Gladheidbestrijding in Gouda

Geldend van 09-09-2021 t/m heden

Intitulé

Gladheidbestrijding in Gouda

Aanleiding

De gemeente Gouda heeft in 2006 gekozen voor de positie van regiegemeente. De gemeente geeft de kaders aan in duidelijke en resultaatgerichte opdrachten. Van de opdrachtnemer wordt verwacht dat hij de benodigde kennis en kunde in huis heeft, om de volledige verantwoordelijkheid van de gemeente op inhoudelijk en operationeel gebied over te nemen. Dit uitgangspunt geldt uitdrukkelijk ook voor de gladheidsbestrijding.

Om te kunnen voldoen aan haar inspanningsverplichting (of zorgplicht) ten aanzien van gladheid stelt de gemeente Gouda periodiek de beleidsuitgangspunten van de gladheidbestrijdingsplan vast.

In deze nota ‘Gouda, goed beslagen ten ijs!’ staan de beleidsuitgangspunten en de doelstellingen verwoord voor de jaren 2021 tot en met 2026 ten aanzien van de gladheidbestrijding binnen de gemeente Gouda. Daarnaast vormt dit de basis voor de formulering van een opdracht aan Cyclus om een winterdraaiboek op te stellen.

Afspraken met en uitvoering door Cyclus

De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de gladheidbestrijding berust bij Cyclus. Het dagelijks toezicht hierop wordt gedaan door de afdeling Beheer Openbare Ruimte.

In opdracht van de afdeling Beheer Openbare Ruimte, draagt Cyclus zorg voor een doelmatige en tijdige inzet van personeel en materieel, de coördinatie, het leiding geven aan de activiteiten, de controle op het resultaat en het consolideren gedurende winterse omstandigheden van de begaanbaarheid van prioritaire wegen en fietspaden.

De uitvoering van de gladheidbestrijding in de gemeente Gouda gebeurt op basis van contractafspraken (dienstverlening overeenkomst – DVO) door Cyclus.

In de DVO zijn onder andere de volgende uitgangspunten opgenomen.

  • -

    Het handhaven van de verkeersveiligheid.

  • -

    Onder winterse omstandigheden optimaliseren van de doorstroming van het verkeer.

  • -

    Het op peil houden van de bereikbaarheid van Gouda.

  • -

    Bewonersondersteuning.

De uitwerking van het beleid vind jaarlijks plaats door middel van het opstellen van een winterdraaiboek door Cyclus. In het winterdraaiboek worden specifieke afspraken voor het betreffende gladheidbestrijdingsseizoen opgenomen.

De verantwoordelijkheid van de wegbeheerder en van de weggebruiker

De gemeente is wegbeheerder van de meeste wegen op het grondgebied van de gemeente Gouda. Een beperkt aantal wegen is in beheer bij andere instanties zoals provincie, rijk en bij uitzondering ook particulieren. Als wegbeheerder is de gemeente verantwoordelijk voor toestand van alle wegen die onder het gemeentelijk beheer vallen, een en ander met het oog op de veiligheid van de weggebruikers.

Er bestaat geen wettelijke verplichting voor de gemeente om de wegen altijd vrij te hebben van sneeuw en ijzel (resultaatsverplichting). Het is wel zo dat de gemeente in haar hoedanigheid als wegbeheerder op grond van de Wegenwet en het Burgerlijk Wetboek (artikel 6:174 BW en 6:162 BW) een inspanningsverplichting heeft.

Uit jurisprudentie blijkt dat de gemeente moet zorgen dat het de weggebruiker duidelijk is wat wel en wat niet wordt gedaan om de gladheid te bestrijden, waarbij de gemeente de maatschappelijke verplichting heeft te zorgen voor een veilig gebruik van de openbare ruimte.

De weggebruiker mag in redelijkheid ook niet van de wegbeheerder verwachten dat de weg onder alle omstandigheden aan alle eisen van stroefheid voldoet. De weggebruiker heeft uitdrukkelijk ook een eigen verantwoordelijkheid: hij of zij moet zich van te voren vergewissen van mogelijke gevaren en het rijgedrag aanpassen aan de omstandigheden. Daarom moet de gemeente helder communiceren waar en onder welke omstandigheden aan gladheidbestrijding wordt gedaan.

