Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Zuidplas 2021

Geldend van 31-08-2021 t/m heden

Intitulé

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Zuidplas 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas,

overwegende dat het college op grond van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Zuidplas 2021 nadere regels kan stellen omtrent de onderwerpen uit de beheerverordening

overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen van Zuidplas;

besluit vast te stellen de volgende:

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Zuidplas 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Zuidplas 2021.

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2. Voor werkzaamheden door derden aan graven zijn de begraafplaatsen geopend op werkdagen van 8.00 uur tot 16.00 uur.

  • 3. Voor werkzaamheden op de begraafplaats kan de beheerder de begraafplaats of een deel van de begraafplaats tijdelijk sluiten.

Artikel 3. Samenvoegen of schudden van overledenen in een graf

  • 1. Het samenvoegen of schudden van de stoffelijke resten op de onderste laag in een graf, om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledene, is mogelijk indien de wettelijke grafrusttermijn van tenminste tien jaar wordt gerespecteerd, begraven op meer dan één laag mogelijk is en het samenvoegen technisch uitvoerbaar is. Indien een particulier graf wordt geschud, mogen maximaal 2 stoffelijke overschotten onderin bijeen gebracht worden.

  • 2. Per graf kan slechts één keer een samenvoeging plaatsvinden.

Artikel 4. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is van maandag t/m vrijdag van 10.00 uur tot 16.00 uur en op zaterdag van 10.00 uur tot 14.00 uur.

  • 2. Begraven en het bezorgen van as buiten de uren zoals genoemd in artikel 4.1 is enkel mogelijk tegen betaling van een toeslag en in overleg met het college.

Artikel 5. Gemeentelijke voorzieningen

  • 1. Klokluiden is op een beperkt aantal begraafplaatsen mogelijk. De beheerder informeert de begrafenisondernemers.

  • 2. Zelf het graf dichten door nabestaanden is alleen mogelijk als de veiligheid dit toelaat. De beheerder beoordeelt en beslist.

  • 3. Zelf de kist met touwen laten dalen is alleen mogelijk als de veiligheid dit toelaat. De beheerder beoordeelt en beslist.

Artikel 6. Aantal overledenen in graven en asvoorzieningen

  • 1. Per particulier graf mogen maximaal twee overledenen worden begraven en maximaal twee asbussen worden bijgezet voor zover de situatie het toelaat.

  • 2. In sommige situaties is het mogelijk dat slechts maximaal één overledene en maximaal één asbus wordt begraven.

  • 3. Per algemeen graf mogen maximaal twee overledenen worden begraven. Bijzetting van asbussen is niet toegestaan. De houder van de begraafplaats bepaalt wie worden begraven en bijgezet.

  • 4. Per particulier (kelder)urnengraf, urnennis en urnenplaats mag één asbus worden bijgezet. Er zijn ook urnennissen waarin maximaal twee asbussen kunnen worden geplaatst. De rechthebbende bepaalt wiens asbus wordt bijgezet.

  • 5. Per kinder- of babygraf kan één overledene per graf worden begraven. In sommige situaties kan worden afgeweken indien dit technisch mogelijk is. De beheerder beoordeelt en beslist.

Artikel 7. Termijnen particuliere graven en asvoorzieningen

  • 1. Particuliere graven voor volwassenen worden uitgegeven voor een termijn van twintig en dertig jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

  • 2. Kindergraven worden uitgegeven voor een termijn van tien, twintig en dertig jaar.

  • 3. Babygraven worden uitgegeven voor een termijn van tien en twintig jaar.

  • 4. Het in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 5. Indien bij een bijzetting de resterende graftermijn korter is dan de wettelijke grafrust wordt de graftermijn verlengd met minimaal vijf jaar tot de wettelijke grafrust wordt bereikt.

  • 6. Particuliere urnengraven, urnennissen en urnenplaatsen worden uitgegeven voor een termijn van minimaal vijf jaar of een veelvoud daarvan met een maximum van twintig jaar.

  • 7. Het in het zesde lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van vijf jaar of een veelvoud daarvan met een maximum van twintig jaar.

