
Artikel 5.3, 5.7 en 5.8 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.11.2 |
Vergoeden van schade en verdelen van kosten, één en ander voortvloeiende uit de gedoogplicht. |
Artikel 5.2 |
Afdelingsmanager I&V; Unitmanager BTD |
|
G.12 Regeling Nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen en provinciale projecten provincie Zeeland 2010
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
G.12.1 |
Ontvangst bevestiging op een binnengekomen verzoek |
Artikel 13, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.2 |
In gelegenheid stellen verzuim te herstellen |
Artikel 13, derde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.3 |
Niet in behandeling nemen van verzoek |
Artikel 14, eerste lid jo Artikel 13 |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.4 |
Mededeling van niet in behandeling nemen van verzoek |
Artikel 14, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.5 |
Het eenmalig verlengen van de in artikel 15 lid 2 genoemde termijn met ten hoogste zes weken |
Artikel 15, derde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.6 |
Benoemen deskundige(n) / aanwijzen voorzitter |
Artikel 16, eerste en derde lid, jo Artikel 14, eerste lid en Artikel 15, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.7 |
Verzoeker in kennis stellen van voornemen deskundige(n) te benoemen |
Artikel 16, vijfde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.8 |
Het beschikbaar stellen van gegevens aan deskundige(n) |
Artikel 18, eerste lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.9 |
Instemmen met inwinnen van inlichtingen en adviezen bij derden door deskundige(n) |
Artikel 18, derde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.10 |
Vertegenwoordigen bij mondelinge toelichting |
Artikel 19, tweede lid |
Afdelingsmanager; I&V Beleidsmedewerker grondverwerving c.a. |
Of door afdelingsmanager per geval aan te wijzen behandelend ambtenaar |
G.12.11 |
Bedenkingen maken tegen het conceptadvies aan deskundige(n) |
Artikel 19, zesde lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.12.12 |
De beslissing, zoals bedoeld in artikel 20 lid 1, op het verzoek om schadevergoeding, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste zes weken verlengen |
Artikel 20, tweede lid |
Afdelingsmanager I&V |
|
G.13 Wet Basisregistratie Grootschalige Topografie
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/voorwaarden |
G13.1 |
Werkzaamheden in het kader van de Wet basisregistratie: Ondergrond grootschalige topografie. |
|
Teamcoördinator; Medewerker landmeten en cartografie |
|
G13.2 |
Vaststellen van onderzoek als bedoeld in: artikel 30 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie en artikel 9a van de Wet basisregistratie ondergrond |
Art. 30 en art. 9a |
Afdelingsmanager I&V |
|
H. Personenvervoer
H.1 Concessie busvervoer
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
H.1.1 |
Het nemen van besluiten inzake het beheer van de op 1 augustus 2014 verleende 'Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland 2015-2024'. M.n. te noemen het maken van beheerafspraken met de concessiehouder over:
|
De op basis van artikel 20 lid 2 Wet personenvervoer 2000 verleende 'Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland 2015-2024' |
Programmamanager Regionale Bereikbaarheid; Senior beleidsmedewerker openbaar vervoer, die belast is met het concessiemanagement |
Bestuurlijke aandachtspunten agenda van het concessiebeheer overleg, algemene ledenvergadering CV DOVA en DOVA- managersoverleg worden geannoteerd afgestemd met de verantwoordelijke gedeputeerde |
I. Water
I.1 Waterwet
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
I.1.1 |
Correspondentie aan het rijk omtrent voorbereiding nationaal waterplan |
Artikel 4.3 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.1.2 |
Ter inzage leggen en kennis geven ontwerp regionaal waterplan (onderdeel omgevingsplan) |
Artikel 4.4 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.1.3 |
Toezenden vastgesteld regionaal waterplan aan minister en betrokken instanties |
Artikel 4.5 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.1.4 |
Adviseren waterbeheerder over aanvraag watervergunning |
Artikel 6.16 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.2 Waterbesluit, waterregeling
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
I.2.1 |
Toezenden gegevens t.b.v. Stroomgebiedbeheerplan aan Minister |
Artikel 3.4, tweede lid, onder a |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.2.2 |
Toezenden resultaten analyses en beoordelingen als bedoeld in artikel 5 Kaderrichtlijn Water (KRW) aan Minister |
Artikel 3.4, tweede lid, onder b |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.2.3 |
Toezenden gegevens omtrent voortgang uitvoering maatregelen ex artikel 11 KRW |
Artikel 3.4, tweede lid, onder c |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.2.4 |
Toezenden gevraagde gegevens t.b.v. toezicht op waterbeheer aan Minister |
Artikel 3.4, zesde lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.2.5 |
Correspondentie omtrent onderzoekingen m.b.t grondwaterregime in de provincie |
Artikel 7.2 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.3 Grondwater (Omgevingsverordening Zeeland 2018)
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
I.3.1 |
Besluiten tot aanwijzen deskundigen, inclusief het inwinnen van advies |
Artikel 3.7, eerste en tweede lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving; |
Vergoeding van kosten en schade |
I.3.2 |
Aanvrager beschikking in de gelegenheid stellen aanvraag aan deskundigen toe te lichten |
Artikel 3.74, derde lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving; |
|
I.3.3 |
Degene tot wie de beschikking zich richt in de gelegenheid stellen opvattingen aan deskundigen kenbaar te maken |
Artikel 3.74, derde lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.3.4 |
Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen opvattingen over aanvraag of voornemen aan deskundigen kenbaar te maken |
Artikel 3.74, vierde lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.3.5 |
Verzenden afschrift advies en vermelden termijn |
Artikel 3.74, zesde lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.3.6 |
Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen zienswijze naar voren te brengen |