Handhaven verkeersveiligheid en op peil houden bereikbaarheid

Voor de gemeente als wegbeheerder staat het handhaven van de verkeersveiligheid voorop. Naast het belang van de verkeersveiligheid spelen ook andere maatschappelijke belangen een rol. Onder winterse omstandigheden moet de bereikbaarheid van diverse maatschappelijke voorzieningen gewaarborgd blijven.

Dit wil overigens niet zeggen dat alle wegen onder alle omstandigheden stroef gehouden kunnen en moeten worden. De prioriteit ligt bij de belangrijke verkeersroutes en wegen die naar belangrijke voorzieningen leiden.

Bij het bepalen van de prioriteiten komen de volgende belangen aan bod:

  • het zorgen voor doorstroming van het auto- en fietsverkeer;

  • het op peil houden van de bereikbaarheid van een aantal bijzondere instellingen en economische centra zoals hulpverleningsdiensten, zorginstellingen, scholen, bedrijventerreinen en winkelcentra;

  • iedere bewoner moet binnen een redelijke afstand van een strooiroute wonen.

Een aspect wat een rol speelt bij de keuze waar wel gestrooid wordt en waar niet is het volgende: zout is pas echt effectief als de weg relatief door veel verkeer wordt gebruikt. Zout moet zogezegd “ingereden” worden.

Op wegen met weinig verkeer (in de woonbuurten) is strooien daarom minder effectief en is ook het gevaar voor de verkeersveiligheid beduidend minder groot. Daarom wordt er in woonbuurten en op voetpaden niet gestrooid.

Bij aanhoudende sneeuwval of ijzel wordt net zolang doorgewerkt tot de wegen weer ‘zwart’ en stroef zijn. Bij zware en/of langdurige sneeuwval of ijzel kan het voorkomen dat nadere prioriteiten gesteld moeten worden.

Bij aanhoudende gladheid zijn extra inspanningen vereist om de normale dienstverlening aan bewoners op goed mogelijk op peil te houden.

Doelstellingen

In dit kader gelden de volgende doelstellingen voor de gladheidsbestrijding:

  • Er dient voldoende zout te zijn om een regulier gladheidbestrijdingsseizoen te kunnen doorstaan. In overleg is deze zoutvoorraad vastgesteld op 800 ton.

  • Een preventieve strooiactie dient adequaat te zijn en dient bij voorkeur voor de (ochtend)spits en/of na de (avond)spits te zijn uitgevoerd.

  • Een preventieve strooiactie mag niet langer dan 4 uur duren.

  • Alle wegen moeten binnen een straal van 350 meter liggen van een weg die is opgenomen in het strooiareaal.

  • Alle wegen die zijn opgenomen in het strooiareaal dienen na afloop van een sneeuwperiode binnen de kortst mogelijke tijd weer 90% ‘zwart’ te zijn. Bij bijzondere omstandigheden (wegtemperatuur en weervoorspelling) is er contact over nut en noodzaak van de 90%.

  • Goede communicatie tussen de gemeente Gouda, Cyclus en omliggende partijen (wegbeheerders).

  • Zo min mogelijk terechte meldingen van bewoners en weggebruikers over de uitvoering van het winterdraaiboek.

  • Communicatie: de gemeente zorgt er voor dat alle informatie die voor de weggebruiker van belang is tijdig en op een adequate wijze kenbaar wordt gemaakt.

Jaarlijkse herziening strooikaart

De strooikaart is altijd een momentopname, omdat het wegenverkeersnet binnen Gouda voortdurend aan wijzigingen onderhevig is. Er kunnen, nadat de strooiroute is vastgelegd, nieuwe wegen en fietspaden worden aangelegd of er worden wijzigingen doorgevoerd vanuit het verkeersbeleid.

De strooikaart wordt daarom jaarlijks voor het winterseizoen aangepast aan de actuele ontwikkelingen. Dit gebeurt na overleg tussen Cyclus en de gemeente. Waarna deze wordt gepubliceerd op de website van de gemeente.

