Wijzigingsbesluit Natura 2000 beheerplan Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux

Geldend van 22-07-2021 t/m heden

Intitulé

Wijzigingsbesluit Natura 2000 beheerplan Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux

C2280817

Op 5 april 2018 hebben Gedeputeerde Staten het N2000 beheerplan Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux (hierna: beheerplan) vastgesteld. Het gebied is aangewezen als Natura 2000-gebied in verband met een aantal habitattypen en -soorten. De beken de Run en de Keersop zijn onder meer aangewezen vanwege de aanwezigheid van de habitatsoorten “drijvende waterweegbree” en “beekprik”.

In het beheerplan kunnen er activiteiten omschreven worden die (onder voorwaarden) vrijgesteld worden van de vergunningsplicht die geldt op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). Op 19 juni 2018 is er beroep ingesteld bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch tegen de vrijstelling van de vergunningsplicht Wnb van de activiteit ‘maaien in de Keersop’. Omdat in het beheerplan niet duidelijk aangegeven was wat het huidige maaibeleid in de Keersop precies inhield, oordeelde de rechtbank in haar uitspraak van 20 december 2018 dat het beheerplan op dit onderdeel onvoldoende onderbouwd was. Om deze reden werd de betreffende vrijstelling vernietigd.

Samen met Waterschap De Dommel heeft de provincie Noord-Brabant het beheerplan op dit punt verduidelijkt. In onderstaande tekst is aangegeven wat het huidige maaibeleid in de Keersop inhoudt en dat het beheer in de Keersop is vrijgesteld van de vergunningsplicht Wnb als hierbij de beschreven zorgvuldige werkwijze wordt toegepast. In deze vorm kunnen er geen nadelige effecten optreden voor de aanwezige habitatsoorten.

Het beheerplan wordt als volgt aangepast. Op pagina 116 van het beheerplan (paragraaf 4.4.1) wordt de gehele tekst onder de laatste bullit: “Het beheer van de beken door waterschap de Dommel….N2000 functie richtgevend moet zijn” , vervangen door de volgende tekst:

  • Het beheer van de beken door Waterschap de Dommel is gericht op het in stand houden van Natura 2000-doelsoorten en habitattypen. Algemeen geldt voor de watergangen Tongelreep, De Run, Strijper Aa, Keersop en De Dommel het “Protocol beheer en onderhoud Waterlopen”, dat beschrijft wat de te maken afweging tussen waterafvoer en ecologie is.

    Specifiek voor de Keersop geldt dat het huidige maaibeleid is gericht op de natuurfunctie vanwege de aanwezigheid van de beekprik en het habitat “beken met waterranonkels” en het behoud en herstel hiervan. Het beheer en onderhoud van de Keersop schaadt de ecologische ontwikkeling van de beek en specifiek die van de beekprik niet. Er wordt extensief maaibeheer toegepast, wat wil zeggen dat er maximaal 2 maaibeurten per jaar worden uitgevoerd. De paaiperiode van de beekprik wordt door een ecologisch deskundige van Waterschap De Dommel gemonitord o.a. op basis van metingen van de watertemperatuur. Minimaal twee weken na afloop van de paaiperiode vindt de eerste maaibeurt plaats. Een tweede maaibeurt volgt in het najaar.

    De paaiperiode van de beekprik loopt normaliter van eind maart tot half mei. Aanvang van de paaiperiode is afhankelijk van de watertemperatuur. De eitjes hebben in de eerste 8-14 dagen zuurstofrijk water nodig (bron: zoetwatervissen ecologisch bekeken van Van Nie en Emmerink). In de periode van paai tot uitkomen van de eieren (eind maart – 1 juni) is maaien (of andere manier van verstoring) schadelijk voor de populatie omdat dit een grote verstoring geeft voor de beekbodem. Ook al wordt met het maaien de bodem niet beroerd, er ontstaat wel een drift van organisch materiaal waardoor de zuurstofconcentraties tijdelijk dalen. Met het maaien wordt ook vaak slib opgewerveld dat over de grindbedden stroomt en daar neerslaat, wat funest is voor de ontwikkeling van de eieren. Samenvattend is het beheer van de Keersop vrij van vergunning indien het extensief (maximaal 2x maaien) wordt uitgevoerd en daarbij de zorgvuldige werkwijze zoals hierboven wordt toegepast.

Geen terinzagelegging

De Wet natuurbescherming schrijft voor dat bij een verlenging van het tijdvak, geen toepassing behoeft te worden gegeven aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Om deze reden vindt er geen terinzagelegging plaats met de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen.

Hoe kunt u in bezwaar/beroep gaan tegen de verlenging van het beheerplan?

Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking

ervan worden ingediend bij:

College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

p.a. secretariaat van de Hoor- en Adviescommissie voor de behandeling van

bezwaar en beroepschriften

Postbus 90151

5200 MC ’s-Hertogenbosch

U wordt verzocht om in de linker bovenhoek van de enveloppe het woord, ‘bezwaar’ te vermelden.

Voor meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften verwijzen wij u naar www.brabant.nl/rechtsmiddelen.

Het secretariaat van de Hoor- en Adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer 073-680 83 04, fax 073- 680 76 16. Indien onverwijlde spoed dat vereist is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzieningenrechter van de Sector Bestuursrecht Rechtbank Oost-Brabant (telefoon 073-6202750). In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat u een bezwaarschrift heeft ingediend.

Wie kunnen er in bezwaar/beroep tegen het beheerplan?

Een bezwaar/beroep kan alleen worden ingesteld tegen specifieke onderdelen van het beheerplan. Beroep staat volgens artikel 8.1 van de Wet natuurbescherming alleen open tegen de beschrijving van projecten die het bereiken van instandhoudingsdoelstellingen niet in gevaar brengen en via het beheerplan zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht zoals bedoeld in de Wet natuurbescherming. Geen beroep is mogelijk tegen de elementen gericht op uitvoering, zoals de maatregelen of de fasering van de uitvoering.

’s-Hertogenbosch, juli 2021

Ondertekening