Beleidsregels giften Participatiewet Den Haag 2021

Geldend van 22-09-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 22-07-2021

Intitulé

Beleidsregels giften Participatiewet Den Haag 2021

Toelichting

De gemeenteraad heeft in de motie ‘Kom tot een duidelijk giftenbeleid’ (RIS308129) aan het college gevraagd om nadere regels met betrekking tot giften en de bijstand vast te stellen. De Participatiewet, artikel 31, tweede lid, onder m, biedt ook de ruimte aan gemeenten om door beleidsregels nadere invulling te geven welke giften uit het oogpunt van bijstandsverlening als verantwoord beschouwd kunnen worden.

Het college geeft met deze beleidsregels duidelijkheid aan bijstandsontvangers welke giften ontvangen mogen worden zonder dat deze giften gevolgen hebben voor de hoogte van of het recht op een uitkering. Naast duidelijkheid voor bijstandsontvangers geven deze beleidsregels ook de ruimte voor liefdadigheid van instellingen en particulieren. De mogelijkheid om betaalachterstanden of schulden door middel van giften te betalen passen in de beleidsdoelstelling van het college om de inwoners van Den Haag schuldenzorgenvrij te maken.

Giften of een beroep doen op charitatieve instellingen kunnen nooit afgedwongen worden of verplicht gesteld worden. Giften of het beroep kunnen doen op giften zijn ook geen voorliggende voorziening, zoals bedoeld in artikel 15 van de Participatiewet.

Een gift is een zogenoemde onverplichte en onverschuldigde betaling. Dit in tegenstelling tot een verplichte betaling, bijvoorbeeld de betaling bij het verrichten van werk (of oppaswerkzaamheden) of een vergoeding bij vrijwilligerswerk. Een verruiming van het giftenbeleid betekent niet dat er een verruiming ontstaat van de wettelijke inkomstenverrekening of dat er een vrijbrief ontstaat voor het zogenaamde zwart werken. Giften kunnen daarom bij rechtmatigheidscontroles of fraudeonderzoeken gecontroleerd worden. De inlichtingenplicht verbonden aan de Participatiewet blijft dan ook van kracht.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op:

  • -

    artikel 31, tweede lid, onder m, van de Participatiewet,

besluit:

  • -

    vast te stellen de volgende Beleidsregels giften Participatiewet Den Haag 2021:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

alleenstaanden:

alleenstaanden of alleenstaande ouders zoals omschreven in artikel 4 van de Participatiewet met een bijstandsuitkering;

belanghebbende:

persoon of personen met een bijstandsuitkering;

bijstandsuitkering:

uitkering levensonderhoud op grond van de Participatiewet of BBZ;

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

de Wet

Participatiewet

echtparen of belanghebbenden met een gezamenlijke huishouding:

zoals omschreven in artikel 3 van de Participatiewet;

giften:

onverplichte of onverschuldigde cadeaus en/of betalingen, giraal, chartaal of in natura;

Hoofdstuk 2 Verantwoorde giften

Artikel 2:1 Giften algemeen

  • 1.

    Giften tot een bedrag van € 1.700,- in een kalenderjaar aan echtparen of belanghebbenden met een gezamenlijke huishouding worden niet verrekend met de bijstandsuitkering.

  • 2.

    Giften tot een bedrag van € 1.200 in een kalenderjaar aan alleenstaanden worden niet verrekend met de bijstandsuitkering.

  • 3

    Giften, die niet ten gelde gemaakt kunnen worden of als bestandsdeel tot het vermogen toegevoegd kunnen worden, zoals vakanties of reizen die op naam gesteld zijn, worden niet verrekend met de bijstandsuitkering.

  • 4.

    In aanvulling op het eerste en tweede lid melden belanghebbenden bij het college, dat er sprake is van giften die meer bedragen dan de genoemde bedragen.

Artikel 2:2 Giften aan kinderen

Giften aan of ten behoeve van kinderen tot 18 jaar worden niet verrekend met de bijstandsuitkering van belanghebbende zolang het totale vermogen van een kind onder de vermogensgrens blijft zoals vermeld in artikel 34, derde lid, onder a van de wet.

Artikel 2:3 Giften met een specifieke bestemming

  • 1.

    Giften met een specifieke bestemming worden niet verrekend met de bijstandsuitkering, indien belanghebbende, indien hij de gift niet had ontvangen, aanspraak had gemaakt op bijzondere bijstand op grond van de Wet of een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Giften met een specifieke bestemming, waarmee belanghebbende betaalachterstanden voldoet van huur, drinkwater, zorgverzekering, elektra, gas en warmte, worden niet verrekenend met de bijstandsuitkering.

  • 3.

    Giften met een specifieke bestemming, waarmee belanghebbende schulden voldoet, worden niet verrekend met de bijstandsuitkering, indien belanghebbende gebruik maakt van financiële hulpverlening.

  • 4.

    Belanghebbende meldt altijd en zo snel mogelijk bij het college, indien er sprake is van giften met een specifieke bestemming.

Artikel 2:4 Giften van charitatieve instellingen

  • 1.

    Giften in natura van charitatieve instellingen, zoals de Voedselbank, Weggeefwinkels, Stichting Leergeldsociale en hulporganisaties, worden niet verrekend met de Bijstandsuitkering.

  • 2.

    Giften van charitatieve instellingen, zoals sociale fondsen, Stichting Leergeld en hulporganisaties, worden niet verrekend met de bijstandsuitkering. De belanghebbende meldt de ontvangst van deze giften altijd en zo snel mogelijk bij het college.

Hoofdstuk 3 Verrekenen en terugvorderen

Artikel 3:1 Verrekenen

  • 1.

    Indien belanghebbende meer aan giften ontvangt dan de bedragen vermeld in artikel 2.1, eerste en tweede lid, wordt het meerdere verrekend met de bijstandsuitkering tot maximaal de van toepassing zijnde maandnorm.

  • 2.

    In aanvulling op het vorige lid wordt het meerdere toegerekend aan het vermogen.

Artikel 3:2 Terugvorderen

Indien belanghebbende meer aan giften ontvangt dan het bedrag in artikel 2.1 en dit niet bij het college heeft gemeld, is er sprake van schending van de inlichtingenplicht en wordt het meerdere, eventueel verhoogd met een bestuurlijke boete, teruggevorderd.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4:1 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere en dringende gevallen een artikel of artikelen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de belanghebbende, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 4:2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst.

Artikel 4:3 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels giften Participatiewet Den Haag 2021.

Den Haag, 13 juli 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen

Ondertekening