Artikel 3.75 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.3.7 |
Grondwateronttrekker in de gelegenheid stellen zienswijze naar voren te brengen |
Artikel 3.75, tweede lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.3.8 |
Correspondentie van procedurele aard omtrent schadeonderzoek deskundigencommissie (ACSG) inzake onttrekken of infiltreren van grondwater. |
Artikelen 7.14-7.19 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.4 Waterbeheer en regionale waterkeringen
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
I.4.1 |
Correspondentie omtrent periodiek overleg en rapportage uitvoering beheerplan, inwinnen informatie waterschap |
Omgevingsverordening Zeeland 2018; informatie en overleg Artikel 4.13, 4.15 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.4.2 |
Correspondentie omtrent voorbereiding legger |
Artikel 5.1 Waterwet Artikel 4.7 Ov |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.4.3 |
Correspondentie omtrent voorbereiding peilbesluit of herziening peilbesluit |
Artikel 4.8 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.5 Waterwet – waterveiligheid
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
I.5.1 |
Correspondentie omtrent voorbereiding projectprocedure waterschap tot aanleg of wijziging primaire waterkering |
Artikel 5.6 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving ; |
|
I.5.2 |
Goedkeuren projectplan tot aanleg of verbetering primaire waterkering (in samenhang met mer-beoordeling o.g.v. artikel 7.17, eerste lid, Wm |
Artikel 5.7 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.5.3 |
Correspondentie omtrent gecoördineerde voorbereiding van besluiten bij toepassing projectprocedure primaire waterkeringen |
Artikelen 5.8 en 5.9 |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.5.4 |
Toezenden gegevens voor opstellen van overstromingsrisicobeheerplannen aan Minister |
Artikel 3.4, vierde lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.6 Waterschapswet
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
I.6.1 |
Correspondentie van procedurele aard over besluit tot uitnodigen waterschapsbestuur voor overleg op grond van artikel 3 en 4 Waterschapswet. |
Artikel 3 en 4 |
Programmamanager; |
|
I.7 Wet hygiëne en veiligheid bad- en zwemgelegenheden
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan: |
Opmerkingen/Voorwaarden |
I.7.1 |
Toezenden van (door gs) aangewezen zwemwaterlocaties aan daarvoor bestemd landelijk orgaan. |
Art. 10b, eerste en tweede lid |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
I.7.2 |
Toezenden van relevante informatie omtrent zwemwaterlocaties aan daarvoor bestemd landelijk orgaan. |
Art. 10 e.v. |
Programmamanager Fysieke Leefomgeving |
|
J. Milieu
J.1 Wet Milieubeheer; Algemeen
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
J.1.1 |
Toezenden aan Minister van besluit tot vaststellen of wijziging van Hoofdstuk 3 MILIEU uit de Omgevingsverordening |
Artikel 1.4, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.1.2 |
Toezenden aan Minister van besluit tot vaststellen of wijziging van Hoofdstuk 3 MILIEU uit de Omgevingsverordening |
Artikel 1.4, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2 Wet Milieubeheer; Plannen
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan : |
Opmerkingen/Voorwaarden |
J.2.1 |
Verschaffen van inlichtingen |
Artikel 4.2b Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2.2 |
Mededeling doen door toezending aan Minister |
Artikel 4.11, eerste lid Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2.3 |
Bekendmaken in Staatscourant |
Artikel 4.11, tweede lid Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2.4 |
Toezenden verlengingsbesluit geldigheidsduur aan Minister en bestuursorganen en bekendmaken in Staatscourant |
Artikel 4.12, tweede lid Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.2.5 |
Toezending programma aan Minister en bekendmaken in Staatscourant |
Artikel 4.15, tweede en derde lid Wm |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.3 Wet luchtvaart; Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan : |
Opmerkingen/Voorwaarden |
J.3.1 |
Heffen van recht t.b.v aanvraag om schadevergoeding |
Artikel 8.56, tweede lid, juncto art. 8.31, tweede lid, Wet luchtvaart |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.3.2 |
Niet-ontvankelijk verklaren aanvraag om schadevergoeding bij niet betalen heffing |
Artikel 8.56, tweede lid juncto artikel. 8.31, tweede lid Wet luchtvaart |
Afdelingsmanager POJZ |
|
J.4 Wet milieubeheer; afvalstoffen
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen |
J.4.1 |
Besluiten tot verlenen ontheffing |
Artikel 10.33, tweede lid |
Afdelingsmanager; Programmamanager |
|
J.5 Wet bodembescherming
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
J.5.1 |
Bij minnelijke schikking te vorderen eigendom verkrijgen |
Artikel 50, tweede lid |
Programmamanager; Afdelingsmanager POJZ |
|
J.5.2 |
Schadevergoeding bij mogelijkheid bevel, maar vrijwillige medewerking |
Artikel 74, tweede lid |
Programmamanager; Afdelingsmanager POJZ |
|
J.5.3 |
Verantwoordingen en verklaringen geven aan het ministerie van VROM in het kader van bodemonderzoek, saneringen en het meerjarenprogramma op basis van de wet bodembescherming |
|
Programmamanager; Afdelingsmanager POJZ |
Soms worden in het kader van monitoring ad hoc gegevens opgevraagd |
J.5.4 |
Voornemen besluit toe of afwijzen verzoek schade als gevolg van een sanering uitgevoerd door de Provincie |
|
Programmamanager; Afdelingsmanager POJZ |
|
J.5.5 |
Besluit toe of afwijzen verzoek schade als gevolg van een sanering uitgevoerd door de provincie |
|
Programmamanager; Afdelingsmanager POJZ |
|
J.6 RUD Zeeland
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan : |
Opmerkingen/Voorwaarden |
J.6.1 |
Goedkeuren van wekelijkse informatie overzichten van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland |
o.g.v. artikel 5, eerste en tweede lid Mandaatbesluit RUD Zeeland 2014 |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K. Natuur
K.1 Wet Natuurbescherming
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
K.1.1 |
Instemmen met voorgenomen besluit andere provincie tot handelingen, dat nadelige gevolgen kan hebben op beschermde gebieden, vogels, dieren en planten |