  • 8. Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van tien of vijftien jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

Artikel 8. Reserveringen

  • 1. Het reserveren van een particulier graf kan voor een periode van twintig en dertig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 2. Het reserveren van een particulier urnengraf, urnennis en urnenplaats kan voor een periode van minimaal vijf jaar tot maximaal twintig jaar waarbij het graf- en het onderhoudsrecht onmiddellijk ingaat.

  • 3. Het reserveren van particuliere graven is niet mogelijk op vakken waar op rij begraven wordt. De beheerder beoordeelt of reservering mogelijk is.

Artikel 9. Afmetingen van de graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen

De maximale afmetingen voor een graf en urnenplaats zijn:

  • a.

    de standaard afmeting van een particulier graf op nieuwe begraafvakken bedraagt 220 x 100 cm (l x b);

  • b.

    de afmeting van een particulier kindergraf voor kinderen van 1 tot en met 11 jaar bedraagt 200 x 80 cm (l x b);

  • c.

    de afmeting van een particulier babygraf voor kinderen jonger dan 1 jaar bedraagt 100 x 100 cm (l x b);

  • d.

    de afmeting van een particulier (kelder-)urnengraf bedraagt 60 x 60 (l x b);

  • e.

    de afmeting van een particuliere urnenplaats bedraagt 60 x 60 cm (l x b);

  • f.

    de afmeting van een algemeen graf bedraagt 220 x 100 cm (l x b);

  • g.

    de afmeting van nis in een urnenmuur of columbarium varieert en is afhankelijk van het type voorziening.

Artikel 10. Keldergraven

  • 1. Keldergraven kunnen alleen geplaatst worden op verzoek van en op kosten van de aanvrager.

  • 2. De voorwaarden waaraan nieuwe keldergraven moeten voldoen zijn:

    • a.

      de gebruikte materialen zijn duurzaam;

    • b.

      de fundering en constructie zijn veilig;

    • c.

      het keldergraf is beheertechnisch en esthetisch aanvaardbaar;

    • d.

      de afmetingen binnenmaats zijn in overleg.

  • 3. De voorwaarden waaraan (her)begraven in (oude) particuliere keldergraven moet voldoen zijn:

    • a.

      het is beheertechnisch mogelijk, o.a. gezien de kistafmetingen;

    • b.

      het keldergraf is waterdicht;

    • c.

      de werkzaamheden zijn veilig uit te voeren.

  • 4. Een vergunning voor een reeds bestaand keldergraf kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

    • a.

      de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;

    • b.

      de fundering en constructie onvoldoende veilig zijn;

    • c.

      ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • d.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

    • e.

      van de vergunning geen gebruik gemaakt wordt binnen de daarin gestelde termijn;

    • f.

      de houder van de vergunning dit verzoekt;

    • g.

      het college om redenen van beheer technische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

  • 5. Aan de afhandeling van de aanvraag van een vergunning voor een keldergraf zijn kosten verbonden.

  • 6. Voor de plaatsing van een urnenkelder volstaat een meldingsplicht mits de maximale afmetingen niet groter zijn dan de maximale afmetingen van de toegestane grafbedekking conform artikel 13, lid 3.

Artikel 11. Overschrijving van verleende grafrechten

  • 1. Het binnen zes maanden overschrijven van het recht op een particulier graf na overlijden van de rechthebbende beperkt zich tot de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad.

  • 2. Overschrijving van het grafrecht ten name van een ander dan de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Een verzoek dient gericht te worden aan het college.

  • 3. Wanneer nabestaanden ontbreken, kan de rechthebbende bij laatste wil of bij notariële akte bepalen dat de rechten worden overgeschreven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in de voorgaande leden afwijken.

Artikel 12. Vergunning grafbedekking

  • 1. De aanvraag tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een grafbedekking op een (urnen-)graf of urnenplaats moet schriftelijk worden gedaan bij het college, uiterlijk een maand voor plaatsing. Het verzoek dient te bevatten:

    • a.

