Nadere regels Impuls Klassieke Muziek

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

• a.

  ASF: Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023;

• b.

  Tweejarige subsidieaanvraag: een aanvraag voor subsidie voor een periode van twee jaar.

• c.

  Flevolandse culturele infrastructuur: het geheel van organisaties en voorzieningen die een bijdrage leveren aan het culturele aanbod in Flevoland.

• d.

  Aanvrager: organisatie op het gebied van de professionele klassieke muziek.

• e.

  Culturele Codes: de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

• f.

  Fair Practice Code: code die uitnodigt tot kritische reflectie op ondernemen en werken in kunst, cultuur en een handreiking biedt hoe de sector samen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk komt.

• Governance Code Cultuur: richtlijnen voor goed, verantwoord en transparant bestuur van culturele organisaties en het toezicht daarop.

• Code Diversiteit & Inclusie: richtlijnen om een integraal diversiteitsbeleid te ontwikkelen op het terrein van het Personeel, Publiek, Programma en Partners.

• g.

  Platform Klassieke Muziek Flevoland: Het gezamenlijke overlegorgaan op het gebied van de klassieke muziek in de provincie Flevoland met als doel het creëren van nieuwe samenwerkingsverbanden, breder publieksbereik en het stimuleren van nieuw aanbod.

Artikel 2. Doel (nadere regels) Impuls Klassieke Muziek

Het doel van de (nadere regels) Impuls Klassieke Muziek is het versterken van het aanbod en de kwaliteit van klassieke muziek in Flevoland, het vergroten en verbreden van het publieksbereik voor klassieke muziek, het versterken van de infrastructuur rond klassieke muziek in Flevoland, het verbinden van de Flevolandse infrastructuur aan de landelijke infrastructuur klassieke muziek, het versterken van het netwerk rond klassiek muziek en de verdere professionalisering.

Artikel 4. Subsidiecriteria

Subsidie wordt alleen verstrekt:

• a.

  indien het een aanvraag is voor twee jaar;

• b.

  de aanvraag past binnen het doel van deze nadere regels;

• c.

  de aanvrager behoort tot de doelgroep;

• d.

  de aanvraag betrekking heeft op activiteiten op het gebied minimaal 2 van de volgende 3 p’s:

  • -

    Programmering: de programmering draagt bij aan een onderscheidend en hoogwaardig aanbod van klassieke muziek binnen Flevoland

  • -

    Publiek: de activiteit draagt bij aan het vergroten of verbreden van het bezoek aan het aanbod klassieke muziek in Flevoland,

  • -

    Professionalisering: de activiteit draagt bij aan het ontwikkelen van expertise met betrekking tot het aanbieden van klassieke muziek in Flevoland; de expertise kan op het artistieke vlak en/of het zakelijk vlak liggen.

• e.

  als de aanvrager nauw samenwerkt met (een) organisatie(s) op het gebied van klassieke muziek, die ook een financiële bijdrage (cofinanciering) en/of bijdrage in natura lever(t)en aan de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft;

• f.

  de kosten in redelijke verhouding staan tot de voorgenomen activiteiten.

Artikel 5. Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden van artikel 12 van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023, wordt een subsidie geweigerd wanneer:

• a.

  niet wordt voldaan aan de subsidiecriteria van artikel 4;

• b.

  het subsidieplafond is bereikt;

• c.

  niet wordt voldaan aan de doelstelling van deze nadere regels;

• d.

  activiteiten niet in Flevoland plaatsvinden;

• e.

  niet aan minimaal twee p’s wordt voldaan.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

Gedeputeerde Staten kunnen een subsidie verstrekken voor kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd.

Artikel 7. Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op het bepaalde in artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 zijn De volgende kosten niet subsidiabel:

• a.

  kosten die worden doorbelast vanuit een andere instelling/onderneming, waarbij uit de gegevens van de KvK blijkt dat deze wordt bestuurd door één of meer dezelfde bestuursleden;

• b.

  reguliere exploitatiekosten;

• c.

  kosten van (deel)activiteiten die plaatsvinden buiten Flevoland;

• d.

  kosten waarvoor op grond van een andere regeling al subsidie is ontvangen,

Artikel 9. Aanvraag

De aanvrager dient de subsidieaanvraag in door middel van het formulier op de website https://www.flevoland.nl/loket/subsidies/subsidie-aanvragen/eenmalige-subsidie

Daarnaast moeten de volgende documenten aangeleverd worden:

• a.

  een inhoudelijk plan omvattende een concrete omschrijving van de activiteiten, waarbij in ieder geval ingegaan wordt op:

  • -

    de artistieke visie, waaronder een beschrijving van de wijze waarop invulling gegeven gaat worden aan de doelstelling van de Impuls Klassieke Muziek, de organisatie (incl. betrokken partners) en de beoogde resultaten. Dit plan geeft een doorkijk voor de periode van twee jaar. Tevens bevat de aanvraag een duidelijke uitwerking van het plan per jaar, met bijbehorende activiteiten. Zowel het meerjarenplan als het jaarlijkse plan dient aantoonbaar te zijn opgesteld in nauwe afstemming en samenwerking met de Flevolandse festivals en/of instellingen die actief zijn op het terrein van klassieke muziek. Binnen het inhoudelijk plan moet aandacht zijn voor minimaal 2 van de volgende onderdelen:

    • •

      Programmering

    • •

      Publiek

    • •

      Professionalisering

  • Zoals benoemd in artikel 4d.