artikel 1.3 derde en vierde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
Uitsluitend niet politiek gevoelige aangelegenheden; Na afstemming met de portefeuillehouder |
K.1.2 |
Verstrekken van gegevens over genomen besluiten die betrekking hebben op staat van instandhouding van habitats en soorten aan Minister |
Artikel 1.8, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
Minister dient overeenkomstig vereisten Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn gegevens te verstrekken aan Europese Commissie |
K.1.3 |
Besluiten tot het (laten) verrichten van feitelijke handelingen gelet op instandhoudingsdoelstellingen voor een N2000-gebied |
Artikel 2.6, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ; |
|
K.1.4 |
Laten aanbrengen kentekenen in en rondom een N2000-gebied |
Artikel 2.6, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.5 |
Mededeling aan rechthebbenden omtrent voornemen tot (laten) verrichten feitelijke handelingen of aanbrengen kentekenen |
Artikel 2.6, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.6 |
Besluiten op verzoek om vergunning voor projecten of andere handelingen met mogelijk verslechterende of significant verstorende effecten voor een N2000-gebied |
Artikel 2.7, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.7 |
Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.1 of artikel 3.2, zesde lid (soorten Vogelrichtlijn) |
Artikel 3.3, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.8 |
Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid (middelen voor het vangen of doden van Vogelrichtlijnsoorten) |
Artikel 3.4, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.9 |
Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikelen 3.5 en 3.6, tweede lid (soorten Habitatrichtlijn) |
Artikel 3.8, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.10 |
Besluiten op verzoek ontheffing verbod als bedoeld in artikel 3.9, eerste lid (middelen voor het vangen of doden van Habitatrichtlijnsoorten) |
Artikel 3.9, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.11 |
Besluiten op verzoek ontheffing verboden als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid (andere soorten) |
Artikel 3.10, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.12 |
Besluiten op verzoek ontheffing ter beperking van de omvang van een populatie |
Artikel 3.17, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.13 |
Besluiten tot sluiten of heropenen jacht in geval van bijzondere weersomstandigheden |
Artikel 3.22, vierde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.14 |
Besluiten op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.24, tweede lid (middelen voor het vangen of doden van dieren) |
Artikel 3.25, vierde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.15 |
Besluiten op verzoek om ontheffing van in artikel 3.26, eerste lid, onderdeel a of b en krachtens het tweede lid gestelde regels |
Artikel 3.26, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.16 |
Besluit op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.32, eerste lid (bijvoederen hoefdieren) |
Artikel 3.32, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.17 |
Besluit op verzoek om ontheffing van verbod als bedoeld in artikel 3.34, eerste lid (uitzetten van (eieren van) dieren) |
Artikel 3.34, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.18 |
Verbieden van vellen houtopstand ter bescherming van bijzondere natuur- of landschapswaarden (kapverbod) |
Artikel 4.2, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.19 |
Besluit op verzoek om ontheffing van artikel 4.3, eerste en tweede lid (herbeplanten op andere grond) |
Artikel 4.5, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.20 |
Besluit op verzoek om ontheffing van artikel 4.2, eerstelid (meldingsplicht) of artikel 4.3, eerste, tweede of vijfde lid (herplantplicht) |
Artikel 4.5, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.21 |
Verlengen beslistermijn van dertien weken met zeven weken |
Artikel 5.1, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.22 |
Verlenging mededelen aan aanvrager |
Artikel 5.1, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.23 |
Aanvrager in gelegenheid stellen om voorstellen voor compenserende maatregelen te doen |
Artikel 5.1, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.1.24 |
Intrekken of wijzigen van een verleende vergunning of ontheffing |
Artikel 5.4, eerste tot en met derde lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan : |
Opmerkingen/Voorwaarden |
K.2.1 |
Besluiten op verzoek om verklaring van geen bedenkingen (vvgb) N2000- en flora- en fauna-activiteiten |
Artikel 2.27, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2.2 |
Verzoek tot wijziging of (gedeeltelijke) intrekking van de omgevingsvergunning waarvoor een vvgb is afgegeven |
Artikel 2.29, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2.3 |
Geven van een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) |
artikel 2.27, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2.4 |
Intrekken omgevingsvergunning of de voorschriften die aan de omgevingsvergunning zijn verbonden wijzigen, aanvullen of intrekken dan wel alsnog aan de omgevingsvergunning verbinden |
Artikel 2.29 e.v. |
Afdelingsmanager POJZ |
|
K.2.5 |
Bepalen dat aan de omgevingsvergunning een voorschrift wordt verbonden in geval deze om dwingende redenen van groot openbaar belang wordt verleend voor projecten als bedoeld in artikel 19h, eerste lid |
Artikel 2.29 e.v. |
Afdelingsmanager POJZ |
|
L. Ruimte
L.1 Besluit ruimtelijke ordening
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
L.1.1 |
Voeren van overleg met het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een wijzigings - of uitwerkingsplan |
Artikel 3.1.1 bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.2 Besluit ruimtelijk omgevingsrecht
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
L.2.1 |
Voeren van overleg met bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van een omgevingsvergunning |
Artikel 6.18 juncto artikel 3.1.1 Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3 Besluit Ruimtelijke ordening (Planschadeverordening)
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
L.3.1 |
Ontvangstbevestiging binnengekomen aanvraag. |