      NAW-gegevens van de rechthebbende van het graf, de urnenplaats of de gedenkplaats;

    • b.

      de naam en het adres van de aanvrager indien deze een ander is dan de rechthebbende en tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

    • c.

      de ligging (grafveld) en nummer van het graf;

    • d.

      naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

    • e.

      een werktekening (in tweevoud), schaal 1:10, waarin aangegeven:

      • een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

      • de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

      • de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

      • de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

      • de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

      • de soort vaste planten indien het een levende grafbedekking betreft.

  • 2. De beslissing op de vergunningaanvraag wordt door het college schriftelijk meegedeeld.

Artikel 13. Voorwaarden voor monumenten en gedenktekens

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, roestvrij staal, keramiek of duurzame kunststoffen, verduurzaamde houtsoorten en gehard glas die niet verkleuren, vorstbestendig zijn en niet breken.

  • 2. Rechthebbenden en belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het naar behoren onderhouden van het gedenkteken.

  • 3. De lengte en de breedte van de grafbedekking, de daarop geplaatste monumenten en ornamenten inbegrepen, mogen de afmetingen van het graf niet overschrijden.

    Toegestane afmetingen gedenkteken in cm

    Lengte

    (maximaal)

    Breedte

    (maximaal)

    Hoogte

    (maximaal)

    Dikte is materiaal-afhankelijk, in overleg met gemeente

    Particulier graf voor volwassenen liggende steen

    180

    80

     
     

    Particulier graf voor volwassenen

    staande steen

     

    80

    90

     

    Particuliere graven naast elkaar met gedeelde liggende steen*

    180

    160

     
     

    Particuliere graven naast elkaar met gedeelde staande steen*

     

    160

    100

     

    Algemeen graf staand of liggend

    50

    50

    Sokkel is

    ≤ 15 cm

    Maximaal 60 graden

     

    Kindergraf staande steen

     

    80

    100

     

    Kindergraf liggende steen

    180

    80

     
     

    Babygraf

    50

    50

    Sokkel ≤ 15 cm

     

    Urnengraf

    50

    50

    50

     

    Urnenplaats (sierurnen)

    30

    30

    40

     

    Verstrooiingsplaats

    Gedenktegeltje wordt door gemeente geleverd

  • 4. Grafbedekking dient op een onderplaat van beton met vlechtijzer te worden gemonteerd van minimaal 6 cm dikte.

  • 5. Bij aan- en afvoer van grafbedekking mag geen schade ontstaan.

  • 6. Het gedenkteken of grafbedekking moet veilig en schadeloos (ook op een later moment) verplaatst kunnen worden. Daarom moet(en) alle onderdelen van het gedenkteken stevig met elkaar verbonden zijn en de staande steen (indien van toepassing) met RVS-doken vanaf 8 mm op de fundering bevestigd worden. De doken moeten in beide onderdelen minimaal 4 cm diep gemonteerd worden.

  • 7. Bij een algemeen graf, een urnengraf en gedenkplaats moet het gedenkteken met een uitsparing op de sokkel geplaatst worden zodat verschuiving niet mogelijk is.

  • 8. Het plaatsen van grafbedekking mag slechts na vergunningverlening en niet eerder dan 8 weken na de laatste begraving.

  • 9. Monumenten en gedenktekens moeten geplaatst worden op een fundament of afdekplaat die verzakkingen van het monument uitsluiten.

  • 10. Voorzetplaten en sluitplaten van urnennissen zijn afhankelijk van het type nis.

  • 11. Sierurnen moeten stevig verankerd worden op een bijpassende grondplaat of sokkel, zodanig dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen.

  • 12. Bodembedekking of strooibedekking, zoals grind en schelpen zijn alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 10 cm hoogte boven het maaiveld en indien voorzien van een bodemplaat.

  • 13. In specifieke situaties kan het college afwijken van de in het vierde t/m tiende lid genoemde afmetingen. Een vergunningaanvraag daartoe wordt beoordeeld op inpasbaarheid binnen het betreffende begraafvak of themaveld.

  • 14. De namen van leveranciers, ontwerpers of uitvoerders van gedenktekens mogen alleen aan de achterkant van het gedenkteken worden aangebracht, in de vorm van een klein koperen of bronzen naamplaatje van maximaal 2 x 4 centimeter.