Medeverantwoordelijkheid

Naast de gemeente heeft de burger ook een eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid. In dat kader mag van de burger verwacht worden hij zijn eigen steentje bijdraagt door stoep voor zijn of haar woning of voor die van een hulpbehoevende buur stroef en sneeuwvrij te maken. De gemeente stelt hiervoor gratis strooizout beschikbaar. Strooizout is af te halen bij het afvalbrengstation van Cyclus aan de Goudkade. Het strooizout kan alleen worden afgehaald tijdens de openingsuren van het afvalbrengstation, voor alleen het afhalen van strooizout is geen reservering nodig. De hoeveelheid af te halen strooizout is maximaal 1 emmer per keer.

Openbare instellingen zoals scholen, bibliotheken en zorginstellingen kunnen ook gebruik maken van de mogelijkheid om zout te halen om zo hun toegangspaden te kunnen strooien zij kunnen 2 emmers afhalen per keer. In het verleden werden minicontainers beschikbaar gesteld, echter waren deze onhandig in het gebruik, name veel ruimte in en zout werd minder effectief (doordat het lang in een container zat).

Milieu

Naast het streven naar veiligheid is een minimale belasting van het milieu een belangrijke doelstelling. Zout veroorzaakt schade aan bomen en andere vegetatie. Zout dat in de bodem achterblijft, onttrekt vocht aan de vegetatie. Veel planten kunnen dan in het voorjaar groeiproblemen vertonen. Bij de keuze van het dooimiddel, de bestrijdingsmethode en duur van de gladheidbestrijding wordt daarom ook het milieuaspect betrokken.

In Gouda wordt gebruik gemaakt van de methode ‘natzoutstrooien’ (i.p.v. droogzout strooien). Dit geeft een besparing tot 40% op het zoutverbruik ten opzichte van het droog strooien. Het zout waait en spoelt bij de natzoutmethode minder snel van het wegdek in de berm. Hierdoor is het mogelijk om voor dat het glad wordt de wegen te strooien. Daarnaast zijn de strooiwagens zijn mechanisch zodanig vernieuwd dat de hoeveelheid zout per m2 en de strooibreedte vanuit de cabine kan worden bijgesteld. Hierdoor kan, afhankelijk van de plaatselijke gladheid- of wegsituatie, altijd met de minst benodigde hoeveelheid zout worden gestrooid.

Meldingen overlast en gevaarlijke situaties

Als bewoners en/of bedrijven veel overlast ervaren of gevaarlijke situaties constateren, dan kunnen ze daarvan melding doen bij de gemeente. Deze meldingen worden telefonisch of digitaal (via de website van de gemeente en via diverse internetapplicaties zoals de Slim melden app) gedaan en komen centraal binnen. De meldingen worden getoetst aan de uitgangspunten van de gladheidbestrijding en indien nodig wordt hierop geacteerd.

Communicatie

Voor bewoners en andere weggebruikers moet kenbaar zijn wat zij bij winterse omstandigheden van de gemeente mogen verwachten. De gemeente is verantwoordelijk voor een goede en juiste communicatie. De gemeente zorgt er voor dat alle informatie die voor de weggebruikers van belang is tijdig en op adequate wijze wordt kenbaar gemaakt.

Informatieverstrekking aan de inwoners is van belang, omdat men bij beginnende gladheid er rekening mee dient te houden dat niet overal tegelijk gestrooid kan worden. Men dient zich bij gladheid altijd aan de weersomstandigheden aan te passen. In de communicatie wordt tevens aangegeven dat de gemeente niet in staat is om overal tegelijk te strooien. Een beroep wordt gedaan op de inwoners, verenigingen en bedrijven om hun eigen stoep en terreinen sneeuw- en ijsvrij te houden en zo nodig anderen (die daartoe zelf niet in staat zijn) daarbij behulpzaam te zijn, de gemeente faciliteert hierin door strooizout beschikbaar te stellen op het afvalbrengstation.

Ondertekening