Artikel 6.1.3.1. eerste lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.2 |
In gelegenheid stellen verzuim te herstellen. |
Artikel 6.1.3.1, eerste lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.3 |
Besluit tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag en bekendmaking hiervan aan de aanvrager. |
Artikel 6.1.3.1, tweede lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.4 |
Het eenmalig verlengen van de in artikel 6.1.3.1, tweede lid Bro genoemde termijn met ten hoogste vier weken. |
Artikel 6.1.3.1, derde lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.5 |
Aanwijzen van adviseur(s). |
Artikel 6.1.3.2 Bro Artikel 2, eerste lid, onder a, b en c |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.6 |
Onderbouwing vragen inzake deskundigheid adviseur(s). |
Artikel 2, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.7 |
Aanvrager in kennis stellen van voornemen adviseur(s) te benoemen. |
Artikel 4, eerste en derde lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.8 |
Het beschikbaar stellen van gegevens aan adviseur(s). |
Artikel 5, eerste lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.9 |
Het beschikbaar stellen van ambtelijke ondersteuning aan adviseur(s). |
Artikel 5, tweede lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.10 |
Vertegenwoordigen bij hoorzitting. |
Artikel 5, derde lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.11 |
Reactie indienen op het conceptadvies aan adviseur(s). |
Artikel 5, tiende lid |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
L.3.12 |
De beslissing, zoals bedoeld in artikel 6.1.3.6, eerste lid Bro, op de aanvraag om een tegemoetkoming in de schade, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen. |
Artikel 6.1.3.6, tweede lid Bro |
Afdelingsmanager POJZ; Programmamanager Fysieke Leefomgeving; Programma- en projectmanager grote Projecten |
|
M. Cultuur
M.1 Archeologie
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
M.1.1 |
De bij of voorafgaand aan de uitvoering van de ontgrondingswerkzaamheden te nemen selectiebesluiten archeologische monumentenzorg |
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0; Artikel 3 lid 3 h t/m j van de Ontgrondingenwet; Artikel 2.22 lid 3 d juncto artikel 2.4 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Voor zover van toepassing: voorschriften verbonden aan de ontgrondingen- of omgevings-vergunning; Nota provinciaal cultuurbeleid 2017-2020 |
Programmamanager Leefbaarheid, Cultuur en Sport |
|
M.2 Erfgoed
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
M.2.1 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard (uitgezonderd selectiebesluiten) |
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.0; Artikel 3 lid 3 h t/m j van de Ont-grondingenwet; Artikel 2.22 lid 3 d juncto artikel 2.4 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Voor zover van toepassing: voorschriften verbonden aan de ontgrondingen- of omgevings-vergunning; Nota provinciaal cultuurbeleid 2017-2020 |
Programmamanager Leefbaarheid, Cultuur en Sport |
Het toetsen/beoordelen van archeologische rapportages (= correspondentie in aanloop naar het nemen van het selectie-besluit); Het paraferen van Programma's van Eisen voor archeologisch onderzoek |
M.2.2 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voortvloeiende uit artikel 5.7 van de Erfgoedwet |
Artikel 5.7 van de Erfgoedwet |
Programmamanager Leefbaarheid, Cultuur en Sport |
Eigendom van archeologische vondsten |
M.2.3 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voortvloeiende uit de uitvoering van de depotbeheerstaken zoals genoemd in KNA, versie 4.1, protocol 4010 |
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.1, protocol 4010 |
Erfgoed Zeeland (de depotbeheerder) |
Betreft extern mandaat in verband met Prestatieafspraak. |
M.2.4 |
Het aangaan en beëindigen van bruikleenovereenkomsten en alle daarmee samenhangende handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard voor archeologische objecten die eigendom zijn van de provincie die gedeponeerd zijn in het Zeeuws Archeologisch depot |
|
Erfgoed Zeeland (de depotbeheerder) |
Betreft extern mandaat in verband met Prestatieafspraak; Mandaat uitoefenen conform afspraken met de provincie Zeeland inzake verstrekken in bruikleen/ Prestatieafspraak. |
N. Grote projecten
N.1 Algemeen
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
N.1.1 |
Alle handelingen en correspondentie van procedurele en uitvoerende aard t.b.v. projecten en programma's, waaronder:
voortvloeiend uit maatschappelijke opgaven en binnen de opdracht; rekening houdend met de bevoegdheden van de diverse taakgebieden/afdelingen/opgaven. |
Voor wat betreft vertegenwoordigingshandelingen het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 cvdK Zeeland 2021 |
Projectleider Programmamanager; Projectmanager; |
Dit betreft de projectleider van het grote project Werkzaam op een ‘groot project’ |
N.2 Onteigeningswet
|
Omschrijving bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Gemandateerd aan |
Opmerkingen/Voorwaarden |
N.2.1 |
Volmacht en machtiging voor besluiten omtrent het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en overige handelingen die verband houden met het vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden of de provincie bij het verwerven bij minnelijke overeenkomst. |
Onteigeningswet |
Projectleider Beleidsmedewerker grondverwerving c.s.; Programmamanager grote projecten; Projectmanager NPW; Projectmanager Zanddijk |
Dit betreft de projectleider van het grote project |
Toelichting behorende bij het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021
1. ALGEMEEN
Onderscheid mandaat, machtiging en volmacht
Bijna dagelijks moeten er allerlei beslissingen door gedeputeerde staten (hierna te noemen: gs) worden genomen. Het zou niet werkbaar zijn als die beslissingen steeds in de vergadering van gs moeten worden genomen. Daarom bestaat al sinds jaar en dag de mogelijkheid dat gs aan een ander de bevoegdheid toekennen om dit namens hen te doen. Er is dus sprake van vertegenwoordiging van het bestuursorgaan. Er zijn verschillende vormen van vertegenwoordiging (mandaat, machtiging en volmacht). Hieronder wordt uitleg gegeven over het onderscheid tussen de begrippen mandaat, machtiging en volmacht.