  • 15. Voor de herdenking van overledenen van een asverstrooiing, overledenen van geruimde graven en levenloos geboren kinderen jonger dan 24 weken kan een door de gemeente beschikbaar gesteld naamplaatje worden geplaatst op een algemene herdenkingszuil of wand. Plaatsingsrechten worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaar.

  • 16. Naamplaatjes worden door de gemeente verstrekt en geplaatst en mogen alleen voorzien zijn van de naam, de geboortedatum en sterfdatum van de overledene.

  • 17. Op en in de nabijheid van verstrooivelden zijn permanente en tijdelijke monumenten en gedenktekens niet toegestaan.

Artikel 14. Onderhoud door rechthebbende/gebruiker

  • 1. Onder onderhoud wordt verstaan het schoonmaken van het monument of gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het monument of gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen op de grafbedekking en het uitvoeren van overige herstellingen van het monument of gedenkteken.

  • 2. Voor het schoonmaken van het monument en gedenktekens zijn alleen biologisch afbreekbare middelen toegestaan.

  • 3. Het afval dat vrijkomt bij het onderhoud (groenafval en verpakkingsmaterialen) dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

Artikel 15. Grafbeplanting

  • 1. De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van 100 cm.

  • 2. Verboden zijn sterk woekerende planten, zoals klimop en bamboe, invasieve exoten en planten met stekels en doornen.

Artikel 16. Losse bloemen, planten en ornamenten

  • 1. Het plaatsen op graven van losse bloemen in op de ondergrond bevestigde vazen en planten in potten is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmetingen van de grafbedekking. Glazen vazen zijn vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan.

  • 2. Het is op, achter en in de nabijheid van grafbedekkingen verboden losse voorwerpen te plaatsen.

  • 3. De rechthebbende of de gebruiker van het graf draagt zelf zorg voor regelmatig onderhoud en het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren.

  • 4. Ornamenten, linten en dergelijke die na een teraardebestelling op het graf worden achtergelaten moeten binnen eenentwintig dagen na de dag van de teraardebestelling door de rechthebbende of de gebruiker worden verwijderd. Indien niet aan de genoemde termijn voldaan wordt heeft de beheerder het recht om deze ongevraagd te verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5. De beheerder is gerechtigd om losse voorwerpen, buiten de toegestane afmetingen groeiende planten, verwelkte bloemen en dode planten te verwijderen indien de rechthebbende of gebruiker dat niet tijdig zelf doet, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 17. Plaatsen grafbedekking

  • 1. Voor plaatsing van de grafbedekking is toestemming nodig van de beheerder.

  • 2. De grafbedekking met toebehoren moet volgens de aanwijzingen van de beheerder worden geplaatst. Alle sporen van afval, ontstaan door of ten gevolge van de plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd.

  • 3. De beheerder brengt een tijdelijk naamplaatje aan na een begraving. Na een jaar of zodra een eigen gedenkteken wordt geplaatst wordt het naambordje verwijderd.

Artikel 18. Crematie en herbegraven na ruiming

Transport van stoffelijke resten voor crematie of herbegraving elders buiten de begraafplaats is alleen toegestaan door een erkende uitvaartonderneming of een erkend gespecialiseerd bedrijf.

Artikel 19. Slotbepalingen

  • 1. De nadere regels voor graven, asbezorging en grafbedekkingen 2012 worden ingetrokken op de dag dat de nieuwe nadere regels van kracht zijn.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking een dag na bekendmaking.

Artikel 20. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college van de gemeente Zuidplas van voor 1 januari 2021 die genomen zijn krachtens de destijds geldende nadere regels gelden als besluiten genomen krachtens deze nadere regels.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze nadere regels een aanvraag om vergunning is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze nadere regels niet op de aanvraag is beslist, zijn daarop deze nadere regels van toepassing.

Artikel 20. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Zuidplas 2021”.

Ondertekening

Aldus besloten door het college in zijn vergadering van 1 juni 2021

De secretaris,

De burgemeester,