Beleidsregel Tijdelijk wonen in recreatieve eenheden

Geldend van 31-07-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Tijdelijk wonen in recreatieve eenheden

Het college van burgemeester en wethoudersvan de gemeente Texel;

gelezen het voorstel van 11 augustus 2020, zaaknummer 2604995;

overwegende:

Er doen zich schrijnende gevallen voor van mensen die wachten op een woning. Bijvoorbeeld gezinnen met kinderen, waarbij de sociaal-maatschappelijke problematiek groot is en verergert doordat er geen goede woonsituatie is.

Net als in het verleden wel is gebeurd, kan er meegewerkt worden aan de tijdelijke oplossing door toe te staan dat men tijdelijk woont in een pand met een recreatieve bestemming. Recent is dit enkele keren toegestaan op basis van een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan. Nu op ad hoc basis vanwege de maatschappelijke situatie. De verwachting is dat er meer van zulte aanvragen zullen komen.

Om gelijke gevallen op gelijke wijze te behandelen, worden beleidsregels opgesteld. Dan is vooraf duidelijk wanneer dit wel of niet kan.

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht,

b e s l u i t

vast te stellen de volgende

Beleidsregel Tijdelijk wonen in recreatieve eenheden

Artikel 1 Omgevingsvergunning aanvragen

Degene die het opstal wil gaan bewonen dient op persoonlijke titel een omgevingsvergunning voor het tijdelijk afwijken van het toegestane gebruik aan te vragen bij de gemeente. De afwijking is dus persoonsgebonden en alleen van toepassing voor het opstal waar de vergunning op ziet. Dit tijdelijke afwijkende gebruik kan met de zogenaamde ‘kruimelgevallenregeling’ uit artikel 4 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) worden vergund.

Artikel 2. Voorwaarden

  • 1. De vergunning kan niet worden verleend voor het tijdelijk bewonen van opstallen (zomerhuizen, (sta)caravans, chalets, tenten) op bestemde recreatieve terreinen met de bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatieve terreinen en Recreatie - Kampeerterrein. Het door elkaar lopen van wonen met recreatie levert geen goede samenloop van de gebruikers van dergelijke terreinen. Op termijn zorgt dat altijd voor overlast en onbegrip tussen de verschillende gebruikers. Mensen die op vakantie zijn hebben nu eenmaal een ander patroon van leven, dan mensen die permanent wonen. In de rest van het land zijn daar slechte ervaringen mee.

  • 2. De vergunning kan dus alleen worden verleend voor legale, als zodanig bestemde recreatieve panden, zoals recreatieve opstallen (met een aanduiding of bestemming in het betreffende bestemmingsplan) al dan niet bij een woning, en in verblijfsrecreatieve gebouwen in de vorm van appartementen. Er kan geen vergunning worden verleend voor hotelkamers, groepsverblijven, illegale appartementen of omgebouwde bijbehorende bouwwerken e.d.

  • 3. De vergunning geldt voor ten hoogste 2 jaar. Met de acties die ingezet worden is de verwachting dat de woningmarkt op Texel er over enkele jaren anders uit ziet. Het is de verwachting dat er dan voldoende woningaanbod is en er binnen redelijke termijn een reguliere woning beschikbaar is. Tijdelijk moet dus ook echt tijdelijk zijn.

  • 4. Voor een vergunning komen alleen huishoudens in aanmerking die beschikken over een aantoonbare economische of maatschappelijke binding aan Texel, zoals omschreven in de gemeentelijke Huisvestingsverordening.

  • 5. De tijdelijke afwijking mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de betrokken en omliggende bouwwerken en gronden.

  • 6. Er moet sprake zijn van een brandveilige situatie.

  • 7. Er zijn geen bijbehorende bouwwerken toegestaan bij een recreatief opstal. Die bepaling geldt al op grond van de geldende planregels, maar wordt hier voor alle duidelijkheid herhaald.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 augustus 2020,

Burgemeester en wethouders van Texel,

de secretaris, de burgemeester,

drs. E.C. van der Bruggen ir. M.C. Uitdehaag