Mandaat
In de Algemene wet bestuursrecht is een algemene regeling opgenomen over mandaat, en wel in afdeling 10.1.1. In artikel 10.1 van deze Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder mandaat verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (lees in casu: gs) besluiten te nemen. Met andere woorden: degene aan wie mandaat wordt verleend (= de gemandateerde) krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend. De functionaris heeft dan 'mandaat' van gs. Het door de gemandateerde genomen besluit geldt dan ook als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische gevolgen als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit.
Mandaat heeft alleen betrekking op het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In deze wet wordt onder besluit verstaan “een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling”. Het gaat hier om typische overheidsbeslissingen, zoals het verlenen van een vergunning of het nemen van een besluit op een subsidieaanvraag.
Het bestuursorgaan dat mandaat heeft verleend (= de mandaatgever) blijft volledig verantwoordelijk voor het besluit dat in mandaat is genomen.
Machtiging
Van machtiging is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Feitelijke handelingen zijn geen privaatrechtelijke handelingen of besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.
Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie of het voeren van het woord in een juridische procedure. De functionaris aan wie de machtiging is verleend noem je de 'gemachtigde'.
De schakelbepaling van artikel 10:12 van de Awb bepaalt dat de bepalingen in de Awb die betrekking hebben op mandaat (afdeling 10.1.1) tevens van toepassing zijn indien het bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Soms wordt het begrip machtiging ook wel gebruikt als verzamelbegrip voor de verschillende vormen van vertegenwoordiging.
Volmacht
Volgens het Burgerlijk wetboek wordt onder volmacht verstaan: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (artikel 3:60 lid 1 Burgerlijk wetboek). Een door de gevolmachtigde "binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de volmachtgever" (artikel 3:61 lid 1 Burgerlijk wetboek). Volmacht heeft altijd betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals bijvoorbeeld het ondertekenen van een overeenkomst of convenant of het verrichten van betalingen. Evenals bij machtiging geldt dat de mandaatregeling van afdeling 10.1.1 van de Awb van overeenkomstige toepassing is wanneer een bestuursorgaan volmacht verleent. Het Algemeen mandaatbesluit gs Zeeland 2021 kent in een aantal gevallen bevoegdheden toe die een volmacht behelzen. De bevoegdheid van de gemandateerde wordt in dat geval niet ontleend aan het mandaatbesluit van GS, maar aan het Algemeen mandaatbesluit van de cdvK die in zijn besluit een volmacht toekent terzake van de betreffende door GS verleende mandaten. Het mandaat besluit is in dat geval de instemming van GS om de betreffende bevoegdheid uit te oefenen.
Het aangaan van een overeenkomst
Het aangaan van een overeenkomst is een privaatrechtelijke rechtshandeling waarbij in de regel de provincie partij is. Het gaat daarbij om de provincie als privaatrechtelijke rechtspersoon en niet om gs of de commissaris van de Koning(hierna: cvdK) als bestuursorganen. Omdat de provincie als bestuursorgaan niet bestaat, zijn gs op grond van de Provinciewet bevoegd om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 158, eerste lid sub d). Gs zullen dus moeten besluiten om een bepaalde overeenkomst aan te willen gaan. Vervolgens is bepaald dat de cvdK de provincie in en buiten rechte vertegenwoordigt (artikel 176 Provinciewet). Dit houdt zowel formele procesvertegenwoordiging (in rechte) als vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (buiten rechte). De cvdK is daarom degene die de overeenkomst namens de provincie ondertekent.
Voor het aangaan van een overeenkomst is dus zowel een mandaat nodig van gs (voor het beslissen om een overeenkomst aan te gaan) als een volmacht van de cvdK om de overeenkomst te ondertekenen. De volmacht van de cvdK is geregeld in het 'Algemeen Mandaatbesluit cvdK Zeeland 2021' met bijbehorend register.
Naast het contracteren inzake privaatrechtelijke bevoegdheden kan ook sprake zijn van het middels privaatrechtelijke overeenkomst vastleggen van afspraken inzake (het gebruik van) publiekrechtelijke bevoegdheden door het bestuursorgaan. In dat geval komt de bevoegdheid tot ondertekening van de bedoelde overeenkomst toe aan het bestuursorgaan. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.
Uitgangspunten
Algemeen
De Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2021 is de algemene 'kapstok' waarin het organisatorische uitgangspunt wordt uitgewerkt dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd. In de regeling wordt in dat verband een link gelegd naar het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 en de regeling de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019 (de budgethoudersregeling). Er is voorzien in een algemene vervangingsregeling voor leidinggevenden. Daarnaast geldt een specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder. De grondslag voor het aanwijzen van budgethouders is de budgethoudersregeling. Toereikende mandaten voor deze functionarissen zijn vervolgens opgenomen in het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021.
Gemandateerde functionarisssen
De ambtelijke organisatiestructuur van de organisatie is beschreven in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2021. Aan functionarissen die de rol van opgave-, afdelings-, programma-, project- en poulemanager vervullen komen specifieke bevoegdheden toe ter uitvoering van hun leidinggevende taken in de betreffende opgave of poule, of het betreffende programma of project. Daar waar in het mandatenregister staat dat het mandaat wordt toegekend aan opgave-, afdelings- en programma- en projectmanagers, wordt uitsluitend gedoeld op de functionarissen in de rol genoemd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2021.