  • -

    beschrijving van de organisatie;

  • -

    overzicht met een duidelijke weergave van het geplande aantal uitvoeringen/activiteiten, de plaats en datum waarop deze plaatsvinden en het eventueel verwachte publieksbereik.

  • -

    Culturele codes: beschrijving hoe binnen de organisatie uitvoering wordt gegeven aan de culturele codes.

• b.

  Intentieverklaring(en) van de betrokken partij of partijen zoals bedoeld in artikel 4e waaruit blijkt dat deze een financiële bijdrage (cofinanciering) en/of bijdrage in natura lever(t)en aan de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft.

• c.

  Een sluitende begroting met een onderbouwing, die inzicht geeft in de kosten en opbrengsten.

• d.

  Werkplan met tijdspad: beknopte weergave van de tijdsduur en fasering van het plan vanaf de honorering van de aanvraag tot het tijdstip van voltooiing. Hierbij wordt eveneens aangegeven wat de taakverdeling is tussen de aanvrager en andere betrokken partijen.

• e.

  Indien sprake is van programmering: Communicatie- en marketingplan, indien van toepassing: een omschrijving van de wijze waarop (gezamenlijk) bekendheid wordt gegeven aan de activiteiten en (nieuw) publiek zal worden geworven.

• f.
  • -

    een kopie bankafschrift met daarop de tenaamstelling van de aanvrager;

  • -

    recensie(s) of aankondiging(en) waaruit blijkt dat de aanvrager heeft samengewerkt op het gebied van de professionele Klassieke Muziek in Flevoland

  • -

    cv’s van de medewerkers

  • -

    indien gebruik wordt gemaakt van een intermediair voor het indienen van een aanvraag, een ondertekende machtiging waaruit blijkt dat de intermediair namens de aanvrager optreedt.

Artikel 12. procedure en adviescommissie

Bij een subsidieaanvraag gaan Gedeputeerde Staten eerst na of de aanvraag compleet is en past binnen de onderhavige nadere regels 'Impuls Klassieke Muziek'. Indien dit het geval is, wordt de aanvraag voor advies voorgelegd aan een door Gedeputeerde Staten in te stellen adviescommissie. In het instellingsbesluit regelen Gedeputeerde Staten ook de wijze van besluitvorming in de adviescommissie over het uit te brengen advies.

Deze door Gedeputeerde Staten in te stellen adviescommissie bestaat uit maximaal vijf leden, te weten:

• a.

  een onafhankelijk voorzitter

• b.

  minimaal twee en maximaal vier leden. Waarbij het uitgangspunt is dat de commissie over de nodige deskundigheid beschikt over de drie p’s in relatie tot de Klassieke Muziek, zoals genoemd in artikel 4d.

De adviescommissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

De adviescommissie weegt de aanvragen van de activiteiten binnen het beschikbare budget integraal tegen elkaar af aan de hand van de onder artikel 13 genoemde subsidiecriteria en het puntensysteem. Op basis van het advies van de adviescommissie nemen Gedeputeerde Staten een besluit over de aanvragen.

Artikel 13. Subsidiecriteria en puntensysteem

Subsidieaanvragen worden door de adviescommissie Klassieke Muziek getoetst aan de onderstaande criteria:

Instap-criterium: aansluiting bij de identiteit van Flevoland

In de aanvraag staat in een aparte paragraaf duidelijk verwoord op welke manier de activiteiten aansluiten bij de Flevolandse identiteit. Dit kan bijvoorbeeld door de activiteiten te relateren aan:

• -

  de bijzondere ontstaansgeschiedenis van Flevoland (drooglegging, pioniers);

• -

  de Flevolandse manier van doen (avontuurlijk, ondernemend, net even anders);

• -

  de unieke Flevolandse landschappen (inrichting van het landschap, landschapskunst, erfgoed);

• -

  de groeiopgave van de Flevolandse culturele infrastructuur (de activiteiten voorzien in een leemte);

• -

  het beoogde Flevolandse publiek (bevolkingssamenstelling, specifieke Flevolandse publieksvraag);

• -

  een bijzonder cultureel evenement dat vanuit de provincie wordt georganiseerd.

• 1.

  Inhoudelijke kwaliteit: De activiteiten worden getoetst op vakmanschap. Vakmanschap heeft betrekking op de vaardigheid van de betrokken maker(s) en/of de kwaliteit van de programmering, professionalisering en publiekswerving.

• 2.

  Cultureel ondernemerschap en professionaliteit: De organisatie heeft een reële strategie ontwikkeld om eigen inkomsten te verwerven buiten overheidssubsidies. Er is sprake van een goed kwaliteitsniveau van aanvraag, productie, organisatie en financieel beheer alsmede een realistische opgave de aantal activiteiten en te behalen doelen. Er is sprake van een deugdelijk gemotiveerd tijdspad met duidelijke strategie.

