Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Beleidsregels mantelzorgwoningen 2021

Geldend van 14-08-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Beleidsregels mantelzorgwoningen 2021

Zaaknummer: Z21-048325

Burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer;

gelezen het advies van afdeling Veiligheid en Handhaving van 1 juli 2021;

gelet op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten vanwege de beleidsvrijheid die het college van burgemeester en wethouders heeft bij toezicht en handhaving op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) heeft en overwegende dat:

• zij het wenselijk acht nadere regels te stellen over de voorwaarden, zoals die zijn gesteld in het Bor ten aanzien van het mogelijk zijn van een vergunningsvrije mantelzorgwoning en;

• omdat zij eenduidig wenst vast te leggen hoe zij optreedt bij situaties waarin de mantelzorg is dan wel moet worden beëindigd;

besluit vast te stellen de:

Beleidsregels mantelzorgwoningen 2021

Artikel 1 Toetsings- en beoordelingscriteria

Een omgevingsvergunning voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of c, van de wet is niet vereist, indien:

  • 1.

    Er bij de woning nog geen (vergunningsvrije) mantelzorgwoning aanwezig is.

  • 2.

    De mantelzorgontvanger een origineel getekende schriftelijke verklaring overlegt van een huisarts, of het sociaal wijkteam waaruit de behoefte blijkt voor mantelzorg als bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor).

  • 3.

    Met het overleggen van die schriftelijke verklaring dient, ook in situaties waarin de mantelzorgvoorziening vergunningsvrij wordt gerealiseerd, hiervan tevens een melding bij het college van burgemeester en wethouders plaats te vinden.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders houdt een register bij van percelen, waarop een mantelzorgvoorziening is gerealiseerd.

  • 5.

    Bij ontvangst van de verklaring wordt de situatie vastgelegd met een brief (vaststellingsbrief, daarin staan de voorwaarden, meldingsplicht bij beëindiging en ook de regels voor het verwijderen van voorzieningen) en in de gemeentelijke registraties (BAG en BRP). In deze brief wordt o.a. duidelijk aangegeven dat het bewoning betreft ten behoeve van mantelzorg, en dat reguliere bewoning niet is toegestaan.

  • 6.

    Het huishouden in de mantelzorgwoning bestaat uit maximaal twee personen, van wie tenminste één persoon mantelzorg verleent aan - of ontvangt van een bewoner van het hoofdgebouw (de woning).

Burgemeester en wethouders hanteren daarbij de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Er is geen sprake van onevenredige aantasting van in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen die van omwonenden en omliggende bedrijven, de verkeersveiligheid, de stedenbouwkundige structuur en/of milieu hygiënische belemmeringen en;

  • 2.

    de mantelzorgwoning wordt zodanig gesitueerd dat deze een ruimtelijke eenheid vormt met de woning waarbij de mantelzorgwoning wordt gerealiseerd en de daaraan grenzende percelen. Inpandige aanpassingen zijn ook mogelijk. De mantelzorgwoning wordt daarvoor bij voorkeur (gemotiveerd afwijken is slechts in specifieke gevallen, bij lange en diepe percelen, mogelijk) geheel binnen een afstand van maximaal 100 meter achter de originele achtergevel van het hoofdgebouw geplaatst (niet op het voorerf/-tuin dan wel zij erf). en;

  • 3.

    het gebruik als mantelzorgwoning is van tijdelijke aard, gedurende de periode dat een dergelijke voorziening voor het verlenen dan wel ontvangen van zorg ook daadwerkelijk nodig is.

  • 4.

    De voorzieningen voor mantelzorg in het pand dienen van zodanige aard te zijn, dat het pand, nadat de mantelzorg is beëindigd, in oorspronkelijke staat (dat wil in ieder geval zeggen niet meer geschikt voor bewoning) kan worden teruggebracht en;

  • 5.

    de oppervlakte van de mantelzorgwoning bedraagt maximaal 100 m² in het buitengebied en de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 meter.

Artikel 2 Controle en handhaving

  • 1.

    Jaarlijks vindt controle plaats op basis van het bijgehouden register en van de gemeentelijke basisregistratie personen (BRP). Hierbij wordt gecontroleerd of de mantelzorgvrager en de mantelzorger nog op het betreffende adres wonen. Aanvullend kan op basis van huisbezoek gecontroleerd worden of aan de gestelde en geldende voorwaarden (voor mantelzorg, bouwen en gebruiken) wordt voldaan.

  • 2.

    In het geval van het vervallen van de mantelzorgrelatie, ook in situaties waarin de mantelzorgvoorziening vergunningsvrij is gerealiseerd, wordt hiervan door de mantelzorgverlener schriftelijk mededeling gedaan aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Na het vervallen van de mantelzorgrelatie dient het bouwwerk dat dienst deed als mantelzorgwoning conform de bepalingen van het bestemmingsplan weer in de oude staat te worden hersteld en dient de bewoning binnen 12 maanden te worden beëindigd. De aangebrachte voorzieningen welke met het oog op het tijdelijke gebruik als mantelzorgwoning zijn aangebracht, dienen binnen 6 maanden nadat de mantelzorgrelatie is beëindigd en de bewoning is gestaakt te zijn verwijderd.

  • 4.

    Voor zover sprake is van mantelzorgwoning van een (tijdelijke) constructie die eenvoudig weer is te verwijderen, als bedoeld in artikel 1, sub 9 dient deze in zijn geheel te zijn verwijderd binnen 26 weken nadat de mantelzorgrelatie is beëindigd en de bewoning is gestaakt.

Artikel 3 Afwijking beleidsregels - hardheidsclausule

Afwijken beleidsregels mantelzorgwoningen, bijzondere en onvoorziene omstandigheden

Als daartoe aanleiding bestaat (bijvoorbeeld bij onvoorziene en bijzondere omstandigheden) kan het college van burgemeester en wethouders op schriftelijk verzoek van de aanvrager besluiten om af te wijken van de ’Beleidsregels mantelzorgwoningen 2021’. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om aan het verlenen van afwijking van bovengenoemde beleidsregels voorwaarden te verbinden. Een voorbeeld is als er meer dan twee personen in het bouwwerk buiten de woning zijn gehuisvest. Bijvoorbeeld twee ouders met kinderen. Ruimtelijk gezien is dit minder relevant. De gemeente zal in beginsel in bestaande situaties niet verplichten om mantelzorg situaties qua bouwwerken “om te draaien”. Bij een verzoek om handhaving of als andere omstandigheden daar aanleiding voor geven zal een nieuwe belangenafweging gemaakt moeten worden.

Artikel 4 Inwerkingtreding

De ‘Beleidsregels mantelzorgwoningen 2021’ treden in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels mantelzorgwoningen 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 juli 2021.

De secretaris,

drs. Sj. Vellenga

De voorzitter,

mr. G.E. Oude Kotte