In het Mandaatregister, zijn de mandaten onder Inkoop en Aanbesteding toegekend aan de budgethouders. Dit zijn de functionarissen die gedeputeerde staten in de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer van de provincie (verder ook te noemen: de budgethoudersregeling) als budgethouder hebben aangewezen. De onderbudgethouders als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de budgethoudersregeling vallen voor wat betreft de aan hen toegekende mandaten tevens onder het begrip budgethouder in het Algemeen Mandaatbesluit gedeputeerde staten Zeeland 2021. Als budgethouder zijn zij bevoegd binnen de grenzen van het toegewezen budget, de budgethoudersregeling en de mandaatregelingen van GS en de cvdK al datgene te doen en te besluiten ter uitvoering van de opgave, het programma of project waarvoor zij op grond van de vigerende Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris van hun ambtelijk opdrachtgever opdracht hebben verkregen. Indien de budgethouder geen mandaat heeft voor het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst of het verstrekken van een subsidie (maar wel een beleidsdoelstelling), dan dient die zich te wenden tot de functionaris die het uitvoeringsmandaat op basis de bestuurlijke opdracht (afdelings-, project-, opgaveplan) heeft toegewezen gekregen.
Daar waar in het mandatenregister de hoedanigheid van budgethouder is toegevoegd als vereiste, wordt het mandaat alleen toegekend aan de functionaris die tevens als budgethouder is aangewezen. De programmamanager in de hoedanigheid van budgethouder, is dus niet elke programmamanager, maar alleen de programmamanager die voor budget waar het besluit betrekking op heeft verantwoordelijk is. Daar waar in het mandatenregister een mandaat is toegekend aan een unitmanager een teamcoördinator, wordt het mandaat uitsluitend toegekend aan de unitmanager of teamcoördinator die op basis van de toegewezen opdracht verantwoordelijk is voor de activiteit waarop het mandaat betrekking heeft. Bij afwezigheid kan de unitmanager of teamcoördinator dus niet in de uitoefening van het mandaat worden vervangen door een andere team coördinator, maar conform de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris door de verantwoordelijke manager.
Het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 GS geeft een algemeen kader waarbinnen kan worden beoordeeld of een bevoegdheid namens gs kan worden uitgeoefend. In de bij dit besluit behorende bijlagen wordt concreet aangegeven om welke bevoegdheden het gaat. Of deze besluiten c.q. (rechts)handelingen inderdaad 'in mandaat' kunnen worden afgedaan, kan worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 2 genoemde criteria.
Er wordt in het besluit en register geen onderscheid gemaakt tussen mandaten, volmachten en machtigingen, omdat dit voor de werkwijze geen consequenties heeft. Te meer ook omdat het merendeel van de bevoegdheden mandaten betreffen, hanteren we als verzamelnaam het begrip ‘mandaat’ maar wanneer wordt gesproken over mandaat zou het dus best kunnen zijn dat het in feite een volmacht (b.v. het doen van betalingen) of machtiging (b.v. het voeren van het woord in een juridische procedure; het verstrekken van informatie) betreft.
Op grond van de Regeling aanwijzing budgethouders en budgetbeheer Provincie Zeeland 2019 (de budgethoudersregeling) kan een budgethouder zijn budget aanwenden om een (beleids)doelstelling te realiseren. In die regeling is meer concreet geregeld wat dat omvat en welke regels gelden voor de registratie van verplichtingen en financiële afwikkeling.
Voor het voeren van een inkoop- en aanbestedingsprocedure hebben gs bepaalde bevoegdheden gemandateerd aan budgethouders. Dat zijn functionarissen die op grond van de Budgethoudersregeling zijn aangewezen en budget voor de realisatie van de aan hen toegewezen opdracht hebben ontvangen. De budgethouder heeft uitsluitend mandaat om conform de door gs vastgestelde regels en procedures in het door GS vastgestelde Inkoop & Aanbestedingsbeleid te handelen. De vervanging van budgethouders wordt geregeld in hoofdstuk 7 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2021 (hierna: budgethoudersregeling).
De bevoegdheid om de provincie privaatrechtelijk te binden is aan strikte regels gebonden.
Op grond van de budgethouders regeling is de budgethouder bevoegd tot het aangaan van verplichtingen voor het lopende begrotingsjaar. Het aangaan van meerjarige verplichtingen en/of verplichtingen die het beschikbare budget in het lopende begrotingsjaar overstijgen dient plaats te vinden met inachtneming van de kaders van de vigerende Financiële verordening provincie Zeeland (art. 2.1.3 lid 10 t/m 12).
Aan het budgethoudersmandaat zijn onder B.1.2 van het mandaatregister de volgende voorwaarden voor uitvoering inkoop en aanbesteding opgenomen:
- I.
Het mandaat inkoop en aanbesteding van unitmanagers en teamcoördinatoren I&V die als budgethouder zijn aangewezen, is beperkt tot een bedrag van maximaal € 50.000,--;
- II.
Het mandaat inkoop en aanbesteding van andere budgethouders dan die genoemd onder I kent de volgende beperkingen:
- –
Leveringen en diensten met een initiële contractwaarde* tot en met € 500.000,--;
- –
Werken, met een initiële contractwaarde* tot met € 2.500.000,--;
- –
op de voorwaarde dat jaarlasten passend zijn binnen het bestaande beleid en de daarvoor in de programma’s van de begroting en in de meerjarenraming opgenomen budgetten of investeringskredieten.
- –
-
Op basis van deze voorvoorwaarden kan de initiële looptijd** van een contract op basis van dit mandaat maximaal 4 jaar zijn;
- *
Met de term initiële contractwaarde wordt bedoeld de contractwaarde op basis van de looptijd van het contract zonder verlenging. De contractwaarde voor het bepalen van het aanbestedingsregime kan hoger liggen. Bij die contractwaarde wordt immers de waarde die verbonden is aan de mogelijkheid van verlenging, indien die in het kader van de aanbesteding is voorzien, meegerekend.
- **
Met de term initiële looptijd wordt gedoeld op de looptijd van het contract exclusief de looptijd van een mogelijkheid tot verlenging.
