Beleidsregels omtrent het plaatsen, hebben en in stand houden van borden aan de provinciale weg

Geldend van 19-11-2010 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels omtrent het plaatsen, hebben en in stand houden van borden aan de provinciale weg

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Gelet op de in artikel 11 juncto artikel 7,lid 2, van de Wegenverordening Zuid-Holland 2010 opgenomen mogelijkheid om nadere regels te stellen;

Gelet op de in artikel 5 van de Wegenverordening Zuid-Holland 2010 neergelegde verbodsbepalingen;

Gelet op de in artikel 9 van de Wegenverordening Zuid-Holland 2010 neergelegde mogelijkheid om ontheffing en/of toestemming te verlenen van voornoemde verbodsbepalingen;

Overwegende dat de provincie Zuid-Holland als uitgangspunt hanteert dat obstakels op en langs de weg, waaronder borden, de vrijheid van verkeer, de veiligheid op de weg en de instandhouding en bruikbaarheid van de weg belemmeren en dat deze zo veel als mogelijk dienen te worden voorkomen,

Overwegende dat het wenselijk is een vaste gedragslijn vast te stellen omtrent de afweging van belangen ten behoeve van de bevoegdheid tot advisering, ontheffing- en toestemmingverlening als bedoeld in de Wegenverordening Zuid-Holland 2010,

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Regels omtrent het plaatsen, hebben en in stand houden van borden aan de provinciale weg

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanduidingsborded borden die moeilijk of niet tijdig waarneembare bestemmingen langs de weg aanduiden;

  • b.

    verwijsborden borden welke verwijzen naar een verderop gelegen bestemming langs of in de nabijheid van de weg.

Artikel 2. Algemene criteria

  • 1. Het aanbrengen van borden langs de weg mag de verkeersveiligheid niet nadelig beïnvloeden.

  • 2. Een verzoek om ontheffing voor het plaatsen van een aanduidings- of verwijsbord wordt getoetst aan het weg- en/of verkeersbelang.

  • 3. Afbeeldingen en teksten met een sterk wervend of aandacht vragend karakter, aanduidingen met grote afmetingen en borden in grote aantallen dienen achterwege te blijven, gezien de nadelige effecten op het concentratieniveau van de weggebruikers.

  • 4. (Reclame-)borden die individuele en/of commerciële belangen dienen, worden geweigerd.

  • 5. Aanduidings- en verwijsborden naar objecten die geen directe relatie hebben met het doorgaande verkeer op de provinciale weg worden geweigerd

Artikel 3. Aanduidings - /verwijsborden

  • 1. Aanduidings- en verwijzingsborden zijn borden ter aanduiding van en verwijzing naar:

    • a.

      voorzieningen die de weggebruiker ten dienste staan, zoals tankstations en horecagelegenheden;

    • b.

      overnachtingsmogelijkheden zoals kampeer- en caravanterreinen, groepsaccommodaties, bungalowparken en hotels;

    • c.

      objecten en terreinen die zijn gericht op dagrecreatie, toeristische attracties en sportactiviteiten;

    • d.

      objecten van algemeen belang, zoals ziekenhuizen, crematoria, begraafplaatsen.

  • 2. Aanvragen ten behoeve van lid 1 genoemde borden worden gehonoreerd als:

    • a.

      de bestemming niet door reguliere bewegwijzering is aangegeven;

    • b.

      het noodzakelijk is in het kader van de verkeersveiligheid;

    • c.

      de voorziening buiten de bebouwde kom ligt;

    • d.

      de voorziening van bovenlokale betekenis is;

    • e.

      de voorziening een verkeersaantrekkende werking heeft;

    • f.

      de voorziening over voldoende parkeeraccommodatie beschikt.

Artikel 4. Borden voor het verstrekken van informatie

  • 1. Informatieborden zijn borden die voor weggebruikers van informatieve waarde.

  • 2. Aanvragen ten behoeve van lid 1 genoemde borden worden gehonoreerd als:

    • a.

      de borden werkzaamheden aan de weg vermelden;

    • b.

      de borden verwijzen naar een plattegrond van de gemeente of een gebied;

    • c.

      de borden tot doel hebben de gemeente of streek te promoten;

    • d.

      de borden toeristische routes aangeven;

    • e.

      het landelijke motto borden zijn die de verkeersveiligheid en mobiliteit te bevorderen;

    • f.

      de borden dienen tot het openbaren van ideële gedachten en gevoelens zoals bedoeld in artikel 7 van de Grondwet.

Artikel 5. Tijdelijke verwijsborden ten behoeve van een evenement

  • 1. Tijdelijke verwijsborden zijn informatieve borden van tijdelijke aard.

  • 2. Aanvragen ten behoeve van lid 1 genoemde borden worden gehonoreerd als:

    • a.

      tenminste vier weken voor aanvang van het desbetreffende evenement melding wordt gemaakt van het voornemen tot plaatsing van één of meer borden;

    • b.

      het te plaatsen bord of de te plaatsen borden door hun plaats, omvang en vormgeving of constructie geen strijd oplevert met de in artikel 2 genoemde belangen;

    • c.

      het bord of de borden niet eerder dan 4 dagen van tevoren worden geplaatst en binnen 48 uur na afloop van het evenement zullen worden verwijderd.

Artikel 6. Nadere voorschriften

In de ontheffing en/of toestemming kunnen (nadere) voorschriften worden opgenomen die betrekking hebben op:

  • a.

    de plaats, het aantal, de vormgeving en de afmetingen van borden;

  • b.

    werkzaamheden en andere activiteiten.

Ondertekening