• 3.

  Samenwerking: De aanvrager werkt samen met meerdere partners en er is sprake van potentie tot duurzame verbetering voor het netwerk.

• 4.

  Spreiding: De activiteit vindt plaats in een gebied in Flevoland waar weinig (vergelijkbaar) aanbod is.

Puntensysteem: Aan de criteria 1 t/m 4 zijn punten gekoppeld. Indien de adviescommissie het instapcriterium als voldoende heeft beoordeeld, kent de adviescommissie per criteria een aantal punten toe. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een aanvraag aan het instapcriterium voldoen én minimaal 5 punten scoren én in ieder geval een voldoende hebben op de criteria inhoudelijke kwaliteit en cultureel ondernemerschap & professionaliteit. Wanneer de aanvraag niet aan het instapcriterium voldoet, wordt deze niet meer beoordeeld op de criteria 1 t/m 4, maar direct afgewezen. Bij onvoldoende budget worden de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen op basis van het aantal toegekende punten gerangschikt. De aanvraag met de meeste punten wordt als eerste (gedeeltelijk) gehonoreerd en zo verder tot het subsidieplafond is bereikt.

Voor wat betreft het advies over de hoogte van de honorering is de adviescommissie gemachtigd hiertoe jaarlijks een andere methode te hanteren, passend bij het aantal en de kwaliteit van de ingediende aanvragen van het betreffende jaar. Het puntensysteem ziet er per criteria als volgt uit:

Inhoudelijke kwaliteit:

• •

  Zeer goed (4 punten): Er zijn geen kritische kanttekeningen te plaatsen

• •

  Goed (3 punten): Er zijn bijna geen kritische kanttekening te plaatsen

• •

  Ruim voldoende (2 punten): Positief, maar wel met een aantal punten van kritiek

• •

  Voldoende (1 punt): Nog wel positief, maar er is flinke verbetering nodig

• •

  Zwak (minus 1 punt): Onder de maat, de aanvrager presteert op meerdere onderdelen niet goed

• •

  Onvoldoende (minus 2 punten): Er zijn (nagenoeg) geen positieve elementen te benoemen

Cultureel ondernemerschap & professionaliteit

• •

  Zeer goed (4 punten): Er zijn geen kritische kanttekeningen te plaatsen

• •

  Goed (3 punten): Er zijn bijna geen kritische kanttekening te plaatsen

• •

  Ruim voldoende (2 punten): Positief, maar wel met een aantal punten van kritiek

• •

  Voldoende (1 punt): Nog wel positief, maar er is flinke verbetering nodig

• •

  Zwak (minus 1 punt): Onder de maat, de aanvrager presteert op meerdere onderdelen niet goed

• •

  Onvoldoende (minus 2 punten): Er zijn (nagenoeg) geen positieve elementen te benoemen

Samenwerking

• •

  Zeer goed (2 punten): Veel beter dan gemiddeld; veel samenwerkingspartners uit andere gemeenten in Flevoland en/of delen van Nederland

• •

  Voldoende (1 punt): Een gemiddeld aantal samenwerkingspartners uit andere gemeenten in Flevoland en/of delen van Nederland

• •

  Neutraal (geen punten): een samenwerkingspartner

Spreiding

• •

  Zeer goed (2 punten): Veel beter dan gemiddeld; de activiteit vindt plaats op plekken waar zeer weinig (vergelijkbaar) aanbod is

• •

  Ruim voldoende (1 punt): Beter dan gemiddeld; de activiteit vindt plaats op plekken waar weinig (vergelijkbaar) aanbod is

• •

  Neutraal (geen punten): Geen bijzondere bijdrage

Door dit systeem kan het voorkomen dat een activiteit in de ene periode wel en in de andere periode niet of minder wordt ondersteund en/of dat de bijdrage aan een activiteit in de ene periode hoger is dan in de andere periode.

Artikel 14. Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aan de subsidieontvanger worden in aanvulling op de verplichtingen die in de ASF 2023 zijn opgenomen, de volgende verplichtingen opgelegd:

• 1.

  De subsidieontvanger verleent medewerking aan een medewerker van de provincie die in het kader van de subsidiebeoordeling langs kan komen om vast te stellen of de activiteiten waarvoor de subsidie is gevraagd, zijn uitgevoerd conform de aanvraag.

• 2.

  De subsidieontvanger verleent medewerking aan de monitoring van de provincie met betrekking tot de voortgang en resultaten van de Impuls Klassieke Muziek door uiterlijk 1 april van het tweede jaar waarop de subsidie betrekking heeft, een korte omschrijving van de voortgang van de activiteiten voorzien van een onderbouwing, met kwantitatieve gegevens digitaal bij Gedeputeerde Staten in te dienen.

• 3.

  Deelname aan Platform Klassieke Muziek Flevoland.

Artikel 15. Inwerkingtreding en looptijd

Deze nadere regels treden in werking een dag na publicatie in het provinciaal blad.

Artikel 16. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als ‘nadere regels Impuls Klassieke Muziek’.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking een dag na publicatie in het provinciaal blad.