- *
- III.
Mandaat voor inkoop aanbesteding contracten met betrekking tot bedrijfsvoering of met betrekking tot de uitvoeringstrategieën voor het onderhoud van de infrastructuur met een looptijd van meer dan 4 jaar (inclusief verlengingsopties):
- –
voor een contractwaarde tot maximaal € 500.000 per jaar,
- –
op voorwaarde dat de jaarlasten vergelijkbaar zijn met de in de huidige begroting en meerjarenraming opgenomen jaarlasten voor deze activiteiten;
- –
tot maximaal 5 jaar.
- –
- IV.
Alle hiervoor genoemde beperkingen die zijn verbonden aan het budgethoudersmandaat gelden behoudens voorafgaande instemming van GS met afwijking van het mandaat en uiteraard binnen de kaders van de budgethoudersregeling. Het verzoek om instemming dient inhoudelijk bij GS te worden gemotiveerd, bij voorkeur door het voorleggen van een inkoopstartformulier.
De wijze waarop contracten ter zake van inkoop en aanbesteding moeten worden aangegaan is vastgelegd in het vigerende provinciale inkoop- en aanbestedingsbeleid. De budgethouder moet zich er steeds van vergewissen dan hij volgens de regels van dit inkoop- en aanbestedingsbeleid handelt, dat omvat dat hij zowel in de voorbereidingsfase de financieel adviseur en de inkoopadviseur betrekt, maar ook in andere fases omdat de inkoop- en aanbestedingsregels moeten worden bewaakt. Bijvoorbeeld bij het verstrekken van een opdracht tot meerwerk. Dan moet de budgethouder laten toetsen of er nog conform de aanbestedingsregels wordt gehandeld.
Voor wat betreft andere privaatrechtelijke overeenkomsten dan die voor een werk, een levering of dienst geldt dat die alleen kunnen worden aangegaan door de functionaris die het mandaat daarvoor heeft verkregen in het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 GS Zeeland 2021 en of het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 cvdK Zeeland 2021voor de uitvoering van de betreffende taak. Indien de budgethouder niet tevens over het mandaat beschikt, dan dient de budgethouder zich te wenden tot de eenheid van de provinciale organisatie waar die taak is belegd. Als het bij bijvoorbeeld over een vastgoedovereenkomst zou gaan, dan is de afdeling I&V de afdeling waarbij de budgethouder zich moet voegen. In samenspraak met die afdeling moeten verdere stappen worden ondernomen. In geval er in het geheel geen geheel geen mandaat hebben verleend voor het aangaan van de betreffende privaatrechtelijke overeenkomst, dient het bevoegde bestuursorgaan in te stemmen met het aangaan van de overeenkomst.
De wettelijke grondslag voor het aangaan van overeenkomsten naar privaatrecht is artikel 158, eerste lid sub d Provinciewet. De bevoegdheid tot ondertekening van privaatrechtelijke overeenkomsten waarbij de provincie Zeeland partij is, is wettelijk toegekend aan de cvdK, die op zijn beurt in het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 cvdK Zeeland 2021, onder de daarin opgenomen voorwaarden, toestemming heeft gegeven aan één of meerdere provinciale functionaris(sen) om dit namens hem te doen. Dit laatste is mogelijk op grond van artikel 176, tweede lid Provinciewet. Dit betreft een volmacht van de cvdK aan een functionaris. Dit laat onverlet dat de bevoegdheid tot ondertekening van overeenkomsten over het gebruik van publiekrechtelijke bevoegdheden aan het bestuursorgaan toekomt. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.
2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1. Mandaat en machtiging en onder mandaat en -machtiging
- •
Uitgangspunt is het toekennen van meervoudig mandaat (=de bevoegdheid komt aan meerdere functionarissen toe). De secretaris/algemeen directeur heeft conform de algemene uitgangspunten ter zake van mandatering zijn bevoegdheden (vangnetfunctie). Om die reden worden aan de secretaris/algemeen directeur alle bevoegdheden uit het in bijlage I op genomen mandaatregister toegekend. Aan de directeur Programma’s en Projecten zijn de bevoegdheden toegekend in het mandaatregister die betrekking hebben op zijn portefeuille. Die portefeuilleverdeling is vastgelegd in een besluit van de directie die wordt bekendgemaakt en terug te vinden is op de website van de provincie en het provinciaal blad. Daarnaast worden mandaten verleend aan de functionaris in de organisatie die daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van die bevoegdheid gebruik maakt: afdelingsmanager, unitmanager, poulemanager en in sommige gevallen opgave-, programma-en projectmanager (in de hoedanigheid van budgethouder). In een enkel geval worden op verzoek van de verantwoordelijke manager ook bevoegdheden toegekend aan andere dan de hiervoor genoemde functionarissen. Die functionarissen stemmen het gebruik van de aan hun gemandateerde bevoegdheden - vooraf - af met hun manager of directeur.
- •
Ondermandaat en -machtiging is op grond artikel 2 toegestaan.
- •
Het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 GS Zeeland 2021 heeft geen betrekking op privaatrechtelijke overeenkomsten en rechtshandelingen met betrekking tot personele aangelegenheden. Ook niet op machtigingen en vertegenwoordigingen met betrekking tot personele aangelegenheden. Die bevoegdheidsregelingen zijn separaat geregeld. Die bevoegdheidsregelingen zijn separaat geregeld in het Volmacht- en machtigingsbesluit personele aangelegenheden commissaris van de Koning Zeeland 2021.
Artikel 3. Vervanging
In de Budgethoudersregeling is in hoofdstuk 7 voorzien in een algemene vervangingsregeling voor leidinggevenden en een specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder. De vervanging van de Concerncontroller is tijdelijk geregeld in artikel 3 van het mandaatbesluit van GS Zeeland 2021.
Artikel 4 en 5 Beperkingen
Naast de wettelijke beperking die artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht aangeeft somt dit artikel criteria op waardoor het voor de gemandateerde mogelijk wordt om te beoordelen of hij een bevoegdheid c.q. beslissing in mandaat kan uitoefenen en/of nemen.
Mandaat kan enkel worden gebruikt indien het gevallen betreft die routinematig (waarvan onomstotelijk vaststaat dat zij passen binnen het vastgestelde beleid), administratief, procedureel of formeel van aard zijn. Bij zaken die het routinematig karakter te boven gaan valt te denken aan gevallen waarin het besluit leidt tot afwijking of aanvulling van het vastgestelde beleid, en/of er precedentwerking te verwachten is, of indien het nemen van het besluit politiek gevoelige of bestuurlijk gevoelige consequenties zal hebben. Van dit laatste is bijvoorbeeld sprake wanneer redelijkerwijs te verwachten is dat een gedeputeerde door de pers aangesproken kan worden over een genomen beslissing. Bij twijfel overlegt de gemandateerde met de portefeuillehouder(s).
In ieder geval kan een bevoegdheid niet worden gebruikt indien het een besluit betreft dat genomen moet worden nadat in een voorbereidingsprocedure is gebleken dat tegen het ontwerp besluit bedenkingen, zienswijzen of bezwaren zijn ingediend óf waarbij wordt afgeweken van adviezen. Bij twijfel of een te nemen besluit valt onder deze uitzondering dient de gemandateerde te overleggen met de portefeuillehouder(s).
Indien de uitoefening van een bevoegdheid betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij de gemandateerde een direct of indirect persoonlijk/zakelijk belang heeft, wordt de bevoegdheid uitgeoefend op het naastgelegen hogere niveau. De mandaat mag in dat geval dus niet door de betrokken functionaris worden gebruikt.
Artikel 6. Informatie- en rapportageverplichting
Omdat gs, ook al hebben zij mandaat verleend, verantwoordelijk blijven voor de 'in mandaat' genomen beslissing is het van belang dat zij op de hoogte worden gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming door hen van belang is.
Daarnaast hebben gemandateerden een verplichting de om via het directieberaad periodiek te rapporteren de cvdK over de uitoefening van het mandaat. Die rapportageverplichting is gekoppeld aan de p&c cyclus. Dat biedt flexibiliteit aan de verschillende teams om binnen een op te maken planning van de rapportage aan die verplichting tegemoet te komen.
Artikel 7. Ondertekening
In dit artikel wordt concreet aangeven hoe de ondertekening plaats dient te vinden. In het onderhavige Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 en –register wordt er wanneer mandaat aan een ambtelijk functionaris wordt verleend, vanuit gegaan dat die zowel het besluit neemt als ondertekent. Het besluit en register gaan derhalve uit van zgn. 'afdoeningsmandaten'. Kenbaarheid speelt hierbij een rol, dat wil zeggen dat naar buiten toe duidelijk is wie de beslissing 'in mandaat' heeft genomen. In dit artikel wordt ook aangegeven hoe er moet worden ondertekend bij afwezigheid van de gemandateerde. Die instructie dient strikt te worden opgevolgd.
Een praktisch 'stappenplan':
Stap 1
Kijk in het mandaatregister in de kolom “omschrijving bevoegdheid” en kijk of het besluit of de (rechts)handeling die je wilt (laten) nemen of verrichten of wordt genoemd.
Er zijn twee mogelijkheden:
- 1.
De bevoegdheid wordt niet genoemd. Dit betekent dat je je tot gs dient te richten om toestemming tot het namens hen mogen uitoefenen van de bevoegdheid. Het Algemeen Mandaatbesluit GS Zeeland 2021 en -register is dan niet meer van toepassing.
- 2.
De bevoegdheid wordt wel genoemd. Ga dan naar stap 2.
Stap 2
Kijk in de kolom “namens gs uitgeoefend door”. Hier staan de functionaris(sen) genoemd die de bevoegdheid mogen uitoefenen. Vaak is dat het nemen van een besluit. Deze functionarissen mogen tevens ondertekenen. Naast de daarin genoemde functionaris(sen) is altijd de betreffende directeur of de secretaris/algemeen directeur bevoegd tenzij het een uitzondering betreft. (zie hiervoor onder: ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, Artikel 1. Verlenen mandaat).
Bij ontstentenis of afwezigheid van de desbetreffende functionaris: raadpleeg de vervangingsregeling uit in hoofdstuk 7 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2021.
Stap 3
* Stel een conceptbesluit/brief op en maak gebruik van het model uit het Zaaksysteem.
* Zorg voor een juiste ondertekening.
* Let op dat poulemanagers HR-managers zijn. De poulemanager tekent dus geen brieven die in het kader van de uitvoering binnen programma’s, opgaven, projecten en afdelingen moeten worden verzonden. Dat doet de programmamanager, de opgavemanager, kortom de manager die verantwoordelijk is voor de inhoud.
Toelichting gebruikte afkortingen afdelingen en verwijzing naar teams
FIN - Afdeling Financiën
BOS - Afdeling Bestuursondersteuning
POJZ - Afdeling Personeel, Omgeving & Juridische Zaken
I&A - Afdeling Informatie & Automatisering
I&V - Afdeling Infrastructuur & Vastgoed
FAC – Afdeling Facilitair
(Team) inkoop en aanbesteding – onderdeel van POJZ
(Team) Juridische zaken – onderdeel van POJZ
(Team) Subsidies – onderdeel van POJZ
GS – gedeputeerde staten van Zeeland
cvdK – commissaris van de Koning in Zeeland
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl